End of an era

Vanavond weer eens een hoofdstukje afgesloten in de opvoeding van de kinderen: vandaag was het de laatste dag dat Anna naar de peutertuin is gegaan. Morgen is Michel thuis, overmorgen ben ik thuis, dan is het weekend en op maandag begint Anna met de kleuterschool.

Voor haar twee kinderverzorgsters heb ik een schoon boekeetjen gekocht en vanavond heb ik er eentje laten afgeven door Anna (’s ochtends en ’s avonds is er telkens maar één iemand). Zij zal dan de tweede afgeven aan de andere verzorgster morgen.

Drie kinderen zijn daar geweest. Drie kinderen die zich daar zeer goed gehad hebben en er qua ontwikkeling met sprongen op vooruit gegaan zijn. De juiste en nodige stimulaties en verzorging en liefde gekregen tijdens de uren dat wij er niet konden zijn. De kinderverzorgster vroeg of wij content zijn geweest van hen. Uiteraard, anders zou ik er geen drie kinderen naartoe gestuurd hebben.

Onze kleinste meid is nu officieel geen peuter meer. Snif.

Onzen held

Iedereen die Jan tegenkomt en die Jan een beetje kent, weet dat het een kracht op zich is. Levendig, vol energie, a force to be reckoned with. Of toch, zo lijkt het aan de buitenkant.

Eigenlijk is het een lief ventje met een zeer klein hartje en dat hebben we gemerkt toen we naar Bellewaerde gegaan zijn. Praten over racewagens, vechten met zijn broer als ridders, lopen tot zijn beentejs er bijna afvallen, sporten, stoer doen, … al goed en wel, maar in het echt dingen doen blijkt een stuk minder aantrekkelijk.

De eerste attractie waarop Jan ging was de Splash: zo’n boomstam op een waterbaan en dan gaat dat zo plots naar beneden en wordt iedereen nat. Ik ging daar niet op mee want Anna mocht nog niet en zelf ben ik er niet voor te vinden. Jan wou niet echt, maar dan toch wel en ging uiteindelijk met papa mee en toen ze weer terugwaren was hij ongelooflijk aan het wenen. Vooral van te verschieten toen ze naar beneden schoten, maar eigenlijk had hij al schrik vanaf het begin.

Daarna zijn we met de hele troep nog op de keverbaan gegaan en toen zat hij naast mij. Ook hier wou hij eigenlijk niet op, maar we konden hem overhalen, vooral omdat hij naast mij kon zitten en ik beloofde hem heel goed vast te houden. Zelfde scenario eigenlijk als op de Splash: veel schrik bij de eerste (stijle) afdaling, maar eens daar voorbij vond hij het wel te doen. Jammer genoeg reden de kevertjes twee ronden. Maar uiteindelijk heeft hij niet geweend en kon hij toch lachen na de rit.

Daarna zijn we op de kindermolens geweest, wat hij al veel leuker vond, maar ook hier wou hij niet deze doen die hem te rap leken te gaan. Na de keverbaan hebben we hem niet meer overhaald om nog dingen te doen die hij echt niet wou. Het is nu ook niet de bedoeling om fobieën te kweken op zo’n dagje uit 🙂 Toen we een beetje later op de Bengal river gingen, is hij mooi met papa en Anna meegegaan om dingen te doen die hij wel leuk vond, zoals geshminkt worden.

Gezichtsverf

Onze Jan dus, een klein ventje met nen groten mond en een klein hartje. Een echte tijger.

Concentratie

Louis leeft zo’n beetje in zijn eigen wereld soms. De concentratie die hij aan de dag kan leggen, daar kan ik soms jaloers van worden. Jaloers, maar ook gefrustreerd.

Het zijn twee dingen waarin hij vooral volledig opgaat en het is eigenlijk zalig om hem dan bezig te zien. Het ene is lezen, het andere tekenen.

Louis heeft door het huis een aantal boeken en stips liggen die hij leest. Het zijn als het ware tussenstoppen in zijn op-weg-zijn-naar. Er ligt een strip als hij binnenkomt in de keuken, er ligt een boek in de living, een ander boek ligt op de gang boven en uiteraard liggen er een aantal dingen om te lezen in zijn kamer. Ligt er niets specifieks van hemzelf klaar, dan pakt hij gelijk wat vast dat hij kan lezen, desnoods reclamefolders. En zo gaat hij dan van het ene boek naar het andere: hij legt er een neer omdat hij iets (anders) moet doen en loopt dan gewoon door naar het andere boek en leest daarin verder. Hmm. Ik herken hier gelijk een vaderlijk trekje in.

Dat tekenen doet hij al even geconcentreerd. Het enige wat hij eigenlijk wil is een blad en een potlood. Kleurpotloden en stiften zijn niet echt nodig. Sinds kort heeft hij de wonderen van de pastelkrijtjes ontdekt en nu is hij al helemaal niet meer te stuiten. Twee dagen heeft hij lopen zagen om zo’n spuitbus te halen om zijn pasteltekeningen mee te kunnen fixeren. Tussen al de verbouwingen door was dat niet zo evident maar het is ons toch gelukt. Content dat hij was toen hij ze had. Ondertussen heeft hij dat uiteraard al uitgeprobeerd.

Als hij dus leest of tekent, dan hoort of ziet hij niets meer, behalve datgene waarmee hij bezig is. Als ik dan iets van hem wil bekomen is het aartsmoeilijk om hem uit zijn concentratie te halen en dan begrijp ik de frustratie van mijn moeder: ik beleef ze nu zelf. Toen ik jong was kon ik ook zo helemaal opgaan in een boek. Nu nog trouwens, maar nu ben ik de mama. Mijn mama was zo geen lezer en zij kon zich dan zo opjagen in het feit dat ik zat te lezen. Helemaal als ze dan een conversatie met mij probeerde te hebben en ik dus gewoonte-antwoorden gaf: op tijd ‘ja’ en ‘neen’ antwoorden en ‘hmm’ zeggen tot uiteindelijk bleek dat ik het verkeerde antwoord gaf en zij het dus doorhad dat ik niets gehoord had van het hele gesprek.

Tot nu toe heeft Louis mij nog niet liggen gehad op die manier: nog niet oud genoeg (ik was toen al een tiener) én ik weet het (nog altijd) wanneer hij eigenlijk niet aan het luisteren is. Maar moeite dat ik soms moet doen om hem uit zijn trance te krijgen, amai, dat kan al serieus tellen.

Dat belooft voor de toekomst.

Harde levensles

Op Bataclan was er ook de slakkenman: een mens die rondliep met een soort doelwit waarop vier slakken stonden en dan kon je een euro inzetten voor een slakkenrace. Won jouw slak dan won je de inzet, min de helft (voor administratiekosten, eten voor de slakken, …).

Louis wou eens spelen en dus gaf ik hem een euro en wat raadt ge, de eerste race won hij. Dus speelde hij met zijn winst nog een keer en hij won opnieuw. De eerste stappen als gokverslaafde waren gezet.

Na dat tweede spelletje stopte hij blijkbaar maar op een bepaald moment was hij weer verdwenen. Op Bataclan was dat nu geen uitzondering want over het algemeen wisten we toch niet echt waar de kinderen uithingen. Wat we wel wisten was dat ze altijd terugkwamen.

En ja, na een tijdje kwam Louis dus ook terug, volledig in tranen. Ontroostbaar was hij en het duurde dus wel eventjes voor we het eruit kregen wat er gebeurd was: hij was zijn geld kwijt, zijn winst want niet hij, maar Zelie had met de slakkenrace meegedaan met zijn geld (én zijn toestemming) en zij had verloren. Groot drama dus: verdrietig omdat hij zijn centjes kwijt was en boos op Zelie natuurlijk omdat haar slak verloren had.

Ik zweer het u, hij heeft minstens een half uur gehuild. Zo erg vond hij het en zo boos was hij. Ondertussen heb ik hem wel nog eens mooi uitgelegd wat het concept ‘gokken’ betekent: voor hij begon had ik er hem al voor gewaarschuwd en voor het tweede spelletje ook, maar daar had hij blijkbaar niet al te goed naar geluisterd of hij had het niet goed gevat. Jammer genoeg nadien dus wel.

Ondertussen heeft hij het (uiteraard) al kunnen plaatsen en is hij thuis op zoek naar dingen om zelf een slakkenrace te kunnen houden. Maar alleen om zonder geld te spelen.

Toekomstmuziek

De toekomstmuziek voor Anna ziet er minder leuk uit. Enfin, dat klinkt natuurlijk zwaarder dan het is, zo dramatisch is het nu ook weer niet, maar ik hoop dat het ook effectief niet dramatisch wordt.

Sinds de stakingen wil Anna dus niet meer naar de peutertuin. En al bij al gezien, zal het niet alleen aan de stakingen liggen. Anna is ‘een felle’, zoals ze wel zeggen: ze praat relatief vlot, is zindelijk, weet zeer goed wat ze wil, kan het zeer goed uitleggen, … en met haar drie oudere broers en zus is dat niet verwonderlijk.

Vlak voor de vakantie vroegen de kinderverzorgsters tot wanneer Anna zou blijven, kwestie dat ze aan de ouders van de volgende lichting kunnen zeggen wanneer een plaatsje vrijkomt. Maar Anna is van maart, wat wil zeggen dat ze pas eind september 2,5 jaar wordt en dus pas na de herfstvakantie (volgende instapperiode) met school kan beginnen. Mag beginnen.

Ik zei dat dus, dat hoe graag ik ook wou dat het niet zo was, Anna dus tot na de herfstvakantie zou blijven en toen gaf één van de kinderverzorgsters de opmerking dat Anna NU al (aan 2j en 3m dus) schoolrijp was.

Twee maanden gaat ze nu thuis zijn en daarna dus nog twee maanden naar de peutertuin. Ik vrees dat het twee lange maanden gaan worden, die laatste peutertuin maanden met veel ochtendlijke dramas.

Tand 16

Ondertussen zit Anna’s laatste hoektand er ook al een paar dagen door: rechtsboven.

16 mooie tandjes zal ze dan hebben. Als ze lacht zullen er binnenkort geen gaatjes meer zitten tussen de tanden. Maar dat zal nog wel even duren: die tandjes staan er niet van vandaag op morgen.

Nu is het alleen nog wachten op haar kiezen.

Tand 13, 14 en 15

Zo gefocused op Anna haar zindelijk worden (dat ondertussen trouwens fantastisch lukt) dat ik bijna uit het oog zou verliezen dat haar hoektanden er ondertussen aan het doorkomen zijn.

Haar eerste hoektand is er al enige tijd doorgekomen, linksonder. Ik dacht dat ik daar al over geschreven had, maar ik vind die post niet terug. Details. Sinds twee weken is hoektand twee, linksboven, erdoor en vorige week zag ik dat hoektand drie ook allicht zou doorbreken: tand 15, hoektand nummer drie rechtsonder, is er dit weekend doorgekomen.

Nu nog wachten op haar laatste hoektand en binnenkort heeft ze de mooiste lach van de wereld. Of neen. Die heeft ze sowieso al. Huh? Watte? ge verwacht hier toch niet dat ik onbevooroordeeld ga zijn hé 🙂