A en Z wonen nu al een 3,5 maanden bij ons. Het begin was een beetje lastig: onze huisregels zijn nu eenmaal niet dezelfde als deze waar ze voordien woonden. Of toch niet allemaal.
Maar al bij al ging het toch wel redelijk vlot. Het klikte met onze kinders, de regels begonnen ze te begrijpen de routines kwamen er in.
Tot een drietal weken geleden: A en Z begonnen gedragsverandering te vertonen, en niet in de positieve zin (lees af en toe maar bij den anderen).
In de opleiding hadden ze ons hiervoor gewaarschuwd: de eerste weken gedragen de kinderen zich redelijk voorbeeldig uit angst iets mis te doen en niet te mogen blijven. Daarna wordt het lastiger: eens ze zich op hun gemak beginnen voelen gaan ze meer en meer grenzen aftasten en tegendraads doen.
Het positieve: ze voelen zich dus goed genoeg bij ons om ‘ambetant’ te gaan doen en de grenzen af te tasten.
Het negatieve: ze duwen wel heel erg hard tegen die grenzen, met veel schoppen en sleuren. Het is ongelooflijk vermoeiend, ook voor ons gasten.
Ik houd twee mantras in mijn achterhoofd: ‘Geduld is een schone zaak’ en ‘This too shall pass’.
Ik vond “neen is neen en kan nooit meer ja worden” anders ook een goeie, maar na 4 kinderen kent ge die voorzekers al.