Bovenop de vermoeidheid is er een snotvalling bijgekomen. Een snotvalling, dat is niet ziek zijn. Ik weiger daar het etiket ‘ziek’ op te plakken.
OK. ‘Denderen’ is nu niet het woord dat ik zou gebruiken om te antwoorden op de vraag ‘Hoe gaat het?’. Dan zou ik eerder aan ‘slecht’ denken, maar ‘slecht’ is niet ‘ziek’. Want als ge ziek zijt, dan blijft ge thuis. In uw bed. Veel slapen en wachten tot het beter gaat. Eventueel zelfs medicijnen nemen en zo.
En ik ben niet ziek.
Gisteren ben ik (alleen voor de zekerheid hoor, niet omdat ik ziek ben) toch maar om 21u in bed gekropen en vandaag voel ik mij (marginaal) beter. Dus ga ik dat vanavond ook maar eens doen.
Want gisteren en vandaag zijn de enige twee avonden dat ik thuis ben deze week, of anders wel thuis ben maar dingen te doen heb ’s avonds, en dan profiteer ik er maar beter van. Allez, juist voor het geval hé. De ‘ge kunt nooit weten’ en zo. ‘Better safe then sorry’ en al.
Want ik ben niet ziek hé.
Een gedachte over “Snif, snotter, snuit”