Louis en ik waren nog als laatsten in de badkamer nadat ik de vier kinderen in bad gestoken had, en ik was een beetje met hem aan het dollen.
Hij moest zeer hard lachen en toen ik naar de deur ging om even in een andere kamer iets te halen, terwijl hij zich afdroogde, zei hij:
‘Maar mama toch. Gij zijt soms zo boos, soms zo lief en soms zo zot!’ en ik vond dat nu zo mooi.