Drie weken en een half zijn we dus met de fiets naar school gegaan. Elke maandag, dinsdag, donderdag en vrijdag.
Ik moet toegeven dat ik er serieus tegenop zag. Zo elke ochtend de kou in. Fietsen met één kind op mijn fiets en drie kinderen die apart fietsen waar ik op moet letten. Zorgen dat alles goed gaat. Dat er niemand onder een auto rijdt. We deden het al sinds het begin van het schooljaar op vrijdag en dat verliep zeer goed, dus had ik er wel vertrouwen in, maar toch.
Al mijn vrees is ongegrond gebleken. In die drie en een halve week hebben we amper regen gehad en eens het (nog) kouder werd, merkte ik het eigenlijk alleen aan mijn handen en oren. Het fietsen maakte dat ik het voor de rest warm had. De kinderen hebben ook nooit geklaagd over koude. Voor zover ik weet hadden ze het zelfs nog warmer dan ik. Elk gezaag over jassen dicht doen en mutsen aan doen enzo werd altijd op diep gezucht onthaald.
De kinderen doen het voor de rest ook zeer goed. Jan krijgt complimenten langs alle kanten en Zelie en Louis luisteren zeer goed. Ze weten het eigenlijk ook wel, dat ze zeer goed moeten luisteren op straat. Zo met vier op een rij is uiteindelijk geen echt korte rij. Er wordt afwisselend voorop gereden door Zelie en Louis (afwisselend als in ‘de ene dag Louis en de andere dag Zelie’ niet afwisselend als in ‘100m door Zelie en 100m door Louis enz.’) en in het autoloze centrum rijdt Jan soms voorop om het tempo te bepalen: zijn fietsje is toch wel een pak kleiner dan die van Zelie en Louis en hij moet soms serieus trappen om bij te blijven.
Wat allemaal niet wil zeggen dat ik nu ’s ochtends graag op de fiets stap. Die eerste minuten blijf ik het hatelijk vinden want eigenlijk heb ik nooit graag gefietst. Maar dan draai ik de knop om in mijn hoofd en ga erdoor.
Tijdsgewijs zit het trouwens ook goed. ’s Morgens ben ik ongeveer even rap aan het station met de fiets als met de auto. Maar ’s avonds win ik met de fiets toch makkelijk 10 minuten.
Sinds de val met Anna hebben we niet meer gefietst. Dinsdagavond de kinderen met de auto afgehaald en woensdag en vandaag ook met de auto gegaan en morgen dus ook. Niet omdat we niet meer gaan fietsen naar school, maar omdat Anna haar helm kapot is en ze dus eerst een nieuwe helm nodig heeft voor ze weer op de fiets mag met mij. En ook: ik ben toch wel serieus geschrokken en ik wou mijzelf toch wat tijd geven om te bekomen. Maar als het goed zit wordt er morgen een nieuwe helm gekocht en vanaf maandag zitten we dan weer op de fiets.
Wat ik wel ga doen voor de rest van de winter, is beter kijken naar de weersvoorspellingen. Kwestie om toch wat beter voorbereid te zijn voor een volgende gladde ochtend.
Volhouden!!!
Petje af voor wat je doet. Zo vlug mogelijk een nieuwe helm kopen en weer de fiets op, anders geef je er misschien de brui aan.
Ik fiets dagelijks 10 km naar mijn werk (en ’s avonds uiteraard 10 km terug) en als ik ’s winters om kwart over zeven de fiets op moet, is het inderdaad kwestie van de knop effe om te draaien. Maar een keer ik goed en wel in beweging ben, denk ik er niet meer aan.