Toen ik deze middag de kinderen van school afhaalde vond ik het toch wel wat fris. De zon straalde, daar niet van, maar er was een koude wind.
En toen we bij mijn schoonmoeder toekwamen en ik zag de tafel buiten gedekt staan, dacht ik dat ik toch maar met mijn jas aan zou eten, kwestie dat het toch wat fris was.
Maar toen we aan tafel gingen was het helemaal niet koud. Integendeel. Het was ideaal. Stralend warme zon, heel klein beetje wind die niet koud was. Was de wind op dat half uur minder koud geworden of zaten we op het terras net genoeg buiten schot, ik weet het niet, maar het was genieten.
En dus bleef ik de rest van de tijd daar buiten zitten en eens thuis deden we nog een wandeling in de zon in de stad. Het was ondertussen ook in het centrum warm en er was absoluut niets meer te merken van de kille wind van ‘s middags.
Na de wandeling hebben we thuis boterhammen gesmeerd en zijn die in de stralende zon in het park gaan opeten. Picnick op verzoek.
In het park was het ook ongelooflijk gezellig. nog een paar ouders (met kinderen) tegengekomen van op school én een ex-collega die ik al een tijdje niet meer gezien had en waarmee ik nog even bijgebabbeld heb.
Kunnen dagen nog zaliger zijn?
Inderdaad, zo zalig, zo’n onverwacht leuke dagen.
’t Zijn soms zo’n kleine dingen die een dag helemaal goed maken hè.