Deze namiddag zaten we in het park. Ik op een bankje met mijn boek, net in de schaduw.
Anna speelde in de zandbak met nieuwe vriendjes (zo een sociaal kind: ze is ergens 5 minuten en heeft onmiddellijk een nieuwe vriend(in) gemaakt).
Jan had ook schik: er waren een stel kinderen aan het voetballen en dus is hij maar beginnen meevoetballen. Eerst was het 3 tegen 3, waarbij het ploegje waar hij bij speelde won. Daarna was het allen tegen hem en hij won nog (een kindje tegen zijn papa ‘papa, kom je meedoen want hij – wijst naar Jan – is veel te goed’).
Louis kwam na zijn café bezoek nog af en stond op de schommel toen hij vroeg wanneer Zelie nu thuis kwam. Ik keek op mijn uurwerk en besefte dat het al bijna half vijf was en dat Zelie om 17u45 terug zou zijn … of was het 18u15? Soit, geen tijd om het na te kijken, want als het kwart voor was, dan moest ik mij haasten. Was het kwart na, dan gingen we ruim op tijd zijn.
De jongens bleven thuis en ik ging met Anna richting station. Het blijft raar: hoe vaak ze nu al op kampen en vakanties zonder ons zijn gegaan, telkens als ze terugkomen sta ik te wachten met vlinders in mijn buik. Ongelooflijk zenuwachtig ben ik altijd en ik weet niet goed waarom. Misschien omdat ze niet blij zouden kunnen zijn om terug te zijn?
Het uur bleek uiteindelijk kwart na te zijn en ze waren zelfs een paar minuten te laat, maar de dochter zag er goed uit: heel content, schoon kleurke, niet zo vuil als verwacht. 10 dagen was ze weg geweest en het zijn blijkbaar zeer goede dagen geweest. Ze hadden heel mooi weer (wij ook trouwens, maar daar was het blijkbaar nog een paar graden warmer), veel te weinig geslapen, maar de site was blijkbaar prachtig en het gezelschap ook.
En zo zijn we terug met 6. Deel twee van de vakantie kan beginnen.