Geen plannen voor deze namiddag en Zelie vroeg of we konden gaan zwemmen. Waarom niet, dacht ik zo en zocht de openingsuren van de zwembaden op. Liefst ga ik naar de Rooigem of het Strop, kwestie dat die gemakkelijker zijn met kleine kinderen. De Rooigem was open in de namiddag en rond half drie zijn we dan vertrokken.
Het was net beginnen sneeuwen toen we vertrokken, maar dat had nog geen effect op de staat van de wegen. Op een kleine tien minuten stonden we er dus. Kaartje laten afstempelen en we konden met ons vijfen in het water waar we een klein uurtje gespeeld hebben. Jan heeft al serieuse vooruitgang gemaakt in het water sinds hij zwemlessen volgt en iedereen vond het leuk.
Twee uur nadat we thuis vertrokken waren kwamen we het zwembad weer buiten en alles was inmiddels bedolven onder een sneeuwtapijt. Heel mooi om zien, maar niet zo aangenaam om daarin naar huis te moeten rijden. Iedereen reed aan maximaal 10km/h en als ik moest stilstaan en weer vertrekken voelde ik soms de banden van de auto wegslippen. Meer dan eens heb ik gevreesd dat de auto weg zou glijden, maar uiteindelijk is het gelukkig niet gebeurd. Geen accidenten meegemaakt en ook geen gezien. Oef.
Het resultaat was wel dat het ons een half uur gekost heeft om terug thuis te geraken. Een half uur van spanning en zenuwachtigheid, want in zo’n weer heb ik al eens geslipt met een perte totale als gevolg. Nu, dat ongeval was wel op de autostrade en niet in het centrum van de stad en ik reed ook iets rapper (en neen, ik reed niet té rap), maar toch, telkens ik nu in sneeuw/ijsweer moet rijden ben ik toch niet op mijn gemak.
Maar voor de rest: ’t is daarbuiten wreed schoon om zien, vooral toen ik langs het Groene Valleipark reed en het hele park onder een mooie laag sneeuw lag. Waren we iets beter aangekleed, ik had de auto toch wel even aan de kant gezet om een korte speelpartij in het park te doen.