Jan heeft het goed op de laatste tijd: hij wil met zijn handen eten.
Reeds een goede week nu, telkens hij thuis is, besluit hij halverwege zijn maaltijd dat vork, lepel en mes niet meer nodig zijn en schakelt hij over naar zijn handen en gezien dat niet mag is het telkens circus.
Verbieden. Hij luistert niet. Nog eens verbieden. Hij kijkt mij recht in de ogen alsof hij wil zeggen ‘en gij nu’ en neemt uitdagend eten uit zijn bord. Hand wegdoen, laatste waarschuwing, weer niet luisteren en kijken met een blik ‘wat gaat ge ertegen doen’ en … bord wordt weggenomen.
Wenen. Gaat ge braaf zijn? Neen. Verder huilen. Gaat ge braaf zijn? Al snikkend ‘Ja’. Mooi met je lepel en vork eten? ‘Ja’. Bord teruggeven … en dan schuift hij het weg. Weer wegnemen. Groot protest. Terugzetten. Wegschuiven. Dan niet meer teruggeven.
Enz. enz.
Ik vermoed dat tegen het einde van de hele cinema zijn eetlust volledig voorbij is. Of misschien was die al voorbij toen hij wou beginnen met zijn handen eten en is dat (nu) zijn manier van zeggen dat hij genoeg heeft.
Enfin. Meestal heeft hij ongeveer de helft al op vooraleer hij overschakelt en gezien hij absoluut niet mager is maak ik mij geen zorgen over een mogelijk tekort.
This too shall pass 😀