Als de kinderen ergens pijn hebben en het is niet al te ernstig, zeg ik soms ‘Geef hier, ik zal ‘het *whatever pijn doet*’Â afsnijden’ en dan beginnen ze meestal te lachen en roepen dan luid ‘Neen!’.
Jan dus ook, maar toen ik hem tot voor kort vroeg waarom in het niet mocht doen, kon hij daarop geen echt antwoord geven. Hij lachte alleen en zei nog eens ‘Neen, omdat dat niet mag’.
Deze morgen zei hij dat hij een kroetje op zijn vinger had (hij had geen pijn) en ik zei dus dat ik hem wel zou afsnijden, die vinger. Volmondig zei hij dus ‘Neen!’, waarop ik hem vroeg waarom niet.
‘Omdat, als je snijd met een schaar, dat pijn doet’.
Hij heeft een volgende stap gezet in zijn bewustwordingsproces.