Fieuw

‘De warmste dag van het jaar, schreef ik bij Gentblogt. Ah ja, want het zijn weer Gentse Feesten, dus voor mijn schrijfsels zult ge nu vooral daar moeten gaan kijken.

Maar ik heb blijkbaar te vroeg gesproken, want voor morgen wordt hetzelfde voorspelt en voor overmorgen nog een paar graden meer.

Versta mij niet verkeerd: ik klaag niet, of toch niet echt … veel. Vorig jaar zaten we op dit punt tijdens de Feesten met onze regenponcho aan bijna te verdrinken in de gietende regen. Als ik moet kiezen, geef dan maar elk jaar een hittegolf.

Langs de andere kant: een namiddag op de Korenmarkt zitten, zonder enige schaduw. Ik moet er u geen tekeningske bij maken. Het positieve aan het verhaal is wel dat je ’s avonds in je blote armen naar het vuurwerk kan gaan kijken. Zalig!

Maar net zoals de regen vorig jaar zullen we ook dit jaar wel overleven. We voorzien ons alleszins: heel veel water en fruit, een goede zonnecrême, een hoofdeksel en tussen de voorstellingen door De Schaduw opzoeken (en ik kan u zeggen dat dat een zeer druk bezochte plaats is).

Nog maar twee dagen

Damn, nog maar twee dagen en de Feesten beginnen weer. Twee dagen en voor het eerst in jaren heb ik nog bijna niets gepland. Ik zie er echt tegenop terwijl ik weet dat zonder planning, dat we de helft van de leute gaan missen.

Voordat ik een planning maakte liepen we op de bots op de feesten rond. Gezellig, daar niet van, maar meer wel dan niet kwamen we ergens toe als een voorstelling net afgelopen was. Was ze nog niet afgelopen, dan was ze toch bijna afgelopen.

Sinds ik voor Het Project schrijf is er een strakke planning. 9 dagen die zeer vol zitten of toch van vlak na de middag tot in de vooravond.

Maar kijk. Gelukkig hebben we vrienden en twee van die vrienden zijn zo lief geweest om een planning te maken, planning die ik voor de helft kan overnemen van de ene, en voor de andere helft van de andere. Het is toch al dat 🙂 Daarnaast heb ik al een aantal tickets gekocht voor voorstellingen, dus een aantal avonden zijn ook al voorzien.

We zijn er dus zo goed als klaar voor.

And she’s back

Deze namiddag zaten we in het park. Ik op een bankje met mijn boek, net in de schaduw.

Anna speelde in de zandbak met nieuwe vriendjes (zo een sociaal kind: ze is ergens 5 minuten en heeft onmiddellijk een nieuwe vriend(in) gemaakt).

Jan had ook schik: er waren een stel kinderen aan het voetballen en dus is hij maar beginnen meevoetballen. Eerst was het 3 tegen 3, waarbij het ploegje waar hij bij speelde won. Daarna was het allen tegen hem en hij won nog (een kindje tegen zijn papa ‘papa, kom je meedoen want hij – wijst naar Jan – is veel te goed’).

Louis kwam na zijn café bezoek nog af en stond op de schommel toen hij vroeg wanneer Zelie nu thuis kwam. Ik keek op mijn uurwerk en besefte dat het al bijna half vijf was en dat Zelie om 17u45 terug zou zijn … of was het 18u15? Soit, geen tijd om het na te kijken, want als het kwart voor was, dan moest ik mij haasten. Was het kwart na, dan gingen we ruim op tijd zijn.

De jongens bleven thuis en ik ging met Anna richting station. Het blijft raar: hoe vaak ze nu al op kampen en vakanties zonder ons zijn gegaan, telkens als ze terugkomen sta ik te wachten met vlinders in mijn buik. Ongelooflijk zenuwachtig ben ik altijd en ik weet niet goed waarom. Misschien omdat ze niet blij zouden kunnen zijn om terug te zijn?

Het uur bleek uiteindelijk kwart na te zijn en ze waren zelfs een paar minuten te laat, maar de dochter zag er goed uit: heel content, schoon kleurke, niet zo vuil als verwacht. 10 dagen was ze weg geweest en het zijn blijkbaar zeer goede dagen geweest. Ze hadden heel mooi weer (wij ook trouwens, maar daar was het blijkbaar nog een paar graden warmer), veel te weinig geslapen, maar de site was blijkbaar prachtig en het gezelschap ook.

En zo zijn we terug met 6. Deel twee van de vakantie kan beginnen.

– 1 … weeral

Nadat broer en zusjes op schok zijn mogen gaan, is het dit weekend de beurt aan Louis. Hij zal het weekend doorbrengen in Nederland bij zijn peter, mijn broer.

We zien mijn broer niet zo heel veel. Even spontaan op en neer rijden naar Nederland zit er niet zo rap in, want niet alleen is het toch even rijden, mijn broer en schoonzus zijn alletwee dokters wat dus een druk bestaan met zich meebrengt en de vakanties van de kinderen liggen vaak ook op een ander moment. En dus zijn de bezoekers meestal beperkt tot de verjaardagsfeestjes van de kinderen (er zijn er 9 in de familie, dus dat zijn er toch al wat) en de feestdagen.

Sinds een drietal jaar is er voor Louis dit weekend tijdens de grote vakantie bijgekomen. Het is een weekend waar hij telkens weer ongelooflijk naar uit kijkt. Een weekend one on one time met zijn peter en met de neefjes. Een weekend waar meestal ook een uitstap(je) in zit naar één of ander natuurgebied om dieren te zoeken en te bekijken (dassen, zeehonden, vossen, …), want mijn broer en de neefjes zijn al even zot van dieren als Louis. Een weekend onverdeelde aandacht dus.

Zondag brengt mijn papa hem terug en ik ben er zeker van dat Louis een stralende glimlach op zijn gezicht zal hebben.

+ 2

Gisteren en vandaag zijn respectievelijk Anna en Jan teruggekomen van scoutskamp.

Ik weet dat ze zich op kamp niet (al te veel) wassen, maar Anna zag er écht niet uit. Haar T-shirt moet ooit wit geweest zijn, maar gisteren had hij een eerder onbepaald kleur. Haar haar klitte in strengen aaneen (het had veel weg van dreadlocks) en ze zag zo zwart gelijk dat ze net een schoorsteen gekuist had (een beetje overdreven, maar niet veel). Ik moet er geen tekening bij maken hoe het eerste douchewater eruit zag.

Daartegenover zag Jan er fris gewassen uit vandaag. Niet dat hij proper was, maar in vergelijking met zijn zusje … Zijn bagage daarentegen zag er een pak viezer uit, maar blijkbaar hebben de Wouters zich geamuseerd met het houden van een vuile dagvergadering en zelfs een soort worstelwedstrijd in de vuiligheid. De stank, de troep, jakkes!

Soit, ze zijn terug. Ze hebben zich ongelooflijk geamuseerd. Twee zeer gelukkige kinderen die een wreed goed kamp gehad hebben. Die tegelijk blij én triest zijn dat ze terug thuis zijn, en zo moet het ook.

De twee vuile valiezen zijn onmiddellijk geleegd en ondertussen al gewassen. Pluim voor mijzelf.

Nog vier dagen en dan komt Zelie ook terug. Aftellen maar.

Blèh!

Ik moet weer studeren. Blèh! ’t Is voor de ‘goede zaak’, nen job. Maar toch: blèh! Het examen is op 7 september, dus er is nog tijd, maar het is administratief recht, nooit mijn beste vak geweest. Ik vind dat moeilijk ik.

Maf dat den anderen net nu dat moet schrijven, want het is een examen voor de job die ik al twee jaar gedaan heb. Ik kan die job. Vingers in de neus. Ik deed die job graag én goed. Ik heb alle kwalificaties voor die job, en meer. Mijn baas vond dat ik die job kon, hands down. Haar baas was volledig akkoord en wou dat ik bleef. Maar het is overheid. Teveel misbruiken in het verleden, dus te streng geregulariseerd nu.

Ik begrijp dat wel. Zo ben ik nu eenmaal, zeer begripvol. Niet dat ik niet gefrustreerd ben, maar toch begrijp ik dat.

Het is een pendelbeweging: eerst de slinger teveel naar één kant, de kant van de vriendjesposten, de familieplaatsen, de job krijgen omdat je de juiste man/vrouw op de juiste plaats kent. Tijd om de pendel naar de andere kant te laten slingeren en het misbruik tegen te gaan: iedereen moet in een (zwaar) examen slagen, testen afleggen, controle, controle om toch maar de schijn van favoritisme tegen te gaan.

Het midden moet nog gevonden worden, maar het zal niet voor mij zijn. Of toch zeker niet voor 7 september.

Studeren dus maar. Blèh!

– 3, ofte: toen was er nog maar één

Deze ochtend was het dan Zelie’s beurt om te vertrekken op scoutskamp.

Hoe moeilijk het voor haar ook is tegenwoordig om uit haar bed te geraken, deze ochtend stond ze vroeg genoeg en vol enthousiasme aan mijn bed, klaar om te vertrekken.

En zo is er dus maar één kind meer in huis en zal het hier de komende dagen zeer rustig zijn, zeker omdat Louis ook nog de rustigste is van de bende.

De rust za van korte duur zijn: dinsdag is Anna al terug. We gaan er dus volop van genieten.

– 2

Deze ochtend de wekker iets vroeger moeten zetten want om 8u45 werd deze keer Anna aan het station verwacht voor haar scoutskamp.

Ze keek er ongelooflijk naar uit. Vooral dat ze vorig jaar blijkbaar een fantastisch kamp hebben gehad. Hetzelfde zal het natuurlijk niet zijn: vorig jaar waren ze met minder kapoenen dan dat er leiding en fouriers waren. Ik denk dat ze met 8 waren. Dit jaar is het een grotere bende: 18, en vooral: een wildere bende. Het zal dus een heel andere sfeer geven. Ik kijk uit naar het verslag.

Dinsdag is ze al terug thuis. Een kort kamp dus.

En toen waren er nog maar 2.

– 1

Vanaf vandaag is het aftellen begonnen. Drie kinderen bij de scouts, drie verschillende takken, dus drie verschillende kampen op drie verschillende data.

Deze ochtend vertrok Jan. Soit, ochtend. Hij moest om 10.45u aan het station zijn, dus qua ‘ochtend’ valt dat nog mee.

Het is zijn tweede jaar in deze tak, maar het is zijn eerste kamp. Vorig jaar ging hij liever op voetbalkamp. Dit jaar was er geen echte keuze te maken: na het voetbalkamp vorig jaar had hij al gezegd dat hij dit jaar op scoutskamp zou gaan.

Een week is hij weg. Spannend. Ik hoop dat hij even tevreden terugkomt van zijn scoutskamp, als van zijn voetbalkamp vorig jaar.

Wie zei er ‘mietjes’

Vakantie is voor mietjes, en daar doen we dus niet aan mee. Enfin, voorlopig toch nog niet. Want op respectievelijk woensdag, donderdag en vrijdag vertrekken Jan, Anna en Zelie op scoutskamp.

Dat betekent dat er de afgelopen dagen al een ferme drukte geweest is, want de bagage moet gemaakt worden. Eigenlijk al ‘moest’ voor Jan en Anna. Zij zijn nog te jong om hun eigen bagage mee te sleuren en we mochten die zondag al afzetten in het scoutslokaal.

Goed voorbereid als wij hier altijd zijn (kuch, hoest, proest) wil dat eigenlijk zeggen dat we de valiezen gisteren afgezet hebben met 98% van hun spullen in en we vandaag nog gaan shoppen zijn voor de dingen die we niet in huis hadden. Een rugzakje bij het vertrek hebben ze toch mee, dus daar kan toch ook nog een beetje ‘handbagage’ in, of niet soms.

Maar ondertussen hebben we alles, kan Zelie haar rugzak pakken en valt de handbagage voor Jan en Anna zeer goed mee: goed dat Koodza spullen heeft die licht zijn voor op kampeertochten mee te nemen.

Ze zijn er klaar voor en ik, nu ik de vertrek- en aankomsturen eindelijk heb genoteerd, ben er ook klaar voor.

En na vrijdag, dan sluit ik mij met veel plezier aan bij de ‘mietjes’, dan begint de rust eindelijk echt.