Ge houdt het niet voor mogelijk

Zaterdag zaten we op een trouwfeest. Familie, vrienden, wreed gezellig. Een aperitiefke of 2 binnen, want ja, het was nog vroeg op de avond, 21u, en de eerste uren gingen we toch niet naar huis. Bij het eten zou ik dan niets meer drinken, want ja, altijd Bob, nietwaar.

21.10: de nummerplaat van mijn wagen wordt afgeroepen in de zaal, en of de eigenaar naar buiten wou komen?

OK dan? Ik dacht na of ik toch niet verkeerd geparkeerd stond: ik had de laatste parkeerplaats recht tegenover de zaal ingenomen en voor zover ik gezien had mocht ik daar toch staan. Ik dus naar buiten. Daar stond de overbuurman van de zaal en een aantal mensen van de catering die net getuigen waren geweest van iemand die doodleuk achteruit tegen de auto had gereden en dan dus maar gewoon weg was gereden. Vluchtmisdrijf … terwijl er 3 mensen op stonden te kijken!

De overbuurman bleek van de lokale politie te zijn en hielp mij bij het aangeven van de feiten bij zijn collega’s. Hij had de auto en nummerplaat genoteerd en de aanrijding zien gebeuren. De 2 mensen van de catering hadden de bestuurder van de wagen goed gezien. Blij dat de politieman getuige was, want het woord van een politieagent weegt toch wel door. Maar, vroegen ze op het commissariaat: of ik naar daar kon rijden om aangifte te doen want ze hadden niet genoeg manschappen om tot bij mij te komen.

Euh, neen, zei ik: ik had net twee glazen cava op en alhoewel ik niet dronken was wist ik ook wel dat ik op dat moment niet achter het stuur moest kruipen: ze wisten namelijk dat ik op een trouwfeest was, dus, redeneerde ik, grote kans dat ikzelf ga moeten blazen. Geen probleem, zei de vriendelijke agente aan de andere kant: wacht gerust een uurke en kom dan af.

Een uur later dus naar het commissariaat gereden om verklaring af te leggen. De politieagent daar was een stuk botter, om niet ronduit vijandelijk-aggressief te zeggen. Soit, eens hij de aangifte van zijn collega terugvond werd de sfeer toch een beetje gemoedelijker, maar niet veel. Ik kwam aangifte doen van een aanrijding tegen mijn wagen, zonder dat ik zelfs maar in de buurt was, en ik voelde mij alsof ik de dader was. En ja hoor: uiteraard mocht ik blazen (negatief gelukkig).

Twee uur heeft dat lolleke mij gekost: 15min heen, 15min terug en anderhalf uur daar mogen zitten om te antwoorden op alle vragen betreffende de aanrijding: “Ik weet het niet: ik was er niet bij. Vraag het aan de getuigen.” En ondertussen zat den anderen daar moederziel alleen (maar niet echt: genoeg familie en vrienden om hem gezelschap te houden hoor en hij heeft zich kostelijk geamuseerd, wat hij anders ook mag beweren).

Het trouwfeest dus gedeeltelijk gemist en ook bijna een deel van de gerechten, maar gelukkig was er de catering die alles dus gezien en gevolgd had: zij hadden de gerechten, die ondertussen geserveerd waren geweest, mooi opzij gehouden voor mij zodat ik alles kon inhalen. Prachtige mensen.

Ondertussen gehoord dat de dader bekend heeft, dus verzekeringsgewijs komt dat wel goed. Maar de miserie van alles nu in orde te moeten laten brengen en dan de auto kwijt te zijn voor herstel, dat komt dus nog.

Stank

Zelie, Louis en ik zaten gezellig in de living dingen te doen en te babbelen en zo. Michel zat in de slaapkamer of de badkamer, enfin, ook ergens boven dus.

Toen was er stank. En rook. En meer stank en meer rook.

Wij schroefden onze neus op en de dekentjes werden afgegooid. Michel kwam op hetzelfde moment de living in en we besloten eensgezind: er brand ergens iets (aan?).

Dus keken we rond en plots viel Zelie haar frank: ‘t Is dat dingske, allez, ge weet wel, dat dingske’ tegelijkertijd nogal wild springend om haar argument bij te zetten.

‘Dat dingske’, dat begrepen we niet goed, maar Michel en ik liepen ondertussen al naar beneden om de bron van de stank en de rook op te sporen (we hadden al vastgesteld dat de bron niet boven lag). Mijn hart bonsde inmiddels nogal van anticipatie en ik had al scenarios in mijn hoofd van uitslaand vuur en emmers water die zouden leeggegoten moeten worden.

Al bij al viel het nog mee. Het bleek effectief ‘dat dingske’ te zijn: een mini warmwaterflesje om in de handschoenen te steken, dat, om hergebruikt te kunnen worden, in kokend water moet gelegd worden. Mijn fout dus, want ik had het in het water gelegd én de pot op het vuur gezet om te laten koken, maar was die dan volledig uit het oog verloren.

Resultaat: de deur in de keuken wagenwijd open, alle ramen in de living wagenwijd open en een pan om op het stort te smijten.

Het kon (veel) erger.

Padaboem

’t Is blijkbaar de moment van accidenten: eerst mijnen vinger en nu de bal van mijn hand en mijn gat.

Toen ik van het werk naar het station fietste ben ik namelijk gevallen. Stom. Zoals gewoonlijk. Een beetje te gehaast, een andere fietser willen voorbijsteken in een bocht, niet zien dus dat er een fietser van de andere kant kwam (het was een eenrichtingsstraat dus er ging zeker geen auto tegenkomen), zowel de fietser die ik voorbij stak als de tegenligger willen/moeten ontwijken en recht de bordure op: padaboem.

Geland vlak op mijn rechterbil en de bal van mijn hand en hoe langer geleden het is gebeurd, hoe meer zeer het begint te doen. ’t Zal een serieuse blauwe plek worden (of toch zeker twee), maar voor de rest geen schade, niet aan het lichaam en niet aan de fiets. ‘k Was wel serieus geschrokken en de twee andere fietsers ook, die nog zo vriendelijk waren om te blijven wachten tot het ergste gebeef voorbij was.

Haast en spoed en alles.

Het plan was om vanavond te fietsen naar de plaats van de vergadering maar het zal de auto worden want Michel heeft mij het beste excuus gegeven: hij heeft een kapotte band en kan dus niet fietsen en gezien het toch een paar kilometer verder is en Michel het moeilijk heeft om lang te wandelen … Maar ik ben er niet treurig om.

Het andere plan was om morgenvroeg met de kinderen naar de schoonouders te fietsen: zij hebben nog een dagje vrij van school en mamie en grandpère willen van babysit doen. Maar ik ga dus eerst eens afwachten hoe veel pijn het morgen allemaal nog gaat doen en dan een beslissing nemen.

Egoïsme of zelfbehoud?

Twee erge zaken deze week. Is het egoïsme of zelfbehoud dat erachter zit?

Bij het geval van die jongen die in elkaar wordt geslagen ben ik volledig akkoord met de mensen die zeggen hoe erg het wel is dat niemand ertussen gekomen is, maar! maar!

Bij sommigen zal er wel onverschilligheid tussen zitten, maar de bij de meeste mensen is dat, denk ik, toch een reactie van zelfbehoud. Als ge u er mee moeit zit het er dik in dat ge zelf ineengeslagen wordt en dat is een vooruitzicht dat velen afschrikt. Terecht denk ik. Niet dat dat iets goedpraat, maar toch.

En ja, ik weet waarover ik spreek, jammer genoeg. Niet dat ik zelf al weggelopen ben uit zo’n situaties. Neen, ik was zelf het slachtoffer, maar ik heb ‘geluk’ gehad: op het laatste nippertje is mij toch iemand komen helpen.

Situatie: een voetpad, een bestelauto half erover geparkeerd met chauffeur achter het stuur (stond daar nl. illegaal te wachten op zijn passagier), enkel doorgang voor één persoon. Langs de andere kant geen muur maar een parkeerterrein dat volstond met auto’s. Ik passeer langs de bestelwagen en een voetganger die uit de andere richting komt, die nog niet aan het passeren is als ik wel al passeer, loopt gewoon door. Resultaat: tegen dat we elkaar tegenkwamen konden we geen van beiden nog doorlopen op een bepaald moment: bestelwagen langs één kant, achterkant van auto aan de andere kant.

De man wordt hierdoor zeer agressief en begint te roepen en te dreigen. Dit gebeurd in een zeer drukke straat: niemand kijkt om en loopt gewoon door. De persoon in de bestelwagen blijft gewoon zitten.

Ik probeer achteruit en opzij te gaan, op het parkeerterrein om hem doorgang te verschaffen. De man volg maar blijft voor mij staan ipv door te lopen en blijft ondertussen roepen en dreigen. Dit duurt zo’n vijf minuten. Er passeren vele mensen maar niemand kijkt om.

Tot op het moment dat het volledig uit de hand dreigt te lopen en ik het ergste begin te vrezen. Op dàt moment komt plots een man achteraan de man die mij bedreigt en neemt hem vast in een houtgreep zodat hij niets meer kan doen. De tweede man deed teken dat ik mij uit de voeten moest maken, wat ik dan ook met veel dankbaarheid deed.

Ik heb geluk gehad, maar ik begrijp de mensen die passeren: wie wordt nu graag in elkaar geslagen? Anderzijds was ik razend op de mensen die doorliepen en nog het meest op de chauffeur van de bestelwagen die niets deed: niet uitstappen om te helpen, niet wegrijden om plaats te maken zodat ik kon vluchten.

Het andere geval, daar kan ik ook van meespreken, maar gelukkig met tegengestelde ervaringen.

Zwaar verkeersongeluk op de E40 en opnieuw ben ik één van de gelukkigen geweest waarvoor mensen wél gestopt zijn. Ongeveer tien wagens (neen, ik overdrijf echt niet) zijn gestopt. Uiteindelijk zijn vijf wagens blijven wachten tot de politie ter plaatse was (anderhalf uur later) én heb ik tijdens het wachten in één van de wagens mogen bekomen, ook al zat ik (bijna) van top tot teen onder het bloed en was het bloeden nog niet gestopt. Niet dat ik zwaar gewond was, maar ik had hoofdverwondingen en die bloeden ongelooflijk erg.

Dienen mens zijnen auto zag er schoon uit, maar dat gaf niet, zei hij. Hij heeft me zelfs nog naar het ziekenhuis gereden (er waren die dag zoveel ongelukken dat het anders nog een paar uur kon geduurd hebben vooraleer er een ambulance beschikbaar was).

Dus ja, er zijn nog goede mensen op de wereld, veel zelfs. En ik ben een optimist en blijf er heilig van overtuigd dat zij nog altijd in de meerderheid zijn.

Rough night

’t Is den eersten niet en het zal ook niet de laatsten zijn.

Vorige nacht is Anna wakker geworden rond 1u … al overgevend. Het ene moment was ze aan het hoesten, het volgende moment lag ze over te geven. Zelf lag ik er nog maar juist in en ik was dus nét aan het inslapen toen het begon. Ik ken leukere manieren om (weer) wakker te worden.

Anna vastgehouden over haar bedje tot ik zeker was dat ze ‘uitgekotst’ was en dan heb ik haar in bad gestoken want alles zat onder: slaapzak, pyjama, haar, lijfje, laken, … alleen haar dekbed was blijkbaar gespaard gebleven. Zelf had ze er blijkbaar geen last van. Ze heeft geen traan gelaten en genoot van haar badbezoekje, al was het midden in de nacht. Halverwege het bad hulp gekregen van mamie om haar dan verder te wassen en aan te kleden en alles te verversen.

We hebben daarna het bedje ververst, de vloer opgekuist (Anna slaapt hier bij mamie en grandpère in een reisbedje en de zijkant is zo’n soort gaas en toen ze begon over te geven lag ze blijkbaar met haar gezichtje daartegen. Resultaat: overgeefsel door het gaas, op de grond. Jammie!), de lakens in de machine gestoken en de kamer verlucht, dit terwijl Anna bij papa op schoot zat.

Toen alles eindelijk terug in orde was ging ik Anna halen om haar terug in bed te steken, maar madam was niet akkoord. Blijkbaar waren papa’s armen een veel betere plaats dan de mijne en telkens ik haar wou pakken draaide ze zich weg. Uiteindelijk heeft Michel haar dan maar zelf aan mij gegeven en heb ik haar terug in bed kunnen steken.

Maar in bed was mevrouw nog steeds niet tevreden. Ze protesteerde, kreunde, begon te wenen om dan toch niet door te zetten … tot ze een paar minuten later opnieuw begon over te geven. Deze keer waren we voorzien en de bescherming van handdoeken die op haar hoofdeinde lagen bleken hun dienst te doen. Ik heb enkel de handdoek moeten wegnemen en een nieuwe leggen en haar bedje was OK. Ook haar slaapzak en pyjama waren deze keer onbesproken. Anna daarentegen niet: opnieuw was de zijkant van haar hoofdje volledig onder en mocht ik dus haar haar nog eens wassen.

Gelukkig was het nu mogelijk om dat met een washandje te doen: ik zag het echt niet meer zitten om haar opnieuw volledig uit te kleden en te wassen. Omdat Anna, toen ik haar nadien opnieuw in haar bedje legde, hard begon te huilen heb ik haar toen maar bij ons in bed genomen. Het is nog maar de eerste keer dat ik dit doe en ik had meer problemen verwacht maar Anna vond het blijkbaar zeer leuk en is zonder veel gewriemel rap terug in slaap gevallen.

Dat wat Anna (en Michel) lukt, maar mij niet, is met iemand in mijn armen slapen, dus eens Anna vast lag te slapen heb ik haar voorzichtig terug in haar bedje gelegd waar ze rustig heeft doorgeslapen … tot 5u deze morgen.

Opnieuw gehoest en ik dacht van ‘lap, ik heb het weer zitten’ maar deze keer was het niet overgeven maar … diarree: het geluid was echt niet te misverstaan.

Opnieuw met Anna naar beneden, deze keer om haar pamper te verversen. Daarna haar onmiddellijk weer in bed gelegd waar ze toch nog tot 7 u geslapen heeft.

Vandaag is ze blijkbaar weer volledig in orde, behalve dat haar stoelgang nog steeds slap is. Anna heeft geen koorts en heeft tot nu toe alles binnengehouden. Ik vrees (en hoop eigenlijk) dat het dus een reactie moet geweest zijn op haar spuitjes van gisteren.

Nat

Vanavond moesten de kinderen in bad. Eerst Anna gewassen en terwijl ik haar afdroogde was Louis bezig zich aan het uitkleden. Ik moest even naar beneden met Anna (haar piyama halen) en plots hoorde ik een heel luid gehuil van boven komen: Louis.

Nu is dat niet zo verwonderlijk, Louis die hard huilt. Zijn huilknop staat ofwel aan of uit, niets ertussen, dus op zich was ik daar niet zo verbaasd over. Vooral dat hij, vlak voor ik uit de badkamer ging, rond de relax van Anna liep. Ik dacht dus dat hij gevallen was en dat de relax misschien kapot was of zo.

Michel was er direct naartoe gegaan en ik ging op het gemak naar boven om te kijken wat het probleem was. Wat bleek: Louis was langs één kant volledig nat. Michel was al bezig met hem uit te kleden en toen we hem vroeger wat er gebeurd was ‘wist hij het niet’: hij stond gewoon naast het bad en is er toen ingevallen.

De wetten van de zwaartekracht werken blijkbaar tegenwoordig ook horizontaal, dat of ons bad heeft zuigkracht gekregen 😀

Na de eerste schrik en nadat de natte kleren uit waren was het wenen ook direct voorbij. Ik denk dat hij de volgende keer niet meer zo dicht naast het bad zal gaan ‘staan’.

Boem

Ik ben gisteren weer eens van de trap gevallen. Komende van de tweede verdieping en floep, daar ging ik. Een voor mij niet zo uitzonderlijk iets: van trappen vallen is nu eenmaal één van mijn specialiteiten (hmm, ik kijk teveel naar kindertelevisie, niet goed).

Wat er niet ‘gewoon’ aan was is dat ik Anna op mijn arm had. Veel minder dus. En de dingen die door uw hoofd gaan die luttele (tienden van) seconden terwijl je valt, het is ongelooflijk. Want ik viel en dacht aan iets wat Henk vertelde in zijn show en tegelijkertijd was ik alles aan het overlopen van hoe ik wel en niet mocht vallen zodat Anna haar niet pijn zou doen. Niet zo belangrijk dus of ik daarbij mijn nek zou breken of niet, als Anna maar OK zou zijn.

En dat is mij gelukt. Behalve dat Anna weende van het verschieten (ik heb nogal de neiging op heel hard te roepen als ik verschiet) had zij niets.

Zelf ben ik er ook goed vanaf gekomen. Halverwege de val heb ik mij kunnen vastgrijpen aan de leuning van de trap. Het resultaat: een blauwe bil – niet zo leuk als ik zit- , hiel en elleboog.

Ik zei het toch hé: vallen is nu eenmaal één van mijn specialiteiten.

Wreed accident

Ons wreed madam heeft een wreed accident gehad.

Ze heeft ontdekt dat ze van één plaats naar een andere geraakt door gericht te draaien en keren. Ondertussen heeft ze dit volledig onder de knie en geraakt ze exact waar ze wil.

Toen ik vanavond stond te koken kwam Anna naar mij toe gerold. Tenminste, dat dacht ik, maar eigenlijk rolde ze naar het tafeltje net naast het vuur. Ze lag daar met haar armpjes te zwaaien en ik zag er geen gevaar in dus keek ik verder naar het eten, tot ik een afschuwelijk gekrijs hoorde (nog geen seconde later hoor): Anna had een plastic bak, vol papier en dus relatief zwaar, naar beneden getrokken.

Voor zover ik zag was die niet op haar gevallen, dus dacht ik dat het krijsen van het schrikken was. Opgepakt, getroost en na een (kort) tijdje lukte dat.

Pas een vijftal minuten later zag ik de reden van het krijsen. De bak was weliswaar niet op haar gevallen maar wel tegen haar, meer bepaald tegen haar gezicht, net onder haar oogje.

Anna, vermassakreerd door haar eigen moeder!

Een klein wondje is het gevolg en het bloedde een beetje. Ware het niet van het bloed geweest, ik had het niet gezien want het wondje is net in een plooitje. Vanavond stond het errond al een beetje gezwollen. Benieuwd wat het morgen zal geven.

Zindelijkheid

Het moest er eens van komen en ik vond dat vandaag een even goede dag was als een andere: een poging ondernemen om Jan zindelijk te maken.

Het principe zou zijn: de kinderen geven het zelf aan wanneer ze beseffen dat ze naar het toilet moeten. Voordien zou het eigenlijk geen nut hebben.

En effectief, bij Zelie was dat het geval.

Het moet gezegd worden, Zelie had altijd al een ultra gevoelig velletje. Haar pamper diende na élke (en ik bedoel echt élke) plasbeurt ververst te worden of ze had rode billetjes. Na een nachtje slapen kon het heel goed zijn dat haar billetjes tot bloedens toe open lagen. Heel pijnlijk. Heel vroeg zei ze het dan ook al zelf als ze pipi of kaka gedaan had.

Aan ongeveer 2 jaar en 4 maand zei ze dat ze kaka moest doen (dus nog niet gedaan had). Ik trok mijn wenkbrauwen op, nam haar mee naar het toilet en ja hoor: ze deed kaka op het potje. De volgende dag bij de onthaalmoeder voortgedaan: geen pampers meer en op het potje. Ze heeft die week nog een ongelukje of drie gehad, maar in feite was ze dus zindelijk.

Louis was een ander verhaal. Het heeft hem nooit gestoord dat hij een volle pamper had. Geen (over)gevoeligheid van de huid en voor zover ik me kan herinneren ook nooit echt
rode billetjes gehad en zeker geen open wonden op zijn billetjes.

Hij was 2 jaar en 8 maanden toen hij voor zijn eerste longontsteking naar het ziekenhuis moest. Nog steeds toonde hij geen tekenen om zindelijk te worden. Eens hij een beetje “beter” was (zijnde dat hij niet meer voor bijna dood in zijn bedje aan een baxter lag) wou hij uit zijn bed, maar hij mocht niet met die baxter. Zijn oplossing: zeggen dat hij op het potje wou. En ja hoor, tegen dat hij naar huis mocht was hij zindelijk. Er was voor hem dus een serieuse aanleiding nodig om die inspanning te leveren.

Jan zegt nu al ongeveer een half jaar zelf wanneer hij kaka heeft gedaan. Ik had dus goede hoop op een (even) vroege zindelijkheid (als zijn zus dan). Maar neen hoor. Pas de laatste weken zei hij, telkens wij zijn pamper moeten verversen, “bèh, kaka vies” en dus zeiden/vroegen we hem dan telkens of hij op het potje zal gaan. Maar hij had maar één antwoord: nee! Categoriek.

Ik had dus de indruk dat hij eigenlijk wel wist wanneer hij naar het toilet moest maar gewoon te lui was om zelf een inspanning te leveren. Vandaag heb ik dus de knoop doorgehakt: pamper uit, onderbroekje aan en zien wat het gaf.

In de eerste twee onderbroekjes heeft hij een mini plasje gedaan: net genoeg om het broekje nat te maken maar te weinig zodat het op de grond zou lekken. Na het tweede broekje was ik even vergeten hem een vers broekje aan te doen (druk bezig met het middageten). Hij liep dus rond in zijn adamskostuum.

Plots zei hij dat hij geplast had. Apetrots toonde hij het potje en ja hoor, een grote plas in het potje. Zomaar zelf gedaan, zonder iets te zeggen op het potje gegaan. Geen ongelukje of niets.

Wij dus allemaal zeggen wat een flinke jongen hij was en zo, en maar lof geven. Hij glimmen van trots. Zelf zijn potje uitgegoten en gespoeld en teruggezet. Hij vond het blijkbaar zooo leuk, al die proficiats, dat hij er zich direct opnieuw op zette om nog een miniplasje te doen. Zelfde ritueel van proficiat wensen door iedereen, potje uitgieten en uitspoelen en terugplaatsen. Hij heeft nog zo’n 4 miniplasjes gedaan. Zo leuk vond hij het.

Deze namiddag op bezoek geweest bij mijn zus en daar de training voortgezet. Pamper uit, onderbroekje aan en afwachten. Na een tijdje had hij in zijn onderbroekje geplast. Geen drama van gemaakt en gewoon opgekuist maar toevallig opnieuw het broekje niet vervangen. En ja hoor, in zijn blote billen wist hij plots heel goed waar het potje stond en waarvoor het diende. Hij is twee maal op het potje geweest en heeft geen enkel accidentje meer gehad.

Blijkbaar is hij dus klaar voor zindelijkheidstraining, maar nog niet voor een onderbroekje. Maar de eerste stap is gezet en nu is het enkel een kwestie van voortdoen want volgende maand mag hij dan naar school.

Wie niet horen wil…

Onze kinderen doen niet liever dan in zetels springen, of de leuningen zitten, lopen en staan, op bedden springen, … Kortom, alles wat eigenlijk niet mag en gevaarlijk is of kan zijn. Niet anders dan wij vroeger zeker?

Ik herinner me mijn eigen toeren, of toch één ervan. Mijn zus moet een jaar of twee, maximaal drie, geweest zijn en sliep nog in een spijlenbedje. Ik dus twee jaar ouder en mijn broer nog een jaar ouder. Wij sliepen met ons gedrieën in dezelfde kamer. Ter amusement van mijn zus klommen mijn broer en ik de kamer rond zonder de grond te mogen aanraken.

Ik probeer een beeld te schetsen: een kamer van ongeveer 6m op 6m, twee bedden van 90cm/200cm, een kast of twee, mijn zus haar spijlenbedje, een schouw met tablet, twee vensters met vensterbanken. Hét probleem: de deur, want daar konden we niet over. Maar voor de rest, geen probleem: van bed naar bed, rap over de vloer langs de deur op de kleerkast, over mijn zus haar bedje, op de schouw, op de bureaukast, één vensterbank, grijpend langs de muur naar de volgende vensterbank en terug op een bed. Ik zie mijn ouders nog binnenkomen terwijl ik bovenop de bureaukast zat en mijn broer op een vensterbank zat. Niet goed 🙁 Maar ik moet zeggen: mijn zus was aan het gieren van het lachen, dus we waren geslaagd in dat departement.

Waarom ik hierover begin: wij herhalen ad nauseum dat de onze niet over de zetels mogen lopen, niet mogen in de zetels of op het bed springen, enz. want nu we zelf ouders zijn weten we uiteraard waarom het eigenlijk niet zo’n goed idee is. Maar luisteren ze? Absoluut niet.

Louis heeft deze namiddag evenwel de gevolgen ondervonden van zijn ongehoorzaamheid. Ze waren in de tuin aan het spelen en voor zover ik zag (ik stond aan de afwasbak voor het raam en stond te kijken) deden ze niets gevaarlijk. Op een bepaald moment zat Louis in de klapzetel en toen draaide ik me om om iets
anders te doen.

Plots een enorm hard gegil en direct erop volgend enorm gehuil. Dat gevolgd door een tweede gekrijs. Het eerste kwam van Louis. Jan volgde onmiddellijk. Ik in allerijl naar buiten om te kijken wat er gebeurd was.

Volgens een ooggetuige (Zelie dus) was Louis aan de stoel gaan hangen, deze was gekanteld en hij is op zeer rare wijze achteruit gevlogen en met zijn kuitbeen op de drempel van de deur van het achterhuisje terechtgekomen. Een kleine kap was het resultaat maar op een kuitbeen moet dat énorm zeer doen.

En Jan? Niets aan de hand. Gewoon enorm verschoten door het gekrijs van Louis zodat hij spontaan was mee beginnen huilen (ook sympathiehuilen genoemd).

Ik heb Louis dus maar binnen op een stoel gezet met een doek met ijs op zijn been. De kap toonde een beetje bloed maar bloedde niet. Later heb ik er dan een pleister op geplakt, alhoewel dat meer symbolisch is dan dat het wat uitmaakt.

Net zoals Jan die uit zijn bed gevallen was, vraag ik mij opnieuw af: hoe lang zal het duren vooraleer Louis dit incident vergeten is?

Of Jan het al vergeten is? Niet echt want als hij probeert uit zijn bedje te komen dan wijs ik er hem op dat hij nog wel eens zou kunnen vallen en zijn neusje pijndoen en dan trekt hij onmiddellijk zijn beentje weer binnen 🙂 Zelf refereert hij er wel niet meer naar.