Zenuwen II

’t Is wreed hoe dat zenuwen u zo kunnen overvallen en eens de moment voorbij, dat er alleen nog uitputting overblijft. De last die van uw schouders valt.

Al bij al viel het nog mee. Gisterenavond, toen ik naar huis ging, stond ik op springen, maar tegen dat ik de kinderen ging afhalen waren ze al weer gaan liggen. Dus de vrees dat ik vorige nacht geen oog ging kunnen dichtdoen is niet uitgekomen: ik heb geslapen gelijk een roos. En deze ochtend zijn ze maar komen opzetten eens ik de kinderen op school afgezet had.

In tegenstelling tot vorige keer zijn ze volledig gaan liggen eens ik aan het werk moest: ik was kalm, had mijn gedachten bij elkaar, kon logisch nadenken, was georganiseerd, … Nu maar hopen dat ik duidelijk genoeg was om terug te mogen komen.

Spannend.

Onverwachte uitstap

Half negen ‘avonds. De telefoon gaat. Ik neem op en een onbekende stem zegt ‘Wilt u mij terugbellen, ik heb niet veel geld om te bellen’, zomaar uit het niets. Geen voorstelling, geen namen, niets. Dus vraag ik hem wie hij is en hij zegt alleen dat het heel belangrijk is en of ik hem wil terugbellen. Ik trek mijn wenkbrauwen op en ga akkoord. Michel noteert het nummer dat ik luidop nazeg.

Hij legt neer, ik telefoneer terug maar er is iets mis gegaan bij het dicteren van het nummer: ik kom bij iemand anders uit. Dus wacht ik. Misschien was het toch een vergissing? Maar even later belt hij terug: waarom ik niet bel? Fout in het nummer, zeg ik en hij dicteert opnieuw.

Ik bel terug en hij neemt op: ben ik de vrouw van Michel Vuijlsteke? Ja, maar wie bent u? Hij zegt zijn naam, ik herhaal en kijk ondertussen vragend naar Michel. Het zegt hem ook niets. Waarvoor belt u?  Blijkt dat zijn vader Michel’s portefeuille gevonden heeft en of we ze willen komen halen? Verbazing alom en Michel gaat controleren of hij effectief zijn portefeuille kwijt is. Hij komt terug en bevestigt. Dus zeg ik tegen de jongen aan de andere kant dat ik ze kom halen.

Ik rij naar Heusden. Een man opent de deur. Hij spreekt geen Nederlands en de jongen die getelfoneerd had vertaalt: vader was op weg naar het ziekenhuis en vond de portefeuille op de grond in de buurt van Bij Sint-Jacobs. Hij heeft ze meegenomen naar huis en een kaartje eruit genomen om te achterhalen wie de eigenaar was en dan heeft hij zijn zoon laten bellen.

Er bestaan nog (veel) goede mensen, mevrouw/meneer.

Ontlading

Zo een dag zenuwen hebben en dat dat dan niet meer nodig is, dat geeft altijd zo’n ontlading. Ik krijg dan zo’n klap en voel mij volledig gevloerd.

Maar ’t was eigenlijk wel leuk. Of het goed gegaan is, dat weet ik niet, maar de ervaring heeft deugd gedaan en ik denk dat ik niet afgegaan ben, wat ook al veel is voor zo’n (nieuwe) eerste keer.

Next!

Zenuwen

Morgen ga ik iets doen wat ik in geen 14 jaar meer gedaan heb.

Ik probeer mij voor te bereiden, maar ik ben gelijk te zenuwachtig. Dat en eigenlijk  niet weten hoe ik mij in godsnaam zelfs zou kunnen voorbereiden. Of het zelfs wel nut heeft, wat ik aan het doen ben ter voorbereiding.

Enfin. Duimt allemaal ne keer zo rond de middag. Ge weet nooit dat het helpt.

Over dik en dun

BBC toont van die experimenten en dat is altijd wijs om te zien en volgen. Zo hebben ze een reeks gemaakt over milleniumbabys en hoe die groeien en zo. Vandaag gaat het over gewicht.

Ze doen een experiment bij een groep van-nature-dunne personen. Ge weet wel, mensen die blijkbaar alles mogen eten en geen gram bijkomen. Die moeten gedurende vier weken het dubbele van hun ‘gewone’ aantal caloriën eten en ondertussen worden ze gevolgd en gemeten en gewogen om de evolutie te zien.

En zo komt ge vanalles te weten waarom mensen dik of dun zijn en of dat eigenlijk wel iemand zijn ‘fout’ is en blijkbaar is dat bij de overgrote meerderheid niemands ‘fout’. Het heeft niet te maken met wilskracht of dieet, wel met cellen en metabolisme. Mensen met een bepaald soort vetcellen (ja, er zijn verschillende soorten) geraken die nooit meer kwijt, hoe hard je ook probeert.

Het bizarre is dat er van die proefkonijnen één is die verzwaard is, maar niet in vet, wel in spieren terwijl hij niet meer gesport had (integendeel).

Gewicht. Het is me wat.

Over de kogel en de kerk

’t Is eindelijk achter de rug. Twee maanden na de eerste panne en na weken boekskes, websites en merken bekijken en vergelijken over geluid en verbruik en kilo’s en wat nog allemaal hebben we vandaag de knoop doorgehakt. Veel langer konden we toch niet meer wachten nu onze afwasmachine ook de geest gegeven heeft.

De ‘gelukkigen’ die ons de toestellen mochten verkopen is dit familiebedrijf geworden, op aanraden, en we werden zeer vriendelijk geholpen. Nu, voor het bedrag dat we uitgegeven hebben zou het raar zijn moesten ze dat niet gedaan hebben. Maar ik zocht een plaats met een goede naverkoop service, waarbij je dan geen weken een machine zou kwijt zijn als er iets mis mee is, en daar geven ze blijkbaar excellente service.

’t Is blijkaar druk momenteel want toen ik vroeg hoe rap de machines konden geleverd worden zeiden ze eerst iets van februari. Even vloog de gedachte door mijn hoofd om misschien toch nog eens ergens anders te gaan kijken, want nu we beslist hadden kon het natuurlijk  niet rap genoeg gaan, maar even later vonden ze blijkbaar toch nog een gaatje (en neen, ik heb niet eerst gedreigd) en nu komen ze woensdagochtend de machines brengen.

Joepie! dus. Gedaan met de wasserette bezoekjes en het gesleur met de was en ook: eens de machines er zijn kan het laatste stuk van de keuken, het stuk voor de afwasmachine, volledig afgewerkt worden.

Engeltje

Mijnen beschermengel is blijkbaar ook actief als ik niet in de auto zit.

Vorige week donderdag vergat ik mijnen laptop op de trein en tegen dat ik het doorhad was hij natuurlijk al lang verdwenen. Sh*it dus. Niet zo goed. Niet dat het mijnen computer is als in ‘met mijn eigen geld gekocht’, maar het is er enen van het werk en dus zou ik het vandaag mogen gaan uitleggen.

Donderdagavond nog het formulier op de website van de NMBS ingevuld voor verloren voorwerpen, maar ik had er geen hoop op dat ik er ooit nog iets van zou horen.

Deze voormiddag dan langs de IT afdeling op het werk gepasseerd om mijn foutje mee te delen en gelukkig maakte de chef er geen al te groot probleem van: verklaring afleggen, aangifte bij de NMBS doorgeven en vijf minuten later had ik al een vervangcomputer. Kwestie dat het anders moeilijk werken wordt zonder computer.

Om 14u45 deze namiddag kreeg ik dan telefoon van een 09 nummer: het station in Gent, zo bleek. Er was een pakje toegekomen voor mij, vanuit Eupen. En laat Eupen nu toch wel niet de eindhalte zijn van de trein waar ik mijn computer donderdag op kwijtgeraakt was.

Een lichte euforie maakte zich dus meester over mij: computer niet gestolen! Joepie! Onmiddellijk naar IT gebeld met het goede nieuws en deze avond, toen ik in Gent toekwam, langs ‘Verloren voorwerpen’ gepasseerd om mijn pakje af te halen. Uiteraard had ik nog zo mijn twijfels, of alles er dus nog in zou zitten en het niet alleen mijn tas zou zijn, maar eens het pakje geopend bleek het dus wel degelijk mijn laptop (mét tas en alle inhoud) te zijn én er is niets aan. Dit postje is dus vanop mijn eigen vertrouwde laptop.

Hoe beloon je nu ook weer zo’n bewaarengel want de mijne heeft al serieus zijn pluimen verdiend.

Kies 1, Kies 2, …

Ik moest zo een dubbel van een factuur hebben van Electrabel. Dus wat doet een mens? Hij pakt ‘een’ factuur, belt het nummer dat erop staat voor informatie, houdt de factuur bij de hand want ge weet op voorhand dat uw klantnummer gaat gevraagd worden, en wacht geduldig tot hij iemand aan de lijn krijgt om een dubbel te kunnen vragen (uiteraard van een andere factuur, anders kon ik evengoed een kopie gepakt hebben, niewaar).

En dan begint de frustratie, want het is geen persoon die opneemt, maar een machine die eerst vraagt om uw klantennummer in te typen. Daarna doorloopt het een menu met u: voor dit, druk 1, voor dat, druk 2, … Dan kies je en dan krijg je … geen persoon aan de lijn, maar een nieuw menu waaruit je moet kiezen én nog één en nog één en nog één … Ik overdrijf niet als ik zeg dat ik minstens vijf menu’s heb moeten doorlopen. Integendeel. Het zou mij niet verbazen als het het dubbel was, maar misschien overdrijf ik dan wel weer.

Uiteindelijk heb ik zo’n 10 à 15 minuten aan de lijn gehangen. Betalende lijn uiteraard. Alsof ze een dienst gaan aanbieden aan ‘gewoon’ of zelfs verminderd tarief. Dat ziet ge van hier. En gedurende heel die tijd heb ik niet met één persoon gesproken, alleen met een machine en een antwoordapparaat.

Alsof we nog niet genoeg betalen voor onze electriciteit. Moeten ze ons nog kaalplukken via de telefoon ook. Zo frustrerend.

Pakot

Blijkbaar moet ik al acht jaar geweest zijn of ouder (of toch alleszins een leeftijd waarop je al lang goed kon praten) vooraleer ik ‘kapot’ juist uitsprak. Voordien was het altijd ‘pakot’ en om één of andere reden bleef ik dat onbewust zeggen. Niet dat ik ‘kapot’ niet kon uitspreken. Ik deed het gewoon niet.

En dat heb ik dan vanavond ontdekt: een pakotte machine. Niet zo maar één: mijn wasmachine. Waarschijnlijk de meest belangrijke machine in heel het huis. Neen, laat die ‘waarschijnlijk’ maar weg. Gevloekt heb ik. Ik stond te beven van nijd en machteloosheid toen ik het ontdekte.

Gisteren nochtans nog twee machines zonder probleem gewassen. Deze morgen voor ik vertrok nog een waske ingestoken en toen ik deze vanavond in de droogkast wou steken bleek hij nog kletsnat. ‘Geen probleem’ dacht ik, even laten bijzwieren, maar alhoewel de knop mooi draaide kwam er geen zwierbeweging in de trommel. Uiteindelijk de volledige was met de hand uitgewrongen, want gewassen was hij wel.

Er zit nu nog een was in maar ik vrees dat hij momenteel zelfs niet meer aan het wassen is. Toemme toch. Dit kon ik nu toch echt wel missen.

Spitsuur

Gisterennamiddag heb ik een halve dag vrij genomen. Eens niet omdat ik het één of ander voor of met de kinderen moest doen, maar geheel en alleen voor mijzelve.

Enige tijd geleden had ik immers vriendin E. gecontacteerd om het één of ander aan te vragen en van het één kwam het ander en toen zei ze me dat hun kantoor een seminarie organiseerde en of ik geen zin had om deel te nemen en aangezien ik altijd al ongelooflijk geïnteresseerd ben geweest in sociaal recht wou ik direct ‘ja’ zeggen, maar heb ik toch eerst eens gekeken of ik alles georganiseerd kreeg vooraleer ‘ja’ te zeggen.

Want het seminarie begon om 17u en normaal gezien ben ik dus pas in Gent om 16u50 en tegen dat ik dan alle kinderen afgehaald heb en thuis ben is het dan al gauw 17u40 en den anderen is normaal gezien pas thuis om 18u45. Dus moest ik vragen aan den anderen of hij op die dag vroeger thuis zou kunnen zijn, moest ik een halve dag op het werk kunnen nemen om de kinderen om 16u van school te kunnen halen en moes ik zien hoe het te regelen voor Zelie haar activiteiten op dinsdag.

Gebel, gemail, geregel en organisatorisch kwam het in orde. Zodus kon ik mij inschrijven en gisteren was dan de dag aangebroken. Praktisch ging het allemaal vlotter dan verwacht. Ik was om 15u in Gent, kon nog even langs thuis passeren voor ik de kinderen van school afhaalde. Om 16u20 waren we dan allemaal thuis, Michel was ondertussen ook thuis, Zelie had nog tijd om een deel van haar huiswerk te maken en zo vertrok ik dan met haar om 16u45 om haar af te zetten aan de balletschool (vrienden konden haar afhalen en aan de muziekschool afzetten en ze kwam dan te voet naar huis) en om klop 17u kwam ik binnen in het gebouw van het seminarie.

Er was voorzien om 2,5u seminarie te geven met een koffiepauze ertussen en de tijd vloog voorbij. Interessante onderwerpen, goede sprekers, vlot gebracht en boeiend. Meer moet dat niet zijn. De laatste spreker was mijn oud-prof sociaal recht. Altijd één van mijn lievelingsproffesoren geweest en hij is nog niets veranderd.

Daarna was er nog een walking dinner om af te sluiten. Lekkere hapjes, lekker eten, beetje gebabbeld en dan op tijd naar huis. De nacht van maandag op dinsdag had ik maar 3 uur geslapen en ik begon stilletjes aan door mijn benen te zakken. Eigenlijk, het feit dat ik niet in slaap ben gesukkeld tijdens het seminarie zegt al genoeg over de kwaliteit van de sprekers en de onderwerpen.

En vanaf nu weer doen wat ik deed nadat ik afgestudeerd was (en waarmee ik gestopt ben door kinderen te krijgen): de evolutie in het sociaal recht meer in de gaten houden en eens een seminarie meer meepikken.