Aftermath

Bij de oudervereniging is het de gewoonte om de mensen, die afscheid nemen van de vereniging, te bedanken voor bewezen diensten met een etentje. Dit noemen we ‘de bijzondere algemene vergadering’, kwestie dat het toch officieel moet klinken nietwaar.

Gisteren was de bijzondere algemene vergadering voor dit jaar: twee leden hebben ons verlaten en die hebben wij gisteren in de bloemetjes gezet.

Het was een ongelooflijk fijne avond. Ben met pijn in mijn kaken, van het harde lachen, naar huis gegaan. Iedereen heeft zich zo te zien wreed goed geamuseerd. We hadden zoveel pret en leute, we hebben gegierd van het lachen (de directeur van de basisschool was in form) en het was zo erg dat de groep die in het stuk van het restaurant naast ons zat, achteraf zei dat ze jaloers waren dat ze niet bij ons zaten: bij hen was het zooo saai en bij ons klonk het zo ongelooflijk leuk…

Uiteindelijk zat ik pas om half twee in bed. Niet zo goed voor een gewone weekdag, maar uiteindelijk niets uitzonderlijks als ik weg ben met de oudervereniging. Ik kon nog een vijftal uur slapen en dat is dan wel doenbaar de dag nadien.

Behalve dat dat gisteren buiten Anna gerekend was: om 2u15 is ze half-wakker geworden en heeft ze af en aan liggen huilen. Meestal toen ik ging kijken sliep ze alweer, maar het herbegon steeds weer. Uiteindelijk heb ik haar uit haar bed gehaald en heb ik haar melk gegeven, maar dat hielp ook niet: zelfs na haar fles bleef ze verder af en aan wenen.

Na drie kwartier was ik volledig uitgeput en heb ik haar dan maar bij ons in bed genomen. Normaal gezien, omdat ze dat niet gewoon is, begint ze dan te spelen en ik vreesde er dus voor om weer te moeten opstaan om haar terug in haar eigen bed te steken. Maar neen hoor, ik ben in slaap gevallen en Anna ook en ik heb nog een drie uur kunnen slapen … tot de wekker ging.

Vijf uur slapen ging al weinig geweest zijn, drie uur is iets veel te weinig om goed te zijn: ik ben moe tot in mijn kleine teen. Hopelijk heb ik het karakter vanavond om op tijd in mijn bed te kruipen: het is de enige avond deze week dat ik dat nog kan doen.

Anna eet een kaasje

Zitten we gezellig aan het avondmaal, blijkt dat ik dringend een brief moet versturen per mail. Laptop erbij genomen, mail beginnen schrijven en ‘op de achtergrond’ hoor ik de kinderen wel bezig, maar echt aandacht besteed ik er dus niet aan.

Eén voor één vertrekken de oudsten naar boven en ik kan hen nog net tegenhouden zodat ze nog hun tafel afruimen. Anna is nog bezig met een kaasje te eten.

Vijf minuten later (écht waar niet langer) ben ik klaar met de mail en kijk ik op naar ons spook om te zien dat haar potje kaas leeg is, maar daarmee is dan ook alles gezegd.

Het resultaat van zeven minuten (mentale) afwezigheid 🙂

Anna

Slideshow.

Balans II

Anna gaat nu al twee weken naar de peutertuin en ze doet dat zeer goed.

Zelfs toen ze kleiner was en ze ergens was waar ik niet bij was hoorde ik altijd wat een braaf en gemakkelijk kind ze wel was. Niets lastig, maakte geen enkel probleem.

Op het einde van de eerste week huilde ze ’s ochtends zeer hard toen ik weg ging. Als ik haar ’s avonds afhaalde kwam ze dan naar mij toegelopen, moest ik haar oppakken en mocht ik haar niet meer neerzetten.

Deze week ging het al beter en vandaag zette ze haar keel nog wel open, maar eens ze adem moest halen was het al gedaan. Toen ik haar vanavond ging halen kwam ze wel naar mij toegelopen, maar ik moest haar niet meer oppakken en vasthouden. Ze bleef gewoon bij mij staan en begon te babbelen en te wijzen naar alle kindjes en ze keek heel blij.

Anna begint dus goed gewoon te worden aan de nieuwe omgeving. Maar nu is het een week vakantie en ik vrees dat we weer van voor af aan zullen mogen herbeginnen. En ja, ze went dus wel weer, maar ondertussen zullen we weer door de drama-tijd moeten gaan. Of niet?

Balans I

Vier dagen is Anna nu al naar de peutertuin gegaan.

’s Ochtends waren er tranen, maar dat was te verwachten. Hoe zoudt ge u zelf voelen als ge zomaar bij wildvreemden zou ‘gedumpt’ worden zonder dat ge er een snars van begrijpt?

Maar de traantjes duurden nooit lang. Of beter, die eerste dag duurden ze nog geen halve minuut. Omdat ik niet snel, snel naar het station moest kon ik nog even, om de hoek, blijven wachten om te zien/horen wat Anna zou doen en een heel klein tijdje later was ze al stil en zat ze nieuwsgierig naar al die nieuwe kindjes te kijken.

Dinsdag en woensdag ongeveer hetzelfde scenario. Niet dat ik dan ben blijven wachten, maar tegen dat ik halverwege de gang was was Anna al opgehouden met huilen.

Gisteren duurde het een beetje langer: ze huilde nog steeds toen ik al aan het einde van de gang was. Ze begint dus door te krijgen dat die niet zomaar voor één keer is. Dat er iets grondig veranderd is.

En dat merk ik dan weer wanneer het tijd wordt om te gaan slapen. Maandag en dinsdag: absoluut geen probleem. Ze was zo moe van al die nieuwe dingen en indrukken dat ze er gelukkig uitzag toen ik haar in bed legde en waar ze als een blok in slaap viel.

Woensdag was ze al wat meer gewoon en begon ze te protesteren toen ik haar in bed legde. Even wenen maar het was rap voorbij. Tot ik om 1u50 werd wakker gemaakt door Anna die hard was beginnen wenen. Anderhalf uur duurde het vooraleer ik haar weer in haar bed kreeg. Uiteindelijk is het gelukt door naast haar bed te blijven zitten en, telkens ze zich rechtzette, haar zachtjes terug neer te leggen en te zeggen dat ze moest slapen. Eens ze wist dat ik daar bleef zitten gaf ze toe en viel ze (eindelijk) terug in slaap.

Gisterenavond wou ze opnieuw niet gaan slapen en dan heb ik maar direct de truuk gedaan van de vorige nacht. Gelukkig is ze dan niet meer wakker geworden.

Vandaag is ze dus thuis met mij en toen ik haar in haar bedje wou steken voor haar middagdutje protesteerde ze hevig: huilen, schoppen, zich uit mijn armen proberen wrikken, … Maar eens in bed kalmeerde ze bijna onmiddellijk en toen ik de kamer verliet lag ze al bijna in slaap.

Voor de rest doet ze het daar zeer goed. Ze luistert zeer goed, eet goed en gaat zonder problemen slapen met de ganse groep waar ze ook direct in slaap valt en goed slaapt. Ze speelt mooi en is lief voor de kindjes. De kinderverzorgsters zijn vol lof over wat een braaf kind ze wel is en hoe lief ze wel is.

Het is het begin uiteraard en dat kan allemaal nog veranderen, maar ik denk het niet. Ik weet het ‘mijn kind, schoon kind’ en alles, maar ik denk toch echt dat ik brave kinderen heb.

En Anna, niet dat ze de braafste is, maar als ze bij andere mensen is én ik ben niet in de buurt, is ze altijd een engeltje … én ze weet verdomd goed hoe de mensen rond haar kleine vingertje te draaien 🙂

Volgende week nog eens kijken wat het resultaat is na twee weken.

Peuter

Sinds vandaag is Anna definitief baby af: vandaag is ze voor het eerst naar de peutertuin gegaan en dus is ze nu officieel een peuter, de logica zelf eigenlijk.

De ochtend viel al bij al mee. We hadden vorige vrijdag een kort bezoekje gebracht en ze was zeer nieuwsgierig, maar haar broers en zus waren er toen wel bij. Toen ik haar deze ochtend afzette waren er (veel) traantjes. In plaats van onmiddellijk weg te gaan stelde ik mij net om de hoek van de klas op om te zien of het ging escaleren of verbeteren en nog geen halve minuut later zat ze al stil op de schoot van de kinderverzorgster nieuwsgierig rond te kijken. Ik kon met een opgelucht hart gaan werken.

Toen ik haar deze avond ging afhalen was de kinderverzorgster vol lof: zo braaf, goed geslapen, goed gegeten, mooi gespeeld, … Het zal een intense ervaring geweest zijn want ze was doodmoe.

Ze zit daar goed, dat weet ik. Ik ken de mensen en ik heb Louis en Jan daar ook zien sprongen maken. Deze week zal alles nog vlot verlopen en misschien volgende week ook, maar daarna zit het er dik in dat ze ‘haren klop’ krijgt en dan zal het ’s avonds ook drama’s worden om haar in haar bed te krijgen.

Maar misschien ook niet. Misschien is dit juist wat ze nu echt nodig had. Afwachten dus.

Truken

Drie dagen weg. Twee avonden. Dat doet wat met een ritme van een kind van anderhalf jaar oud. Zeker als dat kind Anna is.

Anna wil niet slapen in een ander bed dan haar eigen bed. Niet dat dat zo verbazingwekkend is voor mij: haar broers en zusje wouden dat ook niet tot ze zo’n twee-en-een half à drie jaar waren.

Ik had dus zo mijn zorgen bij drie daagjes weggaan, ook al keek ik er ongelooflijk naar uit. Het was lang geleden dat we nog zo eens de deur uit gegaan waren, maar dat was niet alles. Het zou de allereerste keer worden dat wij met de vier kinderen weg zouden gaan.

De eerste nacht beloofde niet veel goeds: Anna was met geen stokken in bed te krijgen. Ik had nochtans al haar vertrouwde bedspulletjes meegenomen: de hoofdbeschermer van haar bedje, haar slaapzak, haar ‘dekentje’ (een dekbedovertrek dat ze in haar knuistjes vastgrijpt als ze in slaap wil vallen) en haar beer (gebruikt ze normaal gezien niet, maar aangezien hij meestal in haar bed ligt …).

Ze schreeuwde de hele buurt bijeen en dus heb ik Zelie maar in onze kamer gelegd en ben ik samen met Anna in bed gekropen. Anna wou niet neerliggen en de eerste twee keer dat ik haar probeerde neer te leggen naast mij begon ze opnieuw te krijsen. De derde keer gaf ze toe en bleef ze liggen. Ik weet eigenlijk niet wie het eerst in slaap gevallen is, maar een goed uur later werd ik wakker met een slapende Anna in mijn armen die ik dan zeer voorzichtig in haar bedje gelegd heb. De rest van de nacht heeft ze mooi doorgeslapen.

De avond van dag twee hield ik dus mijn hart vast, maar ergens was ik er iets geruster op. Het was een hele drukke dag geweest, Anna had haar middagdutje overgeslagen en ’s avonds was er een BBQ geweest. Het was dus laat toen ik haar in bed probeerde te krijgen.

Rond half negen met Anna naar het huisje gegaan en haar klaargemaakt voor bed. Vijf minuutjes later was ze volledig klaar en dus bed binnen. Heel even heeft ze gekrijst, maar ik denk dat de energie volledig op was want het was onmiddellijk gedaan. De rest van de nacht heeft ze geslapen als een roosje.

Vandaag gingen we terug huiswaarts en we wisten nog niet goed wanneer we nu juist zouden vertrekken. De dag was lui en gezellig, Anna heeft haar middagdutje weer overgeslaan en uiteindelijk zijn we rond 17u vertrokken, terug naar Gent. We waren nog geen halve kilometer van het park verwijderd of Anna lag al te slapen. Een tiental minuten later lag Jan ook in dromenland.

Beiden hebben ze geslapen tot ongeveer een kwartier voor we thuiskwamen. Ze waren dus wel relatief uitgerust tegen dat we thuiskwamen. Relatief.

Jan is na het eten zonder veel problemen gaan slapen. Nu ja, slapen. Hij is in zijn bed gekropen en we zijn toch een keer of drie moeten gaan zeggen dat het nu écht wel moest gedaan zijn met lawaai maken.

Anna was een ander geval. Braaf in bed, maar eens de deur dicht ging begon ze te wenen. En het wenen ging over in krijsen. Uit bed gehaald (Zelie moet haar slaap hebben hé: morgen is schooldag), even laten kalmeren beneden en terug geprobeerd.

Eerst was het stil. Dan eventjes gehuild. Opnieuw stil. Nog eventjes gehuild en zo door tot het huilen overging in krijsen. Anna terug uit bed, flesje klaargemaakt (ze had niet veel gegeten dus misschien had ze honger), Michel heeft het haar gegeven en haar terug in bed proberen steken.

Zelfde scenario: eerst stil, dan afwisselend huilen en stil tot ze begon te krijsen.

Anna uit bed en deze keer haar meegenomen naar de verzorgingstafel om toch 200% zeker te zijn dat er geen pakketje te verversen was en dan met dochter in ons bed gekropen: proberen wat we twee dagen geleden deden.

Geen probleem deze keer om haar te laten neerliggen, maar blijven neerliggen daarentegen… Ze kroop alle richtingen uit, rolde van haar rug op haar buik, iets meer naar links, dan naar rechts, op mij, op mijn gezicht, naast mij, tot ze zich uiteindelijk uit het bed liet glijden.

Ik liet haar daar maar staan: als ze terug op bed wou zou ze me dat wel duidelijk maken. Anna kan nog altijd zeer goed zeggen wat ze wil zonder (alle) woorden nodig te hebben. Maar het bleef toch een tijdje stil. Tot ik opeens geklop op het bed hoorde.

Het was ondertussen al een half uur later en mijn besluit was genomen: ik ging nog eens proberen om Anna in haar eigen bed te krijgen. Toen ik mij rechtzette voelde ik dat Anna iets vast had en dat tegen mijn passerende voet deed.

Ik keek dan maar eens deftig naar ons meisje en wat bleek: Anna had mijn pantoffels vast en probeerde die aan mijn voeten te doen. Mijn beslissing om haar naar haar eigen bed te doen had zij duidelijk al voor mij genomen.

Pantoffels aangedaan, Anna naar boven in haar bedje en niets meer gehoord.

Verlossende brief

We hadden als iets geschreven voor het Project van de opvangmoeilijkheden in Gent, en meer specifiek onze persoonlijke ervaringen daaromtrent. Hoe de situatie gewijzigd is ten opzichte van 9 jaar geleden toen we voor het eerst op zoek gingen.

Wij hebben vier kinderen en alle vier zijn ze bij een andere onthaalmoeder geweest. We kozen voor een onthaalmoeder omdat wij voorstander zijn van ons kind, zeker tijdens die eerste periode van hun leven, in een geborgen, meer intieme omgeving te laten opgroeien. Crèches zag ik persoonlijk niet zo zitten voor een baby.

Zelie is tot haar 2,5 jaar bij de onthaalmoeder gebleven. Louis is, toen hij 20 maanden was, overgestapt naar een peutertuin en eens ik gewend was aan het idee vond ik dat uiteindelijk een fantastische opvolging. Ik had goede contacten met de kinderverzorgsters, je zag hoe Louis daar openbloeide door de verschillende uitdagingen dat zo’n peuter krijgt (uitdagingen die bij een onthaalmoeder meestal niet mogelijk zijn wegens maar twee handen en toch een aantal kindjes – en vooral babies – die veel aandacht vragen) en hoe hij vooruit schoot in zijn ontwikkeling.

De derde onthaalmoeder, die van Jan dus, deed alleen opvang voor kindjes tot 18 maand: zij vond dat zij de uitdaging, die peuters nodig hadden, niet kon aanbieden en met de ervaring die ik ondertussen had kon ik haar alleen maar gelijk geven. Op 18 maand is Jan dan naar dezelfde peutertuin gegaan als Louis waar hij in dezelfde groep zat bij dus dezelfde kinderverzorgsters. Ook Jan bloeide open en ontwikkelde zich zeer goed daar door al die nieuwe prikkels.

Toen ik op zoek ging voor opvang voor Anna vond ik op het relatief laatste nippertje nog een onthaalmoeder. Bij het inschrijven bij de dienst zei ik dat het hopelijk maar zou zijn tot Anna 18maand werd. ‘Hopelijk’ want ik wou Anna dan naar de peutertuin van Louis en Jan laten gaan. Maar ondertussen hebben ze hier in Gent het Tinkelbel systeem geïnstalleerd. De peutertuin valt onder de stad Gent en dus onder dat systeem, en dus was het afwachten of Anna wel een plaatsje zou toegewezen krijgen in die peutertuin.

De twijfels waren er omdat Tinkelbel met een soort puntensysteem werkt waarbij ze proberen de kinderen zo dicht mogelijk bij hun thuis te plaatsen. Die welbepaalde peutertuin is echter helemaal niet in onze buurt, wel langs de gans andere kant van de stad aan het station. Dus geen punten op dit gebied. De ligging komt voor mij zeer goed uit want ik moet elke dag naar het station en de peutertuin ligt in het verlengde van mijn ochtendroute huis-school-station. Een ander set punten wordt toegekend als er al een broer/zus in die welbepaalde opvang zit. Zowel Louis als Jan hebben er gezeten maar zitten ondertussen op school, dus enerzijds wel punten voor continuïteit, maar geen voor effectieve aanwezigheid.

We hadden dus niet al te veel hoop en vijf maanden geleden, in mei, kregen we effectief een brief dat het niets was. Voor ik die brief ontving had ik evenwel contact gehad met de mensen van Tinkelbel en die hadden mij gewaarschuwd dat ik eerstdaags een brief zou krijgen met een negatief antwoord. Niet omdat Anna niet in aanmerking kwam, wel omdat ze in mei nog geen zicht hadden op het aantal kindjes dat in september naar school zou vertrekken en dus op het aantal plaatsen dat vrij kwam in oktober (Anna werd 18 maand op 27 september, dus voor die datum kon ze niet beginnen). Ze hadden mij ook gezegd dat Anna, als er genoeg kindjes naar school gingen in september, een zeer grote kans op een plaats maakte wegens dat haar broertjes er ook geweest waren.

Eind augustus nogmaals gebeld met Tinkelbel: of ze nu al een beter zicht hadden? Neen, nog altijd niets, maar van zodra ze iets meer wisten gingen ze contact opnemen. Wij hoorden niets meer en ik had er mij bij neergelegd dat Anna bij haar onthaalmoeder zou blijven tot ze volgend jaar naar de kleuterklas zou kunnen.

Gisteren zat er een brief van Stad Gent in de bus met de definitieve beslissing van Tinkelbel: Anna mag op 15 oktober beginnen in de door ons gekozen peutertuin. Juich! Joepie! Jochei!

Maar 15 oktober, dat is nog 12 dagen. Of beter ‘maar’ 12 dagen meer. 12 dagen om alles in orde te krijgen, ons onthaalmoeder te verwittigen, de dienst op de hoogte te brengen van de veranderingen zodat zij onze plaats opnieuw kunnen vullen, …

Deze ochtend ben ik dus maar beginnen rondlopen: eerst wou ik met de onthaalmoeder spreken toen ik Anna afzette maar zij was vandaag niet op appél (iets aan haar rug en haar man nam over voor vandaag), dus dat gesprek maar even uitgesteld. Dan naar de dienst om een gesprek te hebben met de verantwoordelijke en haar van de situatie op de hoogte te brengen.

Afschuwelijk vind ik dat eigenlijk, de mensen zo voor voldongen feiten stellen. Ik heb het dan niet alleen over het feit dat ik bijna van vandaag op morgen mij ‘opzeg’ moet geven en die mensen daar gewoon in dump. Ik heb het ook over het feit dat ze mijzelf zo weinig tijd geven om de periode met de onthaalmoeder af te sluiten.

Want na het bezoek aan de Dienst ben ik naar de peutertuin gegaan om af te spreken en te vragen of ik niet mocht wachten tot het einde van de maand: dan is het herfstvakantie en dan sluit de onthaalmoeder en dus zou dat een ideale overgang geweest zijn. Maar dat kan dus niet: als ik mijn plaatsje nu niet opneem dan gaat het naar een ander kindje.

Ondertussen opnieuw contact gehad met de dienst en zij heeft (gelukkig) al een nieuwe kandidaat gevonden om Anna’s plaats in te nemen op deze korte termijn. Nu, gezien het opvangprobleem in Gent was ik op dat vlak niet ongerust, maar leuk is toch anders.

Vrijdag nog proberen langs te gaan op de peutertuin met Anna om haar een beetje kennis te laten maken. Als ik tijd heb, want vrijdag vertrekken wij ook op weekend. Als ik geen gaatje vind, zal het voor de week daarop zijn en dat is zo een beetje heel kort bij de startdatum.

Anna zal niet echt opgetogen zijn met de komende veranderingen: zij is op een leeftijd waarop ze heel erg van routine houden en alles wat ervan afwijkt niet echt welkom is. Het zal evenwel maar een paar weken duren en tegen dan zal ze het goed gewoon zijn en ik ben er zeker van dat ze open zal bloeien tussen al die grotere kindjes. Het is bovendien al een eerste voorbereiding op de kleuterklas: daar zijn de groepen ook groter dan bij een onthaalmoeder.

De volgende stapjes naar een nieuwe vorm van onafhankelijkheid zijn gezet. Kleine kindjes worden groot en alhoewel ik ervan geniet haar zo zien te groeien is het ergens toch met een beetje spijt in mijn hart: mijn babietje is definitief aan het verdwijnen.

Batterijzieken

Gisteren was Anna niet goed. Toen ik haar uit haar bedje haalde ’s ochtends had ze overgegeven. Gelukkig had ik een dagje vrij genomen zodat ik haar kon thuishouden en nog meer geluk dat ik dat ook gedaan heb: al hetgeen ze in de voormiddag binnenkreeg kwam er gegarandeerd weer uit.

Voor we Zelie en Michel van het ziekenhuis te hebben afgehaald had ik haar al een half uurtje laten slapen en eens we terug waren heb ik haar onmiddellijk, zonder eten, in bed gestoken. Ik denk dat ze toch wel een goede vier uur zal geslapen hebben. Na haar dutje was het voorbij: ze at weer en dronk weer en het bleef zitten. Deze morgen ging ze dus terug naar de onthaalmoeder.

Deze namiddag begon ik mij nog slechter te voelen dan ik al was en ik wist onmiddellijk dat de vraag niet was ‘of’ ik zou overgeven, maar wel ‘wanneer’ ik dat zou doen.

Na het werk dan de kinderen opgehaald en ik stond toch niet te vast op mijn benen. Een geluk dat zitten geen probleem was of ik zou niet in de auto durven kruipen zijn. Eerst Jan, daarna met Jan Louis en Zelie gaan afhalen. Jan liep iets voorop en toen ik op school aankwam stond hij ongelooflijk te wenen: hij was tegen de deur gebotst en had blijkbaar zeer veel pijn. Uiteindelijk is het huilen gestopt, maar de pijn niet echt.

Toen we Louis en Zelie zagen begon Louis ook te klagen: hij had buikpijn en Zelie had pijn aan haar oren, wat logisch is vermoed ik, zo de eerste dag(en?) na de ingreep.

Anna gaan afhalen en zij was gelukkig wel in orde: niet zeer goed gegeten maar voldoende, een ganse dag vrolijk geweest en goed geslapen.

Thuis gekomen was het etenstijd en zowel Louis als Jan wouden niet eten. Ze hebben dan maar iets gedronken en zo kon ik hen wel op tijd in bed steken. Jan direct al om 19u en Zelie en Louis een half uurtje later. Louis lag nog geen vijf minuten in bed of hij was er al weer uit, ging braaf over het toilet hangen en begon heel zijn maaginhoud in het WC uit te kieperen. Zielig! en proper! Maar eens alles eruit lag voelde hij zich eindelijk een pak beter, is hij in bed gekropen en als een blok in slaap gevallen.

Voor één keer kon ik er ook op tijd in: om 20u lag ik in bed. Jammer genoeg niet om te slapen, al hoopte ik het wel, maar de laatste uren was ik mij steeds slechter gaan voelen en eigenlijk lag ik in bed te wachten tot het onvermijdelijke ging gebeuren. Tot het moment ging komen dat ik moest overgeven.

Vijftien minuten later was het zover en mocht ik naar boven spurten en terwijl ik zo over het toilet hing hoorde ik hoe Jan wakker werd en ook aan het overgeven was. Klein concertje dus. Zo ongelooflijk zielig want het is nu niet alsof je even de kraan kan dichtdraaien terwijl je overgeeft om daarna weer verder te doen. Jan bleef dus even alleen.

Toen ik eindelijk bij Jan was was de ravage nogal groot: gans zijn hoofdeinde lag onder en hij was er op één of andere manier zelfs in geslaagd om op de muren over te geven. Jan uit bed en bij toilet geparkeerd in vuile pijyama, bed afgetrokken, Jan uitgekleed en in de badkamer gestoken om te wassen, vuile was naar beneden, naar boven en muren afgekuist, bed opgemaakt en dan naar Jan om hem te wassen.

Een kind dat zich slecht voelt in bad steken, dat is hetzelfde als hem martelen dus. Hoe warm het water ook mag zijn, het blijft altijd te koud, en dus zat Jan een ganse sessie te huilen. Toen hij eruit was en ik hem aan het afdrogen was kwam er al een volgende lading overgeefsel. Rap over het bad gehouden en de schade kunnen beperken tot een vuile handdoek.

Tijdens die tweede sessie dacht ik bloed te zien in het overgeefsel en terwijl Jan de inhoud van zijn maag verder uitkieperde belde ik in paniek naar Michel zodat hij naar huis zou komen. Eens dat gedaan terug naar Jan waar ik merkte dat ik misschien over reageerde. Er was wel bloed, maar het zat duidelijk in snotslijm die er langs zijn mond was uitgekomen en dat was niet te verwonderen want bij zijn eerste sessie had hij ook een bloedneus gehad.

Tegen dat Michel hier was is hij mogen terugkeren naar waar hij vandaan kwam en heb ik Jan weer in bed gestoken. Erna heb ik mij even in de zetel gezet om te bekomen: dat draaien op mijn benen van de namiddag was er immers niet op verbeterd.

Nog geen vijf minuten later was het opnieuw van dattum bij Jan. Rap naar boven dus en deze keer de schade relatief kunnen beperken. Ik had nl. een handdoek én een kussensloop onder Jan zijn hoofd gelegd en hij had zich beperkt om op de kussensloop over te geven en een beetje op zijn pijyamavest en in zijn haar.

Ik wou het die jongen echt niet meer aandoen om hem nog eens in bad te steken zodat ik zijn haar kon wassen, dus heb ik mijn best gedaan met vochtige doekjes en een washandje. Morgen is vroeg genoeg om hem dan nog eens goed te wassen.

Terwijl ik hem nog eens stond aan te kleden kwam het bij mij weer op. In zeven haasten Jan een propere pijyamavest over zijn hoofd getrokken en naar het toilet gerend. Net op tijd en van deze keer was het niet om over te geven maar kwam het langs de andere kant. Ik moet er geen tekeningetje bij maken.

Daarna heb ik nog een kwartier gewacht vooraleer hem opnieuw naar bed te laten gaan en nog een geluk ook: hij heeft nog een derde maal overgegeven, ditmaal mooi boven het toilet. Niet dat er nog veel uitkwam, alleen slijm, maar toch.

Hij zit sinds 15 minuten opnieuw in bed en mijn voornemen om om 20u te gaan slapen is dus compleet mislukt. OK, ik kon al een kwartier in bed zitten, maar nadat Jan in zijn bed zat wist ik niet of ik niet zelf onmiddellijk het toilet weer nodig zou hebben, en dus heb ik mij nu even gezet om te zien wat mijn lijf mij verteld. Na 15 minuten klinkt het relatief goed.

Poging nummer twee om te slapen ga ik dan nu aanvangen. Hopelijk niet ‘wordt vervolgd’. Slaapwel.

Update: Ik had de post nog niet goed en wel gesaved of ik ben weer naar boven mogen lopen voor Jan. Veel kokhalzen en weinig dat eruit komt, maar ondertussen blijft het toch duren. Het zal geen plezante nacht worden, heb ik zo de indruk.

Verchillen-gelijkenissen

’t Is soms heel bizar dat vier verschillende kinderen eigenlijk niet altijd zo verschillend zijn. Naarmate dat de één of ander ouder wordt merk je dat die soms identiek hetzelfde doet als zijn/haar oudere broer of zus.

Neem nu bijvoorbeeld hoe de drie oudsten alle drie reageerden op veranderde situaties. Veranderingen in de zin van verhuis van onthaalmoeder naar peutertuin, en daarna van peutertuin naar school.

De eerste week was altijd positief. In de peutertuin kon ik hen zonder problemen afzetten en eens ze naar school gingen konden ze niet rap genoeg van mij weg zijn. Afzetten, met moeite een kus en rap rap weg om te gaan spelen.

Dat duurde zo’n week, soms twee en toen sloeg de stemming om. Het nieuwe was er af en ze begonnen blijkbaar te beseffen dat de nieuwe situatie ook een blijvende situatie was. En dan begon het. Niets meer gemakkelijk afzetten en vrolijk weglopen. In tegendeel: vastklampen aan mijn benen, hartverscheurend huilen en ’s avonds niet meer willen gaan slapen.

Zo was het nu ook weer met Anna. Na twee maanden thuis met mama en papa was het twee weken geleden weer tijd om terug naar de onthaalmoeder te gaan. Die eerste week gaf dat geen enkel probleem: afzetten, een kus, geen drama’s, ’s avonds een leuke glimlach als ik haar kwam halen en zonder problemen kon ik haar in bed steken.

Vorige maandag sloeg de stemming om. Huilen op het moment dat ik haar afzette en vertrok, als ik haar ging halen was ze wel blij maar nu niet overdreven (ze zit daar wel goed, dat weet ik) maar om haar ’s avonds in bed te steken was het heel wat minder.

Op vrijdag is ze thuis bij mij en ’s middags was het nog een probleem om te gaan slapen, maar ’s avonds heeft ze geen kik gegeven. Dat kan er uiteindelijk mee te maken hebben dat we, voor het slapen gaan, nog gaan zwemmen zijn en ze dus uitgeput was. Of dat ze al een ganse dag bij mij was en dus die ‘verlatingsangst’ niet had. Gisteren was er ook geen enkel probleem om haar te laten slapen en ik vermoed dat het vandaag ook wel OK zal zijn.

Het zal dus pas morgen zijn dat ik zal merken of haar verlatingsangstperiode voorbij is of dat ze nu denkt dat ze niet meer naar de onthaalmoeder moet.

Als ik op de reacties van Jan, Louis en Zelie mag afgaan zou het ofwel gedaan zijn, ofwel nog maximaal een week duren. Afwachten dus.

Blablablablabla

Anna zit duidelijk in een periode van spraakontwikkeling. Bijna alle woorden die je uitspreekt probeert ze na te zeggen en meestal lukt dat nog goed ook.

Het is ongelooflijk leuk om naar te luisteren en te horen hoe ze van vandaag op morgen plots een x aantal woorden meer zegt én beter uitspreekt. Haar broers waren zo rap niet in hun spraak, haar zus daarentegen was ook zo rap en, als ik mij niet vergis, zelfs nog een tikkeltje rapper.

Het nadeel is: onophoudelijk gekwetter. Non-stop gebabbel en gevraag. Vanaf het moment dat ik haar afhaal bij de onthaalmoeder tot we thuis zijn is het onophoudelijk ‘mama, mama, mama’ tot ik naar haar kijk. Eens ik kijk en haar antwoord, duidt ze één of ander iets aan en geeft het een naam (meestal onverstaanbaar en god mag ook weten wat ze nu gezien heeft) waarna ik goedkeurend bevestig en weer wegkijk. De seconde dat ik mijn hoofd draai herbegint het ‘mama, mama, mama’, tot ik weer kijk.

Daartussendoor proberen Jan, Louis en Zelie ook nog eens hun verhaal te doen van hun dag. Hun leuke en soms minder leuke momenten te vertellen van wat ze gedaan hebben.

Het resultaat tegen dat ik thuiskom: een hoofd dat op ontploffen staat. En dat allemaal binnen een tijdspanne van 15 minuten. Fantastisch.

Tegen dat ze ’s avonds allemaal in bed zitten ben ik volledig leeg. Want ge denkt toch niet dat dat gekwetter stopt eens we thuiskomen? Ah neen. Natuurlijk niet. Anna blijft voortkwebbelen terwijl de anderen constant dingen vragen of tegen elkaar aan het kwetteren zijn of ruzie aan het maken zijn.

Ge kunt u dus misschien inbeelden hoe ik mij voel als alle kindjes eindelijk slapen.