Eén mei

Vorig jaar op 1 mei was er een hele bedoening op de Vrijdagmarkt: tenten om iets in te drinken, dingen op een podium, springkastelen en grime voor de kinderen, … Wreed wijs. Enig probleem: wij waren nogal zeer laat toegekomen wegens middagdutje van Jan en tegen dat de kinderen goed en wel aan het spelen waren werd alles al afgebroken. Maar het was prachtig weer en voor de korte tijd dat we er waren hebben we ons goed geamuseerd.

Dit jaar dachten we dat het misschien ook zo zou zijn. Gepland dat Jan vroeger in zijn bed zat zodat we op tijd zouden aankomen en dat is ook gelukt.

Het enige probleem dit jaar was dat het zéééér slecht weer was. Dus toen we daar om 15u30 toekwamen … waren ze aan het einde van het opruimen: behalve één tent en het podium was alles al opgekraamd. Geen volk vermoed ik.

Grote teleurstelling dus bij de kinderen, bijna traantjes want er gingen toch springkastelen en zo zijn. Vooral bij Zelie: zij had zich niet kunnen shminken op het schoolfeest en dus had ik haar gezegd dat het vandaag waarschijnlijk wel zou kunnen.

Ik heb dan maar een noodoplossing uit de mouw geschud: we zijn pannenkoeken gaan eten in de Gwenola, toch één van mijn favoriete pannenkoekenplaatsen. Zelie en ik hebben een pannenkoek met ijs genomen, Louis één met bruine suiker, Jan had geen zin en heeft enkel iets gedronken.

De teleurstelling was vergeten. Het heeft ons allemaal goed gesmaakt. Volgend jaar beter zekers?

Bezoek

Nog. Nog.

Gisterenavond weer. Bezoek van E. en D. die naar Anna kwamen kijken. Wreed wijs.

Nog. Nog.

Heb wel de ganse dag zitten denken en zoeken wat klaar te maken: koken voor één vegetariër en drie niet-vegetariërs is niet altijd zo simpel.

Ik heb eigenlijk een paar dingen die ik klaarmaak als er een vegetariër tussenzit, zoals een fantastische groetenlasagne en een rijstsouflé, twee dingen die altijd een groot succes zijn, zelfs bij “gewone” eters, maar gisteren ging dat niet want ik had de recepten niet.

Uiteindelijk voor de simpele maar uiterst lekker oplossing gekozen: asperges à la flamande. Een zeer goede keuze achteraf gezien want ’t was allemaal op. ’t Heeft gesmaakt.

Een zeer geslaagde avond. Veel bijgebabbeld en gewoon gebabbeld en Anna heeft zo goed als heel de avond op de arm gelegen bij E. Toen ze een beetje te lastig werd werd ze overgeheveld naar D. die blijkbaar een magic touch heeft om babies te kalmeren.
Next!

Pasen

Toen mijn mama nog leefde werd Pasen (of Paasmaandag) altijd bij mijn ouders gevierd met mijn broer en zus en hun respectieve partners. We hebben één maal een afwijking gehad toen Michel en ik voor het eerst officiëel gingen samenwonen in 1996 omdat wij toen voor het eerst genoeg plaats hadden om iedereen uit te nodigen.

De laatste viering bij mijn ouders was in 2001, één jaar voor het overlijden van mijn moeder. Een viering die ik gemist heb wegens in het ziekenhuis door bevallen te zijn van Louis.

Ik herinner me nog dat ik hoorde dat mijn moeder aan mijn broer en zus gevraagd hadden om Paasmaandag daar te gaan vieren. Ik belde “verontwaardigd” mijn mama op om te vragen of wij niet meer welkom waren (een grapje want ik wist meer dan goed dat dat niet het geval was). Natuurlijk wel, maar wat als ik moest bevallen? ‘k Heb haar dan duidelijk gemaakt dat, alhoewel Michel niet kon rijden, er mensen genoeg aanwezig waren die dat wel konden en dat Gent uiteindelijk maar 20 minuten weg was. Overtuigend genoeg argument en we “mochten” ook komen 🙂

We zijn er dus niet geraakt want Louis is op Goede Vrijdag (de 13e) geboren.

Het jaar erop hebben we Pasen met mijn familie overgeslagen gezien mijn mama’s gezondheid het niet meer toeliet: op 5 mei is zij dan overleden.

Sindsdien vieren we het eigenlijk bij mijn zus. In Oudenaarde begint de Paasfoor namelijk op het Paasweekend. Dus eerst gezellig eten met papa, broer en zus en hun familie, de kindjes al dan niet een dutje laten doen en dan met zijn allen naar de kermis.

Dit jaar heb ik iedereen hier uitgenodigd. Om mijn zus eens te ontlasten (we zijn ondertussen met 15, alhoewel, Anna mogen we er nog niet echt bijrekenen) maar ook vooral om Louis’ verjaardag te vieren. En gezien het bij ons was werd Michel’s familie ook gevraagd: nog eens drie man erbij.

Toen ik iedereen vroeg, een paar dagen na de geboorte van Anna, werd mij vooral op het hart gedrukt niets speciaals te doen. Gezien ik toen nogal moe was verzekerde ik dan ook iedereen dat het simpel ging zijn: spaghetti voor de kinderen en voor de groten een kaasschotel.

Maar ik voel me nu opnieuw kiplekker en ik kreeg eergisteren plots goesting om te koken. Ik vind niets leukers dan koken voor een bende: hoe meer hoe liever. En dus begon ik vrijdag te brainstormen met vriendin E. over wat de mogelijkheden waren.

Het moest iets zijn dat ik gisteren al zou kunnen klaarmaken (geen zin om een ganse tijd in de keuken te staan als er volk is) én niet àl te lang in beslag zou nemen qua bereidingstijd (of misschien wel lang mocht duren maar dan eventueel in schijfjes kon klaargemaakt worden).

Persoonlijk ben ik een groot voorstander van stoofpotten, maar ik kon niet zo direct iets bedenken waar ik zin in had. Uiteindelijk stelde E. vol-au-vent voor. Fantastisch, dacht ik … ook al had ik het nog nooit klaargemaakt. Maar ik had het al veel zien klaarmaken (door mijn mama) en ik heb soms een heel goed geheugen dus zo moeilijk zou het niet zijn.

Gisteren heb ik dan de kippen gekookt en zo mijn bouillon (basis voor de saus) gemaakt. De afwerking was dan voor deze voormiddag, want uiteindelijk is dat niet zo moeilijk (paddestoelen kuisen en eventjes in de bouillon koken, roux maken en bouillon dikken, kruiden met peper en zout en, eens het niet meer kookt, citroensap gemengd met eigeel bijdoen en klaar is kees).

Als voorgerecht deed ik slasoep, wat ook poepsimpel is en toch wreed lekker: ajuinen stoven, kroppen sla erbij, laten slinken, kippebouillon erbij, koken, mixen, bechamelsaus erbij om te dikken (optioneel: het is even lekker zonder de bechamel, maar als je die erbij doet maak je ze op basis van kippebouillon, niet melk) kruiden met peper en zout, eventueel afwerken met een beetje room.

Wat uitzonderlijk was voor mij is dat de hele menu klaar was voor er iemand is toegekomen: normaal gezien ben ik nog druk bezig als de mensen toekomen, dus dat was goed meegenomen.
Dus in plaats van een kaasschotel kreeg het bezoek een warme maaltijd voorgeschoteld, en van de 7 (of 8?) liter slasoep en 4 kippen (met frietjes) is er amper iets over.
Daarna was er nog taart: chocoladetaart, aardbeienbavarois (beide keuzes van onze jarige) en een Paastaart (op basis van biscuit), en daarvan is er alleen nog een kwart van de laatste taart over.

Er is dus goed gegeten en blijkbaar heeft het gesmaakt.

Net zoals Michel kan dus amper wachten tot ons nieuwe kookvuur er is: nog meer excuses om bendes uit te nodigen en uitgebreid te koken 🙂

Ontbijt

Deze ochtend zijn ‘de meisjes’ van het gezin samen gaan ontbijten.

Onzen grootsten jongen (den papa) was gaan werken. Louis en Jan werden afgezet aan de opvang, respectievelijk peutertuin, en mama, Zelie en Anna zijn gaan ontbijten in afwachting van de aanvang van het doktersspreekuur.

We deden dat in een aangenaam etablissement vlakbij onze dokter. Er was een uitgebreide ontbijtkaart en het was goed klaargemaakt en gepresenteerd (het oog wil ook wat): Zelie nam yoghurt met vers fruit en een fristi, mama koffie en spek met eieren en Anna … niets: zij lag mooi te slapen. Reuze gezellig en de meisjes hebben genoten.

Voor herhaling vatbaar zou ik zo zeggen.

Koken met kinderen

Ik had het briljante idee deze namiddag om de kinderen spaghettisaus te laten maken. Bruno had het mij voorgedaan en toen ik onlangs op Vitaya Luis zag koken (amper 5) dacht ik: dat kunnen de mijne ook.

Om even te specifiëren: “de kinderen” zijn uiteraard alleen de twee oudste. Jan mocht toekijken, net zoals (grotendeels) mama.

Begonnen met de ajuinen. Ik deed de kroontjes er af en de kinderen pelden ze met de blote hand. Daarna toonde ik hen hoe de ajuinen te snijden en na een paar pogingen ging het verassend vlot. Louis deed het zelfs beter dan Zelie en geen enkele vinger ging bloeden.

Jan wou absoluut ook helpen dus heb ik hem dan ook maar een ajuin gegeven en een bot mes en hij was ook gelukkig. Achteraf heb ik zijn “hakwerk” ook maar fijngemaakt en in de pot gedaan.

Eens de ajuinen gesneden hebben ze elk hun stoel aan het vuur gezet: terwijl Louis in de pot roerde om de ajuinen glazig te bakken deed Zelie het vlees in de pan om te bakken. Ondertussen wastte ik de paddestoelen. Eens de uien gedaan deed Louis er de tomaten bij.

So far so good.

En toen ging het mis.

Niet zozeer met de kinderen (die deden het zeer goed) maar eerder met mezelf en Jan.

Enerzijds had Jan namelijk ook zijn stoel bij het vuur geschoven zodat hij zou kunnen meedoen. Hij kon gelukkig niet aan het vuur, evenwel wel aan de doos eieren die naast het vuur staan (mijn fout uiteraard: ik had dat over het hoofd gezien).

Eventjes niet opgelet en daar lagen de eieren op de grond: drie gebroken eieren en één nog volledig gebleven.

Op het moment dat ik dat ontdekte werd Anna net wakker. Michel hield haar bij, maar haar gehuil was niet te stoppen: hij kan haar nu eenmaal geen eten geven. Ik werd dus redelijk nerveus omdat het nu vooruit moest gaan.

Terwijl ik de eieren begon op te kuisen morstte Louis saus op Zelie (een beetje te heftig geroerd) wat ruzie tot gevolg had en ik dus nog nerveuzer werd.

Ik heb de kookpoging dan maar stopgezet en Zelie naar boven gestuurd om een andere broek aan te doen. Jan en Louis zijn (gelukkig) meegegaan en ik heb dan in de rapte de boel opgekuist om dan Anna eten te gaan geven.

Later ben ik dan (alleen) teruggegaan om de saus af te werken.

De eerste poging was dus geen volledig succes maar ook geen totale mislukking. Morgen eens proberen om cake te maken?

Eten

Wat ik me herinner van de vorige keren dat ik thuis was met zwangerschapsverlof (niet moeilijk want ik maak nu hetzelfde mee) is dat ik mijzelf moet forceren om te eten.

Om te beginnen haat ik het om alleen te eten. Gelukkig komt mijn vriendin hier bijna elke middag haar middagpauze doorbrengen zodat ik mezelf dan ook opleg om voor eten te zorgen, soms alleen voor mezelf, soms voor ons tweeën.

Daarnaast heb ik momenteel eigenlijk geen honger. Als ik eet smaakt het me wel en ik kan nog altijd een goede portie naar binnen spelen, maar het eigenlijke hongergevoel blijft uit zodat ik het niet mis als ik een maaltijd (of zelfs twee) oversla.

Maar wat eigenlijk het grootste probleem is is luiheid. De bedoeling nu is dat ik vooral rust en dat doe ik. Niet dat ik veel keuze heb: van zodra ik vijf minuten rechtsta (en dan doe ik nog niets) is het alsof ik kilometers gelopen heb, volledig buiten adem. Maar dan zit ik zo in de zetel en word ik te lui om er nog uit te komen. Dus ook te lui om eten te maken. Niet goed dus.

Morgen is Jan thuis dus dat zal me wel motiveren om eten te maken: ik kan dat ventje toch niet zonder eten zetten hé. Trouwens, hij zou het niet toelaten. Ondanks zijn beperkte woordenschat weet hij meer dan goed hoe iets uit te leggen, dus ik zou het wel horen.

Voor de dagen erna ga ik mezelf een routine beginnen opleggen: ’s ochtends eerst nog een beetje slapen, dan een korte wandeling naar de bakker en beenhouwer om eten in te slaan voor ’s middags en ’s avonds, na het eten nog wat rusten en de details van de doopsuiker afwerken en dan is het al tijd om de kinderen op te halen.

Moet lukken.

Vuur

Vandaag gaan kijken voor een kookvuur en het ziet er naar uit dat we ons goesting gevonden hebben. Joepie.

Het eerste stuk van onze nieuwe keuken. En met nieuwe keuken bedoel ik dus alles nieuw hé. De rest zal nog niet voor morgen zijn, maar alle begin is moeilijk en we zijn tenminste begonnen: eerst het vuur, dan een frigo en diepvries en uiteindelijk de kasten.

Ge moet weten waar uw prioriteiten liggen hé 🙂

Gezellig avondje

Gisteren nog eens bij mijn zusje geweest voor mijnen rug te deblokkeren.

Altijd leuk eigenlijk want we gebruiken die gelegenheden dan ook om een beetje bij te kletsen. Als we afspreken met de kinderen erbij is dat altijd druk en zo en zijn de mannen erbij, dus veel “vrouwenklets” doen we dan niet.

Niet dat we zo veel vrouwenklets doen zonder ons mannen erbij, maar het is toch anders, al is het misschien alleen het gevoel dat het anders is.

En Sofie houdt er ook rekening mee dat ik misschien nog niet gegeten heb. Als ik naar haar toe ga vertrek ik thuis van zodra Jan in bed zit en dus heb ik niet altijd tijd om vooraf te eten. Gezien wij beiden nogal heel graag slaatjes eten (haren vent is daar zo geen fan van) maakt ze dan van de gelegenheid gebruik om nog eentje uit te proberen.

Gisteren was het een zeer lekkere pastasalade: met vlindertjes, tomaatjes, komkommer, hesp, kippewit, bloemkool, broccoli, paddestoelen met een lekkere dressing (en het zou mij niet verwonderen als ik nog een paar dingen vergeten ben). Zeer lekker alleszins.

Dus een zeer geslaagde avond op veel vlakken: lekker gegeten, zeer leuk gezelschap, een beetje TV gekeken/becommentarieerd, rug gedeblokkeerd, gezellig gekletst. Wat moet een mens nog meer hé?

Koken

Zaterdag doe ik onze wekelijkse shopping.

Ik probeer op voorhand een zo volledig mogelijk lijstje te maken, kwestie dat normaal gezien ik maximaal zo’n uur en 15min heb (ik doe dat tussen dat ik Zelie afzet en afhaal van de turnclub) en dus niet te veel tijd kan doorbrengen met gewoon “kijken”.

Tweewekelijks krijgen we dan de bonnetjes van de Colruyt in de bus en ik bekijk deze dan zeer goed om te zien wat we ervan nodig hebben en, van die die we niet “nodig” hebben, wat we er van willen (’t moet niet altijd even strikt zijn hé).

Deze week was het konijn in aanbieding en gezien zowel de kinderen als wijzelf (of toch “ikzelf”) dol zijn op konijn vond ik het een ideale gelegenheid om nog eens één van mijn specialiteiten te maken: konijn in frambozenbier.

Een receptje dat ik zelf “uitgevonden” heb toen ik nog thuis woonde en begon te koken.

Ik moet toegeven: ik ben geen inventieve koker. Ik kan wel goed koken, kan zeer goed andermans recepten volgen en zeer lekker eten op tafel zetten, maar om te zeggen inventief, nee, en dit recept getuigt eigenlijk ook niet van veel originaliteit, maar het is toch lekker. Michel daarentegen kan fantastische schotels op tafel toveren zonder op voorhand enige idee te hebben wat erin zal gaan: hij ziet wat we in huis hebben en tovert wel iets op tafel. Dus ben ik wel trots op de (zeer) weinige dingen die ik kook die niet uit een kookboek komen.

Anderzijds ben ik ook dol op alles wat stoofschotel is. Zo’n gemak. Je moet geen rekening houden met enige timing, je kan je er op je gemak mee bezig houden en zeker als er een aantal kinderen rondlopen reduceert dit het stressgehalte aanzienlijk. Als iets niet in de ene minuut kan gebeuren zal het wel een beetje later kunnen. Bovendien kan je het de dag voordien al doen zodat, als er gasten zijn, je je de volgende dag met je gasten kan bezighouden in plaats van constant in de keuken te staan.

Michel zei dat ik het recept wel zou posten, dus bij deze:

Moeilijkheidsgraad: poepsimpel

Benodigheden:

  • konijn
  • frambozenbier (Liefmans wordt door mij geprefereerd: net niet zoet genoeg)
  • 1 kg diepvriesframbozen (verse gaan ook, daar niet van)
  • peperkoek (indien niet aanwezig: sneetjes brood)
  • mosterd
  • ajuin
  • peper en zout
  • optioneel: suiker en room

Bereidingswijze:

  • stukken konijn afzonderlijk afbakken in (een beetje) boter en beide kanten kruiden met peper en zout. Ervoor zorgen dat de boter niet aanbrandt
  • konijn uit de pot
  • ajuin fijn snipperen en in de boter van het konijn stoven
  • konijn er weer bij
  • overgieten met frambozenbier. Ik houd er niet zo van om mijn sauzen te binden en geef er de voorkeur aan dat ze binden door uit te koken, dus ik gebruik zo een minimum 2 liter en voeg bij naarmate ik het nodig acht. Misschien niet zo economisch, maar véél lekkerder 🙂
  • peperkoek/brood (afhankelijk van de grootte van het konijn. Ik had anderhalf konijn, dus een drietal sneetjes) bestrijken met mosterd en in de pot doen (dit dient eigenlijk al als bindmiddel – voor mij ook het enige)
  • alles aan de kook brengen. Eens alles kookt, vuur lager draaien en verder laten sudderen tot het konijn gaar is. Het deksel niet volledig op de pot zodat het vocht een beetje kan verdampen en indikken
  • als het konijn gaar is: konijn uit de pot doen
  • ongeveer een derde van de (diepvries)frambozen bij de saus doen. Laten meekoken. Eens ze zacht zijn, de saus mixen
  • saus kruiden met peper en zout en (indien gewenst) een beetje suiker (om de zuurheid van de frambozen tegen te gaan. Als je peperkoek gebruikt in plaats van brood is dit meestal niet nodig. Gisteren was het brood, dus heb ik er een beetje suiker bijgedaan)
  • afwerken met room (maar niet noodzakelijk)
  • konijn terug in de pot, alles goed door laten warmen
  • opdienen met (de rest van de) gestoofde frambozen (hier zeker suiker toevoegen!) en frietjes
  • smakelijk

Niet spectaculair maar wel lekker.