Van groot worden en verantwoordelijkheid

Zelie wil volgend jaar een jaar in het buitenland doen. Wat juist en met welke organisatie, daar zijn we nog voor aan het kijken, maar één ding staat al vast: ze zal haar steentje moeten bijdragen door zelf te gaan werken.

Ik vind dat maar normaal: in het buitenland studeren is een pak duurder dan ons eigen onderwijs en zo leert ze de waarde van geld aan de lijve te ondervinden.

En kijk, ze heeft ‘vlak’ naast de deur een job gevonden. Vanaf vandaag mag ze gaan werken in l’Amuzette.

Welkom op de arbeidsmarkt, zoetje en veel succes op je eerste werkdag 😉

Morgenstond geeft goud in de mond #boostyourpositivity

Onze ontbijttafel ziet er meestal ongeveer zo uit:

WP_20151005_07_56_22_ProOp de voorgrond koffie, havermoutshake en dan is er nog zoet en hartig beleg, brood, melk, nesquik, … Ongeveer alles waar je voor een ontbijt aan kan denken.

Enkel de eerste twee dingen, daar bestaat mijn ontbijt meestal uit. Ik heb (bijna) altijd liters yoghurt en Alpro soya in huis, bananen en ook diepvriesvruchten (aarbeien, kersen, rode vruchten, frambozen) en havermout. ’s Ochtends kap ik dat dan samen, afhankelijk van hoe mijn kop staat, en dan maak ik er een shake van. De rest staat er voor de kinders: zij eten ook boterhammen ’s middags en dus staat alles klaar om hun boterhammendoos te kunnen vullen.

Punt is dat ik jarenlang niet ontbeet. Enkel een kop koffie en dat was het. Een slechte gewoonte beginnen kweken als tiener en als volwassene volgehouden. Tot ik een aantal jaar geleden, nog niet zo heel veel eigenlijk, mijzelf begon te dwingen om ’s ochtends ook te eten.

Toen was het een boterham, meestal met confituur, heel soms met choco. Ongeveer een jaar geleden schakelde ik over op havermout. Eerst heel schoorvoetend: ik hou niet van granenontbijten. Granola, muesli, cornflakes … bweikes. Maar havermout, dat kreeg ik blijkbaar wel binnen.

Klassiek begonnen met havermout en melk. Daarna in de microgolf opgewarmd met melk: soms gewoon met een lepeltje (bij voorkeur) bruine suiker erbij, andere keren met verse appel erbij en kaneel of gewoon met banaan. Af en toe eens een mugcake. Zeer lekker, maar soms een beetje zwaar. Ik merkte wel dat ik de havermout beter verteerde als ik ze opwarmde.

En toen doken hier en daar recepten op van shakes met havermout en sinds ik die één keer probeerde is dit een vast gegeven geworden ’s ochtends. Alles voedzaam zit erin en ik moet niet ‘eten’, maar kan gewoon drinken. Zalig. Ook een favoriet bij de kinderen ondertussen, alhoewel zij dat bij hun boterhammen drinken en niet gewoon als ontbijt.

WP_20151005_07_51_29_Pro

Ik doe meestal een mengeling van yoghurt, soya mild & creamy en (verschillende smaken) soya drink: zo is er toch dat beetje zure van de yoghurt zonder dat ik er extra suiker moet bij doen. En dan fruit dus. Havermout erbij en mixen. Elke dag een andere mengeling, dus elke dag een andere smaak.

Voor de rest verloopt het ontbijt redelijk rustig: het gemak van grotere kinders die hun plan trekken. Ik zit er eigenlijk alleen bij om hen regelmatig aan het uur te herinneren. Vooral Louis heeft dat nodig. Den anderen heeft dan de indruk dat het hier veel stress is, maar dat is eigenlijk niet zo 😉 Maar elk kind zorgt voor zijn eigen boterhammendoos en ze gaan alle vier alleen naar school. Zo heb ik alle tijd om te ontbijten en, als de kinders weg zijn, op het gemak mij te douchen en klaar te maken.

Tranen

Lichte paniek. Dat was te zien in de ogen van Anna. Niet zo ongewoon, daar niet van. Faalangst is haar niet onbekend. Dus ging ze in de zetel liggen, met haar rug naar ons toe, en deed ze alsof we er niet waren. Alsof, als ze zo zou blijven liggen, het niet waar was. Het ging weggaan.

Aanleiding? Toets AMV, zichtles zang, een zangoefening die ze vandaag zelf nog kort inoefenen in de klas. Daarna zingen alle leerlingen individueel de les. ‘Want ik kan dat niet!’ klonk het.

Maar negeren en ontkennen maken niet dat het zal weggaan. Het enige wat ik kon doen was haar proberen geruststellen. Dat het wel ging gaan en dat, zelfs al zou het toch niet gaan, dat niet het einde van de wereld was. Dat dingen leren er nu eenmaal bijhoort. Dat sommige dingen gemakkelijk gaan en andere (veel) moeilijker en soms zelfs helemaal niet. Dat dat geen probleem is.

Ik moest toch mee naar de juf, om een andere reden, en heb het wel even laten vallen. En onmiddellijk waren daar de tranen weer. De paniek.

Hindernissen die overwonnen moeten worden. Hopelijk zie ik haar straks terug met een glimlach. Met een schaapachtige blik zeggend dat het toch niet zo moeilijk was.

Hopelijk.

Flinke meid

We waren deze namiddag bij de buren om taart te eten, behalve dat die ‘namiddag’ eigenlijk al ‘avond’ was (18.00u). Als het dan ongelooflijk gezellig is en iedereen amuseert zich, dan wordt het rap al een tijdje later en zo bleek plots dat de kinderen naar de finale van The Voice aan het kijken waren, een finale die wij ook wel wilden zien.

Het ging dus richting huiswaarts met de vier gasten in kielzog en aangezien dat ze allevier al beginnen kijken waren, mochten Jan en Anna ook blijven kijken.

FF naar 22.00u vanavond. Anna lag al een tijdje bij mij in de zetel toen ze vroeg of het nog lang zou duren. ‘Toch wel nog even’, antwoorde ik, ‘maar je moet niet blijven kijken hoor’. Anna dacht een paar minuten na en zei toen dat ze naar haar bed ging.

Flink kind, om toe te geven dat ze te moe was om nog verder te kijken (en kijk, direct nog iets om trots over te zijn).

Eindelijk

Anna neem ik nog steeds mee achteraan op de fiets, want zelf fietst ze nog altijd niet. Ze kan het niet omdat ze het niet wilwou proberen.

Ja, die ‘wil’ is ‘wou’ geworden sinds een paar dagen. Zondag waren Jan zijn vriendjes hier voor zijn verjaardagsfeestje en toen kreeg madam het eindelijk in haren kop: ze nam haar fietske (zonder trainingswielkes) en kwam aan mij vragen of ik met haar wou fietsen. Ik was net met iets bezig en zei dat ik dat binnen een paar minuutjes zou doen, maar Zelie nam over. ‘Kom Anna’ zei ze en ze toonde aan Anna wat ze moest doen om te leren fietsen.

En ja hoor. Nog geen 15 minuten later fietste madam helemaal alleen door de straat. Bijna twee jaar nadat ze de tweede kleuterklas verliet (toen ze nét had leren fietsen maar eens thuis niet meer wou proberen) heeft ze haar vertrouwen in de fiets teruggevonden en is ze er eindelijk mee weg.

Vandaag was het nog eens oefenen geblazen: straat op, straat af, rond boompje één naar boompje twee om dan daarrond te draaien en opnieuw. En toen zei ze “Mama, als ik roep, moet je kijken hé” en dus zei ik dat ik dat ging doen en keek ik toen ze riep … en reed ze pardoes tegen een muur (omdat ze haar bocht te breed genomen had).

De tranen waren niet tegen te houden, maar ze was dapper, klom terug op haar stalen ros en deed nog een paar toertjes, deze keer zonder te botsen.

Nog een paar dagen oefenen en dan kan ze zelf op de fiets naar school. Joepie!

Missen

We staan op vertrekken. Alle valiezen in de auto. Zelie is al ter plekke. Anna staat in de gang, ik sta mijn jas aan te doen.

Ze komt naar mij, geeft mij een knuffel en zegt: ‘Ik ga u niet veel missen hoor in zo’n schoolweekje’. Ik antwoord dat ze gelijk heeft en dat ze te weinig tijd zal hebben om mijn te missen. Dat ze nu een hele week met haar vriendinnetje kan spelen.

Ze draait zich met een grote glimlach om en loopt naar de auto.

Mijn hart breekt, want ik ga haar wel missen, maar ik hoop écht dat ze mij niet gaat missen.

Ik denk dat het erop zit

Stond nog op de to-do lijst: Zelie haar keuze voor volgend schooljaar indienen samen met lijst van de te bestellen boeken. Daar moesten we nog even mee wachten omdat er toch een paar boeken 2e hands konden aangekocht worden en we niet zeker wisten welke dat nu waren.

Daarnet hadden we dan afgesproken met vriendin E. van Zelie van wie ze de boeken zou kunnen overkopen. Het bleken er (ocharme) vier te zijn, samen goed voor 20 euro (de school plakt daar een prijs op en dat vind ik wel wijs, want zo moet ge niet meer onderhandelen).

Vandaar dan linea recta naar de humaniora om het papier met de richtingkeuze (eerste leerjaar A met klassieke studiën) in te dienen en de lijst met de boeken die ze nog moet bijbestellen.

Nu nog een nieuwe boekentas en ons madam is klaar voor die nieuwe sprong.

Alleen

Gisteren op de training vroeg de trainer of Jan vandaag ook zou kunnen meespelen met de tweede ploeg U7: ze hadden een aantal ‘man’ tekort. ‘Ook’, want er waren er een 4-tal tekort en dus zouden er nog een paar van zijn ploegje meemoeten. ‘Ook’ omdat dat Jan eerst met zijn eigen ploeg een match had.

Twee matchen op een rij en tweemaal op verplaatsing. De ene in Aalter, de ander in Zevergem en er zou rechtstreeks van de ene match naar de andere moeten gereden worden.

Van mij mocht hij, maar ik zag het niet geregeld te krijgen met de andere kinderen en hun activiteiten. Hij mocht meerijden met één van de drie andere ouders, maar tot nu was Jan telkens beginnen wenen als we hem vroegen of hij het erg zou vinden moesten we een match overslaan (wegens dus slecht combineerbaar met de andere activiteiten), en dus regelden we het toch altijd dat er minstens één van ons twee meeging.

Maar kijk. Het vooruitzicht om twee matchen te mogen spelen bleek op te wegen tegen het feit dat noch ik, noch Michel zouden meegaan. Jan was direct akkoord om met één van de vriendjes mee te rijdend en ook deze ochtend maakte hij geen enkel probleem, alleen maar vrolijkheid bij het vooruitzicht van twee matchen. En ik maakte mij ook geen zorgen: hij was in goede handen en hij zou zich wel rotamuseren.

Ik daarentegen voelde mij helemaal niet vrolijk bij het vooruitzicht om Jan een match te laten spelen zonder dat er iemand van ons twee bij was. Het voelde aan als die alleereerste dag dat ik hem naar school bracht en hem dan alleen moest achterlaten.

Het was de eerste keer niet dat ik hem moest loslaten, en het zal de laatste keer niet zijn, maar het steekt toch telkens weer eventjes.

Sprongen

Het was vandaag de laatste zwemles voor de vakantie en dus was het een speeluurtje.

Jan in het kleine bad, Zelie en Louis in het grote zwembad en plots viel het me op hoeveel vorderingen Louis in het afgelopen jaar gemaakt heeft: hij sprong zonder aarzelen van de hoge springplank, dook als een vis het water in, zwom onder water en maakte onderwatersalto’s alsof het niets was.

Leuk om zien dat de lessen zo’n goed effect hebben. En zeggen dat hij, toen hij vorige keer de overgang van één groep naar de andere maakte, hij wou stoppen met zwemmen omdat hij dacht dat hij het nooit zou kunnen.

Het lukte

Ze was al een tijdje aan het oefenen op de tweewielertjes, maar ik had niet verwacht dat het voor voor het einde van het jaar zou zijn.

Ik dacht, ze is voorzichtiger en zal eerst een tijdje proberen balanceren voor ze haar voetjes op de pedalen zal zetten, mar toen ik vandaag bijna weg ging, zette ze zich op een fietsje en begon ze gewoon te fietsen. Zo helemaal alleen, zonder steunwieltjes, zonder iets gezegd te hebben ‘want ik kan het nog niet helemaal’ zei ze, toen ik vroeg waarom ze nog niets gezeg had.

‘Niet helemaal’, dat wil eigenlijk zeggen dat ze nog geen grote afstanden kan doen, dat haar voetjes nog rap op de grond komen. Dus heb ik haar uitgelegd dat de afstand niet belangrijk is, dat ze effectief kon fietsen en nu alleen moet oefenen op afstand.

Maar blinken dat ze deed.