Stemmen

Vanavond merkte Zelie op dat, als zij een boek las, zij in haar hoofd de stemmen van de personages hoorde, maar dat ze die nooit luidop kon doen.

Een toeval dat ze dat zei, want deze middag moest ik dus ook terugdenken aan toen ik een kind was en naar muziek luisterde. Ik kon de teksten foutloos en in de juiste toonaard meezingen in mijn hoofd, maar toen ik dat luidop probeerde ging het volledig de mist in. En ik begreep daar niets van.

In tegenstelling tot mij, begrijpt Zelie er dus wel iets van. Zij weet dat er een verschil is tussen haar eigen stem en de stemmen die ze in haar hoofd verzint voor de personnages. Ik was al een paar jaartjes ouder voor mijnen frank viel (ik spreek over meer dan 25 jaar geleden, dus ik mag gerust ‘frank’ zeggen, nèh).

Zelie heeft haar intellegentie duidelijk niet van mij mee 🙂

Brrrr

Deze ochtend een flash back gehad naar mijn tienerjaren.

Gekleed in een rokje, bloesje met drie kware mouwen, een (relatief warme) gilet, zonder kousen, in zomerschoenen ben ik de deur uit gegaan. Het zou toch warm worden deze namiddag, dus …

Toen ik buiten kwam vond ik dat het al bij al nog meeviel: wel een beetje fris, maar toch niet koud … tot ik in Brugge aankwam en met de fiets vertrok naar het werk.

Koud man, niet te doen. Ik ben op het werk toegekomen half verkleumd, ijskoude voeten en handen en oren die pijn deden van de kou.

En terwijl ik zo aan het rijden was naar het werk moest ik opeens terugdenken aan toen ik als tiener naar school fietste. Dat, als ik op het weerbericht hoorde dat het warm ging worden die dag, ik buiten ging met enkel een T-shirtje aan (en heel heel soms nog een heel lichte trui), want later op de dag ging het warm worden en alles wat ik meer aanhad zou ik dan de rest van de dag moeten meeslepen.

Vele ochtenden ben ik zo verkleumd op school aangekomen, maar liever dat dan de extra ‘bagage’ te moeten meeslepen.

Tja, dat waren nog eens tijden 🙂

Nostalgie

Vanavond op de Vrijdagmarkt was het Q-Music Greatest Hits tour. Nostalgie ten voeten uit. Muziek van de jaren ’80 live gezongen.

Even de deur uit dus met drie van de vier: Zelie en Louis en Anna.

Voor het eerste optreden, Udo, stonden Zelie en Louis vlak voor de boxen op de eerste rij. Ik heb mij met Anna een beetje opzij geplaatst kwestie van haar oren een beetje te beschermen. Hij zong niet alleen liedjes uit de jaren ’80 maar wel allemaal klassiekers die je goed kon meezingen.
Zo’n optreden is blijkbaar duidelijk niet voor Louis: na 2 liedjes werd hij er door de security uitgepakt omdat hij bij mij wou zijn. Eens bij mij bleef hij vragen wanneer we nu naar huis gingen.

Zelie daarentegen. Blijven staan tot het einde van het optreden en ik zag haar armen, en waar mogelijk haar benen, lustig meezwaaien.

Ikzelf vond het ook zeer goed. Dienen mens kan zingen, wreed goed zelfs. Hij kiest goeie ambiance nummers en we kregen een bezoekje van Sandrine erbovenop.

Na Udo wou ik naar huis gaan: Anna moest eten en het was uiteindelijk al half tien, maar Zelie keek zooo teleurgesteld dat we een zitplaatsje gezocht hebben (zodat ik Anna kon voeden) en dan gebleven zijn tot na het optreden van ABC.

En blij toe. Glad vergeten welke muziek ABC maakte maar ik kende nog alle liedjes: The Look of Love, Poison Arrow, All of my Heart, … Wreed wijs. Een beetje gedanst (niet te wild: Anna ging op mijn buik) en vooral de liedjes luidkeels meegezongen (ocharme het oudere koppel dat naast mij zat want ik heb nu eenmaal niet de meest toonvaste stem).
Jaja, en allemaal van in mijnen jongen tijd 🙂

Gezien we nu verder stonden van het podium en Louis vrij kon rondlopen amuseerde hij zich nu ook rot. Zowel hij als Zelie stonden te dansen en te springen en over de grond te rollen (letterlijk, niet figuurlijk!).

Om 22u15 dan toch huiswaarts getrokken maar we hebben allemaal een heel toffe avond gehad.

Krampjes

Nu al drie dagen na elkaar heeft Anna (denk ik) krampen ’s middags. Dàt of ze heeft een “huiluurtje” rond die tijd.

Het lijkt eigenlijk echt wel op krampen want ze wil slapen, valt bijna in slaap of ligt nét te slapen en schiet dan plots huilend wakker met vertrokken gezichtje en opgetrokken beentjes.

Er zit dan niets anders op dan haar op de arm te nemen en proberen troosten. Jammer genoeg begint de pijn vlak voor de middag, net als het eten moet klaargemaakt worden.  En dus doe ik dat met Anna op de ene arm en met de vrije arm maak ik het eten klaar.

Het is verbazingwekkend hoe rap je leert dingen te doen met één arm/hand. Ik heb het moeten leren toen ik Zelie kreeg: zij had last van reflux en dus liep ik regelmatig met haar op de arm. Ondanks dat gaat het leven door en moet “het werk” gedaan worden en dan leer je dat maar te doen met één arm.

Gelukkig duurt het “huiluurtje” van Anna niet lang: gemiddeld van één voeding tot de volgende en daarna is ze weer haar ongelooflijk rustige zelve.

Al bij al heb ik niets te klagen 🙂

Foto onderwerp

Het leuke aan professionele fotografen is dat ge het praktisch niet merkt dat ze er zijn.

Het bezoek deze morgen was zeer aangenaam. Leuke babbel gehad over vanalles en nog wat en het grootste deel van de tijd was ze foto’s aan het trekken, maar het viel niet echt op en stoorde dus niet. Gewoonlijk heb ik een hekel aan gefotografeerd worden maar nu merkte ik het amper.
Het dochtertje van de fotografe was ook mee. Ze heeft grotendeels braaf en stil in het park gezeten en af en toe speelden mijn drie oudsten er een beetje mee. Wreed wijs.
Dat deed me denken aan de tijd toen ik nog advocate was. Tot Zelie bijna een jaar was nam ik haar altijd mee als ik een korte tussenkomst op de rechtbank moest doen (“Hallo. ’t Is van uitstel vragen. Bedankt”). Zelie was een doodbraaf kind en gaf letterlijk geen kik: ze zat doodbraaf in haar buggy te wachten achteraan de zaal tot ik gedaan had. Bovendien waren er altijd wel andere advocaten die niets liever deden dan zich bezighouden met haar in afwachting van hun eigen zaak. Jammer genoeg viel dit blijkbaar niet in goede aarde bij één bepaalde rechter op Koophandel: hij sprak er de stafhouder op aan en ik werd op het matje geroepen. Zelie bleef van toen af bij de onthaalmoeder: geen rechtbankoptredens meer voor haar 🙂

Nu nog hopen dat de foto’s een beetje gelukt zijn want over het algemeen plak ik niet op foto: de goede foto’s van mijzelf zijn zo op één hand te tellen en dat is absoluut niet overdreven. Het moet een familietrekje zijn of zo want mijn zus heeft hetzelfde probleem 🙂

Fingers crossed.

Terugblik – nummer 4

Ja ja, ’t is alweer een volle twee en een halve dag geleden dus kan ik zeggen: terugblik.

Het begon allemaal op een mooie (?) zondagavond rond een uur of 10: een serieuze voorwee. Niet zo een zwakke om te negeren, maar eerder zo een naar de pijnlijke weeën kant op. Even in de gaten gehouden en ja hoor, een 15 minuten later nog een. En dan nog één 15 minuten later … dus Michel maar eventjes gewaarschuwd dat het nu wel eens prijs zou kunnen zijn.

Nog een uurtje afgewacht en toen versnelde het tempo: om de 10 minuten al. Dan maar als bezige bij beginnen rondcrossen: bed verversen, valiezen voor de drie reeds aanwezige kindjes maken, laatste was insteken en de voorlaatste was in de droogkast steken, lijstje overlopen over wat er mee moet.

Tijdens de bezigheden de indruk dat de voorweeën verminderd waren, maar toen ik me eventjes zette bleek van niet: door actief te zijn waren ze alleen niet zo pijnlijk en dus minder voelbaar.

Tegen middernacht een badje genomen: kwestie dat we toch proper gewassen en goed ruikend zouden toekomen in het ziekenhuis (het oog (en de neus) wil ook wat :)). Voor het bad kwamen de voorweeën al om de 8 minuten. Eens in bad weer dezelfde gewaarwording als voordien toen ik actief was: het proces was stilgevallen. Edoch, mij herinnerend dat een warm bad veel leed kan wegnemen op zo’n momenten (ervaring gehad bij Zelie toen ze me met echte weeën in bad lieten plaatsnemen) wachtte ik met conclusies trekken tot ik eruit zou zijn. En ja, eens uit het bad waren de voorweeën er nog steeds: om de 7 minuten.

Toen geprobeerd om te gaan slapen maar 1) omdat ik nerveus was dat mijn water zou breken in het verse opgemaakte bed en 2) omdat de voorweeën nu eenmaal niet van de minste waren geraakte ik niet in slaap, dus maar weer opgestaan en in de living het verdere verloop van de historie afgewacht. Een boekje gelezen en met een half oog naar een slechte griezelfilm gekeken en tegen dan was het 2 uur en kwamen de weeën ongeveer om de 5 minuten (tenminste als ik erop lette).

Discussie met Michel wat te doen: op 4 uur tijd waren het nog altijd maar voorweeën en het kon zo nog uren doorgaan maar wat als het opeens versnelde? Uiteindelijk toch maar mamie gebeld om haar op de hoogte te brengen, en dat het nog uren kon duren, en dat er dus geen haast bij was, maar misschien, voor de zekerheid, eh? en zij zei dat ze er binnen een uurtje zou zijn maar als het veranderde moesten we maar bellen en ze zou vlugger afkomen.

Mamie was er tegen 3 uur en ondertussen waren wij nog aan het wachten. De voorweeën waren niet echt veel vooruit gegaan maar hielden ook niet op.

Michel was ondertussen hard aan het doorwerken om iets klaar te krijgen voor het werk zodat hij het kon opsturen voor we vertrokken.

Tegen 4 uur kwamen de voorweeën om de 3 minuten en vanaf dan: geen vooruitgang meer. Michel was klaar met zijn werk tegen 5u15 en toen besloten we toch maar eens tot aan het ziekenhuis te gaan (met een schop in ons gat van mamie :)).

Grappige situatie in het ziekenhuis. Gezien Michel niet rijdt deed ik het dus maar zelf (hoe zouden we er anders geraken met al die bagage en al) en toegekomen op de spoed moet ge u aanmelden. Ik dus zeggen: “goedemorgen, ik kom denk ik bevallen” en we werden binnengelaten.

Toen ik moest bevallen van Zelie moesten we ook langs de spoed en toen werd ik in een rolstoel neergepoot en reden ze mij naar de kraamafdeling. Deze keer wou ik mijn papieren aanbieden, en de mens aan de balie zei gewoon: “ga maar door naar de kraamafdeling, straat 6” en tot daar de betrokkenheid van de spoed: geen rolstoel nodig voor madam en als ze onderweg bevalt moet ze haar plan maar trekken 🙂 (’t is namelijk wel nog een eindje lopen tussen de spoed en straat 6).
Eens op straat 6 toegekomen was er dezelfde “bezorgdheid”: of we ons nog eventjes wouden zetten, ze zouden zo dadelijk komen. De zetel waar we ons mochten zetten was vlak naast een kamer waar een vrouw duidelijk weeën had want ze schreewde gelijk een varken dat geslacht wordt. Eerst ging één vroedvrouw binnen, twee seconden later een tweede vroedvrouw op de voet gevolgd door de anesthesist.

Michel en ik kwamen bijna niet meer bij van het lachen: absurde situaties. Voor hetzelfde geld moest ik op dat moment bevallen en was er dus niemand om het mee te maken.

Eens die vrouw geholpen was waren wij aan de beurt: naar een arbeidskamer gebracht, onderzocht voor opening (bijna 2 cm); geïnstalleerd aan de monitor en dan was het afwachten hoe het verder zou gaan. Ondertussen was het zowat 6u ’s ochtends.

Michel had een paar afleveringen bij van The Daily Show en daar hebben we dan een tijdje naar gekeken tot ik te moe werd en mijn ogen dichtvielen. Jammer genoeg niet om te slapen want telkens ik wegedommelde kwam er weer een voorwee. Uiteindelijk op mijn zij gerold en rond 7u15 ben ik blijkbaar dan toch in slaap gevallen … tot de volgende voorwee een half uur later.

Ik dacht dus dat het hele proces was stilgevallen en toen ze mij onderzochten om iets voor 8u had ik nog altijd maar amper 2 cm opening. Ze lieten mij nog een tijdje aan de monitor en gezien mijn gyneacoloog blijkbaar ook de gyneacoloog was van de schreeuwende vrouw verder op de gang zou hij later langskomen om te beslissen wat er moest gebeuren.

Eerst nog een onderzoekje om 8u30 (een goede 2 cm al) en rond 8u45 kwam de dokter dan kijken. Hij constateerde bijna 3 cm en besloot dat mijn vliezen zouden gebroken worden om het proces in een stroomversnelling te brengen. Een enorme opluchting voor mij: ik was er bijna van overtuigd dat ik terug naar huis zou mogen gaan tot het “echte” werk begon.

Eens de vliezen gebroken ging het een beetje beter vooruit. Op een half uur tijd had ik plots 4,5 cm opening en vroeg ik een epidurale: ik wou geen risico’s nemen dat het plots té rap voorruit zou gaan en ik dan geen tijd meer zou hebben voor een epidurale. Zelie epiduraalloos proberen op de wereld brengen was poging genoeg. 🙂

Eens de epidurale zat kwam er weer een pauze aan: de frequentie van de weeën vertraagde weer en dus werd een baxter bijgestoken om de weeën weer op te wekken. En de volgende uren ging het zo door: beetje meer druppels uit de baxter, beetje verminderen, een centimetertje bij, nog een halfje … en wij maar wachten.

Tot ik plots te veel pijn kreeg. Het zat eigenlijk zo: de epidurale werkt gemiddeld anderhalf uur en die begon tegen 11u15 uit te werken. Ik bellen dus voor nog een “shot” (de knop lag buiten mijn bereik) en dat kreeg ik zonder problemen. Ondertussen nieuw onderzoekje: 7cm ontsluiting en nog een halve cm voor de baarmoederhals nodig dus we waren er nog belange niet. Een half uur later kreeg ik dus plots toch opnieuw te veel pijn: alsof de epidurale niet werkte. Opnieuw gebeld. De verpleegster wou (kon) niet bijdrukken gezien pas gedrukt een half uur er voor en besloot dus om te onderzoeken: en ja, ik had bijna volledige ontsluiting en de baarmoederhals was zo goed als volledig verstreken. De vroedvrouwen waren dus rap weer aan de telefoon met de dokter: ze hadden hem nog maar pas gemeld dat het nog een tijdje kon duren en dus wouden ze hem tegenhouden voor hij eventueel het spreekuur zou sluiten en naar huis zou gaan (in Drongen).

En plots ging het heel snel. Vreselijke pijnen van de kleine die zat te duwen om eruit te komen. Blijkbaar is het normaal dat er een deel niet verdoofd is door de epidurale, het deel waar het hoofdje tegen duwt om eruit te geraken. Ik dus puffen en doen en eerst had niemand het door omdat de weeën al een tijdje niet meer geregistreerd werden (small hiccup). Na onderzoek bleek ik klaar om te bevallen en werd ik in zeven haasten naar de bevallingskamer gerold met ondertussen de boodschap om vooral niet te persen. Het rare was dat ik eigenlijk helemaal geen persdrang had en ik gewoon pijn had, pijn die ik wel deftig kon opvangen.

Enfin, eens in de verloskamer werden we eerst gevraagd of er een eerstejaarsstudente de bevalling mocht meemaken. Daar hadden wij geen problemen mee. Volgende stap was dat ik even (heel kort) mocht meeduwen met de volgende wee en dat gaf als resultaat dat de vroedvrouw in de gang begon te roepen naar iedereen die het horen kon “dat de dokter moest lopen”: humor.

De dokter was er net op tijd bij voor de volgende wee en met die wee hebben we Anna dan maar op de wereld gebracht.

Supergemakkelijke en -vlugge bevalling dus … alhoewel ze wel een lange aanloop had en het resultaat mag er wezen, al zeg ik het zelf.

Kinderliedjes

i. had het er al over en deze morgen (om 7u10 nog ook begod) schoot mij ook opeens zoiets in het hoofd:

“Er werd een vrouw vermoord
met een gordijnenkoord
ik heb het zelf gezien
het was om half tien
het bloed liep van de trap
’t leek wel tomatensap
haar hoofd lag in de pan
ik kreeg er honger van”

Verder weet ik het niet meer en ik vermoed dat in het stukje hierboven ook een paar foutjes zitten, maar qua lugubere kinderliedjes kan dit wel tellen, nietwaar.

Intuïtie

Zelie was 22 maand toen Louis geboren werd. Ik herinner mij haar in de tijd dat ik zwanger was van Louis.
Zelie was altijd al een redelijk “zelfstandige” baby en kind. Als baby moest ge haar bv. niet zo in typische wieghouding vastpakken. Ze zat veel liever recht op de schouder. Dat zie je aan de foto’s zelfs van in het ziekenhuis: nog geen dag oud en ze wou al recht zitten.

Eens ze begon rond te kruipen was ze nooit een schootjeszitter. Altijd in beweging. Ze kwam wel veel aaikes en kusjes vragen en geven en was zeer aanhankelijk, maar op de schoot blijven zitten: niets voor haar.

Tot ik 8 maand zwanger was. Zo een ommezwaai. Het was alsof ze door kreeg dat er iets fundamenteels ging veranderen en ze wou er nog rap het meeste uithalen. Plots wou ze niet anders dan op de schoot zitten en gepakt worden. Ze wou (bijna) niet meer lopen en bleef maar aan mijn rokken hangen. Wreed raar.

Bij Louis heb ik nooit zoiets gemerkt toen ik zwanger was van Jan. Misschien omdat hij toen toch bijna 3 jaar was en dat ene jaar maakt wel een groot verschil bij zo’n klein kind.
Maar ik krijg nu de indruk dat het bij Jan hetzelfde is. Jan is nu 25 maand en bij hem is het niet zo zeer dat hij meer aanhankelijk is (Jan was altijd al aanhankelijk) maar voor het minste begint hij nu te huilen. Niet zo een hysterisch kwaad geschreew van een kind in zijn “terrible two’s” (al heeft hij nog altijd die periodes ook hoor), maar echt hartverscheurend, indiep droef huilen van verdriet. En ook niet meer willen lopen: altijd gepakt willen worden.

Ik denk echt dat het een soort intuïtie is over een grote verandering die op komst is.

Geheugen

Jan zijn neusje is goed aan het genezen: de korstjes beginnen er langzaamaan stilletjes af te komen. Dit brengt waarschijnlijk het nodige gejeuk met zich mee want hij zit regelmatig aan zijn neus te krabben.

Michel en ik dan (bijna) gezamenlijk: “niet krabben jongen”, waarop Jan zijn standaard antwoord geeft: “neusje pijn edaan, bedje evallen”.

Ik vraag mij af hoe lang hij zich dat zal herinneren? Ik vrees echter, eens hij niets meer voelt aan zijn neus, dat de herinnering ook zal verdwijnen … en dan zal hij wel nog eens proberen uit zijn bed te kruipen zeker.

Terugblik – nummer 2

De saga gaat voort. Tijd om terug te kijken naar de tweede bevalling.

De geboorte van Louis was iets totaal anders dan die van Zelie. Kwestie van totaal geen referentiepunten te hebben kan tellen.

De bevalling van Louis is eigenlijk begonnen minimum zo’n 24 uur voordien. Dat ik het exacte moment niet weet, komt omdat ik toen niet wist dat het eindelijk in gang was geschoten.

Ik was uitgerekend voor 11 april en had nog een controle bij de gyneacoloog op die dag, hopend dus dat die afspraak niet zou doorgaan. Buiten Louis gerekend dus want hij vond blijkbaar dat hij goed zat waar hij was en toonde nog geen enkel teken om eruit te komen.

Voor de eigenlijke afspraak eerst nog een half uur aan de monitor (standaard eens je je datum bereikt hebt) om te zien of de baby het nog goed doet. Alles bleek in orde. Daarna naar de afspraak en bevestiging gekregen van de gyneacoloog: nog niets van opening en de baby was eigenlijk nog niet echt ingedaald.

Frustratie dus. 9 maanden wachten is al lang genoeg. Als je dan over datum gaat wordt het alleen erger. Moedeloos terug naar huis dus en het wachten voortzetten.

De dag erop kreeg ik voorweeën. Dat zeg ik nu gezien ik nu weet dat het voorweeën waren, maar toen wist ik dat niet en dus gedurende die donderdag 12 april kreeg ik zo heel af en toe een vaag gevoel van “maandstondenkrampen” oftewel dus voorweeën. Geen aandacht aan besteed. Het was ook maar om de zoveel uur en pijnlijk was dat niet. Ondertussen was ik de harde buiken ook al gewoon dus negeerde ik het gewoon.

’s Nachts een aantal keer wakker geworden van die voorweeën (weet ik nu dus, maar toen niet: ik kwam nogal verward wakker met een vaag gevoel van dat er iets raars was, maar ik kon mijn vinger niet op het probleem leggen en dus sliep ik maar rap weer in).

Vrijdagvoormiddag begonnen die voorweeën mij wel op te vallen. Rond een uur of 10 ’s ochtends kreeg ik door dat het 1. voorweeën waren (ik had er over gelezen) en 2. dat ze toch wel zeer regelmatig kwamen: zo om de 20 minuten. Eindelijk begon ik er aandacht aan te besteden en tegen 12 uur kreeg ik die voorweeën zo om de 5 minuten.

Zeer bizar, dacht ik, dus het hospitaal gebeld om te weten of zij mij iets meer konden vertellen: “nee madam, zeer raar, nog nooit van gehoord. Weet ge wat: komt binnen, dan leggen we u aan de monitor en we zullen dan eens kijken.”

Michel dan maar gebeld (hij werkte toen gelukkig bij ons achter de deur) die dan afkwam. Philippe (Michel zijn broer die toen heel handig eventjes voor de gelegenheid bij ons ingetrokken was) voerde ons naar het ziekenhuis waar ik in een piepkleine ruimte werd gestationeerd (niets van plaats in één van de vele arbeidskamers: sinds woensdag was er blijkbaar een babyboom aan de gang) en aan de monitor gelegd. “We zullen binnen een half uurtje eens komen kijken”, kreeg ik nog als afscheid van de vroedvrouw.

Dat half uurtje werd een uur en ondertussen bleven die voorweeën maar voortduren. Tegen 13u kwamen ze om de 2 minuten. Zeer oncomfortabel maar helemaal niet pijnlijk. Toen de vroedvrouw dus eindelijk kwam kijken bevestigde ze wat ik al gezegd had: voorweeën, geen weeën, zeer regelmatig en ze vond het raar. Ze ging er mijn gyneacoloog bijhalen “want hij was hier toch net bezig met (nog) een bevalling” om eens te kijken en te zien of en wat er eventueel moest gebeuren.

Toen de gyneacoloog om 13u30 eindelijk kwam kijken had ik nét mijn eerste wee gehad: joepie! Hij heeft dus de vroedvrouw erbij gehaald en ik werd naar een arbeidskamer verhuisd. De volgende wee kwam direct een paar minuten later en de volgende wee nog eens 5 minuten later. Blijkbaar waren die voorweeën een goede voorbereiding geweest.

Eenmaal op de arbeidskamer direct een epidurale laten zetten om dan op mijn gemak te kunnen wachten op het verdere verloop.

Als ge nu denkt dat deze bevalling vlot ging, vergeet het. Louis reageerde slecht op de epidurale. Van een sterke hartslag van rond de 150 slagen/minuut ging hij naar 98 slagen/minuut. Voor de mensen zonder referentiekader: er wordt altijd gezegd dat de hartslag van de baby boven de 100 slagen/minuut moet blijven.

Ondanks de geruststellingen was ik toch ongerust.

De verdoving die in mijn lijf zat konden ze er niet uit krijgen maar ik mocht het vergeten om “bij te spuiten”: te veel risico voor de baby. Gelukkig bleef Louis goed reageren op de weeën (bij elke wee ging zijn hartslag omhoog tot zo’n 130 slagen/minuut) en, werd ons gezegd, zo lang hij reageert op de weeën was er niets om u zorgen in te maken.

Het ging wel zeer goed vooruit. Eerst leek het van niet: toen ik binnengebracht werd in de arbeidskamer had ik al ontsluiting van zo’n 6 cm, maar een uur later had ik nog steeds maar 7 cm. Die controle gebeurde rond 14u30. Vijf minuten later voelde ik een rare druk: alsof ik moest persen. Het gevoel was duidelijk (de epidurale was aan het uitwerken) en ik belde dus de verpleging. De vroedvrouw controleerde en stelde vol verbazing vast dat ik op die 5 minuten tijd wel volledige ontsluiting had en klaar was om te bevallen. Ik werd in zeven haasten naar de bevallingskamer gerold, de gyneacoloog werd opgebeld en eens daar moest ik direct beginnen persen, zonder gyneacoloog aanwezig.

Vlak voor de tweede persing kwam de gyneacoloog er ook bij. Met maar een halve epidurale meer voelde ik meer dan genoeg pijn. Ik lag te daveren op de tafel, maar blijkbaar was dat normaal (“van de shock madam”) en een goede vijf minuten nadat ik de bevallingskamer was binnengerold, slechts twee keer moeten persen, lag Louis op mijn buik. 14u40: Louis was die dag, vrijdag de 13e, de 13e baby die geboren werd in het AZ Sint Lucas.

Louis bleek 100% in orde: perfecte apgar score, direct wenen, dus geen gevolgen van de epidurale.

Ook geen complicaties nadien (noch voor hem, noch voor mij). Een uur na de bevalling liep ik al rond.

De eerste nacht, wegens de enorme drukte van de laatste dagen, heb ik nog een kamer moeten delen met de mevrouw die baby nummer 15 van die dag op de wereld had gezet (die mevrouw was bijna in de lift bevallen: we hebben haar zien binnenrijden in een rolstoel, onmiddellijk naar de bevallingskamer en, ik overdrijf echt niet, 10 minuten later lag ze in een bed op de gang bij mij) en de dag daarop kregen we onze eigen kamer.

Ik moet zeggen, de ervaring van een kamer te delen met een andere vrouw en baby is voor mij niet voor herhaling vatbaar. Niet dat die vrouw en baby lastig waren, integendeel, maar ik geef toch de voorkeur aan het alleen zijn na een bevalling: elke storing is toch een echte storing.

To be continued …

PS: de commentaar van Huug deed met aan nog een detail denken.

De geboorte verliep zeer vlot maar ik was vergeten dat het niet zo vlot ging met de nageboorte: die wou er niet uitkomen.

Resultaat: uiteindelijk is dr. gyneacoloog er met gans zijn hand (en stuk arm) moeten ingaan om “den boel” eruit te schrapen met zijn vingers. Ik kan u verzekeren: aangenaam is anders. Maar beter zo dan via een operatie, nietwaar 🙂