Stomp

De wekkerradio loopt af om 6.30u. Er is nog even het einde van een muziekje en dan, het eerste wat ik hoor ‘een busongeval in Zwitserland. Een bus vol kinderen die terugkeerden naar huis. 28 doden waaronder 6 volwassenen en 22 kinderen. 22 kinderen gewond, waaronder enkele in kritische toestand. Het ongeval gebeurde in een tunnel. Meer details zijn nog niet bekend‘.

Het bericht komt aan als een stomp in mijn maag. Ik ken die kinderen niet, maar ik voel het aan alsof het mij kon overkomen zijn. Jan ligt naast mij in bed (hij was net voor het aflopen van de wekker in bed gekropen wegens nachtmerrie) en ik pak hem eens goed vast. Omdat ik het kan. Omdat ik de troost van zijn warme lijfje nodig heb. Omdat hij er wel nog is.

Ondertussen allemaal berichten op tinternet. Medeleven met de familie, verslagenheid en een link naar de blog van die kinderen. Over hun belevenissen op skireis … en ik begin spontaan te wenen. ‘Tot morgen of woensdag‘ schrijven ze. Voor 22 onder hen zal dat niet meer zo zijn. Het is hartverscheurend.

Veel sterkte aan de familie, vrienden, kennissen en klas/schoolgenoten.

Van huilen en lachen

Het is zo stom hoe kleine dingen mij soms zo volledig uit mijn lood kunnen slaan.

Vorige week weigerde mijn droogkast opeens nog te drogen. Niet de leukste beslissing voor een droogkast, dus riep ik de hulp in van de leverancier en die zou vandaag komen.

Een klein probleem dat vandaag zou opgelost worden, dus maakte ik mij daar niet teveel zorgen in en stelde ik het wassen even uit.

Deze morgen was meneer de technieker hier mooi op tijd, zoals gezegd. Met zijn apparaten aan de machine, geen foutmelding te vinden (dat had ik ook al kunnen zeggen), voor de zekerheid geherprogrammeerd en het zou in orde moeten zijn, maar moest er nog iets zijn, moest ik maar bellen. Dus begon ik weer te wassen.

Deze namiddag viel opeens mijnen euro dat de eerste was eigenlijk toch al gedroogd zou moeten zijn en zou hij dus effecitief ook droog zijn? Controle en lap, het was weer van dat: het programma was nog steeds niet afgelopen wat dus inhield dat er nog niets gedroogd was. Programma afgebroken en ik kreeg gelijk: na meer dan anderhalf uur draaien was de was nog steeds nat.

Telefoon opgepakt en nog eens gebeld naar de leverancier. Zij hebben onmiddellijk Miele gebeld en volgende week komt er iemand van hen kijken. De boel is gelukkig nog onder garantie, maar dat maakt mij weinig uit: er moet absoluut gewassen worden en dus wil dat zeggen dat ik de komende dagen overal was ga liggen drogen hebben in huis.

En toen had ik zin om een potje te janken.

Poezenissen

Gisteren, net toen we de deur uitgingen, kwamen we mijn buurman tegen. Hij had een gevonden poes in zijn armen en vroeg aan mij of ik soms wist van wie ze was. Indien niet: kon ik haar opvangen want hij zou allicht moeten gaan werken, had zelf een (oude) kat en een hond en voor hem was het dus niet mogelijk om de poes te houden.

Het beestje was jonger dan Nephthys, wreed mooi en ongelooflijk lief, maar met de situatie hier thuis tussen onze twee katten zag ik het echt niet zitten om nog eens extra gevecht erbij te hebben. De buurman is dan maar een poezenbox gaan halen bij hem thuis, heeft de poes erin gestoken en is verder gaan rondlopen en aanbellen in de buurt om te vragen van wie ze was.

Een verlaten katje

Verder er niets meer van gehoord tot ongeveer half zes vanavond: plots hoorden we gemiauw op straat. Toen ik uit het raam keek stond de poezenbox, inclusief poes dus, voor de voordeur van onze buurman. Hoe was dat gebeurd? Een groot raadsel. Buurman bleek niet thuis, dus hij had haar daar niet gezet.

Ik moest een boodschap doen en hoopte dat, tegen dat ik terug thuis was, de buurman al thuisgekomen was en hij de poes had binnen genomen, maar op dat vlak had ik geen geluk: toen we terugkwamen stond het beestje nog altijd voor de deur. Het was ondertussen wel opgehouden met miauwen en had zich zo goed mogelijk in haar box genesteld.

Net toen we thuiskwamen stopten voorbijgangers bij de poes en vroegen van wie ze was. Ik legde de situatie uit en zei dat, als ze wouden, ze haar gerust mochten meenemen. Eén van hen zei dat hij eerst iets ging afzetten thuis en zou terugkomen, en of wij er ondertussen zouden willen naar kijken. Opgelucht zei ik dat ik dat uiteraard zou doen, maar jammer genoeg kwam de man niet terug.

Om zeven uur zijn we naar binnen gegaan om te eten en daarna zijn de kinderen op hun gemak naar bad en bed gegaan. Toen ik om half negen Anna en Jan in bed stak stond het beestje nog buiten en was het herbegonnen met miauwen. Nadat die twee in bed zaten ben ik dan eerst het beestje een beetje eten gaan geven vooraleer Zelie en Louis bedklaar te maken.

Een 20 minuten later mochten de twee oudsten gaan slapen en net toen ze naar bed zouden gaan hoorde ik weer geluid op straat. Geluid als in mensen die stonden te praten tegen de poes. Weer eens naar buiten gekeken ik zag een man en een kind. Door het raam nog eens de uitleg gegeven dat de poes mee te nemen was door mensen die haar een goed thuis wouden geven. Ik wou nog naar beneden om meer uitleg te geven, maar eerst moesten Zelie en Louis gaan slapen. Tegen dat ik beneden kwam was de man en het kind weg … en de poes ook.

Een beetje verder in de straat waren de buren nog buiten en stonden ze te praten met een vrouw die ik ook gezien had toen de man en het kind bij de poes stonden. Ik ben dus op mijn pantoffels gaan luisteren wat er gebeurd was.

De feiten: de poes had geen eigenaar. Mijn buurvrouw, die een winkel heeft op de Ottogracht, heeft gisteren gezien hoe de ‘baasjes’ van de poes haar gewoon dumpten op de stoep en wegreden. Buurvrouw had haar opgepakt, maar zelf twee katers hebbende kon ze het kattinnetje niet houden. Buurman passeerde en nam de poes over. Blijkbaar moet hij het verkeerd verstaan hebben en dacht hij dat ze verloren gelopen was. Hij probeerde dus haar thuis te vinden en ging in de buurt huizen afbellen met de poes in de hoop haar baasje te vinden.

Gisteren heeft hij haar kunnen achterlaten bij een vrouw, maar blijkbaar had zij er te veel last mee en kreeg ze klachten van haar huisbaas. Dus kon poes niet blijven en bracht zij ze terug naar de buurvrouw met de winkel. Buurvrouw kon haar dus ook niet nemen en blijkbaar heeft de vrouw de poes dan maar teruggebracht naar buurman. Buurman was niet thuis, dus heeft ze poes maar achtergelaten op de drempel.

De mensen die de poes meegenomen hebben denken niet dat ze ze zelf kunnen houden MAAR ze denken dat ze iemand kennen die haar wel kan in huis nemen. Ze zullen ons op de hoogte houden, zeiden ze.

Dit verhaal kan dus nog een staartje krijgen. Hopelijk is het een vrolijk staartje.

Staartje:

18u45 deze avond, 3 augustus: Zelie komt binnen gelopen. Er staat een madam met het poesje van gisteren buiten. Of ik even wil komen.

Ik dus naar buiten en effectief, de mevrouw die gisteren het poesje had meegenomen voor haar vriendin staat er terug, mét poes. De vriendin was plots zwaar ziek gevallen en kon er de zorg voor een poes niet bijnemen. De mevrouw is gans de buurt gaan aflopen op zoek naar een thuis maar had geen geluk. Dus stond ze hier weer. Ze wist dat wij de poes niet konden nemen, maar wou ons op de hoogte brengen van de situatie. Ze had ook de poezenboot gebeld, maar daar was geen plaats. De schrik stond in haar ogen te lezen dat het poesje misschien naar het asiel zou moeten en worden afgemaakt.

Buurjongen K., die eigenlijk gisteren al probeerde zijn ouders te overtuigen het poesje in huis te nemen, is in vliegende vaart naar huis gelopen om te vragen of de poes nu wel mocht blijven. De mevrouw en Zelie erachteraan. De mevrouw had gezegd dat het een ongelooflijke lieve en gehoorzame poes was: slechts één keer iets moeten verbieden en ze stopte er onmiddellijk mee. En ze is zindelijk: ze ging onmiddellijk in de kattenbak.

Een half uur later komt Zelie terug: de poes mag bij K. en ouders blijven. Eindelijk een thuis gevonden. Joepie!

Panne

Door een aantal maanden niet thuis te zijn was het contact met mijn familie er een beetje bij ingeschoten. De kinderen waren ook al een tijdje aan het zagen om nog eens bij tante Sofie en pepe te gaan en dus gingen we een namiddagje bij mijn zus gaan.

Het kwam hier ook goed uit want Michel moest iets uitleggen ivm Het Project aan een aantal mensen, en dat lukt altijd een beetje beter als er geen vier kinderen rondlopen die je constant onderbreken 🙂

Het eerste teken dat er iets niet in orde was met de auto was het feit dat, toen ik de passagiersdeur opende, de andere drie deuren niet opengingen.

Toen de kinderen instapten merkte ik dat het lichtje achteraan in de auto nog brandde en toen wist ik het: ik rende naar de bestuurderskant en probeerde de auto te doen starten en ge raadt het: niets! Noppes! Nada!

Platte batterij.

Even gedacht of we mensen kenden in de buurt met startkabels, maar voor zover ik weet is dat niet het geval. Dan maar Touring gebeld.

Ondertussen waren hier de mensen toegekomen voor Michel zijn ding, waaronder mevrouw Onnozelheid zelve. En wat bleek toen ik vertelde van mijn batterij: zij had startkabels in haar wagen bij.

Jippie-jee! Onmiddellijk Touring afgebeld (en daarmee 228 € uitgespaard) en met mevrouw Onnozelheid de auto opnieuw proberen opstarten.

En ge raadt het nooit: twee vrouwen die geen yota kennen van auto’s hebben mijn wagen weer aan de praat gekregen.

Eerlijkheid gebiedt te vertellen dat de wederhelft, meneer volume 12 en P. ook komen kijken zijn, maar dat was dus om te kijken want de kabels waren toen al lang correct geplaatst.

Chaos

Er is vooral chaos in mijn hoofd. Ik weet niet goed wat eerst te doen en hoe.

Het huis geraakt langzaam maar zeker opgeruimd, maar werk dat er is. Werk.

Gisteren van ongeveer half drie in de namiddag tot half één ’s nachts gekuisd, gesorteerd en geruimd, met hulp van mijn schoonmoeder (één uit duizend, dat mag dubbel en dik gezegd worden). En eigenlijk, niet ik maar zij heeft zolang gewerkt, zonder ophouden.

Ik heb (weliswaar noodgedwongen) een ‘pauze’ ingelast van een drietal uur: rond half zes kregen we telefoon dat Anna al een hele tijd aan het wenen was en niet wou eten en dus ben ik eerst met haar naar de dokter moeten gaan.

Eens alle kinderen (eindelijk) sliepen ben ik terug naar ons huis gegaan om verder mee te helpen.

Resultaat tot nu: de bureau/speelkamer is volledig opgeruimd en opgekuist. In de keuken is de helft van de oppervlaktes gedaan, maar alle ‘brol’ die in de bureau stond staat nu nog te wachten in de keuken om gesorteerd en weggezet te worden.

Ofwel deze namiddag, ofwel vanavond (afhankelijk van de kinderen een beetje) terug dus om af te werken: morgen hebben we een feestje thuis en dus zal het doordoen zijn tot het klaar is.

Oh ja, en tussendoor moet ik nog het eten voorbereiden voor morgen en taarten bestellen/zoeken/maken.

Chaos dus. Zieke kinderen komen nooit gelegen 🙁

Opluchting

Deze avond rap eens gepasseerd thuis: nog een aantal zaken vergeten en de kat moest ook nog eten krijgen. Ondertussen kon ik ook eens kijken naar wat de werkmensen vandaag gedaan hadden en hoe ons huis erbij lag.

Een golf van opluchting ging door mij. De mannen hebben de boel nog een beetje meer samen gezet en alles grondig afgedekt met zeer dikke plastic. In de living is er niet alleen plastic over alle dingen, rond de ruimte waar ze moeten de herstellingen doen is zelfs een volledig plastic gordijn opgehangen: dubbele bescherming dus.

One (day) down, x to go.

Blèrgh

Gisteren zijn we dus verhuisd naar Michel zijn ouders, voor de komende drie, vier (vijf, zes, …?) weken, wegens de leuke werken die ze zullen doen.

Gisteren de hele dag dingen verhuisd en gesorteerd in het huis, want op de eerste verdieping moest de hele kant waar de werken moeten gebeuren vrijgemaakt worden. Van ’s ochtends vroeg tot ’s avonds laat over en weer gelopen en dingen versleurd. Er zijn weer drie vuilniszakken gevuld, een paar dozen papier bijgekomen (en ze waren net het papier komen ophalen, tss) en ik heb drie grote zakken kleren om weg te geven aan de ‘arme menskens’ (allemaal in goede staat maar gezien wij ze zelf niet meer aandoen …). Net als het ventje een beetje kapot nu.

Ondertussen ook ontdekt dat we (weeral) schade hebben van de werken bij de buren, wat minder leuk was, maar beter nu ontdekken dan wanneer het te laat is.

En eigenlijk ben ik over het geheel relatief ontmoedigd, want dit is eigenlijk nog maar peanuts: gewoon een paar dingen verslepen naar de andere kant van de kamer en het is in orde. Maar wat er nog later moet gebeuren is minder, zoals bv. een nieuwe vloer leggen op de eerste verdieping hetgeen betekend dat die verdieping eerst VOLLEDIG vrijgemaakt zal moeten worden. Wij hebben daar geen plaats voor om dingen van een verdiep ergens anders te plaatsen. Pfff. Zucht.

Wat ik ook niet zie zitten is binnen een paar weken terugkomen en de ‘ravage’ zien, want toegegeven: hoe proper de ‘werkmensen’ ook zijn, vuiligheid is er altijd achteraf.

De volgende weken zal ik proberen er mij zoveel mogelijk van te distanciëren, mij niet opjagen in dingen die toch moeten gebeuren, en achteraf wel zien hoe en wat het resultaat zal zijn.

*zucht* (nog eens)