Bed

Jan heeft een nieuwe stap gezet: zijn spijlenbedje heeft hij afgestaan aan zijn zusje en sinds vanavond slaapt hij in zijn eigen grote bed.

Gisteren had ik hem er nochtans over gesproken en hij was categoriek: ‘Nee! Jan in kleine bedje. Niet grote bed.’ Hij was in het geheel niet te overtuigen. Maar misschien had het er mee te maken dat hij ook doodmoe was na een lange schoolweek.

Vandaag het onderwerp weer aangekaart en deze morgen weigerde hij nog steeds. Anna mocht niet in het kleine bed want dat was zijn bedje.

Niet meer verder aangedrongen en deze namiddag ben ik dan gewoon begonnen het bed ineen te steken. Jan was nieuwsgierig naar wat ik ging doen en hij liep mee naar boven om te kijken. Hoe langer hij keek en zag dat al die planken een heus bed werden, hoe enthousiaster hij werd: zijn grote bed werd gemaakt. Hij kon op de duur niet meer wachten om erin te kruipen.

Vanavond was dan het grote moment aangebroken: zou hij nu effectief in het bed willen slapen of niet? Maar absoluut geen probleem hoor. Rap naar boven, onmiddellijk in het bed gekropen, zelfs geen tijd om eerst naar zijn verhaaltje te luisteren. Hij is er dan toch nog maar even uitgekomen om naar zijn verhaaltje te luisteren, maar eens dat gedaan was kroop hij zo rap mogelijk in zijn nieuwe, grote bed.

Michel heeft een hele resem foto’s getrokken (die ten gepaste tijde wel op zijn flickr account zullen komen) van het hele gebeuren en dus, per uitzondering, was hij de laatste om hem goedenacht te wensen en ik was dus een beetje bang van een uitgestelde reactie, maar niets hoor. Eens de deur dicht hebben we hem niet meer gehoord.

Ja, ons klein ventje wordt langzaam maar zeker ook groot.

Update: de foto’s zijn er, maar hier toch een favoriet gewoon omdat het de eerste keer is dat Jan eigenlijk zelf onder zijn deken kruipt (in zijn spijlenbedje moest ik het altijd op hem leggen)

Jan in zijn nieuw bed

Drup drup

De kogel is door de kerk. Niet volledig uit vrije wil maar eerder door omstandigheden.

Waarover het eigenlijk gaat? Wel, deze morgen heeft Anna haar laatste fles borstvoeding gekregen. Ik had mijzelf het doel gesteld haar enkel moedermelk te geven tot ze één jaar zou worden, maar dat is dus niet gelukt.

De laatste weken ging het al niet te vlot maar met Anna ziek te worden vorige week en haar eetlust die de mist inging is het ook de mist ingegaan met de aanmaak van melk. Sinds vorige woensdag kwam Anna dan ook opnieuw wakker elke nacht en toen ze vorig weekend nog steeds wakker werd, ook al was ze niet echt ziek meer, begon het te dagen: ze kreeg ’s avonds niet meer genoeg te drinken. Overgeschakeld op een flesje en presto: weer stille nachten.

Dus heb ik besloten om niet meer tot het uiterste te gaan om de productie weer op gang te brengen maar over te schakelen op poedermelk.

Anna maakt er gelukkig niets van: ze drinkt even gretig van haar nieuwe melk als van moedermelk. Ikzelf moet er evenwel nog een beetje aan wennen. Vandaar nog geen cold turkey: na haar flesje ’s avonds zal ze nog mogen drinken tot het niet meer mogelijk is. Een toetje, laten we zeggen.

Kleur

Naar het schijnt komt kleurenblindheid meer (of zelfs eerder) voor bij jongens dan bij meisjes.

Bij Michel in de familie zijn er enkele mannen met (rood-groen) kleurenblindheid. Michel is het niet maar toen Louis kleiner was en het was tijd om zijn kleuren te leren had ik wel een beetje schrik dat hij misschien kleurenblind kon zijn. Maar hoe zou ik dat nu echt weten en vanaf wanneer ben je het zeker?

Uiteindelijk heb ik me zorgen gemaakt om niets want Louis ziet alle kleuren zeer goed.

Maar nu is het aan Jan om zijn kleuren te leren en opnieuw maakte ik me zorgen: het is niet omdat Louis het niet is dat Jan het niet kan zijn, nietwaar.

Het lijkt er evenwel op dat het ook bij Jan geen probleem is: hij kent rood al en meestal weet hij ook wat blauw is. Maar tot nu toe heeft hij nog nooit gezegd dat groen bv. ook rood zou zijn: hij ziet er duidelijk een ander kleur in maar kent de naam nog niet goed.

Enfin, Jan is dus ook al weer een stapje groter geworden. Op naar het volgende stadia.

Stabiliteit

Dat heeft Anna onlangs gevonden.

Sinds een paar dagen kon je haar al een beetje loslaten als ze op je schoot zat en gisteren was het definitief van dattem: Anna zat op haar eentje, zonder enige steun, gedurende een heel aantal seconden.

Anna in mijn trekzetel Anna in mijn trekzetel

OK, dat lijkt niet lang, maar als ze zo zit lijkt het wel uren.

Next kruipen en ik denk dat dat ook niet lang meer zal duren. Ze zet zich nu al een week of twee zelf op haar handjes en knieën en wiebelt dan over en weer. Vorige zaterdag heeft ze zelfs twee ‘pasjes’ gedaan en sindsdien onderneemt ze verdere pogingen, maar behalve het wiebelen heeft ze blijkbaar nog veel oefening nodig.

Maandag wordt ze acht maanden. Snif, mijn babytje wordt groot.

Kruipen

Anna is al een tijdje goed aan het oefenen om te beginnen kruipen. Ze zette zich al regelmatig op haar handjes en knietjes en wiebelde over en weer, maar telkens ze wou bewegen viel ze omver.

Zaterdagavond heeft ze dan toch voor het eerst een paar ‘pasjes’ vooruit gedaan op het tapijt in het salon. Moeizaam, maar toch. Toen ze het zondag probeerde op de stenen vloer ging dat dan weer niet.

Nu nog verder oefenen zodat het binnenkort ook lukt op de stenen vloer.

Zwemmen II

We spraken er al een tijdje van om het opnieuw te proberen, om Louis opnieuw zwemlessen te laten volgen.

Een aantal maanden geleden hadden we het al eens geprobeerd, maar Louis was toen nog te bang in het water: niet zozeer van het water zelf want hij gaat dolgraag zwemmen, maar wel om met zijn hoofd onder te gaan. Na een halve les werd dus wijselijk besloten om de lessen dan maar even stop te zetten.

Maar sinds die les heeft Louis zichzelf eigenlijk langzaam maar zeker geleerd om over zijn angst te geraken. Iets wat ik op zich al zeer sterk vind.

Nu, dat is eigenlijk Louis ten voete uit: zelf dingen leren en ontdekken en eens hij het onder de knie heeft pas tonen dat hij het kan. Bij het zwemmen heb ik hem uiteraard bezig gezien (ik laat hem niet alleen in het zwembad), maar hem ‘helpen’ op een of andere manier mocht ik niet en als ik er teveel aandacht aan besteedde dan werd hij terug angstig, dus liet ik hem maar doen en hield hem in de gaten vanuit mijn ooghoeken.

Een paar weken geleden gleed hij plots, zonder enig ‘drijf’middel, van het glijbaantje. Geen angst of niets om met zijn hoofd onder te gaan. Hij ging ook zonder problemen en zonder bandjes over en weer van ondiep naar dieper. Apetrots riep hij mij telkens om te kijken. De tijd was dus rijp om opnieuw een leraar te zoeken.

Voor de herstvakantie ben ik dus met Louis naar een lerares gestapt om te vragen om lessen te krijgen en gisteren kon dat voor het eerst.

Louis heeft er twee weken naar uitgekeken en vertrok gisteren dan ook dolenthousiast. Hij heeft het volle half uur zeer goed zijn best gedaan. Na de les een beetje gesproken met de lerares en zij ziet het volledig zitten. Hij kan blijkbaar zijn bewegingen met zijn benen al (kikker-schaar-soldaat – o.a. dankzij zuslief zou ik zo denken) en wil echt wel leren.

Toen ik na de les vroeg of hij het zag zitten en volgende week wou terugkomen riep hij zeer luid “ja” en begon spontaan blij te zingen.

Binnen een paar weken zal ik dus veel meer op mijn gemak zijn als ik met de vier ga zwemmen. Joepie!

Wreed accident

Ons wreed madam heeft een wreed accident gehad.

Ze heeft ontdekt dat ze van één plaats naar een andere geraakt door gericht te draaien en keren. Ondertussen heeft ze dit volledig onder de knie en geraakt ze exact waar ze wil.

Toen ik vanavond stond te koken kwam Anna naar mij toe gerold. Tenminste, dat dacht ik, maar eigenlijk rolde ze naar het tafeltje net naast het vuur. Ze lag daar met haar armpjes te zwaaien en ik zag er geen gevaar in dus keek ik verder naar het eten, tot ik een afschuwelijk gekrijs hoorde (nog geen seconde later hoor): Anna had een plastic bak, vol papier en dus relatief zwaar, naar beneden getrokken.

Voor zover ik zag was die niet op haar gevallen, dus dacht ik dat het krijsen van het schrikken was. Opgepakt, getroost en na een (kort) tijdje lukte dat.

Pas een vijftal minuten later zag ik de reden van het krijsen. De bak was weliswaar niet op haar gevallen maar wel tegen haar, meer bepaald tegen haar gezicht, net onder haar oogje.

Anna, vermassakreerd door haar eigen moeder!

Een klein wondje is het gevolg en het bloedde een beetje. Ware het niet van het bloed geweest, ik had het niet gezien want het wondje is net in een plooitje. Vanavond stond het errond al een beetje gezwollen. Benieuwd wat het morgen zal geven.

Blazen

De nieuwe ontdekking van Anna: bellen blazen.

Uiteraard zijn het geen echte bellen: zóó ver staat ze nu ook nog weer niet hé. Uiteindelijk is ze pas 6 maand (en twee weken, but who’s counting). Maar ze ‘sputtert’ zo en er komt (nogal veel) zever uit haar mond.

Een normale stap in de ontwikkeling, iets dat ze ongelooflijk leuk vind, maar ze komt een beetje op een ongelegen moment.

Jan zit namelijk ook in een dergelijke fase, maar dan van het bewust ‘spekelen’ (= spuwen, zever uit zijn mond laten lopen, …). Oók al een normale fase in de ontwikkeling maar daar waar je dat bij Anna moet aanmoedigen, moet je dat bij Jan juist afleren.

Een beetje gecompliceerd dus: hoe aan Jan uitleggen dat hij gestraft wordt als hij spekelt maar dat dat bij Anna leuk is?

Hij maakt er (voorlopig?) eigenlijk geen probleem van. Als Anna sputtert zegt Jan tegen mij, met opgetrokken wenkbrauwen en nogal boos kijkend, ‘niet spuwen hé?’. Dan zeg ik braaf dat dat niet mag maar dat Anna nog een baby is en daarmee is de kous af.

Zien of het zo blijft.

Leuk! Leuk! Leuk!

’t Is nu al een tweetal weken dat ik hetzelfde verhaaltje voorlees voor Jan: Musti wordt stationschef. Een boekje van toen ik klein was: zowel mijn zus, broer als ikzelf hebben er onze namen in geschreven. Wreed wijs dat dat dus nog bestaat én dat er nog van genoten wordt.

Maar wat ik wou zeggen. Nu al een tweetal weken lees ik dus elke avond dat ene verhaaltje voor. Niet omdat hij geen ander krijgt, maar omdat hij geen ander wil.

De ene keer zit hij bij mij op schoot in de schommelstoel, de ander keer neemt hij zijn zeteltje en schuift hij het helemaal tegen de schommelstoel en dan zit hij daar met zijn pretoogjes vol verwachting.

En ondertussen zijn we zo ver dat we het verhaaltje samen ‘voor’lezen, en dat is zoooo fijn. Ik begin een zin te lezen en Jan kijkt zo op naar mij om te zien hoeveel ik ga lezen en als ik stop zegt hij de rest van de zin, mét tuut in de mond en een grote glimlach op zijn gezichtje. Fantastisch toch. Zeker als ge er rekening mee houdt dat ik het verhaaltje eigenlijk nog steeds niet van buiten ken.

Als hij het nog een paar weken volhoudt zal hij het verhaaltje verbatim kunnen vertellen en dan mogen jullie komen luisteren 🙂