Jan maakt (ook) sprongen

Het valt soms op welke nieuwe dingen Anna kan dat ik bijna uit het oog verlies dat er hier nog drie andere rondlopen.

Jan zit ook nog volop in de leeftijd van nieuwe dingen leren, verbaal en motorisch dan.

De laatste tijd gaat zijn spraak er goed op vooruit en wordt hij beter en beter verstaanbaar. Wat ook leuk is, is dat je hem nu verschillende keren een woord kan laten uitspreken tot hij het goed doet. Content dat hij is als het dan uiteindelijk lukt. Niet dat hij het dan van dan af goed uitspreekt, maar het is een begin.

Wat hij sinds een tijdje nu ook doet is over ‘mijn’, ‘zijn’, ‘ik’ en ‘gij’ spreken. Hij ziet zichzelf minder en minder als ‘Jan’ maar als een eigen persoontje, ‘ik’ dus. Wreed wijs.

Bijna een belangrijke ontwikkelingssprong niet opgemerkt. Foei, Sandra, slechte mama 🙂

Wie heeft de sterkste wil?

Tja, dat is de vraag hier momenteel: ik of Anna?

Volgend weekend zouden Michel en ik een weekendje samen kunnen doorbrengen. Voor mijnen nieuwjaar heeft mijn schatje mij een gastronomisch weekend kado gedaan en dat hebben we vastgelegd op het laatste weekend voor ik weer moet gaan werken.

Alle kinderen hebben een ‘onderkomen’ gevonden, maar dat zou sowieso geen probleem geweest zijn. Hebben we al gezegd dat we brave kinderen hebben? En het zijn stuk voor stuk hartedieven, dus kandidaten genoeg.

Nu probeer ik al twee weken aan een stuk om Anna te laten wennen aan een fles. Vorige week leek het te lukken. Ik kolfde een 50cc af en dat werd haar dan per fles aangeboden. Het ging zeer traag en niet van harte, maar het ging.

Deze week is madam van gedachte veranderd: ze weigert pertinent. Al drie dagen op rij dat we haar een fles proberen geven en noppes. Krijsen en tieren van de honger maar van de fles drinken: vergeet het.

Vandaag heeft mijn vriendin het gedurende een klein half uur geprobeerd en uiteindelijk heeft ze 20cc gedronken … om daarna weer te weigeren en opnieuw te beginnen krijsen. Uiteindelijk heb ik dus maar (weer) toegegeven.

Nog 7 dagen heb ik om haar van gedachte te doen veranderen of anders wordt ons romantisch weekend met twee een niet zo romantisch weekend met drie, zeker nu Anna ook genen goede slaper is 🙁

Vechten

Anna was weer wakker deze morgen om 6u. Niet omdat ze honger heeft, gewoon wakker.

Ik heb haar dan maar (weer) op haar speelmat gelegd waar ze een beetje gespeeld heeft maar eigenlijk vooral gewoon lag rond te kijken, met kleine oogjes.
Het is nu 7u en ik zit hier nu al een kwartier te kijken hoe ze aan het vechten is tegen de slaap: ze heeft zich op haar buik gerold en haar ogen vielen quasi direct toe, maar om de zoveel tijd probeert ze nog eens haar hoofdje op te heffen, zo van ‘niet plooien’.

Eigenlijk wel grappig, ware het niet dat het niet bijdraagt tot een uitgerust gestel: vannacht weer om de 4u wakker, en ik had er nog zo een goede hoop op nadat ze gisterennacht acht uur geslapen had.

Maar ik geef alleszins niet op. De hoop dan hé.

Maatregelen

Er moeten maatregelen genomen worden: zo kan het gewoon niet verder.

Het is nu 6u50 en ik ben wakker sinds 6u omdat ons jongste madam besloot dat het wel eens goed zou zijn om wakker te worden. Toch voor eventjes want nu is ze weer in slaap gevallen.

Om 6u wakker worden is zo een ramp niet, ware het niet dat ze vannacht om de drie uur is wakker geworden om te eten. Net zoals de vorige nachten.
Ik ben geradbraakt en bijna aan het einde van mijn latijn. Doodmoe en kapot.

Overdag de slaap inhalen is geen optie: Anna slaapt niet echt veel overdag en als ze dan eens een lang dutje doet is het altijd in de voormiddag: juist op het moment dat ik moet koken. In de namiddag mag ik het vergeten.

Misschien de harde methode gebruiken: laten wenen, nachten aan een stuk, tot ze eindelijk doorslaapt. Ze heeft al eens een aantal weken 9u geslapen, dus eigenlijk kan ze het.

Serieus, er moeten maatregelen genomen worden: binnen drie weken moet ik weer gaan werken gedo…

Controle op drie en vier maanden

Net gemerkt dat ik de controle op drie maanden niet gedaan had, dus bij deze:

Anna in haar bed

  • hoodomtrek: 40,5cm
  • gewicht: 6,100 kg
  • lengte: 62,5 cm

Ze kreeg haar tweede spuitje dat ze zonder veel gedoe aanvaardde (twee traantjes en het verdriet was al voorbij) en waar ze, net zoals bij haar eerste prik, niet op reageerde de dag nadien (geen koorts dus). Niets dan lof over onze meid die heel flink was.

De dokter zei toen dat, moest ze niet weten dat Anna maar 3 maand was, ze haar ouder zou schatten door de dingen die ze al kon. Ikke apetrots natuurlijk 🙂

Anna is ondertussen vier en een halve maand. Gisteren was het dus weer tijd voor een bezoekje aan Kind & Gezin.

Anna content in de auto

De metingen:

  • hoofdomtrek: 41,5 cm
  • gewicht: 6,820 kg
  • lengte: 64,5 cm

Ja, ons meiske groeit goed en zit volledig op schema.

Het was ook tijd voor een derde (en voorlopig laatste) vaccinatie en dat heeft ze bijna zonder verpinken aanvaard: pas na de prik kreeg ze door dat er iets gebeurd was en wou ze beginnen wenen maar met een beetje afleiding kwamen er uiteindelijk toch geen traantjes. Zowaar een flinke meid. Vandaag dus in de gaten houden of ze geen koorts maakt, maar de vorige keren kreeg ze ook geen reactie en vandaag ziet het er tot nu toe hetzelfde uit, dus verwacht ik geen problemen meer.

De volgende controle moet nu maar binnen twee maanden.

Gistern ook, opnieuw, de ‘folders’ meegekregen over vaste voeding en ik moet zeggen: sinds Zelie zijn deze geëvolueerd van een folder tot een echt boek. Wreed wijs want niet alleen gedetailleerder maar vooral: met heel veel recepten. Ik ga er mij vanavond eens mee bezighouden om te beginnen lezen.

Toen we thuiskwamen heb ik Anna dan ook voor het eerst fruitpap gegeven. Niet alleen leek het haar te smaken maar ze had blijkbaar ook niet al te veel problemen met het lepeltje te aanvaarden.

En zo zijn we weer een stapje verder in haar ontwikkeling. Volgende maand: groentenpap.

Zindelijkheid

Het moest er eens van komen en ik vond dat vandaag een even goede dag was als een andere: een poging ondernemen om Jan zindelijk te maken.

Het principe zou zijn: de kinderen geven het zelf aan wanneer ze beseffen dat ze naar het toilet moeten. Voordien zou het eigenlijk geen nut hebben.

En effectief, bij Zelie was dat het geval.

Het moet gezegd worden, Zelie had altijd al een ultra gevoelig velletje. Haar pamper diende na élke (en ik bedoel echt élke) plasbeurt ververst te worden of ze had rode billetjes. Na een nachtje slapen kon het heel goed zijn dat haar billetjes tot bloedens toe open lagen. Heel pijnlijk. Heel vroeg zei ze het dan ook al zelf als ze pipi of kaka gedaan had.

Aan ongeveer 2 jaar en 4 maand zei ze dat ze kaka moest doen (dus nog niet gedaan had). Ik trok mijn wenkbrauwen op, nam haar mee naar het toilet en ja hoor: ze deed kaka op het potje. De volgende dag bij de onthaalmoeder voortgedaan: geen pampers meer en op het potje. Ze heeft die week nog een ongelukje of drie gehad, maar in feite was ze dus zindelijk.

Louis was een ander verhaal. Het heeft hem nooit gestoord dat hij een volle pamper had. Geen (over)gevoeligheid van de huid en voor zover ik me kan herinneren ook nooit echt
rode billetjes gehad en zeker geen open wonden op zijn billetjes.

Hij was 2 jaar en 8 maanden toen hij voor zijn eerste longontsteking naar het ziekenhuis moest. Nog steeds toonde hij geen tekenen om zindelijk te worden. Eens hij een beetje “beter” was (zijnde dat hij niet meer voor bijna dood in zijn bedje aan een baxter lag) wou hij uit zijn bed, maar hij mocht niet met die baxter. Zijn oplossing: zeggen dat hij op het potje wou. En ja hoor, tegen dat hij naar huis mocht was hij zindelijk. Er was voor hem dus een serieuse aanleiding nodig om die inspanning te leveren.

Jan zegt nu al ongeveer een half jaar zelf wanneer hij kaka heeft gedaan. Ik had dus goede hoop op een (even) vroege zindelijkheid (als zijn zus dan). Maar neen hoor. Pas de laatste weken zei hij, telkens wij zijn pamper moeten verversen, “bèh, kaka vies” en dus zeiden/vroegen we hem dan telkens of hij op het potje zal gaan. Maar hij had maar één antwoord: nee! Categoriek.

Ik had dus de indruk dat hij eigenlijk wel wist wanneer hij naar het toilet moest maar gewoon te lui was om zelf een inspanning te leveren. Vandaag heb ik dus de knoop doorgehakt: pamper uit, onderbroekje aan en zien wat het gaf.

In de eerste twee onderbroekjes heeft hij een mini plasje gedaan: net genoeg om het broekje nat te maken maar te weinig zodat het op de grond zou lekken. Na het tweede broekje was ik even vergeten hem een vers broekje aan te doen (druk bezig met het middageten). Hij liep dus rond in zijn adamskostuum.

Plots zei hij dat hij geplast had. Apetrots toonde hij het potje en ja hoor, een grote plas in het potje. Zomaar zelf gedaan, zonder iets te zeggen op het potje gegaan. Geen ongelukje of niets.

Wij dus allemaal zeggen wat een flinke jongen hij was en zo, en maar lof geven. Hij glimmen van trots. Zelf zijn potje uitgegoten en gespoeld en teruggezet. Hij vond het blijkbaar zooo leuk, al die proficiats, dat hij er zich direct opnieuw op zette om nog een miniplasje te doen. Zelfde ritueel van proficiat wensen door iedereen, potje uitgieten en uitspoelen en terugplaatsen. Hij heeft nog zo’n 4 miniplasjes gedaan. Zo leuk vond hij het.

Deze namiddag op bezoek geweest bij mijn zus en daar de training voortgezet. Pamper uit, onderbroekje aan en afwachten. Na een tijdje had hij in zijn onderbroekje geplast. Geen drama van gemaakt en gewoon opgekuist maar toevallig opnieuw het broekje niet vervangen. En ja hoor, in zijn blote billen wist hij plots heel goed waar het potje stond en waarvoor het diende. Hij is twee maal op het potje geweest en heeft geen enkel accidentje meer gehad.

Blijkbaar is hij dus klaar voor zindelijkheidstraining, maar nog niet voor een onderbroekje. Maar de eerste stap is gezet en nu is het enkel een kwestie van voortdoen want volgende maand mag hij dan naar school.

Ons Anna

Gisteren is ze vier maand geworden. De tijd vliegt.

Ze groeit als kool en dagelijks zie je haar nieuwe dingen ontdekken.

Grijpen is (zo goed als) geen probleem meer: ze kijkt geconcentreerd naar hetgeen ze wil vastgrijpen, bestudeert haar handjes en doet dan een zeer goede hand-oogcoördinatie om het beöogde object vast te grijpen. Negen op tien heeft ze het vast.

Ze rolt van haar rug op haar buik en terug op haar rug. Niet altijd volledig gewild maar meestal wel, vooral op haar buik draaien.

Haar speelmat is dus een zeer interessante plaats voor haar: er zijn zowel speeltjes boven haar hoofd als op de zijkanten en onder haar. Gelijk hoe ze draait, er valt wel iets te beleven.

Wreed wijs want dat kan haar dan toch een tijdje bezighouden voor ze zich begint te vervelen.

Ze brabbelt soms de sterren van de hemel maar kan evengoed urenlang stil zijn.

Mensen in het algemeen vind ze wreed interessant en (voorlopig toch) ze is helemaal niet vreemd. Ze zit graag op de arm en lacht gewillig naar elkeen die een beetje vriendelijk doet. Om haar te laten schaterlachen moet je gewoon onder haar kin kietelen.

Maar net zoals toen ze nog in mijn buik zat, doet ze eigenlijk maar iets als het haar uitkomt: wil ze niet babbelen dan zal je er ook geen geluid uitkrijgen. En geef je haar iets om te grijpen en ze heeft geen zin, dan doet ze zelfs geen poging en zal haar handje niet opendoen als je het ertegen houdt.

Kortom, ’t is een echt schatje met een volledige eigen willetje.

Trots en stoefen

Zoals alle ouders ben ik trots op mijn kinderen.

Het is zo leuk hun evolutie en vooruitgang te zien en, zelfs als je dat niet echt wil, toch vergelijk je. Bewust, onbewust, maar doen doe je toch.

De eerste vergelijking (voor mij toch) gebeurde met de boekjes van De Bond “Ik word x maand”. Je kijkt naar de ontwikkeling van een gemiddelde baby en vergelijkt wat jouw baby van de opgesomde puntjes wel of niet kan.

Wij zijn altijd al gelukzakken geweest op dat vlak: alle vier onze kinderen deden tijdig (en zelfs meestal voortijdig) wat de gemiddelde baby kon. We moesten ons dus nooit zorgen maken, ook al wordt in de boekjes specifiek gezegd dat die gemiddelde baby niet bestaat.

Waar ik problemen mee heb is zuiver iets aan mezelf. Een kantje van mezelf dat ik eigenlijk helemaal niet wil. Moest ik het kunnen uitknippen, dan doe ik het onmiddellijk.

Want het is één ding om je kind te vergelijken met een gemiddeld, onbestaand, ander kind, het is een heel ander ding om dat te doen met bestaande kinderen. Elk kind is immers zo specifiek en origineel en eigenlijk absoluut niet vergelijkbaar, dat je dat dus eigenlijk niet zo mogen doen.

Is het iets dat ik alleen doe? Ik betwijfel het, maar ik heb er toch een hekel aan dat ik het doe.

Het is me vooral opgevallen dit jaar met Zelie die naar het eerste studiejaar ging. In de kleuterschool is er eigenlijk niet zoveel te vergelijken. De kinderen schilderen en maken knutselwerkjes, ze leren liedjes, maar als ouder krijg je geen rapport om de evolutie van je kind te vergelijken met de andere kinderen.

Sinds vorig jaar zijn er nu de rapporten voor Zelie en kan je beginnen vergelijken en dat doe ik niet altijd op een positieve manier.

Het meest last heb ik om mezelf in te houden als andere ouders zeggen “mijn kind is het best in x” om dan niet te zeggen “het mijne is beter in y” want, ik meen het, ik vind het fantastisch dat dat ander kind fantastisch is in x.

Maar er is altijd die neiging om dan ertegenop te stoefen door te zeggen dat mijn kind beter is in iets anders. EN DAT MAG NIET! Door dat te doen is het alsof het niet belangrijk is dat een ander kind ook (zeer) goed is in iets, en dat is het wel.

Dus bijt ik op mijn tanden en als het moment wel juist is zal ik dan ook wel stoefen dat mijn kind zeer goed is in iets, want uiteindelijk wil ik ook mijn trots tonen op mijn kind, zoals elke ouder zeker 😀

Slaappatroon

Na mijn gejuich na Anna’s feestje over haar goede nachten heb ik mijn enthousiasme weer mogen terugschroeven.

Dat doorslapen was wel twee nachten, maar dat was ook al. De nachten nadien ging ze weer over naar wakker worden na vier uur om uiteindelijk weer zes à zeven uur door te slapen.

Ongeveer twee weken na het feestje begon ze negen à tien uur te slapen. Zalig gewoon: haar tussen 21 en 22u in bed steken en dan gerust zijn tot 6 à 7 uur ’s ochtends. Ze hield dat goed vol tot zo’n vijf nachten geleden.

Is het de warmte? De naweeën van de Gentse Feesten? Of gewoon een (tijdelijke) terugval? Ik weet het niet maar sinds een paar nachten wordt ze weer wakker na zes à zeven uur. M.a.w. ik mag rond 4u ’s ochtends weer uit mijn bed om eten te geven.

Ik hoor nu mensen denken: niet doen. Haar laten wenen. Maar dat zit niet echt in mij. Als een kind honger heeft dan mag ze eten van mijn part.

Op deze theorie heb ik wel een uitzondering op gemaakt hoor een paar weken geleden: Anna werd na vier uur slapen weer wakker en toen hebben we haar laten wenen. Een half uur lang. Ze viel toen weer in slaap … een volle twee uur. Gezien ze toen zes uur geen eten had gehad kreeg ze toen wel. De nacht daarop sliep ze weer negen uur, dus dat was éénmalig. Maar nu duurt het al vijf nachten.

Alhoewel: de eerste vier nachten sliep ze zes uur, gisteren was het zeven uur en een half. Misschien gaat ze terug naar negen uur? Hoop doet leven want ik loop er hier weer meer moe van rond.