Oeps

Er zijn een aantal dingen aan de hand waar ik mij ongelooflijk bezorgd om maak en die dan ook de laatste twee weken serieus aan mijn humeur tornen. Ze zijn negatief en hebben effect op ongeveer elk vlak van mijn leven. Dat ik daardoor tegenwoordig niet altijd vrolijk loop is niet verwonderlijk.

Over Zelie had ik het al. Ding één dus. Het gaat niet slechter en zelfs iets beter, maar veel beter? Ik weet het niet. Ze zegt ergens van wel. Ze probeert het van zich af te zetten en met andere kinderen te spelen. Maar langs de andere kant, als ze dan al twee weken constant van bij het opstaan tot aan het slapen gaan rondloopt met hoofd- en buikpijn, dan denk ik toch dat ze het zich nog genoeg aantrekt.

Het tweede is dus vandaag relatief definitief geworden. Waar we (bijna) vijf jaar geleden al voor gewaarschuwd werden is dus waarheid geworden: een spil in Michel zijnen rug is gebroken. Niet het nieuws waar we naar uitkeken en als ik u zeg dat ik in lichte paniek was vandaag, dan is dat nog een understatement. Enfin, de paniek is nu weg en nu kunnen we alleen afwachten wat de neurochirurg te vertellen zal hebben na nieuwjaar. Doemscenario’s spelen zich al af voor mijn ogen, maar langs de andere kant probeer ik toch positief te blijven. Positief dat hij het gemerkt heeft en dat het dus niet van de ene dag op de andere totaal ineengestuikt is zodat zijn ruggemerg doorgesneden zou zijn (één van de mogelijke scenario’s). Positief dat de breuk boven zijn beschadigde wervels is en niet in het stuk over de wervels. Afwachten dus, dat is de boodschap.

De andere dingen, daar kan ik nog niets over zeggen. Nog te ver in de toekomst om iets concreets mee te kunnen doen, maar desalnietemin dichtbij genoeg om er mij nu al zorgen over te maken.

Niet verwonderlijk dus dat ik er uitgeput bijloop. ’s Nachts een paar keer wakker worden is niet echt goed om u uitgeslapen te voelen. ‘k Heb het ook lastig om naar mijn bed te gaan. ‘k Zie op tegen de nacht en dus blijf ik naar het ene (opgenomen) programma naar het andere kijken tot ik stuik.

Maar het is vakantie. Er zijn een paar zekerheden en, hoe negatief die ook mogen zijn, dat helpt tenminste al om er mij mee te verzoenen. Onzekerheid, dat is eigenlijk het ergste en die is dus weg. Of toch grotendeels. Dus ga ik proberen genieten van de vakantie. Ga ik proberen om mij niet op te jagen in het feit dat den anderen van plan is om die voornamelijk in zijn bed en zijnen zetel door te brengen 🙂 (en jawel, ik weet wel dat dat het beste is)

De plannen? Ik ga helpen koken voor de familie voor Kerstavond, of toch zoveel mogelijk, kwestie dat mijn zus niet alles alleen moet doen op Kerstavond. Ik ga mamie zoveel mogelijk helpen om oudejaar voor te bereiden en gezellig samen te zijn en ga ik vooral genieten van de kinderen en van het samenzijn met hen en onze families.

Een rustige vakantie. We gaan er allemaal geniet van hebben.

Klem

(titel gestolen van hier)

Ik mag dan al in de commentaren schrijven dat ik mijzelf dat afgeleerd heb, zo ’s nachts liggen piekeren. Meestal is dat ook zo. Maar heel af en toe slaat het toch weer toe, dat gevoel van allesoverheersende paniek. Kloppend hart, het zweet dat mij uitbreekt, woelen in mijn bed.

Het is nu toch al vier jaar geleden, maar gisteren had ik het weer zitten. Ik wist het voor ik in bed kroop dat het weinig nut zou hebben, en dus rekte ik het maar om naar bed te gaan: nog een programma hier, nog iets dat opgenomen was bekijken, nog een beetje op de computer prutsen, … Tegen dat het half twee was was ik zo moe dat het nu wel *moest* lukken.

Twee uur later ben ik weer uit bed gekropen en had ik het opgegeven om te proberen verder te slapen. De computer dan maar bij mij in bed genomen en naar House gekeken, de eerste drie afleveringen van seizoen vier.

Om half zes kordaat dan maar de computer weggelegd om toch nog een poging te wagen en het is relatief gelukt: eerst geslapen tot 7u15 en mij dan nog eens gedraaid en geslapen tot 9u.

Kon erger. Hopelijk ben ik tegen vanavond een beetje meer gekalmeerd en kan ik in slaap vallen. Anderzijds: zo geraak ik rapper door seizoen vier van House natuurlijk.

Extra uurtje

Het enige voordeel aan het winteruur: er is een extra uur vandaag en aangezien zondag mijn ‘uitslaapdag’ is komt dat wreed goed uit: geslapen tot half twaalf … oud uur dus, zodat ik nog tijd had om eerst te ontbijten vooraleer aan middageten te moeden denken.

De kinderen hadden dat uiteraard niet door. Meestal slapen ze in het weekend toch minstens tot half acht en uiteraard stonden ze uitgerekend deze ochtend om 7u05 oud uur, of dus 6u05 nieuw uur aan mijn bed. ‘k Heb ze terug naar bed gestuurd, maar het had niet veel effect. Nu ja, uiteindelijk hebben we daar weinig last van want ze zijn oud genoeg om zich voor de TV te plaatsen (jaja, slechte ouders wij) en ons nog een paar uur te laten slapen.

Ondertussen op het gemak dus bekomen. ‘k Ga eens aan het middageten beginnen, zie.

Onrust

Vanavond kon Anna gelijk de slaap niet vatten. Het was wel een volle dag geweest, maar overdruk nu ook weer niet. Ze zit later in bed dan tijdens de schoolweek, maar zo overdreven was het vanavond nu ook weer niet én ze had deze middag een mooie dut gedaan.

Maar toen Zelie een uur later ging slapen lag Anna nog klaarwakker. ‘k Ben er dan maar eventjes bijgeweest om te zeggen dat het nu wel gedaan moest zijn, maar waar dat normaal gezien werkt, had het deze keer geen effect.

Nog een uur later stond Zelie bovenaan de trap. Ze had nog geen oog kunnen dicht doen door haar wakkere zus en ondertussen had Anna ‘pijn’: in haar onrust en woelen was ze waarschijnlijk tegen een spijltje van haar bed gebotst en dus had ze ‘pijn’. Niet dat ze aan het wenen was en tegen dat ik boven was was er uiteraard geen sprake meer van pijn, wel van knuffels en kussen geven aan Zelie en aan mama.

Nog één keer laten begaan onder het mom van ‘ge kunt nooit weten’ maar Zelie heeft toch het zekere voor het onzekere genomen en is dan samen met mij de kamer uit gegaan om in onze kamer te gaan slapen.

Sindsdien horen we haar niet meer. Uiteindelijk, zonder enig klankbord, kan ze niet anders dan opgeven. Maar ik vraag mij wel af hoe lang ze zo nog wakker heeft gelegen.

Slim

Gisterenavond voor de eerste keer sinds eeuwen geluisterd naar mijn lichaam.

Toen ik ’s avonds ‘mijnen klop’ kreeg was ik ervan overtuigd dat het al elf uur of zelfs middernacht was. Toen ik op het uurwerk keek en het bleek pas half tien bleek te zijn verschoot ik mij een ongeluk maar heb ik daar eens de goede conclusies uit getrokken.

Gewacht tot de wasmachine gedaan was (wegens het water nog moeten afsluiten) en om 22u15 zat ik in mijn bedje. Geslapen tot half negen deze morgen.

En of het mij deugd heeft gedaan.

Slaapdrama’s

Anna is ongelooflijk lief. Ondanks haar kuren die ze tegenwoordig af en toe heeft blijft het een schatje met een zeer sterke wil.

Het plezante is dat ik er absoluut mee kan buitenkomen. Ook als ze moe wordt, wordt ze niet echt lastig. Het gebeurd meer dan eens dat, als ik haar ergens meeneem, dat we haar de hele tijd absoluut niet horen. Niet dat ze heel braaf stilzit, maar ze is beweeglijk zonder iemand te storen of iemand lastig te vallen of zelfs de aandacht op te eisen.

Slapen is iets minder tegenwoordig. Dutjes wil ze niet meer doen, alhoewel ze ze nog absoluut nodig heeft. Dus steek ik haar wel in bed en wordt er gekrijst alsof haar het grootste onrecht wordt aangedaan.

Deze middag had ze een nieuwe truuk: mama kaka doen! Maar ze had net kaka gedaan … in haar broek. Want toen ik voor de middag haar pamper moest verversen wou eerst nog op het potje om te plassen (gelukt) en daarna wou ze haar pamper niet meer aan. Na het eten heeft ze haar behoefte dus maar in haar broek gedaan in plaats van iets te zeggen en op het potje te gaan. Dus kaka doen, dat moest ze niet doen, maar plassen misschien wel, dus heb ik haar potje gehaald, Anna uit bed en op het potje met de ‘afspraak’ dat ze daarna dus wel mooi ging slapen.

Even op het potje, geen plas (want die zat ondertussen al in haar pamper) en toen ze eraf kwam en ik haar oppakte om naar bed te dragen fluisterde ze bijna onhoorbaar ’teevee kijken’. Ik heb toen maar gedaan of ik niets gehoord had en gebabbeld over onze ‘afspraak’ en dat ze nu dus flink ging slapen. Linea recta naar haar bed en toen ze merkte dat we niet naar beneden gingen zette ze het weer op een krijsen.

Ik ben dan maar een beetje in haar kamer gebleven tot ze in slaap was gevallen. Misschien niet volgens ‘de boekskes’ maar als ze zo over haar toeren is, valt daar anders toch niets mee aan te vangen. Drie minuten later lag ze al te slapen. Totaal uitgeput dus.

’s Avonds maakte ze ook zo’n drama’s de laatste week: tot meer dan een half uur hield ze het vol om te huilen en protesteren. Maar sinds twee dagen heb ik daar iets op gevonden. Eerder puur toeval.

Toen ik eergisteren een verhaaltje ging voorlezen voor Jan en Anna wouden Zelie en Louis ook meeluisteren. Dus zaten we allemaal samen op bed het verhaaltje te lezen. Toen het afgelopen was gaven broers en zusjes allemaal kusjes en knuffels aan elkaar en tegen dat Anna naar haar kamer ging waren Zelie en Louis al stilletjes naar beneden verdwenen. Toen ik Anna in bed stak (lichten uit, alleen met licht van de gang) vroeg ze ‘Elie slapen?’ en loog ik glashard: Ja. Sssst. Stilletjes zijn hé. Geen kik gaf ze meer. Ze is zonder het gekrijs en protest van de vorige avonden in slaap gevallen.

Gisteren hebben we dan weer hetzelfde gedaan: allen samen naar boven om een verhaaltje te lezen en opnieuw aan Anna gezegd dat Zelie al lag te slapen. Zalige rust als resultaat.

Opgroeiende kindjes: hoeveel ge er ook al moogt gehad hebben, het blijft toch altijd zoeken naar een oplossing voor dat ene kind.

Doorslapen

Er was een discussie over babies die al dan niet doorslapen en vanaf welke leeftijd, dus dacht ik: laat ik mijn ervaringen eens uit de doeken doen. Misschien heeft iemand er nog (eens) iets aan.

Wij hebben dus vier kinderen en maar bij ééntje ervan geluk gehad: Jan sliep door na 5 weken. Doorslapen, dat is dan van 23u tot ongeveer 7u hé, nog geen 12 uur, maar als ouder hebt ge dan zelf wel een goede nachtrust. Jan is geboren 18 dagen nadat Michel zijn rug gebroken had en het was alsof die kleine wist dat hij zich koest moest houden (om het grof uit te drukken), dat een lastige baby het laatste was dat wij op dat moment konden gebruiken. En hij was een ongelooflijk brave baby: slapen en eten de eerste vier maanden en nadien, toen hij actiever werd, bleef hij een zeer kalme baby. Eens hij mobiel begon te worden, en zeker toen hij begon te lopen is dat ongelooflijk omgedraaid. Hij was nog altijd een braaf ventje, maar bijna niet bij te houden van actie. Alsof hij dat eerste kalme jaar moest ‘inhalen’.

Wat Jan wel had was een regelmatige ’terugval’: elke x aantal maanden (ongeveer drie à vier) kwam hij een nacht of drie na elkaar wakker. Alsof hij er zich van moest vergewissen dat we toch nog af zouden komen ‘in geval van’. Maar dat duurde dus nooit wreed lang en echt veel slaapgebrek liepen we er dus niet bij op. Hij heeft dat wel gedaan tot hij ongeveer twee en een half was. Sindsdien slaapt hij mooi door.

Bij de andere drie was dat een pak minder. Van Louis hebben we ook niet echt klagen, maar hij was toch drie maand oud vooraleer hij de nacht doorsliep, maar dan sliep hij ook direct tussen de 10 en 12 uur door.

Zelie was een ramp. Ons eerste kind, een refluxkindje en een hongerlijder. De eerste drie maanden at ze om de drie uur, rekenend van start tot volgende start. Want die drie uur, dat klinkt dan wel veel, maar als ze anderhalfuur drinkt, dan blijft daar uiteindelijk maar anderhalf uur over tussen twee voedingen. Liet ik haar korter drinken, dan was ze daar na een uur terug. Dat kind at niet, die vrat. Uiteraard heb ik getwijfeld over de kwaliteit van mijn moedermelk, maar dat werd gecontroleerd en daaraan lag het niet: het kind had gewoon zeer veel honger. Of misschien, omdat ze regelmatig overgaf had ze vlugger honger, dat kan het ook geweest zijn.

De reflux verbeterde eens ze vaste voeding kreeg en toen ze 6 maanden was was van de reflux nog weinig te merken, maar haar honger verminderde niet. Zelie is tot haar 9 maand ’s nachts wakker geworden om een voeding te krijgen. Vanaf haar vier maanden kreeg ze nog uitsluitend flesvoeding trouwens, dus uiteindelijk bewees dat nog eens dat het niet aan mijn moedermelk lag.

Leuk was (uiteraard) anders: de nachten, toen ze nog reflux had, dat ik met haar door de kamer wandelde zachtjes wiegend en zingend om haar toch maar weer te laten slapen. Maar ook daarna kwam ze gemiddeld nog drie keer per nacht wakker, waarvan tot haar 9 maand dus één keer omdat ze honger had. Laten huilen was effectief geen optie: ik hoorde duidelijk het verschil tussen haar geween als ze ‘gewoon’ wakker kwam (dan gaf ik haar haar tuutje en viel ze na een paar minuutjes weer in slaap) of als ze honger had. Zelfs toen ze geen nachtvoeding meer nodig had, dus na haar 9 maand, kwam ze gemiddeld nog drie keer per nacht wakker. Klop de de dag van haar derde verjaardag heeft ze voor het eerst de volledige nacht doorgeslapen. Toen ik ’s morgens wakker werd was mijn eerste reactie er een van paniek: wat was er met Zelie gebeurd? Rap gaan kijken, maar ze lag daar zo zalig mooi te slapen dat ik direct gerustgesteld was. Sinds die nacht is ze nooit meer wakker geworden.

Van onderbroken nachten en rondlopen als een zombie kan ik dus serieus meespreken. Toen ik zo een paar nachten goed geslapen had kwam ik op een ochtend volledig uitgerust wakker en ik herinner mij dat ik toen dacht: aha! zo voelt het dus om niet moe te zijn.

Anna was ook geen vlugge doorslaper: ze was bijna een half jaar toen ze eindelijk de nacht begon door te doen maar net zoals de andere drie slaapt ze sindsdien mooi haar nachten door.

Voor elk kind was het zoeken naar een oplossing, maar eigenlijk heb ik zo de indruk dat het niet omwille van onze ’truuken’ was dat ze doorsliepen, wel omdat ze er klaar voor waren. Zelie, Louis en Anna hebben ook de periode van ‘verlatingsangst’ doorgemaakt, iets dat ik mij niet kan herinneren bij Jan.

Ongeveer aan 8 maanden opeens beginnen paniekeren als ze naar bed moeten met grote huilpartijen als gevolg. Dat was de enige keer dat ik hen niet uit hun bed nam om hen te troosten, maar er gewoon sussend naast ging staan om duidelijk te maken dat ik er wel nog was, maar dat ze mooi moesten slapen. Dat duurde dan een dag of drie en daarna was het weer voorbij en als ik mij niet vergis, kwamen alleen Zelie en Louis ’s nachts nog eens wakker.

Uiteraard komen ze alle vier af en toe wel nog eens wakker ’s nachts: een slecht droom, een accidentje in bed (nu voorlopig niet meer maar ik bereid mij al voor op Anna), een veel te drukke dag, ziek, … en ik merk dat ik daar nu veel meer last van ondervind dan toen ze wakker werden als ze klein waren. De leeftijd zal mij wel parten spelen maar ook, denk ik, het feit dat ik het niet meer verwacht dat ze wakker worden. Toen ik ‘wist’ dat ze niet doorsliepen had ik daar minder last van omdat ik wist dat ik niet ging kunnen doorslapen. Nu verwacht ik dat ik wel kan doorslapen, dus als dat niet het geval is ben ik ’s morgens des te moeier. Want als ze bv. ziek zijn weet ik dat ik ’s nachts ga mogen opstaan en dan heb ik het niet zo lastig de volgende dag.

Opstaan en moe zijn: er zit uiteraard veel fysische ongemakken bij, maar ook een groot deel geestesingesteldheid. Bij mij dan toch.

Trop is teveel

Het was de laatste weken al hectisch geweest en vorige week was zo’n beetje de kers op de taart, of eigenlijk meer de druppel die de emmer deed overlopen: dinsdagavond weg, donderdagavond, vrijdagavond, zaterdag eerder de ganse dag, … Het resultaat kan u al raden: zondag radikaal gestuikt.

Niet dat het niet leuk was hé maar de leeftijd begint zich af en toe serieus te laten gelden.

De doorslag was eigenlijk vrijdag gekomen. Als lid van het oudercomité was ik van appel vrijdagavond voor het Retoricabal. Van half negen ’s avonds tot ongeveer kwart na drie ’s ochtends heb ik aan de ingang gestaan en samen met de andere leden alles in een beetje goede banen proberen leiden. Het was heel leuk, ongelooflijk druk en tegen dat ik naar huis ging had ik de moeder aller hoofdpijnen dus ge kunt u misschien inbeelden hoe gelukkig ik was.

Maar vier uur later waren de kinderen er al weer: om 9u moest Zelie op de turnles zijn. Jan had geen les en toen we om half elf haar gingen afhalen zijn we doorgereden naar de academie om even te gaan kijken naar de opendeurdag en een klein beetje zelf te tekenen. Daarna huiswaarts, eten en Zelie en Louis naar de scouts, alwaar wij allemaal rond 17u ook moesten zijn voor het jaarlijkse scoutsfeest.

Optredens gekeken (zwakker dan twee jaar terug), chinees gegeten maar vooral: een zeer gezellige avond doorgebracht met de andere ouders, eerst aan tafel en nadien in de Lounge. Resultaat: de kinderen zaten pas tegen 23u in bed en ik ben er maar onmiddellijk ook ingekropen: totaal uitgeput. De bedoeling was nochtans om na het feest nog naar een verjaardagsfeestje te gaan, maar het lichaam wou echt niet meer mee en dus hebben we met spijt in het hart afgebeld.

Het lichaam protesteerde nog meer toen Anna de volgende ochtend al om 6u wakker werd. Een uur lang heb ik geprobeerd om haar weer in slaap te krijgen maar tevergeefs. Het grote probleem was eigenlijk dat het telkens leek te lukken, dat Anna toch in slaap gevallen leek te zijn. Dus kroop ik terug in mijn bed om er dan weer uit te mogen nét toen ik opnieuw in slaap gevallen was. Na een uur was ik dus geradbraakt en zat ik te huilen op de trap. Gelukkig heeft Michel het dan overgepakt én ook de andere kinderen toen ze wakker werden en heb ik eindelijk een beetje slaap kunnen inhalen: het was half twaalf toen ik opstond.

Voor de rest werd het nog een zeer productieve dag en avond: ongeveer zeven uur strijken, gaan zwemmen met de kinderen en toch nog net niet gekookt (dat zou een beetje van het goede teveel geweest zijn).

De batterijen zijn weer opgeladen en voor de komende weken ziet het er gelukkig een pak minder druk uit. Nu nog zo houden.

Ritmestoornis

Eigenlijk moet ik het al weten en gewoon zijn, maar het blijft mij toch verbazen hoe het afwijken van het ritme soms toch zo’n impact kan hebben op een kind.

Gisteren is het een goed half uur later geworden voor Jan en Anna. Het avondritueel was een beetje uitgelopen en in plaats van om zeven uur was het half acht gepasseerd vooraleer zij erin zaten.

Resultaat: Anna heeft nog ongeveer een klein half uur geprotesteerd in de zin van een beetje wenen, een beetje neuten, weer even stilte, herbeginnen. Anders valt zij als een blok in slaap, dus dat maakt direct een uur minder slaap. Deze ochtend was ze dan ook in een niet al te best humeur en als we er dan rekening mee houden dat ze tegenwoordig al wat kuren heeft, kan dat tellen om het zeer lastig te maken ’s ochtends.

Bij Jan was er aanvankelijk zo goed als niets aan te merken. Hij was al uit zijn bed toen ik hen ging oproepen, heeft zich aangekleed (misschien een tikkeltje trager dan anders), begon wel te neuten omdat hij zijn tweede schoen niet vond … die vlak naast hem lag, maar voor de rest viel het mee.

Maar dan moesten we vertrekken en waren er ‘problemen’ in verband met zijn boekentas, was er ‘iets’ met zijn muts, moest en zou hij mijn hand vasthouden op weg naar de auto (waar hij anders volledig alleen loopt) en eens op school begon hij te wenen dat hij niet naar school wou. Overduidelijk te moe dus.

Vanavond dus zorgen dat ze er zeker op tijd inzitten. Gelukkig zijn er vandaag geen activiteiten. Dus zullen we op tijd aan tafel kunnen zitten, gaan we nog overschot van tijd hebben om in bad te gaan en zullen ze nog op tijd in bed zitten.

Leve donderdag!