Vrije namiddag

Vandaag had ik een vergadering. Deze morgen dan van voorbereiding gedaan zodat ik klaar was tegen 11u.

Om 11u krijg ik telefoon, zoals verwacht. De receptie ging mij immers bellen als mijn vergaderinggenoten zouden toekomen. Maar in plaats van de receptie had ik een onbekende aan de lijn. Hij stelde zich voor als de persoon met wie ik vergadering zou hebben en dat die dus niet zou doorgaan.

De vergadering was afgelast, niet uitgesteld, afgelast, waardoor mijn voorbereidingen voor niets waren. Niet dat ik dat zo erg vond, want dat afzeggen betekende ook dat ik de resultaten van de vergadering niet veder moest uitwerken.

Ik had nog een vrije dag tegoed en dus heb ik die maar aangevraagd. Toch een halve dag.

En in plaats van de namiddag op kantoor door te brengen zat ik gezellig op terras, in de zon. Niet op zo’n onpersoonlijk café terras. Neen hoor: op een zalig privé terras in zeer goed gezelschap. Met een knabbeltje en een koud glaasje rosé.

Zalige namiddag. Zo mogen er nog veel meer komen.

Lentefietsmensen

Ha! Ivan komt ze tegen op straat. Als je elke dag dezefde route neemt zal je ze dan wel herkennen op de duur. Of eerder: herkennen omdat je ze juist niet herkent, de lentefietsmensen. Want de zon komt er door, het wordt een beetje warmer en er zijn een hele hoop mensen die dus hun fiets bovenhalen.

Op mijn route met de fiets, of beter ‘routes’, kom ik geen vaste mensen tegen. Zowel in Gent als in Brugge fiets ik door de stad en vaste pendelaars zie je dan niet echt. Teveel mensen of gewoon dat het telkens een paar minuten vroeger/later is zodat je nooit dezelfde mensen tegenkomt.

Maar dat er lentefietsmensen bestaan, merk ik dan wel weer op een andere manier: aan het parkeren van de fiets. Zowel in Gent als in Brugge staan de fietsenrekken weer bomvol. Overvol. Nog ongelooflijk veel overvoller dan ze sowieso al staan.

Dus het wordt weer aftellen tot aan de herfst, als de lentefietsmensen hun fiets weer zullen opbergen.

Opgeschort

Ik heb de executive decision genomen om deze week niet te fietsen naar school. Na het debâcle met Anna de vorige keer dat het vroor vind ik het niet echt waard om ons leven nog eens te riskeren.

De auto doet dus dienst deze week en als ik kijk wat voor vuiligheid (=ijs) er zoal op de voetpaden ligt en op de plaatsen waar de fietsers fietsen, zijnde dus de zijkant van de baan, ben ik zeer content met mijn beslissing.

Want uiteindelijk liggen de straten in Gent er verder zeer goed bij. Veel heeft het hier niet gesneeuwd, dus is er niet veel last van smeltende-en-opnieuw-aanvriezende sneeuw en als er al problemen geweest konden zijn dan werden die tijdig vermeden met zout (vermoed ik). Geen slippartijen dus meegemaakt en ook geen enkel gezien. Niet dat ik nu op normaal tempo rijd, ik blijf aan een slakkengangetje rijden onder het motto ‘better safe then sorry’, maar problemen heb ik nog niet tegengekomen.

En het moet gezegd: met deze temperaturen en de snijdend koude wind is het toch veel aangenamer in de auto dan op de fiets. Vooral voor Anna is het ook beter. Dat kind zit vooraan op de fiets, stil, en haar beentjes vangen dus als eerste alle weerelementen op, vooral ook omdat die beentjes, in tegenstelling tot de rest van haar lichaam, geen extra bescherming heeft. Bij de vorige koude vlaag klaagde ze dus wel eens van te koude benen en voeten.

Maar beloofd: als het stopt met vriezen kan je ons weer het centrum zien doorkruisen in een mooie, fietsende rij.

Tapijt

Geen plannen voor deze namiddag en Zelie vroeg of we konden gaan zwemmen. Waarom niet, dacht ik zo en zocht de openingsuren van de zwembaden op. Liefst ga ik naar de Rooigem of het Strop, kwestie dat die gemakkelijker zijn met kleine kinderen. De Rooigem was open in de namiddag en rond half drie zijn we dan vertrokken.

Het was net beginnen sneeuwen toen we vertrokken, maar dat had nog geen effect op de staat van de wegen. Op een kleine tien minuten stonden we er dus. Kaartje laten afstempelen en we konden met ons vijfen in het water waar we een klein uurtje gespeeld hebben. Jan heeft al serieuse vooruitgang gemaakt in het water sinds hij zwemlessen volgt en iedereen vond het leuk.

Twee uur nadat we thuis vertrokken waren kwamen we het zwembad weer buiten en alles was inmiddels bedolven onder een sneeuwtapijt. Heel mooi om zien, maar niet zo aangenaam om daarin naar huis te moeten rijden. Iedereen reed aan maximaal 10km/h en als ik moest stilstaan en weer vertrekken voelde ik soms de banden van de auto wegslippen. Meer dan eens heb ik gevreesd dat de auto weg zou glijden, maar uiteindelijk is het gelukkig niet gebeurd. Geen accidenten meegemaakt en ook geen gezien. Oef.

Het resultaat was wel dat het ons een half uur gekost heeft om terug thuis te geraken. Een half uur van spanning en zenuwachtigheid, want in zo’n weer heb ik al eens geslipt met een perte totale als gevolg. Nu, dat ongeval was wel op de autostrade en niet in het centrum van de stad en ik reed ook iets rapper (en neen, ik reed niet té rap), maar toch, telkens ik nu in sneeuw/ijsweer moet rijden ben ik toch niet op mijn gemak.

Maar voor de rest: ’t is daarbuiten wreed schoon om zien, vooral toen ik langs het Groene Valleipark reed en het hele park onder een mooie laag sneeuw lag. Waren we iets beter aangekleed, ik had de auto toch wel even aan de kant gezet om een korte speelpartij in het park te doen.

Hondenweer

’t Is niet echt weer om een hond door te jagen. Nochtans zijn wij er door gegaan. Deze ochtend voor het turnlessen van de kinderen, maar we waren met de auto. Deze namiddag om jassen te halen. Ook met de auto.

Louis en Jan hadden beiden een nieuwe jas nodig. Jan omdat hij voorlopig met Louis zijn oude jas aanliep die bijna volledig versleten is: rits die niet meer gesloten bleef, de bovenlaag van de stof die meer en meer afgesleten geraakt. Niet goed dus met het weer dat volledig aan het verwinteren is. Louis zijn winterjas van vorig jaar is verdwenen: ofwel meegenomen op school, ofwel achtergelaten in het museum toen hij er met school naartoe ging. Hoedanook: genen winterjas meer. Tot nu toe redde hij het met zijn fleece en daarboven zijn regenjas. Goed winddicht, maar toch niet hetzelfde als een echte winterjas. We hadden geluk in de winkel: het was niet veel soeps voor jongens maar na een beetje zoeken hebben ze toch elk een jas gevonden.

Daarna even gestopt bij de schoonouders om naar de collectie wol van mamie te kijken. Anna heeft een prachtig jasje gekregen van mijn vriendin en daar wil ik nu een sjaal bij haken én, als ik een beetje een patroon uit mijn duim kan zuigen, ook een muts.

Terug thuis zijn Zelie en ik aan het koken geslaan: hopen oud brood die moesten omgezet worden in broodpudding. Ik zeg wel ‘Zelie en ik’ maar eigenlijk heeft Zelie hem gemaakt. Recept erbij gehaald en alles zelf afgewogen en gemengd en gedaan. Ik hielp alleen waar het echt nodig was: dingen uit de hoogste kasten halen, het vuur aansteken, alles in de oven steken en eruit halen. We hebben de pudding in muffinvormpjes gedaan en nu hebben we 16 mini broodpuddingskes. Ze zien er lekker en geslaagd uit. Morgen eens proeven.

De rest van de avond is het hier junior Eurosong kijken: Zelie heeft beslist vanavond. Ik ga eens mijn haaknaald bovenhalen en aan de sjaal beginnen want tot nu toe vind ik het genen vetten. Nu, het is dan ook niet voor ‘mijnen leeftijd’ bedoeld en zolang Zelie er plezier aan beleeft …

Weervraag

Toen we deze ochtend in de miezerregen en later gewone regen naar De Panne reden, werd het weerbericht gegeven op de radio: vandaag blijft het droog met zeer plaatselijk een bui. Na de middag zelfs opklaringen. Vanaf ’s avonds regen.

Kijken die mensen nu echt niet uit hun raam voordat ze zulke stommiteiten verkondigen? Of zien ze dat het weerbericht niet klopt, maar hé, het staat op het papierke, dus waarom updaten?

Idioten!

Morgen

Morgen zullen de kinderen goed ingeduffeld naar school gaan: jas, sjaal, muts, handschoenen. You name it, they’ll have it.

Morgen gaan we namelijk allemaal met de fiets naar school. De eerste dag van een nieuwe gewoonte. Want vanaf morgen zal het elke dag met de fiets te doen zijn, behalve op woensdag. Tot nu toe deden we dat al op vrijdag. Nu komen daar dus maandag, dinsdag en donderdag bij.

Morgen gaat Anna ook naar school. Wat betekent dat er een halte minder is bij het kinderen afzetten. Wat betekent dat ik een kwartier win. Wat betekent dat ik geen omtoer meer moet maken om van thuis naar het station te rijden. De twee schoolgebouwen liggen namelijk op een rechte lijn tussen ons huis en het Sint-Pietersstation en dus kan ik vanaf morgen met de fiets naar het station en onderweg de kinderen afzetten.

Morgen zal ik op mijn tanden moeten bijten. Morgen en alle komende dagen. Het voornemen is er wel, maar ik weet dat ik af en toe wel serieus ga afzien. Eigenlijk is de timing niet al te goed: net als het kouder begint te worden en het zoveel aangenamer is om met de auto te gaan. Maar het zal ook wel wennen. Alles went.

Morgen is dus de eerste dag van een nieuwe periode. Ik denk dat ik de komende weken ook wel serieus ga investeren in deftige regenkledij voor mij en de kinderen. Maar dat nog net niet morgen.

Wispelturig

Eigenlijk is het weer hier toch niet te geloven. Weken aan een stuk prachtig weer. De laatste dagen was het wat verminderd, maar gisteren had ik toch nog korte mouwen aan.

Vandaag. Vergeet het. Toen ik deze voormiddag mijn neus buiten de deur stak voelde het bijna aan alsof hij zou afgevroren worden. OK. Ik weet het. Het vroor niet, bijlange niet zelfs, maar na de verwennerij van de laatste tijd was het toch wreed koud.

Dus heb ik de kinderen opnieuw hun winterkleren laten aandoen en ik kan u verzekeren, dat viel niet in goede aarde. Zeker niet toen ze naar buiten keken en de zon nog zo schoon scheen ook.

Tegen het einde van komende week geven ze opnieuw mooi warm weer, maar ik denk niet dat de kinderen zo lang zullen wachten om hun zomerkleren aan te doen. Het minste dat ge er van kunt zeggen is dat het toch echte Belgen zijn: ze kleden zich naar het seizoen, niet naar het werkelijke weer.

Einde vakantie

Niet echt natuurlijk maar zo voelt het gewoon aan.

Vier dagen thuis met dit zalige weer, vier avonden op rij dat wij, en dus ook de kinderen, later dan normaal in bed zaten, en dan komt die laatste dag en moet ge uzelf voorhouden dat het nog lang geen vakantie is, alleen maar een lang weekend.

Maar zo’n fijn weekend: vrijdagavond naar de schoonouders voor de verjaardag van schoonvader te vieren. De kinderen waren uiteraard ook mee. Spaghetti gegeten, taart en fruitsla als dessert en nonkels en tantes als bijkomend gezelschap en dat allemaal buiten op het terras. Het was zeer aangenaam en ik ben iets vroeger doorgegaan met de kinderen, maar we waren nog maar pas tegen half elf thuis.

Zaterdagavond naar de dernière van Loebas. De kinderen bleven slapen bij de schoonouders en zaten dus ook niet op hun ‘gewone schooldaguur’ in bed, maar voor één keer kan dat geen kwaad hé. Wij waren pas tegen half drie terug. Toen de kinderen mij om 5u45 wakker maakten viel dat nogal zwaar, maar dat werd rap opgelost.

Zondagavond zijn we hesp met meloen gaan eten bij de schoonouders: nog eens lekker buiten op het terras, de kinderen die vrolijk rondliepen en uiteindelijk was het weer tien uur tegen dat we thuis waren.

Vanavond dan afgesloten zoals we begonnen: op een terras bij iemand thuis in wreed aangenaam gezelschap. We waren uitgenodigd om kliekjes te komen opeten maar in de plaats daarvan kregen we een uitgebreid buffet voorgeschoteld. Opnieuw was het tien uur tegen dat de kinderen in bed zaten.

Lange, ontspannen avonden maar genoten hebben we alle zes. De drie oudste kinderen hebben nog twee dagen om te recupereren: zij hebben donderdag pas weer school. Morgen een rustige dag met papa thuis en overmorgen bij de schoonouders. Er nu wel voor zorgen dat ze beide avonden op tijd in bed zitten of we sturen donderdag drie zombies terug naar school. Anna mag morgen al terug naar de peutertuin. Morgen zal zij het wel wat lastiger hebben, maar dat zal rap genoeg ingehaald zijn.

Maar zo’n weekends doen mij wel ongelooflijk verlangen naar de grote vakantie. Ik heb weer ouderschapsverlof genomen en in combinatie met mijn ‘gewone’ vakantie ben ik dus weer de volle twee maanden thuis. Als het weer dus zo blijft en met onze families en vriendenkring kan het niet anders dan een zalige vakantie worden.