Thuiswerk

Vandaag mocht ik een halve dag thuiswerken. Een halve dag maar want deze voormiddag moest ik bij de tandarts zijn en zoals wel meer gebeurt in de medische sector kan een afspraak nogal eens uitlopen zodat je, ondanks de afspraak, toch nog mag wachten.

Maar het belangrijkste is dat mijn tand nu weer 100% in orde is: geen ontsteking meer, geen voorlopige vulling. Alles werd gefotografeerd, uitgehold, leeggemaakt, gladgeboord en deskundig opnieuw gevuld en mijn tand is weer zo goed als nieuw.

Het was middag tegen dat ik buiten was en moest ik dan nog vertrokken zijn naar Brugge, zou het dus bijna half twee geweest zijn tegen dat ik weer op mijn bureau was. Aangezien ik om 16u alweer vertrek zou dat een beetje teveel tijdverspilling zijn en dus ben ik maar thuis gebleven. In plaats van anderhalf uur te verliezen met over en weer gereis kon ik dat nu mooi invullen met productief zijn.

En een productieve namiddag is het alleszins geweest. Altijd eigenlijk als ik thuis werk want dan wordt ik niet gestoord door de collega’s met allerhande vragen, of vraagt de baas mij niet om het één of ander na te kijken, of blijf ik niet een tikje te lang kletsen aan de koffiemachine, … Vier uur bijna onafgebroken gewerkt. Een zaligheid en een uitzondering.

Overpeinzingen

De laatste tijd ga ik niet graag meer naar mijn werk. Het is een redelijk interessant werk, maar de rek is er een beetje (veel) uit. De verloning is zeer goed, de collega’s zijn de beste, de sfeer is heel goed, veel vakantiedagen en goede uren, maar het werk steekt meer en meer tegen.

Tot nu woog het positieve zwaar door op het negatieve, maar ik merk de laatste tijd meer en meer dat de balans langs de andere kant aan het hellen is. Ze is nog niet overgeslaan, maar het komt gevaarlijk dichterbij.

Ooit heb ik eens gelezen dat dertigers op een bepaald moment beginnen zoeken naar iets anders, iets nieuws; naar wat ‘ze’ nu eigenlijk willen in het leven. Ik had dat altijd weggelachen: ik wist zeer goed waar ik stond in mijn leven en wat ik wou. Maar nu blijkt daar toch iets van waar te zijn.

Dus ben ik nu serieus zwaar aan het nadenken. Wat wil ik (nog), in mijn leven en dan vooral, in mijn werk? Want mijn privé leven, daar ben ik eigenlijk wel zwaar content van en het probleem met verandering van werk is dat ik dan waarschijnlijk op privé vlak ga moeten inboeten.

Overpeinzingen dus en uiteindelijk zijn er maar twee mogelijkheden: de sprong wagen, mijn leven een nieuwe draai te geven en mij in het onbekende storten, of voortdoen zoals ik nu bezig ben en mij focussen op de (zeer) positieve dingen.

Groen

Op mijn werk zijn ze (eindelijk) ook op de groene trein gesprongen. Vorige maand kregen we een mail waarin stond dat we een attest konden halen om vanaf dan met de trein naar het werk te kunnen komen op kosten van het werk.

Gisteren heb ik mijn nieuw abonnement dan afgehaald: één jaar geldig, volledig op kosten van het werk. Voor de helft van de prijs van mijn maandelijks abonnement heb ik er een abonnement voor De Lijn bijgenomen.

Gesettled voor een jaar dus. Een jaar lang mij geen zorgen moeten maken op het einde van de maand zodat ik mijn abonnement niet zou vergeten vernieuwen (met mijn warhoofd is dat niet uitzonderlijk) én een jaar lang zomaar op alle trams en bussen kunnen stappen zonder te moeten controleren of ik wel een kaartje bijheb.

Mijn fiets staat absoluut niet aan de kant, maar het is wel handig als het zo’n rotweer is als het de laatste week al een paar keer is geweest.

HN

Terug van het nieuwjaarsfeestje/-drink/-dink bij Michel op zijn werk. We keken er eigenlijk allemaal naar uit, ‘allemaal’ zijnde ik en de drie oudste kinderen, want dan zouden we de mensen en kinderen terugzien die we (nog beter) hadden leren kennen in oktober.

Vorig jaar waren we er ook bij, maar toen werkte Michel er nog maar relatief pas en kende ik geen kat. ‘k Heb mij toch goed geamuseerd: ’t zijn allemaal sympathieke en sociale mensen, dus dat compenseert mijn associaliteit wel een beetje, maar het is toch leuker met mensen te praten die je ondertussen als eens meer gezien hebt en waar je al een gedeelde ervaring mee hebt.

De drank en het eten was weer overvloedig en zeer lekker: wraps, lekkere slaatjes, zalm, iets speciaals/aparts voor de kinderen, scampies (allemaal koud) en zeer lekkere (warme) kipcurry en rijst. ‘Uiteraard’ hebben we een deel van de overschot mee in doggy bags.

Deze keer gebleven tot 21u20 maar het heeft toch nog een half uur geduurd voor het doodstil was in de auto en iedereen, behalve de chauffeur uiteraard (ikzelf dus), lag te slapen.

Thuisgekomen eerst Anna naar boven gedragen en in haar bedje gelegd. Gelukkig had ik reeds op de receptie haar pijama aangedaan want ze was met geen stokken wakker te krijgen, wat ook een eerste is.

Daarna Jan naar boven. Die is wel wakker geworden en was niet goed gezind en wou plots absoluut nog eten en iets drinken. Uiteindelijk heb ik hem toch kunnen kalmeren door hem een slokje te laten drinken en is hij braaf gaan slapen.

Dan een derde keer naar beneden om Zelie en/of Louis te halen, maar net toen ik Louis er wou uithalen werden ze allebei wakker. Oef, want nu konden ze zelf naar binnen en boven in plaats van dat ik ze moest dragen. Het was toch half elf vooraleer ze er alle vier eindelijk inlagen.

Dan eindelijk mails gechecked, een paar blogs gelezen, een beetje geschreven en nu is het tijd om zelf ook in bed te kruipen: ‘k ben de vorige twee dagen mooi op tijd gaan slapen dus best deze goede trend doorzetten (geloof mij: half twaalf is ‘op tijd’ voor mij).

Blèh

Morgen terug gaan werken na twee weken vakantie.

Ik weet het: ik ben een ongelooflijke sjansaard want hoeveel mensen krijgen nu zomaar twee weken vakantie kado op hun werk (u leest het goed: ik hoef hiervoor geen vakantiedagen op te nemen), maar ik zie er zo niet naar uit om terug te herbeginnen.

Tegen morgenmiddag zit ik volledig weer in het ritme, daar niet van, maar ondertussen is het overheersende gevoel toch van ‘blèh!’.

Vakantie

Vorige week werd mijn vraag voor verlofdagen goedgekeurd: ik zal thuis zijn met de herfstvakantie. De volledige vakantie. Geen opvangproblemen dus en dat alleen al vind ik zeer leuk.

Het zullen mijn laatste dagen zijn dat ik opneem dit jaar. Alhoewel dat niet wil zeggen dat het gedaan is voor dit jaar: vorige week hebben we de ‘verlossende’ mail gehad van de personeelsdienst dat we dit jaar ook weer de volledige kerstvakantie als extra verlofdagen krijgen: yiha.

Ik heb denk ik toch de beste werkgever ter wereld 🙂

Voorbij

En zo zit mijn eerste werkweek er ook weer op, want ja, op vrijdag werk ik niet hé. Het 4/5den stramien en zo.

Vandaag vroeg mijn collega of ik morgen kwam werken. Het is nu toch al een jaar dat ik 4/5den gewerkt heb, dus zij nam aan dat dat alles was. Ik moest haar teleurstellen: het is tijdskrediet voor vijf jaar. Daarna? Dat zien we binnen vier jaar dan wel.

Het was niet alles, zo na twee maanden opnieuw beginnen werken, en nog minder als je dat moet doen met zo’n kl**te tekst. Twee dagen heeft het geduurd vooraleer ik er weer een beetje inkwam, maar sinds gisteren vlot het weer. Nu maar hopen dat het weekend mijn ritme niet opnieuw volledig afbreekt.

Enfin. Ik ga een beetje van het weekend genieten. Er is veel te doen dit weekend: naar De Site voor Het eerste weekend van september of naar de Prinsenhoffeesten of naar Vlaanderen zingt of naar een fantastische fototentoonstelling of naar het feest van 25 jaar Parkeerbedrijf of naar Oudenaarde en naar de kermis met mijn zus en haar familie en mijn papa. Of van hot naar her hollen en naar alles gaan.

Of gewoon een gans weekend ons opsluiten en ons voorbereiden op de eerste schooldag maandag? Euh… Neeje. Toch maar niet 🙂

Werk – fiets

Het is nu al de derde dag dat ik terug aan het werk ben. Drie dagen. En ik zou het nog echt leuk vinden ook ware het niet dat ik direct met een kl**te tekst opgescheept zit om te verbeteren: lang, moeilijk, veel te controleren en dus gaat alles traag vooruit en hebt ge de indruk dat ge een ganse dag eigenlijk niets gedaan hebt … behalve één tekst … van de 22 die ik moet controleren.

Maar los daarvan is het fijn om terug te zijn. De collega’s zijn nog niet allemaal terug uit vakantie, maar die collega’s waar ik het best mee overeen kom en met wie ik ga eten zijn wel al terug. Na een deugdoende vakantie bij iedereen is de sfeer nog ontspannen en het is dus wel leuk terug te zijn.

Al drie dagen ga ik nu ook met de fiets naar het station, in plaats van met de auto. Want ik moet geen kinderen afzetten op drie plaatsen, dus kan ik de wagen maar best laten staan: goed voor het milieu én voor mijn (abominabele) conditie. Het is maar voor deze week, maar toch.

Telkens ik ’s avonds terug in Gent kom begint mijn hart wel te kloppen van anticipatie: gaat mijn fiets er nog staan? Zal hij ondertussen niet gestolen zijn? Ik heb gelukkig van die felroze fietstassen zodat ik hem meestal al van ver opmerk en dus slaak ik al drie dagen een zucht van opluchting.

Maar gisteren was er wel iets bizars toen ik mijn fiets ging losmaken: ik merkte op mijn achterste spatbord een kleine rechthoekige fluo-oranje sticker op met daarop de tekst ‘gemerkte fiets’. Van de schrik heb ik het er direct afgetrokken

Mijn eerste gedacht was dat een dievenbende het geplakt had: stickertjes plakken en als ge niet reageert dan denken ze dat ze de fiets gewoon kunnen meepakken zonder dat iemand het direct gaat merken. Maar als ik er verder over nadenk, lijkt mij dat toch niet de goede verklaring.

Weten jullie meer?

Fin

Acht volle weken heb ik gehad. Acht weken vakantie. En eigenlijk iets langer want aangezien ik op vrijdag niet werk is mijn vakantie al op 29 juni begonnen. Of is het 28 juni ’s avonds?

Ik ben blijkbaar ook niet de enige die morgen terug aan het werk mag. Ook voor i. is het afgelopen met de vakantie en ergens vind ik dat wel tof zo, dat ik niet de enige ben die na een lange periode terug aan het werk moet.

Nu ‘moet’. Niet dat het mij tegensteekt hoor. Eigenlijk kijk ik er naar uit om terug te beginnen. Want mijn acht weken vakantie waren toch eigenlijk niet echt vakantie. Vakantie in de zin van niets doen en genieten, u nergens van aantrekken en nieuwe dingen ontdekken. Mijn acht weken waren acht weken babysitten en wassen en plassen en van hot naar her gaan. Dus, net zoals i., had ik niet echt een vakantiegevoel.

Niet dat het me stoort hoor. Helemaal niet. Die extra weken ouderschapsverlof die ik opnam, dat was met de zeer duidelijke gevolgen in mijn hoofd. Ik heb mij daar nooit illusies over gemaakt wat dat zou geven, zo twee maanden thuis met vier kinderen.

Het heeft me wel (nog maar eens) duidelijk gemaakt dat ik niet in de wieg ben gelegd om huismoeder te zijn. Dat ik toch een beetje meer intellectuele uitdaging nodig heb dan thuis te zijn met mijn kinderen, hoe graag ik ze ook zie en hoe erg ik ook genoten heb van de afgelopen weken.

Want genoten, dat heb ik wel, ondanks alle het hectische van een huishouden met vier kinderen. Ik weet ook dat ik zou genieten moest het veel langer duren. Dat weet ik immers uit ervaring van toen ik na Jan en Anna bijna een half jaar heb thuis gezeten. Maar ik weet dat dat genieten er is omdat ik weet dat de periode eindig is. Dat het niet blijft duren. Dat aan het einde van die periode (hoe lang of hoe kort ook) mijn werk staat te wachten.

En wat het grootste bewijs is van dat genieten is dat, in die acht weken, er geen enkel vriendje is komen spelen. Niet dat ze niet mochten. Integendeel. Maar we hebben ons zo goed geamuseerd en we hebben zoveel gedaan, dat het in al die weken gewoon niet aan bod gekomen is om vriendjes te vragen. We hebben er zelfs niet aan gedacht. Ik niet, maar de kinderen ook niet.

Misschien dat er op het allerlaatste moment toch nog verandering in komt? Voor volgende donderdag hebben we een vriendinnetje van Zelie op slaappartij gevraagd. Hopelijk kan ze dus komen. En ik denk dat ik morgen de mama van een vriendje van Louis ga bellen om te vragen of dat vriendje op vrijdag mag komen. Zo hebben de twee oudsten alletwee een vriendje voor de laatste vakantiedag.

Morgen terug aan het werk. Het zal deugd doen.