Smeren

Maandagvoormiddag belt vriendin E. op. Of we geen zin hebben om naar de zee te gaan? Zoals in ‘onmiddellijk’.

Euh! Ja wij willen naar zee, maar onmiddellijk zat er niet direct in. Vakantietijd betekent hier dat we eigenlijk pas ontbijten tussen half tien en tien uur en toen vriendin E. belde kwamen we net van de ontbijttafel en hadden we onze pyjama nog aan. Geen probleem echter. Zij moest eigenlijk ook nog een paar dingen doen en dus spraken we een uur later af.

We reden naar Knokke. Er was een stralend blauwe hemel en uit de wind was het lekker warm. In de wind daarentegen. Maar we zaten op het strand in de blakende zon. De kinderen werden van top tot teen ingesmeerd en ik smeerde mijzelf ook in. Maar ik zat in een zetel en was niet echt van plan om daar veel uit te komen (veel te koude wind om rond te lopen) dus vroeg ik niemand om ook mijn rug in te wrijven.

Ondanks mijn voornemens dan toch gaan zwemmen: het was warmer in de zee dan gewoon op het strand te zitten. En zwemmen in de zee vind ik zalig. Beangstigend ook want ge voelt de stromingen en ik ben altijd bang dat ik eens niet terug zal geraken en dus zwem ik nooit ver. Maar zalig ook dus. En dan met de kinderen in het water gespeeld: mijn twee oudsten en de twee van mijn vriendin en hun nichtje. Het was wreed wijs.

’s Avonds enorm geschrokken van het resultaat van een namiddagje zee. De plaatsen waar ik mij had ingesmeerd waren mooi gekleurd. Mijn rug daarentegen. Bloedrood en branden en nu, twee dagen later, voel ik hem nog. Gelukkig heeft het nooit echt pijn gedaan: ik kon er zonder problemen op liggen, maar de volgende keer zal ik niet meer vergeten om te smeren, hoe fris het ook mag aanvoelen.

Zwaaien en waaien

De schilder moest langskomen om een productje op de muur te doen tegen het één of ander, en wanneer dat kon? Want het best zou zijn dat we dan de hele dag niet thuis waren wegens dat dat productje wel serieus stonk.

Vandaag moest Louis op kamp vertrekken. We moesten deze morgen om half elf aan het station zijn en dus, om onszelf te troosten dat we nu maar met drie meer waren (overdag toch), had ik Jan en Anna een dagje zee beloofd: op die manier was iedereen de hele dag de deur uit.

We waren op tijd aan het station om Louis af te zetten en uit te wuiven. Eigenlijk kon ik mij de moeite gespaard hebben, want binnen de twee minuten van toegekomen te zijn was Louis al zo opgeslorpt in de groep en met zijn vriendjes, dat hij al niet meer wist dat wij daar nog stonden. Maar onze trein vertrok later dan zijn trein, dus wat doet een mens dan? Wachten hé en hem effectief uitwuiven toen ze eindelijk naar het perron vertrokken. De wachttijd trouwens nog nuttig ingevuld door met een andere mama te babbelen en direct een lift te versieren voor Louis om naar huis te komen.

Eens Louis weg was, was het dus tijd om mijn ticket te kopen en dan ook te vertrekken en aanvankelijk had ik er nog goede hoop in. In het weer dan. Eens op het perron bleek het overtrokken te zijn, maar droog en uiteindelijk is dat het belangrijkst. Het bleef droog tot ongeveer twee minuten voor de trein binnenreed, en toen begon het te druppelen en eens we op de trein geïnstalleerd waren begon het te gieten … en het heeft niet meer opgehouden.

In plaats van te gaan uitwaaien aan zee, zijn we gaan uitregenen maar ondanks het kl*te weer was het toch een fijne dag. We hebben een aangenaam kleine pizzeria gevonden met lekker eten, daarna zijn we een kijkje gaan nemen op de Mercator. Vandaar naar de vismarkt gewandeld maar wegens dat het slecht weer was was er geen enkele boot uitgevaren en was er dus ook geen verse vis. Niet getreurd: we zijn dan naar de zee gegaan om daar pootje te baden … in onze rubberen laarzen (ik was zo slim geweest om ons die aan te doen). Als kers op de taart zijn we dan nog een ijsje (de kinderen)/pannenkoek (ik) gaan eten vooraleer op het gemak terug naar huis te keren.

Om half zes waren we terug thuis, de jassen volledig doorweekt maar al bij al nog warm en we hebben een goede dag gehad. Vijf minuten later hadden we alledrie onze pyjama, kamerjas en pantoffels aan en konden we ons volledig opwarmen.

Eens Anna in bed lag heb ik mijn kleren weer aangetrokken: even uit het oog verloren dat ik nog een vergadering had, maar tegen dan kon ik er weer tegen en had ik er geen probleem mee om het vuile weer nog eens te trotseren, met de fiets deze keer. Gelukkig was het eindelijk droog toen ik terug naar huis keerde.

Avondzoen

Vanavond stak ik Louis in bed, zoals gewoonlijk, en gaf hem nog een dikkere nachtzoen en -knuffel dan anders. Morgen vertrekt hij ook op kamp en dan zal ik hem vijf avonden niet meer slaapwel kunnen zeggen.

Toen ik er hem op wees, dat het nu de laatste keer was en dan opnieuw binnen vijf avonden, zei hij met een diepe zucht: ‘Ik weet het. En ik kan niet slapen zonder kus’. Ik stelde hem voor dat ik het wel aan iemand van zijn leiding wou vragen, om hem dus een kusje te geven, en vroeg wie ik het zou moeten vragen. Louis dacht na en zei toen ‘Aan niemand. Ik ga het zelf wel vragen’ en dat vond ik nu zo goed van hem.

Anderzijds verwondert mij dat niet. Louis is een stille jongen die soms volgzaam lijkt, maar dat is hij allesbehalve. Hij weet zeer goed wat hij wil en zal alles in het werk stellen om alleen te doen wat hij wil. Alleen doet hij het niet luidruchtig, tenminste, als hij niet emotioneel wordt.

Morgenvroeg vertrekt hij dus ook op kamp. Om half elf moeten we hem afzetten en om mijzelf en broer en zus een beetje af te leiden, gaan wij ook een daguitstapje doen, naar de zee. Een beetje uitwaaien, spelen in het zand, pannenkoek eten op de dijk en ’s avonds uitgewaaid terugkomen (en terwijl wij weg zijn zal hier een schilder aan het werk zijn om onze muur in de living, die beschadigd was door de werken naast de deur, weer in orde te stellen, joepie!).

Einde kamp

Zelie is dus terug van kamp: deze ochtend opgehaald en onmiddellijk doorgereden naar De Zee. Zelie heeft de twee vorige nachten niet al te veel geslapen, maar dat hield haar niet tegen om enthousiast te worden bij het idee van een dagje aan zee.

Aan zee zaten vrienden van ons die hadden gezegd dat we mochten langskomen en we hebben die uitnodiging met beide handen aangenomen: waarom een dagje in goed gezelschap overslaan.

Het was goed. Eerst een beetje op het appartement/studio gezeten en gebabbeld, dan allemaal samen gaan eten, daarna een fikse wandeling waarbij Zelie en Louis het grootste deel ‘gaand’ op het strand geslopen hebben langs de dijk, zodat we hen niet zouden zien. Wreed grappig en soms beangstigend omdat we ze effectief niet meer vonden: ze waren goed! Uiteindelijk weer op het appartement geëindigd voor warme chocomelk.

Ik wou de kinderen vanavond op tijd in bed steken maar dat is niet goed gelukt: de kinderen waren nog steeds zeer actief en niet moe terwijl ik volledig gestuikt ben eens ik thuis was. Ik had echt de energie niet meer om ze in bed te steken, dus heeft dat een beetje moeten wachten, maar het is vakantie, dus ze zullen er niet van dood gaan.

Eindigen op hoge noot

‘It never rains, but it pours’ wordt er wel eens gezegd als de dingen slecht gaan. Dan moet er toch ook zo’n equivalent zijn voor als het goed gaat.

Dit weekend was blijkbaar zo’n weekend waarin alles vlot en aangenaam verliep. Gisteren een aangename namiddag die geëindigd in een zeer gezapige, aangename kletsavond met het onverwacht uitgenodigde, bezoek.

Vriendin E. had vrijdag al gevraagd of wij iets te doen hadden vandaag en zo niet, om af te spreken. Deze voormiddag belde ze dus om concrete afspraken te maken: of we het zouden zien zitten om naar de zee te gaan? Voorgesteld aan de kinderen en ze waren laaiend enthousiast.

Eerst nog in het Huis van Alijn gepasseerd zodat de kinderen ook eens een appel konden eten 🙂 en tegen dat we terugkwamen stond vriendin E. met haar twee kinderen net voor de deur (timing is everything).

Iedereen (= twee vrouwen, zes kinderen) is in één auto gekropen en op een goed half uurtje stonden we in Oostende waar we vlak het Casino konden parkeren (opnieuw veel geluk). We zijn met de kinderen tot aan de zee gelopen, alwaar ze zich uiteraard nat hebben gemaakt, we hebben op de dijk gelopen waar ook een soort culinaire kraampjesmarkt aan de gang was, we zijn een pannenkoek gaan eten en hebben met gans de bende op een go-kart gezeten (een geluk dat daar geen fotografen rondliepen).

Tegen kwart voor zes waren we terug in Gent en iedereen is dan bij ons thuis aan tafel aangeschoven om spaghetti te eten, klaargemaakt door Michel terwijl wij op schok waren.

Bijna ging de avond eindigen in mineur: Zelie vond nergens haar bril meer. Drie dagen oud en al kwijt. Maar gelukkig dan toch niet en is hij toch nog uitgekomen.

Zo’n leuk weekend zeg. Zeker voor herhaling vatbaar.