Als ge op regelmatige tijdstippen de trein neemt leert ge op den duur wel een aantal medepassagiers kennen.
Op de rit naar huis bijvoorbeeld zitten vooraan in de trein bijna altijd dezelfde ploeg franstaligen. Ze zijn altijd zeer uitgelaten en hebben veel te vertellen. Ze komen, meen ik, uit Brussel (aan het Frans accent te horen toch, niet dat ik er veel van af weet) en stappen dus op in Brugge.
Sinds vorige Sinterklaas mag ik nu eerste klas reizen en daar maak ik gretig gebruik van: een beetje ruimer zitten maar vooral: veel rustiger en dus aangenamer. Niet dat de treinrit Brugge-Gent sowieso druk is, er is altijd wel meer dan voldoende plaats en zo, maar toch. De kleine luxes in het leven …
In eerste klas zie ik zo niet een vast publiek, behalve één dame. Een raar geval. Want eigenlijk is zij geen passagier eerste klas. Blijkbaar heeft zij geen ticket eerste klas en zij zit ook niet in eerste klas, neen: zij staat altijd in het inkomhalletje van de eersteklaswagon. Zij stapt meestal op langs tweede klas, als laatste, sluit dan de deur achter zich en loopt door naar de eersteklaswagon waar zij blijft staan in het halletje. Telkens er iemand bijkomend opstapt (in eerste of tweede klas) loopt zij dan naar de deur die geöpend werd om die opnieuw te sluiten. En zo blijft zij daar staan tot in Gent. Heel soms loopt zij zelfs midden in het traject de eerste klaswagon door om in het halletje aan de andere kant te gaan staan.
Een mens vraagt zich af: zij heeft een ticket, er is meer dan plaats genoeg om te zitten. Waarom geeft zij er dan de voorkeur aan om 20 minuten rechtop te blijven staan en over en weer geslingerd te worden?
Mysteries van het leven.