Van mijn vijfde tot mijn tiende heb ik ballet gedaan. Jammer genoeg was dat de eerste vier jaar op een schijtschool met veel gehuppel en danskes, maar geen écht ballet: de zware oefeningen dus, de spagaat leren, spitsen, en god weet wat ik nog allemaal gemist heb.
Het laatste jaar zat ik dus op een échte balletschool, met een juffrouw die ons écht ballet wou leren, maar tegen dan vond ik het dansen wel leuk, maar was ik helemaal niet gewoon om er moeite voor te moeten doen en dus ben ik er na een jaar mee gestopt. Pure luiheid dus.
In mijn tienerjaren wou ik naar ‘de dansschool’. Ik wist niet wat het was en waar ik dat zou kunnen doen, maar ik wou absoluut dansen. Geen flauw idee of ik er enig talent voor had en, in hindsight, of ik er zelfs het karakter voor had (uiteraard was ik op dat moment het balletfiasco al vergeten), maar toen wou ik dansen.
Dat was de jaren ’80 en het had niets te maken met de muziek waar ik toen naar luisterde: ik wou leren rock en roll dansen, disco, swingen, … Niet echt de, toendertijd, populaire muziek met bijhorende dansen.
Maar Oudenaarde was niet zo geävanceerd in die tijd en voor een dansschool zou ik minstens naar Gent moeten en, daar hebt ge het weer, ik wou er mij de moeite niet echt voor doen. Vooral met in mijn achterhoofd de angst van ‘wat als ik het eigenlijk niet kan’ of ‘wat als het te moeilijk is’.
De dansschool, dat is er dus nooit van gekomen.
Toen kwamen mijn universiteitsjaren en toen dacht ik: voila, ik ben nu in Gent. Ik ga eindelijk eens lessen volgen, maar daar kwam mijn gebrek aan karakter weer voor iets tussen: gezien ik nergens een partner vond die dat ook wou, zag ik het niet zitten om mij helemaal alleen in te schrijven in de hoop op, en dus heb ik toen ook geen lessen gevolgd.
De gedachte om lessen te volgen komt af en toe nog altijd eens boven, maar ik ben tot nu toe nog steeds niemand tegen gekomen die zou willen lessen volgen en nog altijd zie ik het niet zitten om alleen op les te gaan. En eigenlijk vind ik altijd wel bijkomende excuses ook hoor: te moet, te druk, de kinderen, … Tot op heden heb ik dus nog nooit een les gevolgd.
Al dit gemijmer brengt mij tot waar ik eigenlijk over wou schrijven: dansfilms. Met al het voorgaande is het niet verwonderlijk als ik schrijf dat ik nogal dol ben op dansfilms. Het stukje nostalgie van hetgeen ik zelf nooit gedaan heb. Het denken aan: had het ooit ook zo kunnen zijn. Het weten: nee, onmogelijk. Want al kan ik best een deftig beentje uitgooien, echt talent heb ik eigenlijk niet en vooral, ik mis ‘den drive’ om ergens in de danswereld te geraken.
Maar kijken: amaai, daar kan ik niet genoeg van krijgen. Genieten doe ik, ongelooflijk. En eigenlijk niet alleen bij films, maar gewoon naar de mensen op een dansvloer kijken, daar kan ik al zo wreed van genieten (en dan spreek ik wel van ‘gewone’ mensen op een ‘gewone’ dansvloer, het moeten niet altijd proffessionelen zijn).
Of een programma als ‘Sterren op de dansvloer’: fantastisch vind ik dat en het maakt mij ook ongelooflijk jaloers want die programma’s tonen dat ge er als leek echt wel iets van kunt maken, mits de juiste begeleiding en inzet.
Eigenlijk jammer dat ze dat alleen met sterren doen want ik denk dat ik anders toch mijn kandidatuur zou stellen: eindelijk eens een resolutie maken én houden. Eindelijk doen wat ik al lang eens zou willen doen en als ge dan uitgekozen wordt kunt ge niet anders dan het doen hé. Als ik dan voor een blok sta …
Tja, dromen is echt plezant.
dat zijn eigenlijk (meestal) musicals. En als je al zo van de films houd dan moet je eens naar de life versies op het theater gaan kijken, die zijn pas machtig om te zien!
groetjes sylvani