Zo’n mooi weer vandaag en daar moesten we van genieten, op één of andere manier, dus kreeg ik het briljante idee dat we eens met de fiets naar mamie zouden rijden. Ik was daar een paar dagen geleden mijn GSM toch vergeten, dus had ik ook een goede reden.
Probleem één: een stoeltje voor Jan. Toen Zelie geboren was hebben we twee fietsstoeltjes gekocht, één voor aan het stuur en één voor vanachter. Op één of andere manier hebben we er nog een tweede voor achteraan bijgekregen. Gelukkig, want toen mijn fiets gestolen werd zat dat ene stoeltje daar nog op én het bevestigingsstuk voor het stoeltje aan mijn stuur.
Aan het stoeltje dat hier nog was ontbrak evenwel een rechter voetsteuntje én voor het stuurstoeltje ontbrak dus een bevestigingsstuk, maar gelukkig zijn het vervangbare stukken en die ben ik dan een paar maanden geleden (eindelijk) gaan halen.
Ik was die stoeltjes toen ook beginnen installeren. Het voorste was op één, twee, drie gedaan, maar ik was in tijdsnood gekomen voor het tweede stoeltje zodat de installatie niet vervolledigd was. ‘k Had het bovendien verkeerd geïnstalleerd waardoor ik het opnieuw moest losmaken en herinstalleren. Door omstandigheden had ik het altijd uitgesteld maar vandaag moest het er maar van komen.
Met goede moed eraan begonnen en deze keer was het geen enkel probleem om het bevestiginsstuk te installeren. Het stoeltje ontbrak nog een voetsteuntje en ik was het steuntje van de juiste kant gaan halen, maar toen ik de verpakking open deed bleek het toch de verkeerde kant te zijn: verkeerde label dus.
Geen probleem, dacht ik: Jan kan op het stoeltje met één voet vast en de andere steunt op mijn zadeltassen. Misschien. We konden het proberen. En dan eerst naar de fietswinkel om het stuk te wisselen (én bevestigen), want dat is toch niet zo ver, om dan verder te rijden.
Dus zei ik tegen Louis om zijn fiets te nemen. Nog geen twee meter had hij zijn fiets verplaatst toen die blokkeerde. Eens kijken wat het probleem was en bleek dat de ketting afgevallen was.
Plan B dus: fiets in de koffer van de auto, verkeerd stukje in de passagierszetel, Louis en Jan in hun stoeltjes achteraan in de auto en zo naar de fietswinkel. Voor een afgevallen fietsketting, hoor ik jullie nu denken. Juist, voor een fietsketting op te leggen gaan wij naar de fietswinkel. Want het is een fiets met vitessen, en de ketting moet een paar toeren maken vooraleer ze erop gelegd kan worden en de mensen van de fietswinkel, die dat als job doen, hebben er zelfs last mee om die ketting op te leggen. Dus ja, ik ga naar de fietswinkel om een ketting te laten opleggen.
In de fietswinkel was er geen probleem: onmiddellijk de ketting opgelegd en het stukje zonder enig probleem kunnen wisselen en op een goed kwartier (want er waren nog mensen voor ons) stonden we weer buiten.
Terug naar plan A: een fietstochtje in het mooie weer met de kinderen naar mamie en grandpère. Daarvoor moesten we dus eerst terug naar huis en dat deden we dan ook. Thuis de auto geparkeerd, fiets uitgeladen, steuntje voor de fietsstoel vastgemaakt, alles verliep (eindelijk) zonder problemen. Ondertussen haalde Michel Anna uit bed en tegen dat zij klaar was was alles/iedereen klaar en konden we vertrekken: Louis op zijn fiets, Anna vooraan bij mij op de fiets en Jan achteraan bij mij op de fiets.
Het was een zeer leuk en zalig tochtje. Louis reed voorop en luisterde voortreffelijk naar al mijn instructies. Hij had schrik als hij op kasseien moest rijden en langs trambanen, maar ondanks dat deed hij het zeer goed en fietste dapper door. Zelfs op de Sneppebrug gaf hij niet af en fietste zonder stoppen volledig naar boven.
Moe maar voldaan kwamen we bij mamie en grandpère toe … om te ontdekken dat zij niet thuis waren. Gelukkig was nonkel Philippe er wel dus had ik nog een beetje klap bij mijn (welverdiende) kopje koffie. Een half uurtje later kwam Louis al vragen wanneer we terug zouden keren. Hij was moe toegekomen maar ondertussen volledig gerecupereerd en hij stond te popelen om opnieuw te fietsen.
Van in Sint-Denijs zijn we naar Zelie gereden die bij de scouts zat (ik had er met haar naartoe gereden met de fiets) en dan zijn we alle vijf mooi samen naar huis terug gereden.
Voor herhaling vatbaar en misschien maken we er nu wel een vrijdag ritueel van: op vrijdag ben ik toch thuis, dus kunnen we evengoed met de fiets naar school gaan. Nu de zitjes erop staan houdt niets ons nog tegen.