Voor de vakantie begon het Louis en Jan op hun heupen te werken. ‘Het’ zijnde dat ze hun speelgoed niet meer terugvonden en niet meer goed wisten wat waar zat. Dus gingen ze tijdens de vakantie de spullen op hun slaapkamer sorteren.
Tweede dag van de vakantie en ze begonnen er aan. Alles werd van zijn plaats gehaald en verzet. Dingen werden in dozen gestoken, andere er juist uit gehaald, … Dat duurde toch wel zo’n 2 uur, wat ik al behoorlijk lang vond.
Dag drie van de vakantie en er gebeurde … niets. We gingen zwemmen bij mamie en van opruimen kwam niets meer in huis.
Dag vier en Louis ging nog eens naar boven. Jan bleef beneden spelen. Ik hoorde gerommel en gesleur gedurende een uur of twee en dan was het weer afgelopen.
Sindsdien gebeurde er … juist, niets meer. De kamer is één en al rommel en je kan er amper meer door. Maar overmorgen komt de schoonmaakster en dan moet er iets gebeurd zijn.
Het plan is dus om morgenvroeg te proberen er weer wat orde in te krijgen. Morgenmiddag zijn we immers afgesproken met vrienden om de dag door te brengen. Dus hebben we in de voormiddag toch nog een paar uur om iets te doen.
‘We’ dus, niet ‘zij’, want ik vrees dat zonder mijn hulp, de kamer voor de rest van de vakantie een mesthoop zal blijven 🙂