Dan zit ge zo een dagje in Nederland om uw neefje zijn zevende verjaardag te vieren. En de hele familie is er: mijn broer, zus en papa en zus, broer en papa van schoonzus, allemaal met partners en kinderen.
Het is wel een drukke dag want er zijn toch wel veertien kinderen en er is altijd wel iets. Maar het is vooral een leuke dag want er is zeer mooi weer (stralende zon), goed gezelschap (bovengenoemde mensen), zalig lekkere taart (bakker) en wreed lekkere pasta (broer).
Uiteindelijk was je toegekomen om 16u en vertrek je iets na 21u en tegen dan zijn de kinderen hyperactief van oververmoeidheid. In de auto is het elke vijf minuten ‘Mama!’ terwijl je telkens antwoord dat het geen nut heeft wegens te veel lawaai in de auto en te stille stemmen van kinderen.
Na drie kwartier rijden valt dan eindelijk het vierde kind in slaap en na 50min begint het derde kind te zagen dat het moet plassen … net op het moment dat je voor de ring van Antwerpen zit en er de eerste (tientallen) kilometers geen tankstation in de buurt is. Dan maar gebruik gemaakt van de pechzone naast de pechstrook. Doodsbenauwd was ik.
Terug in de auto de kinderen wijsgemaakt dat het gedaan moest zijn met ‘Mama!’ te roepen wegens 1. toch geen woord ervan te verstaan en 2. veel te gevaarlijk want aandacht afgeleid van (toch wel drukke) verkeer.
Vijf minuten later lagen er vijf mensen te slapen in de auto en werden de laatste 40min in alle stilte gereden zodat we zonder ongelukken en zonder mama op te jagen in Gent geraakten.
Eén minuut voor aankomst thuis komt tweede kind huilend wakker (waarschijnlijk soort nachtmerrie), terwijl hij toch niet echt wakker is wegens niet reageren op vragen en al.
Vijf minuten na aankomst liggen vier kinderen in een diepe slaap en kan mama even bekomen van de drukte van de dag.