Ze is weg

Voor het tweede jaar op rij is Zelie weg voor een weekje. Midden in het schooljaar, zomaar een weekje niet thuis.

Midweek, heet dat. Een week weg met de scouts: slapen, eten, studeren, vandaaruit naar school en van school terug naar daar.

Altijd spannend. Vorig jaar heeft ze wel bewezen dat ze het aankan, zo vlak voor de examens, maar toch. Het blijft spannend.

Moeilijk hé, dat loslaten.

Waterzooi

13u ’s middags. Even tot rust komen voor de drukte losbarst. Vanavond is er namelijk weer het retoricabal van school en dus wordt het hard werken, maar vooral ook genieten. Daarvoor nog even met Jan en Anna naar de kapper, voetbaltraining met Jan en mij nog optutten zodat we niet uit de toon vallen tussen het opgeklede jonge volk. Morgenvroeg en zondagochtend is er dan weer voetbal, dus het belooft een zwaar weekend te worden met niet genoeg slaap.

Maar eerst rusten dus. Deze voormiddag was er ook geen tijd voor want nog dingen voor mijn werkloosheidsdossier in orde te brengen en even bloed gaan geven.

Gelukkig had ik mijn middagmaal al klaar. Gisteren gemaakt voor de kinderen en de overschot enkel nog op te warmen deze middag voor mijzelf: waterzooi.

Ik maak waterzooi naar een recept van mijn moeder. Niet hetzelfde recept, maar de basis wel. Bij mij is het zo een beetje combinatie van mijn moeder haar recept en de ‘klassieke’ manier. Dus even meegeven in de annalen voor de toekomst.

Het grote verschil met de klassieke versie zit hem nl. in het gebruik van peterseliewortels. Ik herinner mij dat, toen mijn mama hem maakte, dat steeds gepland moest worden, want zij kon niet steeds aan peterseliewortels geraken en die moesten besteld worden. Er was ook een zeer kort seizoen waarin die konden verkregen worden. Tot een paar jaar geleden had ik hetzelfde probleem en de heel weinige keren dat ik er vond, kocht ik die in relatief grote hoeveelheden op om dan in te vriezen. ‘Toen’ waren die wortels ook nog kleine, magere dingetjes. De grootte van een chilipeper. Sinds een jaar of 2 liggen die redelijk standaard in de supermarkt en in de groentewinkel en zijn ze van uitzicht bijna niet te onderscheiden van pastinaak: grote, dikke, witte wortels. Een gemak dus als ik spontaan waterzooi wil maken, maar ik heb de indruk dat de smaak ervan niet meer zo sterk is als vroeger. Soit.



Het recept nu en hier eten wij er met 6 personen van. Nodig:

  • 1 kip (ze was wel bijna 2 kg)
  • 2 preien
  • 1 groene selder
  • 6 wortelen
  • 3 ajuinen
  • 2 peterseliewortels (grote, dikke dus)
  • Tijm
  • Laurier
  • Pezo
  • 1 eierdooier
  • 200 ml room
  • Boter
  • Hardkokende aardappelen (naar keuze)

Bereiding:

Eerst en vooral: al uw groensels goed wassen.

Men neme een grote pot en zwiert daar in 1 prei, 3 selderstengels, 3 ajuinen, 2 wortelen, 1 peterseliewortel (allemaal grof gesneden), 1 kip, tijm, laurier, pezo (nog niet overdrijven: bijkruiden kan later altijd nog, teveel kruiden kan niet meer weggedaan worden). Giet water bij tot de kip (ongeveer) onder staat (dat is zo zelf te bepalen). Breng aan de kook en laat dan verder sudderen tot de kip gaar is (meestal ongeveer een uurtje).

Schil de patatten en kook (nét) gaar.

Verschil nr. 2 met de klassieke bereidingswijze: als de kip gaar is, neem de kip uit het vocht, giet de bouillon over in een passe-vite en draai alles door: zo haal je het maximum van smaken uit de groenten en geef je een beetje meer body aan je soep.

Ontvel en verdeel de kip in stukken: poten eraf en in 2 doen, wit eraf halen, vleugels eraf halen en in 2 doen. Alle botten erin laten! De kip scheiden, dat doe je best met je handen want zo haal je er zo goed als alle vlees af en eenmaal gekookt is dat piece of cake. Het scheiden van de poten en vleugels vind ik ook gemakkelijker. Wacht dan wel tot de kip lauw is, anders verbrand je je handen.

Volgende fase: alle overgebleven groenten in julienne snijden (het meeste werk dus, kan uiteraard terwijl de kip kookt; van de prei mag je het donkergroen verwijderen en de selder zonder blaadjes), aanstoven in de boter en even laten zacht worden onder deksel. Als je niet zeker bent van de hoeveelheden: er gewoon voor zorgen dat je ongeveer evenveel van elke groente hebt. Regelmatig roeren zodat de boel niet aanbakt. De soep erbij doen en de helft van de room en laten pruttelen tot de groenten zacht zijn. Maak met de andere helft van de room een liaison met het eigeel (= gewoon het eigeel loskloppen met de room dus). Op het einde de stukken kip en patatten erbij en laten doorwarmen. Van het vuur nemen en liaison erdoor roeren: vanaf dan mag de soep niet meer koken! Bijkruiden met pezo indien nodig.

Smakelijk! (En net op tijd klaar om nog een dutje te doen)

Afscheid van een era

Verscheen eerder op Gentblogt

Een paar maanden geleden zaten we met de redactie samen en het onderwerp kwam ter sprake: hoe moet het nu verder met Gentblogt.

Het was niet de eerste vergadering dat dit besproken werd. Het was al een tijdje aan de gang. We zagen allemaal dat het moeilijk ging de laatste tijd, laatste maanden, laatste jaren. Dat er periodes waren dat het allemaal wel vlotte, maar ook meer en meer periodes dat het trekken en sleuren was om iets gepubliceerd te krijgen. En ja, dat de commentaren alsmaar meer verzuurden de laatste tijd, iets wat maakte dat de motivatie er niet beter op werd.

Vorige vergaderingen konden we onszelf telkens nog iets of wat motiveren, maar tijdens die laatste vergadering moesten we het toegeven: zo kon het niet verder. Zo wilden we niet verder. Zo zouden we niet verder gaan. De beslissing die we al zo lang uitstelden werd genomen: Gentblogt zou er mee ophouden en wel op haar 10e verjaardag.

Op het moment zelf voelde ik mij opgelucht, want ik moet toegeven: ik was de laatste tijd niet meer één van de zeer actieven. Een opstoot tijdens de Gentse Feesten, dat vooral. Iets wat ik zeer graag deed en waar ik nog steeds met veel enthousiasme over schreef. Maar andere onderwerpen, buiten de Gentse Feesten, begon ik moeilijker en moeilijker te vinden om te bespreken. Het leven, uweetwel, net zoals de andere redactieleden.

De weken nadien heb ik er niet teveel bij stil gestaan. Het was een feit en het was nu enkel aftellen tot de aankondiging. Het ging mij goed af. Geen probleem.

Toen het vorige week officieel werd aangekondigd veranderde er iets. Plots was het écht. Officieel. Iedereen wist het. De kranten namen het op. De radio interviewde mensen. Zelfs op AVS moesten we ons zegje doen. En het kwam plots als een klop aan. Geen theorie meer maar praktijk. Bij elk artikel dat ik tegenkwam werd het er nog eens ingewreven en schoten de tranen in mijn ogen. Waarom? Daarom.

Gentblogt is 9 jaar lang een groot deel van mijn leven geweest. Het begon als losse medewerker op de Gentse Feesten van 2006 om nadien over te gaan tot vaste medewerker en redactielid na de Gentse Feesten van 2007.

Er waren zeer intense periodes en rustiger periodes, maar er was altijd iets dat kon gepland worden en naar uitgekeken worden. Soms was Gentblogt zelfs de enige reden om iets te doen, dingen die ik normaal niet zou gedaan hebben, maar omdat iemand gevraagd werd zei ik soms ‘waarom niet’ en ontdekte ik soms fantastische en soms ook minder fantastische dingen.

Ik heb parken bezocht en vergeleken, de kinderen meegesleurd naar allerlei voorstellingen, ontdekkingstochten gedaan door de stad, persoonlijke verhalen gedeeld, de kalender (toen er nog een was) minutieus bijgehouden en aangevuld, musea en tentoonstellingen bezocht, dingen gedaan waarvan ik dacht ze nooit te doen.

Ik heb leren kijken op een andere manier, want als ‘reporter’ bekijk je de dingen anders omdat je er rekening mee houdt dat je, wat je ziet en meemaakt, moet overbrengen naar de lezer. Het heeft me geleerd om dingen op verschillende manieren aan te pakken en andere invalshoeken te zoeken.

En nu is dat dus gedaan. Het plannen. Het uitkijken. Het mezelf opleggen om iets te doen. Toch voor Gentblogt. En alhoewel ik nog steeds 100% achter onze beslissing sta, toch stemt het mij ook triest. Verstaanbaar, denk ik.

Gentblogt heeft mijn leven op vele vlakken verrijkt. Ik heb mensen leren kennen die ik anders nooit had tegengekomen. Het heeft vrienden gebracht uit onverwachte (en ook verwachte) hoeken. Het heeft deuren geopend die anders zouden dichtgebleven zijn. Het heeft mij op plaatsen gebracht waar ik anders nooit zou gekomen zijn. Het is een ervaring geweest om mijn hele leven mee te dragen en er de vruchten van te plukken.

Bedankt Gentblogt voor de mooie jaren. Bedankt lezers om mee te gaan in mijn verhalen. Bedankt collega’s om de laatste jaren de weg samen met mij af te leggen en zoveel vriendschap, liefde, enthousiasme en drijfkracht te geven en te delen. Bedankt.

Vrolijk Kerstfeest, gelukkig nieuwjaar, beste wensen, ladida

Tja, als ge niet zo regelmatig schrijft komt dat een beetje later en moet je alles in één keer doen.

Die ‘ladida’, dat is niet gemeen of neerbuigend bedoeld hoor. Ik wens iedereen echt het beste voor volgend jaar. Evenveel geluk, liefde en plezier als ik zelf mag ondervinden. Goede vrienden en gezondheid, een goede job, een pracht van een lief en, als je die wil, zalige kinders. Ik heb het geluk om dat allemaal al te hebben en zou het de max zijn moest iedereen zoveel geluk mogen beleven.

Om even bij te praten:
– De kinders doen het goed. Louis heeft wel een steekste laten vallen tijdens de examens, dus dat wordt opvolgen, maar ik had erger gevreesd. Nu ‘goed’, dat is op studievlak. Ondertussen was Zelie vorige week bijna een volle week thuis met een keelontsteking en is Louis nu thuis met koorts, keelpijn en watnogallemaal en begint Jan zich mottig te voelen, maar soit. Het voordeel van grote kinders is dat ze alleen thuis kunnen blijven en aangezien ze 70% van de dag slapen merken ze niet dat ze alleen thuis zijn. Maar als Jan ook ziek zou worden, … Soit, zorgen voor ‘als’.

– De feestdagen waren druk, om het zacht uit te drukken. Den anderen en ik hadden nl. aangeboden om te koken voor zowel kerstavond als oudejaarsavond. Michel ging toch vakantie hebben en ik had geen werk … tot ik dus plots toch werk had. Ik vroeg aan Michel of hij het nog zag zitten en hij was 100% overtuigd dat het geen probleem ging zijn … tot hij serieus ziek werd. Soit, het is uiteindelijk wel gelukt, zij het met de nodige stess (voor kerstavond dan toch, oudejaarsavond was al iets relaxter wegens beter voorbereid en georganiseerd). Twee perfecte maaltijden op tafel getoverd, iedereen vol lof, goed gegeten. Het waren zeer aangename avonden met een aangenaam samenzijn met de familie. Geslaagde feestdagen dus.

– Werk. Wat kan ik zeggen na amper anderhalve maand? Fantastisch! De max! Ik amuseer mij rot! Toffe collega’s, uitdagende en interessante inhoud. Een droomjob. Dat het zo mag blijven en dat de bazen even content van mij zijn als ik van de job. Nog tot eind maart interim en dan een vast contract met proefperiode. Aftellen.

Een nieuw jaar, nieuwe dingen te ontdekken, dingen te doen, mensen te ontmoeten, plaatsen te zien, uitdagingen aan te gaan … Ik kijk er naar uit.

’t Is officieel

Deze ochtend moesten handtekeningen gezet worden onder een bundeltje papieren.

Het is al een tijdje aan de gang. Zo’n procedures slepen aan en we willen allemaal dat het rapper zou gaan, maar er komt wel altijd iets tussen. Maar vorige week was het dan zover: niet één, maar twee werkgevers belden me met één dag verschil op om een contract te komen tekenen.

De eerste maal in mijn loopbaan dat ik de keuze had. Een luxeprobleem, ik weet het, maar toch. Twee jobs tegelijk. Na 2 jaar en 2 maanden zoeken. Ik moest dus iemand teleurstellen. Een iemand zeggen dat ik voor een andere job had gekozen en tegelijk iemand anders ‘gelukkig’ maken dat ik de job aanvaardde.

En deze ochtend werd het dan eindelijk officieel en kon ik mijn contract tekenen. Yes!

Vanaf dinsdag ga ik aan de slag. Ik ben doodnerveus en doodblij tegelijk en ik denk dat ik mij daar zeer goed ga amuseren.

Het zoeken is voorbij. Oef!

Tranen

Lichte paniek. Dat was te zien in de ogen van Anna. Niet zo ongewoon, daar niet van. Faalangst is haar niet onbekend. Dus ging ze in de zetel liggen, met haar rug naar ons toe, en deed ze alsof we er niet waren. Alsof, als ze zo zou blijven liggen, het niet waar was. Het ging weggaan.

Aanleiding? Toets AMV, zichtles zang, een zangoefening die ze vandaag zelf nog kort inoefenen in de klas. Daarna zingen alle leerlingen individueel de les. ‘Want ik kan dat niet!’ klonk het.

Maar negeren en ontkennen maken niet dat het zal weggaan. Het enige wat ik kon doen was haar proberen geruststellen. Dat het wel ging gaan en dat, zelfs al zou het toch niet gaan, dat niet het einde van de wereld was. Dat dingen leren er nu eenmaal bijhoort. Dat sommige dingen gemakkelijk gaan en andere (veel) moeilijker en soms zelfs helemaal niet. Dat dat geen probleem is.

Ik moest toch mee naar de juf, om een andere reden, en heb het wel even laten vallen. En onmiddellijk waren daar de tranen weer. De paniek.

Hindernissen die overwonnen moeten worden. Hopelijk zie ik haar straks terug met een glimlach. Met een schaapachtige blik zeggend dat het toch niet zo moeilijk was.

Hopelijk.

5 dingen die me doen (glim)lachen

Een stokje van Pharailde. Een leuk stokje ook wel, want (glim)lachen, dat doe ik graag. Er moeten dus toch wel 5 dingen te vinden zijn die mij doen (glim)lachen. Er zijn blijkbaar een aantal ‘voorwaarden’ aan verbonden, dus vermeld ik dan maar even:

  • Maak de naam bekend van diegene waardoor je genomineerd bent in je artikel – done
  • Noem 5 redenen waarom jij lacht of blij bent – zie hierna
  • Kopieer deze regels en zet ze in jouw artikel – done
  • Kopieer de TAG-afbeelding en plaats die in jouw artikel – done
  • Tag 5 andere bloggers om deze tag uit te voeren – op het einde

Met veruit de grootste voorsrpong op nummer 1: mijn kinders, what else. Ook met de grootste voorsprong mijn grootste frustratie, maar dat geldt voor alle ouders, vermoed ik zo en dat is dan voor een andere post 🙂

Maar die kinders, dat blijft en blijft plezier brengen. De momenten waarop ze zich niet bewust zijn dat ze gadegeslagen worden vind ik nog de beste: die onschuld waarmee ze meningen uiten, de spontaniteit waarmee ze dingen doen, de leuke manier waarop ze (meestal dan toch) met elkaar omgaan, … Ik kan daar uren naar kijken en luisteren en altijd met de glimlach op de mond (behalve dan als ze ruzie maken).

Op nummer 2: de kooklessen

Sinds vorig jaar volgen den anderen en ik dus kooklessen op Spermalie (Gent). Toen ik vorig jaar door de gietende regen naar de les reed betrapte ik mij erop dat ik met een ongelooflijk grote glimlach naar de les reed. Die regen, dat deed me werkelijk niets. Ondertussen zitten we dus in de ‘vervolgcursus gastronomie‘ en ik geniet elke week.

Die lessen zijn zo zalig, die geven mij zoveel energie, ge hebt daar geen idee van. Als ik een les moet missen, dan ben ik daar het hart van in. Ik mis dat echt. Als ik een les moet missen omdat ik ziek ben (vorig jaar zo één moeten missen), dan voel ik mij nog miserabeler dan ik al ben.

Het is een ganse avond (van 18u30 tot 22u10) werken en eten en ik ben niet moe als de les gedaan is. Wel voldaan en gelukkig dus ik ga er nu nog niet over nadenken dat er maar één jaar hierna meer te doen is in Gent.

Op nummer 3: als ik kan helpen en mensen zijn daardoor blij. Als ik ervoor kan zorgen (of erbij kan helpen) dat anderen blij worden, dat anderen kunnen (glim)lachen, dan is mijn dag goed. Kleine dingen, grote dingen, het doet er niet toe.

Nummer 4 is eigenlijk gemakkelijk: humor. Liefst niet té plat, maar als het niet in overdreven mate is dan vind ik het nog wel grappig. Waar ik eerder strijk voor ga is absurde humor, de humor van de Ideale Wereld, Monty Python, In de Gloria, Spike (wie kent dat nog; het programma van PdW), … Waar ik dan niet mee kan lachen is het soort humor van The Office (tot grote frustratie van den anderen): niet omdat ik het slecht vind, maar ik kan mij zo’n soort situaties een beetje té goed inbeelden en dan wordt het te pijnlijk voor mij in plaats van grappig.

Nummer 5: donderdagavond. Om twee redenen. De eerste heb ik eigenlijk al gezegd in nummer 2. De tweede: onze kuisvrouw komt op donderdag en donderdagavond thuiskomen met de kinders in een proper huis: zaaaaaalig. Ik krijg er steeds spontaan een glimlach van. Niet alleen omdat ik het niet moet doen, maar ook omdat ik weet dat ik er van moet genieten omdat er tegen vrijdagochtend al geen spoor meer zichtbaar van is (of toch bijna niet, maar wat wilt ge, met vier kinders) en ik vind dat niet eens erg. Dus geniet ik van de donderdagavonden, als we thuiskomen van school en voor het avondeten begint, heel even, met de glimlach, tot het weer voorbij is en het uitkijken wordt naar de volgende donderdag.

Mijn 5 dingen dus, of toch 5 van de dingen die mij aan het (glim)lachen brengen.

Nomineren nu. Euh. Tja. ’t Is nogal stil geweest bij mij op de interwebs, dus is het even denken. Max mag alvast. ’t Is ook een beetjes (heel) stil daar (begrijpelijk, bij zo van die belangrijke mensen), maar misschien wil hij wel weer even in de pen schieten om zijn geluk van de daken te schreeuwen: Peter. Vlinders zullen dat zeker ook kunnen en dames met veel verbeelding uiteraard ook (ze is nu toch met stokskes bezig, dus voortdoen Kathleen). Tot slot: nog een Katje.

Piep!

Via een Facebookgroep werd de vraag gesteld wie een blog had, dood of levend. Ikke dus, maar of hij dood of levend is kan ik niet goed zeggen. Het is hier heel stil, dat wel, maar ‘dood’ zou ik hem nog niet willen noemen. ‘Levend’ dan ook weer niet.

Waarom het stil is? Dat heeft vooral met persoonlijke zaken te maken. Niets geheim, daar niet van, maar daar kom ik straks wel op terug.

Met de kinderen gaat alles goed. Ze groeien en bloeien. Hiet is toch al dat.

Anna is in het vierde leerjaar begonnen. Een nieuwe juf en dus nieuwe regels en dus zal Anna zich moeten aanpassen en ook haar tempo. Louis was ook zo en dus weten we dat dat op termijn er wel zal uitgaan (Louis heeft het ook geleerd), maar dan wel op haar eigen tempo.

Daarnaast heeft ze nog haar hobby’s: turnen, muziekschool (AMV2 en klarinet), zwemmen en scouts. Muziekschool doet ze gelukkig alleen (het is naast de deur). Voor zwemmen en turnen is er taxi mama. Voor de scouts fietst ze met haar grote zus mee en ga ik haar halen.

Jan is in het vijfde leerjaar gestart. Frans erbij dit jaar en hij ziet dat helemaal zitten. Hij zoekt zelfs oefeningen op op websites. Hij voetbalt ook nog altijd. Bij Gent-Zeehaven. U11 al met drie trainingen per week dit jaar, plus een match, plus nog eens een technische training op zondag (bij Way to Play). Druk dus want voetbal, dat word met de taxidienst gedaan (die van mama dus). Daarnaast nog eens muziekschool (AMV2 en trompet; samen met Anna begonnen en dat is ook wel gemakkelijk want zo kunnen ze samen leren) en scouts (samen met zijn broer met de fiets). Hij weet dus ook wat gedaan.

Louis doet zijn 2e jaar humaniora. Geen latijn voor hem maar moderne talen en hij amuseert zich kostelijk. Hij is het jaar al begonnen met een paar waarschuwingskes (lees: zeer slechte toetsen) en hopelijk heeft hij het nu door 🙂 We volgen het op en zien wel. Hij weet dat zijn school belangrijker is dan zijn nevenactiviteiten en aangezien hij die veel te graag doet, denk ik wel dat hij dit in gedachte houdt. Nevenactiviteiten: animatietekenen, badminton en scouts. Hij springt voor alles gezwind en zonder morren op de fiets en we moeten hem er nooit op wijzen dat hij de tijd in de gaten moet houden om op tijd te vertrekken. Zelfstandige (oudere) kinders, het is een gemak.

En dan nog Zelie. 4e humaniora en sinds ze vorig jaar eindelijk de klik gemaakt heeft, een kind waar ge niet meer naar om moet kijken. Het voordeel is natuurlijk dat ze de richting waar ze zit (4LA4 -latijn met 4 uur wiskunde; een richting die meer de Moderne talen uitgaat) ongelooflijk graag doet. Ze studeert hard, niet omdat we dat vragen maar volledig uit vrije wil. Ze haalt mooie cijfers en is (zeer terecht) trots op zichzelf. Daarnaast nog een pak hobby’s, alhoewel ze deze dit jaar wel bewust verminderd heeft. Muziekschool is stopgezet, maar turnen doet ze nog steeds en scouts ook. Vanaf het 4e wordt het een pak zwaarder op school: veel meer taken en opdrachten, dus heeft ze daar voor gekozen. Slimme meid 🙂

En dan ikzelf en daar wringt het een beetje. Want binnen een kleine week ‘vier’ ik mijn tweejarige werkloosheid (die 5 weken lesgeven niet gerekend) en dat maakt mij redelijk depressief. Niet klinisch depressief: ik denk niet dat ik daar ook maar enige aanleg voor heb. Maar vrolijker wordt ik er niet van.

Het is niet alsof ik niet zoek. Ik zoek al naar vast werk van 2010. Ik wist dat mijn vorige job bij de Provincie tijdelijk was en afliep op 1 oktober 2012 en ik ben dus gewoon blijven zoeken, maar niets. Nada. Noppes. Ik vermoed dat ik op 80% van mijn sollicitaties niet eens antwoord krijg. Van de 20% die overblijft krijg ik van de helft direct het antwoord dat ik niet in aanmerking kom voor een gesprek. Als ik al een gesprek heb dan haal ik het niet. Solliciteren onder, op of boven mijn ‘niveau’: allemaal hetzelfde.

Het wordt psychisch zeer zwaar, maar financieel ook. Want voor de werkloosheid ben ik blijkbaar gewoon ‘lui’ en heb ik geen recht op een deftig inkomen. Naar het OCMW gaan denk ik niet dat dat erin zit, want den anderen werkt (gelukkig) wel. Met een deftig loon en mijn peuleschil is het soms moeilijk, maar alles went. Ge staat er voor en moet er door. Het is niet alsof er veel keuze is. Maar dan vraagt men zich af hoe mensen in de armoede komen en ik kan er mij iets bij voorstellen. Het vooruitzicht dat onze kinderbijslag ook nog eens een pak naar beneden zal gaan, maakt er mijn ook absoluut niet vrolijker op.

Dus het is hier stil, want veel heb ik niet te vertellen en ik vrees als ik veel schrijf, dat het gewoon zagen wordt en dat is voor niemand leuk.

Dus concentreer ik mij of hetgeen ik wel doe en kan doen en probeer positief te blijven en de goede dingen te zien. Zoals thuis zijn voor de kinders en hen elke avond vers eten te kunnen voorschotelen. Geen stress omdat ik oplossingen moet zoeken om de kinders ergens naartoe te brengen of af te halen. Kunnen blijven babbelen op de training omdat ik geen taken liggen wachten heb. Mij inzetten voor de oudervereniging en mijn taak als secretaris zo goed mogelijk uitvoeren. Een kersthappening helpen organiseren op de basisschool en volgende week, voor het jaarlijks eten in de school, achter de bar gaan staan en helpen. Gaan kijken naar de matchen van Jan en mijn keel heesroepen om hen aan te moedigen. Vrijdagochtenden met de vriendinnen koffie drinken en af en toe mijn hart daar kunnen luchten, en weten dat ik zeer goede vriendinnen heb want als het even niet gaat zien ze het direct en laten ze mij zagen.

En vooral: op donderdagavond gaan koken in de avondles (tweede jaar al en dit jaar doen we Dagschotels met vlees en gevogelte & Nagerechten). Zalig gewoon. Ik rij met een grote glimlach elke donderdag naar de les en bevind mij gedurende een paar uur in de hemel.

Het leven is dus niet al kommer en kwel. Gelukkig maar, maar het kan beter door opnieuw te kunnen werken. Want hoe leuk ik het soms ook vind om gewoon moeder te zijn, ik ben iemand die moet werken want heel dat ‘huismoeder’ ding is niet echt iets voor mij.

Duim dus eens mee dat het tij op werkvlak rap gaat keren of ik kom hier nog volledig zot 🙂

Komaan!

Damn, ik was er net weer in gevlogen. Het leek alsof ik weer vertrokken was met bloggen, maar kijk, het leven. Het is wat het is.

Maar ik geraak niet in slaap dus dacht ik, no time like the present.

Raar eigenlijk, want ik ben redelijk geradbraakt: al ziek sinds maandag. Zwaar hoesten, koorts, hoofdpijn. En valling dus, gelijk dat ze zeggen. Nee, echt geen griep, ook al gaat er een epidemie rond … of dat heb ik toch ergens opgevangen.

Slapen is dan de beste remedie en tot nu toe lukte dat wel, maar vannacht dus niet. Muizenissen? Te veel slijmen? Of misschien de laatste dagen teveel overdag (ook) geslapen? Wie weet. Toeterooknietoe in feite. Ik ben wakker en dat is zeer vervelend.

Ziek zijn is trouwens ook zeer vervelend (om het braaf uit te drukken). Want gisteren kon ik dus niet gaan koken (als ik te lang rechtsta begint het te draaien en belangrijker: mijn smaakpapillen zijn momenteel niet wat ze moeten zijn. En het is ook niet de bedoeling om de ganse groep tegen volgende week thuis te hebben) en het was weer een zalig lekker menu.

Eergisteren moest ik dan ook nog een concert aan mij voorbij zien gaan van een van mijn favoriete artiesten. Gelukkig ging mijn ticketje niet verloren en heeft de dochter er van kunnen genieten, maar toch.

En nu kan ik dus niet slapen, wat maakt dat ik morgen weer kapot ga zijn en dat terwijl ik morgenavond van corvee ben op het retoricabal van de school. Ik heb wel al gewaarschuwd dat ik ziek ben, maar dan nog. Het is echt een avond waar ik eigenlijk elk jaar weer naar uit kijk en neen, niet om zelf te staan dansen, het is gewoon een avond lang doordoen, maar met veel plezier.

Weer een half uur later. Ik ga het nog maar eens proberen.