Een stokje

Bijna vergeten, maar dus niet echt. Den anderen had mij nog eens een stokje toegeworpen’ dat hij op de hoogte zou blijven. Ik ken daar gemakkelijker manieren voor, maar soit, ik ga eens proberen antwoorden.

Hoe ben je er achter gekomen dat je schrijftalent bezit?

Talent zou ik het niet noemen. Vroeger was ik een afschuwelijke schrijver, geloof het of niet. Voor mijn drie scripties aan de Univ ben ik er door gelaten. Niet dat de inhoud niet goed was. Die was zelfs meer dan goed. Maar de hele zaak was zo slecht geschreven dat het een marteling was om ze tot het einde te lezen. Ik overdrijf echt niet hoor. Ikzelf had er moeite mee om ze te herlezen. Als ge dan prof zijt en een 200-tal scripties moet lezen, en er zit zo’n draak tussen als de mijne, dan heb je het wel snel gehad.

Leren schrijven, in de zin van teksten te schrijven die vlot leesbaar zijn, dat heb ik geleerd van mijn eerste stagemeester als advocaat. Die mens had engelengeduld om mijn teksten (besluiten dan eigenlijk) niet alleen te doorworstelen, maar om me aan te leren hoe ik het beter kon. Wat er veranderd moest worden en waarom dingen al dan niet werkten. Twee jaar heb ik daar doorgebracht en na enkele luttele weken al begon ik vlotte besluiten te schrijven.

Dus geen talent, wel aangeleerd. Wat nog maar eens bewijst dat je alles kan leren. Een talent zal ik nooit worden, zo vlot schrijf ik nu nog altijd niet, maar af en toe heb ik wel eens een bevlieging die naar talent neigt, en dan besef ik wel dat ik iets moois geschreven heb en dan voel ik mij apetrots.

Als je schrijversinspiratie een stad zou zijn, welke was het dan? En waarom?

Euh, geen flauw idee. Een stad? Om over te schrijven of als inspiratie?

Ik woon in Gent. Ik woon hier doodgraag en zou nergens anders willen wonen, enfin, toch niet in België. Mijn leven speelt zich hier grotendeels af, dus heeft Gent een heel grote invloed op wie ik ben, hoe ik leef en dus ook op wat ik schrijf. Beantwoord dat de vraag?

Wat heb je nodig om goed te kunnen schrijven?

Meestal niets. Om effectief te schrijven uiteraard wel iets, anders zouden er geen teksten komen. Logisch. Maar als ik een tekst wil schrijven zit ik daar meestal een paar dagen op voorhand mee bezig in mijn hoofd. Zeker als het een persoonlijke tekst moet worden. Dan probeer ik herinneringen op te halen, zinswendingen te zoeken, de juiste woorden te vinden. Dat kan duren van een paar uur tot een paar dagen, zelfs een week, maar nooit veel langer. Dan moet het eruit. Eens ik alles heb qua gegevens die ik nodig acht, begin ik te schrijven. Meestal in een ruk door, zonder veel nadenken en zonder nog veel geschaaf achteraf. De gegevens zitten in mijn hoofd en de zinnen vormen zich dan gelijk vanzelf. En dan ben ik altijd bang dat het niet goed genoeg is, maar ik kan het loslaten.

Ik ga er even vanuit dat je trots bent op je schrijftalent. Waar blijkt dat uit?

Dat ik verder blijf schrijven, vermoed ik, en. Iet alleen hier, maar ook op Gentblogt. Alhoewel het daar al een heel tijdje geleden is.

‘Trots’ is trouwens een te groot woord, maar ik vind het wel leuk.

Als je bevestiging zoekt voor je blogs, waar vind je die dan?

Ik ben niet beginnen bloggen voor iemand, maar ik wou zo een beetje een archief bijhouden van het opgroeien van de kinders. ‘De tijd vliegt’ en al die zever en vooral, mijn geheugen is niet van de sterkste. Of is het gewoon misschien ‘gemiddeld’? Ik merkte dat ik dingen, waarvan ik dacht dat ik ze nooit zou vergeten, toch vergat en het leek mij een goed idee om die dingen hier op te schrijven. Dan konden de kinderen dat later eens teruglezen.

Ondertussen schrijf ik al lang veel te weinig dingen meer op, over de kinders, dus daar gaat mijn intentie.

Maar het is uiteraard leuk als iemand iets zegt over iets dat ik geschreven heb, online of irl. Zo vals bescheiden ben ik ook weer niet. Maar met of zonder commentaar, als ik zin heb schrijf ik toch.

Favoriete blogs, om dit stokje aan door te geven?

Ik denk dat mijn favoriete blog al de revue gepasseerd zijn, maar anders mag Pharailde het overnemen. Ik lees haar graag. En Max ook zie.

B

Je leert elke dag iets bij

Ergens heb ik ooit gelezen dat je elke dag iets moet bijleren, of het is een nutteloze dag geweest. Ik hou daar nu geen statistieken van bij, maar ik vermoed dat dat ongeveer wel klopt. Bij mij dan toch.

En zo leerde ik vandaag dat ik geen bloed mag geven, als ik pas terug ben uit het buitenland-dat-niet-EU-is.

Terug naar huis dus, met evenveel bloed in mijn aderen als dat ik toegekomen was. Volgende maand beter.

K’tshing

Vanavond dan nog maar eens een pak betalingen gedaan. Ik heb daar zo een ongelooflijke hekel aan, ge kunt u dat niet inbeelden.

En ergens is dat misschien begrijpelijk. Vroeger stak je de overschrijvingsformulieren gewoon ingevuld en ondertekend binnen bij de bank en zij deden de rest. Uiteindelijk had ik geen overzicht van hoe duur alles was en hoeveel er zo telkens van de rekeningen ging. Dat kreeg ik pas als de uittreksels werden opgestuurd. Sinds ik dat zelf moet doen draal ik altijd ongelooflijk vooraleer ik daaraan begin.

Maar soit, we zijn weer ettelijke euro’s armer. De maandelijkse kosten zijn betaald, maar ook de school van de kinderen voor het voorbije trimester is betaald, mijn eigen opleiding voor het komende (en hopelijk laatste) semester, de gezondheidsverzekering is in orde voor het komende half jaar en de zwemclub is geregeld voor het komende jaar. Zware kosten, maar dan kunnen we wel nog even voort.

En dat altijd na de gezellige decembermaand 🙁

Burgerplicht

Deze middag vertrek ik met de fiets om de kinderen van school te halen. Twee straten verder passeer ik een man die blijkbaar zeer kwaad is en het daarom nodig vindt om fietsen kapot te proberen stampen die tegen de muren van de huizen staan.

Ik ben daar zo niet voor, zo voor niets doen en verder rijden. Ik wordt nogal kwaad en verontwaardigd als mensen zoiets doen. Dus vind ik er dan niets beter op dan die mens aan te spreken. Nu, spreken is veel gezegd. Ik vroeg die mens nogal kordaat om daarmee op te houden, met op andermans fietsen te stampen.

Dat had ik dus beter niet gedaan, want die mens was dus echt heel erg kwaad. Dat bleek nog meer toen hij aanstalten maakte om achter mij te lopen. Gelukkig was ik op de fiets dus kon ik mij rap uit de voeten maken (en zonder fiets had ik mij dat sowieso niet geriskeerd, daar niet van). Die mens bleef roepen naar mij en toen ik op een veiliger afstand was stopte ik weer en riep deze keer dat hij moest ophouden met op fietsen te stampen.

Ik moet u niet zeggen dat dat niet veel hielp. Ik kan u wel zeggen dat geen enkele andere voetganger aanstalten maakte om iets te doen. Dus heb ik maar iemand tegengehouden en haar GSM gevraagd (ik had de mijne thuis laten liggen) en dan de politie gebeld: die man was zo agressief dat ik bang was dat hij nog iemand zou aanvallen los van alle andere dingen die hij zou vernietigen in zijn razernij. Tegen dan was die mens doorgelopen, maar de politie heeft toch geluisterd en de man aan de lijn zei mij dat het doorgegeven was en er iemand op afgegaan was.

Ik vraag mij af of ik hier nog iets van ga horen.

Meer tijd

Ik heb gewoon meer tijd in een dag en dit sinds gisteren. Fantastisch, nietwaar.

Kijk, voor mij is het nu pas 11.25u. Ik heb dus 12uur meer in mijn dag vandaag.

Enfin, ik wou dat het waar was. Sinds gisteren is de batterij van mijn uurwerk het immers aan het begeven. Toen ik Zelie en Louis om 14.00u op een feestje moesten afzetten, liep mijn uurwerk nog perfect. Toen ik om 16.30u mij klaarmaakte om ze terug af te halen vroeg den anderen waarom ik nog niet vertrokken was, want het was al 16.45u. Ik geloofde hem niet tot hij mij het uur op mijn GSM toonde, en dan nog eens op zijn GSM en ik dat voor de zekerheid toch nog eens dubbel controleerde met het uurwerk op de microgolfoven.

Ondertussen loopt mijn uurwerk dus geen 15 minuten meer achter, maar bijna 12 uur. Moest ik die nu nog in realiteit kunnen omzetten zou dat zalig zijn. Of niet?

Peststop-wave

Deze laatste week was ik nogal van de kaart: het nichtje van twee heel goede vriendinnen van onze twee oudsten is maandag uit het leven gestapt. Het nichtje van mijn goede vriendin. Ze kon het pesten niet meer aan. Lisa was 16 jaar en ze zag het helemaal niet meer zitten. Zelfmoord leek de enige uitweg.

Het nieuws was alsof ik een stomp in mijn maag kreeg. Herinneringen kwamen boven die ik liever nooit meer had tegengekomen. Want pesten, daar heb ik jammer genoeg veel en veel te veel ervaring mee gehad.

Ik werd ‘slachtoffer’ in het zesde studiejaar. Stomme jaloezie tussen kinderen van 11 jaar. Het pesten was ongelooflijk fysiek met stampen, kloppen, nijpen, slaan, … noem maar op. Tot bloedens toe. Psychisch deden ze er ook goed aan door. Een hel-jaar is het minste wat je er van kan zeggen. Situaties waarbij de hele vriendengroep van mijn kleine zus, toen in het vierde jaar basisschool, rondom mij kwam staan om mij te beschermen. Mij opsluiten in het toilet tijdens de korte speeltijden zodat ze niet aan mij konden. Hele speeltijden naast de leerkracht lopen zodat ze mij met rust zouden laten. Tijdens de middagpauze mijn fiets nemen naar huis om toch even te ontsnappen. Niet dat ik toestemming had om ’s middags naar huis te gaan, maar geen leerkracht op school die het in zijn hoofd zou gekregen hebben om mij tegen te houden. Iedereen wist wat er aan de hand was, maar toen was het ‘normaal’ dat dat genegeerd werd, dat er gedaan werd alsof er niets was.

In het eerste middelbaar werd het ‘beter’: de fysieke aanvallen stopten. Psychisch gingen de pesterijen door, maar de groep was serieus uitgedund en ik wist dat de ergsten onder hen het jaar erop naar de beroepsschool zouden verhuizen. Ik had dus hoop. Maar terwijl tegen het tweede middelbaar de ergste gevallen naar een andere school waren, was het pestzaad gezaaid voor de rest van mijn humaniorajaren.

Zeven jaar heeft die kwelling geduurd. Niet constant. Er waren periodes dat ik dacht dat het over was om dan weer te herbeginnen.

Mijn ‘geluk’ tijdens die jaren: de steun van mijn ouders, mijn broer en zus. Het feit dat ik tegen het tweede middelbaar een aantal ongelooflijk goede vriendinnen had die mij door dik en dun steunden, mijn hele humaniora lang. Vriendinnen die er trouwens nu nog steeds staan.

Zestien is echt een kantelleeftijd. Voor mij was dat het moment om te beslissen mezelf te zijn. Om te zeggen dat iedereen die mij niet kon aanvaarden zoals ik was, dat die de boom in konden. Niet dat dat het pesten minder kwetsend maakte, maar wel dat ik er mij beter tegen kon afzetten. Door mij te concentreren op de mensen die mij wel graag hadden, ging dat.

De gevolgen van die periode zijn zwaar geweest en zijn er nu nog steeds. De meeste mensen die mij kennen, die zien dat niet. De meeste mensen die mijn goed kennen, zien het wel. Het is een periode die serieuse litttekens heeft achtergelaten, littekens die eigenlijk nooit volledig genezen en die op elk moment weer opengereten kunnen worden. Zoals een paar jaar geleden, toen plots twee mensen, waarvan ik dacht dat het vrienden waren, mij van de ene dag op de andere lieten links liggen, zonder een woord uitleg. Dat heeft maanden geduurd vooraleer ik die weer kon tegenkomen zonder te sterven vanbinnen. Zelf uitleg vragen zeg je dan? Sorry, dat kan ik echt niet want wie weet welke verwijten ik dan weer zou te horen krijgen. Dan nog liever de stilte.

Thibault, de broer van Lisa, heeft gevraagd om STOP te zeggen tegen pesten. Met wat ik zelf meegemaakt heb kan ik niet anders dan daar meer dan 100% achter staan. Want pesten kan niet, mag niet. Niet door of tegen kinderen, maar ook niet door of tegen volwassenen.

Dus mensen, zeg gewoon stop tegen pesten. Please.

Stem en stuurt door

Een vriendje van Jan van de voetbal doet mee met een wedstrijd en nu zou ik jullie willen oproepen om massaal te gaan stemmen. Niet alleen omdat het een vriendje is, maar vooral omdat ik het een zalige foto vind, en ook: ze hebben blijkbaar nog minstens 700 stemmen nodig om in de top 10 te geraken en zeker een 1.100 stemmen om de eersten voorbij te steken.

Dus doen, zou ik zo zeggen. Klik hier, vult uw e-mail adres in (een bestaand uiteraard) en bevestig uw stem via de mail dat ge terugkrijgt (vandaar dus: een bestaand adres gebruiken, anders kunt ge niet bevestigen en dus telt uw stem niet mee).

Een eens ge gestemd hebt, roept maar al uw vrienden, kennissen, familie, vijanden … op om ook te stemmen. OK?

Raar gevoel

Sinds mijn laatste examen vrijdag heb ik al heel de tijd zo het gevoel dat het vakantie is. Of beter: moet zijn.

Want ‘vroeger’ was dat toch zo. Eerst een reeks examens en spanning, en dan was het tijd om een beetje te bekomen en uit te rusten. Vakantie, of toch tenminste een paar dagen rust. En zo zat dat al de hele tijd in mijn hoofd sinds vrijdag.

Behalve natuurlijk dat het vandaag gewoon werkdag was.

Gemerkt?

Al gemerkt dat de postjes al weer wat regelmatiger komen? Awel, ik heb een nieuwe laptop en dus kan ik weer ‘gezellig’ tokkelen terwijl ik in de zetel zit.

Dus vanaf nu, hopelijk weer een beetje meer regelmaat in mijn schrijfsels.

Clusters

Vanaf nu zullen jullie post updates krijgen in clusters. Niet dat dat in het verleden nog niet gebeurd zou zijn, maar toen was er eigenlijk geen echt goede reden behalve luiheid om dingen af te werken. Nu is er wel een goede reden: de laptop is (voorlopig toch) buiten gebruik.

Dit wil zeggen dat ik naar het achterhuis moet om iets te schrijven, en zo gans alleen vanachter zitten, ’s avonds, zeker nu het koud is buiten, dat is niet zo aanlokkelijk. En dus ga ik mijn postjes kort opschrijven in een boekje en dan af en toe naar achter gaan en ze (met de juiste datum) hierop pleuren.

U weze gewaarschuwd.