Gisteren was het voor (een deel van?) de Brugse scholieren blijkbaar hun laatste 100 dagen.
Amai. Ik begrijp er niet vet veel meer van. Het zal wel aan mijn leeftijd liggen zeker?
“In mijnen tijd” (18 jaar geleden begod) bereidden we een show voor, verkleedden we ons, meestal met een aantal vrienden in hetzelfde “thema” maar vooral mooi, hadden een leuke dag op school (verplichte aanwezigheid) waar we dan alleen de voorbereidingen deden voor de show, dan de show zelf en dan vroeger (één uurtje) wegmochten om nog iets te gaan eten en drinken voor de fuif begon.
Veel muziek, gelach, leute, gelanterfant, etc. Wreed leuke dag. Aaagh, de herinneringen 🙂
Wat ik gisteren gezien heb daarentegen (en trouwens niet alleen gisteren, ’t was vorige jaar ook al zo): het leek eerder op een uit de hand gelopen doop van universiteitsstudenten.
Die gasten zaten om 9u al op café en leken dus niet van plan om nog naar school te gaan. Misschien moet dat vandaag de dag niet meer, dus tot daar.
Maar dat “verkleden”. De enige verkleedkledij waren blijkbaar overalls die ze dan nog maar halfaan hadden. Ze zaten onder de verf: kleren, alle stukjes huid dat nog zichtbaar waren, haar… waar ge het maar kunt inbeelden. Velen hadden dan nog een of andere smurrie bij de verf in hun haar.
Degoutant.
Het enige woord dat ervoor bestaat.
Nu, mij niet gelaten. Als dat het idee is van “de jeugd van tegenwoordig” van een leuke dag, het is hun dag hé. En zolang ze mij daarmee niet ambeteren. Maar toch.