Profiteren

Alleen met vier kinderen naar een pretpark gaan, dat gaat niet. Onmogelijk. Niet te doen. De kinderen verschillen daarvoor teveel in leeftijd en er is altijd wel een attractie waar de ene(n) wel op wil(len) en de andere(n) niet. Voor sommige attracties is alleen gaan dan een optie, maar voor de meeste moet er begeleiding zijn en dus kan ik niet alleen gaan: er moet nog een volwassene mee.

Voor Michel is dat ongelooflijk lastig, zo naar een pretpark met zijn rug. Om niet te zeggen dat ‘lastig’ een serieus eufimisme is. Dus zoek ik meestal andere slachtoffers.

Donderdag had ik evenwel sjans: drie kinderen zaten op kamp. Eén kind thuis. ’s Avonds moest ik de drie oudsten van hun kamp afhalen en laat dat kamp zich nu net in De Panne bevinden. Wat is er in De Panne? Juist, Plopsaland.

Ge moogt zeggen van merchandising en zo wat ge wilt, maar als er één park leuk is voor zelfs de allerkleinsten, dan is het wel Plopsaland. We zijn er indertijd geweest toen Zelie en Louis nog heel klein waren en Jan er nog niet was, en toen was het voornamelijk op die hele kleintjes gericht. Het is eigenlijk pas de laatste jaren dat er meer attracties gekomen zijn voor de ‘groteren’.

Donderdag was ook de dag dat Zelie, Louis en Jan mét hun kamp ook naar Plopsaland gingen en dus heb ik er van geprofiteerd om met Anna alleen op zwier te gaan. Op vraag van madam eerst naar de zee zelf waar we lustig in de zee hebben gespeeld tot Anna bijna blauw zag van de kou (niet dat ze er toen uit wou, maar ik heb haar dan maar verplicht). Eens afgedroogd en opgewarmd en schelpjes geraapt ging het richting Plopsaland.

We hebben ons rotgeamuseerd. Toen Anna na de eerste attractie erop wou blijven zitten, en ik haar zei dat dat niet kon behalve als ze opnieuw zou aanschuiven, maar dat er nog heel veel molens te doen waren, keek ze mij nogal ongelovig aan, zo met een blik als om te zeggen: dat zegt ge alleen maar omdat ik eraf zou gaan zonder een scène te maken. Maar vijf minuten later merkte ze dat ik niet gelogen had en van dan af aan was het van het één naar het ander.

Ik heb mijn ogen open gehouden om te zien of ik Zelie, Louis en Jan toevallig niet zou zien en ik had geluk: toen we in het treintje zaten passeerden we Zelie die aan het aanschuiven was voor een attractie. Ik kon haar niet achterna gaan: we zaten nogal vast, maar mijn hart maakte toch een sprongetje van blijdschap.

Tegen 18u waren we rond. Niet dat we het hele park hadden doorlopen, maar toch het grootste deel en we waren terug aan het beginpunt. De zon blakerde en de fontein liep vol kinderen, letterlijk dan. Dus heb ik Anna maar in haar onderbroek gezet en haar ook laten lopen. Binnen de vijf minuten was ze doorweekt, maar plezier dat ze had. Een half uur later heb ik er haar vanonder gehaald. Ze was niet zeer blij, maar langs de andere kant liet ze zich nogal rap overtuigen: het feit dat ze klappertande zal er wel mee te maken hebben gehad. We hebben nog een warme hap gegeten en daarna is ze toch nog eens vijf minuten onder de fontein geweest.

Uiteindelijk zijn we rond half acht op het kampterrein toegekomen, moe maar voldaan. Zelie, Louis en Jan waren dat duidelijk ook. Ze glunderden nog na van hun dag in Plopsaland en waren niet echt enthousiast om mee naar huis te gaan. Maar eenmaal thuis in hun bed hadden ze geen energie meer om nog gelijk wat te zeggen of doen.

Eruit

Ik was eens in de archieven gaan kijken wanneer ik het laatst iets had geschreven over Anna en zindelijkheid. Het was op 1 mei. Sindsdien is er veel veranderd.

Want ik had die post nog niet goed en wel geschreven of Anna bleef droog ’s nachts. Geen accidentjes meer. Niets, nada, noppes. Meer dan een maand geen enkele keer moeten opstaan om haar bed en pyjama te verversen. Geen machines meer die dagelijks moesten draaien om toch maar genoeg verse lakens te hebben. Zalig gewoon.

Tot ergens anderhalve week geleden. Midden in de nacht wordt ik wakker gemaakt door den anderen: of ik Anna haar bed zou kunnen verversen? Een accidentje, geen erg, dus sleepte ik mij maar naar boven. Terwijl Michel Anna wastte en pyjama ververste, deed ik het bed.

Volgende nacht lekker doorgeslapen dus toen ik opstond kwam er toch een ‘oef!’ uit mijn gedachten.

Maar de nacht daarop had ik minder geluk, en de nacht daarop en daarop ook niet: natte pyjama, nat bed, onderbroken nacht. Niet zo leuk dus.

Na die laatste keer heb ik eens met Anna gepraat. Dat als ze ’s nachts naar het toilet moest gaan, dat ze uit haar bed mocht komen, dat ze groot genoeg is, dat ik de deur zou openlaten zodat ze makkelijk het toilet kon vinden, dat ze sowieso maar moest roepen als ze naar het toilet moest en met de deur open dat ik haar zeker zou horen, … Niets beschuldigend, gewoon informerend.

Nu weet ik uiteraard niet of zo’n praatje heeft geholpen of niet of of het gewoon toeval is, maar sindsdien zijn haar nachten weer droog.

Hout vasthouden.

Eerste eerste

Dit jaar zijn er twee communiefeesten: vandaag van mijn neefje/metekind. Zondag is het de beurt aan mijn achterneefje. Louis heeft ook nog een feest tegoed, maar dat is geen communiefeest wegens niet gedoopt en al.

Zoals altijd was het weer goed: familie, vrienden en lekker eten. Meer moet dat niet zijn. Het weer deed zelfs mee om er een prachtige dag van te maken, zodat het zeer geslaagd was.

Nochtans was de feestdag niet zo goed begonnen want de eerste communieplechtigheid heb ik gemist, of toch grotendeels: Anna besloot om een beetje lastig te zijn zodat ik na 25min noodgedwongen de kerk heb moeten verlaten, nagekeken door alle bezoekers dus en ik kan het u zeggen, voor zo’n eerste communieplechtigheid zit zo’n kerk toch nog altijd goed vol.

Het heeft 40min geduurd vooraleer ze gekalmeerd was. 40min krijsen en huilen en stampen en doen. Ontroostbaar was ze. Na 5min wou ik het de voetgangers niet meer aandoen en ben ik met haar in de auto gaan zitten. Uiteindelijk is ze 5min voordat de dienst gedaan was toch nog gekalmeerd en heb ik het kunnen bekomen dat ze stopte met wenen.  Eens we terug bij broers en zus en de rest van de familie waren was het alsof er nooit iets gebeurd was: ze was weer haar lieve, zonnige zelve.

Driejarigen! Pff!

Even rust

Ja ik weet het. Het was hier niet zo druk als anders, maar vermoeidheid zit daar voor veel tussen. ’t Is niet alsof er niets te vertellen valt. ’t Is gewoon dat ik ’s avond zo moe ben dat ik mij niet meer kan herinneren wat ik nu allemaal wou schrijven.

Zoals dat ik opgeroepen ben om als bijzitter te gaan meetellen bij de verkiezingen. In de namiddag dus. Om 14u of om 16u. Kwestie om u zo lang mogelijk in spanning te laten zodat ge geen al te vaste plannen kunt maken. Bij de vorige verkiezingen mocht ik ook opdagen om te tellen. Tot bleek, toen ik er aan kwam, dat ik eigenlijk pas derde reserve bijzitter was. Derde. Reserve. Toen de tweede reserve toekwam wist ik al dat ik mocht naar huis terugkeren, kwestie dat er toen al genoeg bijzitters aanwezig waren. Maar neen. De voorzitter volgde het boekje en liet ons blijven tot het uur er was. Tegen dat het 14u was (of was dat toen om 13u?) waren alle bijzitters én alle reservebijzitters aanwezig en mochten alle reserves dus beschikken.

Ik begrijp wel dat ze er niet opzetten of ge nu effectief of reservebijzitter zijt. Moesten ze dat doen, dan zouden de reservebijzitters waarschijnlijk systematisch te laat komen of niet komen opdagen. Maar moeten we nu echt blijven als blijkt dat het telbureau al voltallig is zonder u? Enfin. We zien dus wel wat het dit jaar zal geven. Ergens hoop ik dat ik effectieve bijzitter ben. Toen ik nog advocaat was, was ik eens voorzitter en ik heb dat wreed graag gedaan. Ik zou het dus niet erg vinden. Wachten om te horen dat ik niet moet blijven, dat vind ik wel erg.

Of zoals dat er vandaag bezinningsdag was voor de eerste communie. Bij de kinderen op school wordt de eerste communie in het tweede leerjaar gevierd en dus is het dit jaar Louis zijn beurt. Niet dat Louis zijn communie doet, maar ze zitten nu eenmaal op een katholieke school en alhoewel niemand verplicht wordt zijn communie te doen, moet elk kind wel verplicht alle voorbereidingen meemaken. En daar ga ik volledig mee akkoord hoor. Dus een bezinningsdag hoort daarbij.

De bezinningsdag is dus met alle kinderen van het tweede leerjaar én met hun ouders, of tenminste de ouders die zich hiervoor kunnen vrijmaken. Vorige keer waren wij er alletwee bij. Dit jaar moest Michel afblazen op het laatste moment en dus was het ik alleen met Louis … en 67 anderen. Een grote groep dus. We hebben een bezoek gebracht aan de luchthaven van Zaventem, een rondleiding en zo een beetje een blik achter de schermen gekregen. De gids deed zijn rondleiding op maat van de kinderen, maar ik (en nog een heel aantal ouders) vonden het even interessant. Een zeer leerijke, aangename, maar ook vermoeiende dag dus.

Of zoals dat er hier weer iets rondhangt. Vorig weekend is Anna op zondagochtend wakker geworden met lichte koorts. Tegen dat wij opstonden was zij voor de TV weer in slaap gevallen maar tegen de middag was er niets meer te merken. Diezelfde namiddag heeft Louis zijn volledige middagmaal weer uitgek*tst en daarna niets meer. Vandaag is Zelie met koorts thuisgekomen maar nu lijkt het erop dat het niet iets van korte duur zal zijn. Een dokterbezoek lonkt dus morgen.

Maar vanavond lonkt eerst een vroege nacht.

Progressie

Die zindelijkheidstraining van Anna ’s nachts, dat gaat niet zo vlot als bij de anderen. Niet dat de anderen nooit accidentjes gehad hebben indertijd, maar toch alleszins veel en veel minder.

Er is een week geweest waarin ik om de andere dag de lakens mocht wassen: nacht droog, nacht nat, nacht droog, … U begrijpt het al. Er zijn nachten dat ze toch met pamper sliep: ze eiste het, anders wou ze niet slapen, maar er zijn gelukkig al meer droge dan natte nachten geweest.

Het probleem is eigenlijk dat ze niet wakker wordt als ze geplast heeft. Ze verlegt zich in haar slaap en slaapt rustig verder. ’s Ochtends is er dan een klein drama als ze merkt dat ze een ongelukje gehad heeft en dan stel ik haar gerust. Maar als ze ’s nachts niet wakker wordt, leert ze ook niet dat ze ’s nachts kan opstaan om naar het toilet te gaan.

We doen het op haar ritme. We doen waar zij zich het best bij voelt en vroeg of laat zal ze dan ook wel volledig ongelukjesvrij worden.

Droog

Maandagavond besloot Anna dat ze er genoeg van had. Genoeg van pampers. Het was gedaan, fini, over en uit. Ze wou geen pamper meer om te slapen.

Geen probleem voor mij. Eigenlijk had ik het al moeten doen voor de winter, toen we een paar keer vergeten hadden haar pamper aan te doen en ze een droge nacht had gehad. Maar de laatste keer dat we het vergeten hadden had ze dan toch een ongelukje gehad. Het was winter, bitter koud en een bed verversen als het zo goed als vriest … niet leuk. Dus had ik er niet op aangedrongen.

Maar maandagavond besloot Anna dus zelf. Het is niet meer bitterkoud ’s nachts en dus moedigde ik haar aan: dat ze een flinke meid was en zo. Dinsdag stond ze op met een droge broek … en dus was haar bed uiteraard ook droog en had ze geen ongelukje gehad ’s nachts.

Dinsdagavond waren we dus in Nederland en toen stond ik voor een dilemma. Ik had pampers mee, want ons madam kan wel eens van gedacht veranderen. Zo gelijk met een vingerknip. Dus ik was voorzien. Een ongelukje thuis is geen probleem wegens lakens genoeg en een matrasbeschermer en zo, maar op verplaatsing was dat er allemaal niet. Dus wat nu?

Uitgelegd aan ons madam en gevraagd of ze het toch wel zeker wist, zo zonder pamper? Ze keek mij aan, haar hoofdje schuin alsof ze diep nadacht en besloot om toch maar een pamper aan te doen … wegens dat er geen andere lakens waren.

Dus heeft ze dinsdag-, woensdag- en donderdagnacht weer met pamper geslapen, MAAR is ze ’s ochtends telkens opgestaan met een droge pamper. Geen ongelukjes.

Gisterenavond wou ze dus geen pamper aan. Op eigen vraag dus. Want ze was weer thuis, dus als er dan toch iets zou gebeuren, dan kon het bed ververst worden. Dat zei ze uiteraard niet in zoveel woorden, maar daar kwam het wel op neer. En deze ochtend opnieuw geen ongelukjes. Droge pyjama, droog bed en ik moest dus niet uit mijn bed in de midden van de nacht om alles te verversen.

Vijf nachten op rij droog. We geraken eindelijk uit de pampers, joepie!

Broeder- en zusterliefde

Op zaterdag zijn Anna en Jan dan grotendeels alleen thuis. Niet in de zin van alleen in het huis te zijn. Daar zijn ze nog te jong voor. Wel in de zin dat grote broer en zus hier niet zijn.

Toen ik deze namiddag terugkwam van de twee oudsten naar de scouts te brengen waren Jan en Anna met de puzzel aan het spelen: Jan maakte de puzzel en Anna keek gefascineerd toe en probeerde te helpen waar kon/mocht. Maar of ze nu hielp of niet, Jan was de hele tijd tegen Anna aan het praten en omgekeerd. Ze waren zich zeer goed aan het amuseren.

En zo hebben ze zich samen geamuseerd gedurende de hele namiddag, ze waren onafscheidelijk. 

jan-en-anna-groot

Zelfs vanavond, toen grote broer en zus al terug waren, speelden ze mooi samen. Jan heeft ‘Wie is het?’ voor zijn verjaardag gekregen en hij probeerde dat met Anna te spelen. Keer op keer probeerde hij aan Anna uit te leggen hoe ze het moest en ondanks het feit dat het niet echt lukte (hij verstaat het zelf nog maar half) bleven ze maar volharden.

Soms kunnen zo toch zo ongelooflijk lief en schattig zijn.

Er is er één jarig

Ons kleinste spruit is trouwens vandaag 3 jaar geworden.

Er was vorige zondag feest, dus de dag is een beetje aan haar (en ons) voorbij gegaan, maar toch. 3 jaar!

Toen we voor haar zongen in de auto, werd ze heel kwaad en begon ze te wenen. Halverwege hebben we dan maar het liedje onderbroken: je verjaardag moet een leuke dag zijn, dus als iets je laat wenen, dan laat je dat beter achterwege.

Maar toen ik haar drie dikke kussen gaf en proficiat wenste, glunderde ze toch.

3 jaar!

Badaboem

Sinds vorig weekend slaapt Anna in haar groot bed en behalve die eerste vijf minuten is ze doodblij.

Toen de andere drie een groot bed kregen, had ik zo’n leuning geïnstalleerd zodat ze er toch niet zo rap zouden uitvallen. Maar toen ik dat bij Anna deed begon ze serieus van haren neus te maken. Ze weigerde resoluut die leuning en er was geen overtuigen tot het tegendeel aan.

Als Anna iets in haar hoofd heeft is het er zeer moeilijk uit te krijgen en uiteindelijk gaf ik maar toe: zo hoog was het nu ook weer niet, de anderen zijn er op één of ander moment ook wel eens uitgevallen en als zij zou vallen, dan zou ze wel van gedachte veranderen.

Gisterenavond hoorden we dan (eindelijk) een plof en direct erop een zacht gehuil: Anna was dus uit het bed gevallen. Het huilen was eerder van het verschieten dan van pijn want toen we haar weer in haar bed legden sliep ze gewoon door.

Ik dacht er nog even aan om toch de leuning te installeren, maar Michel stak haar beddegoed heel goed vast in de zijkant en we lieten haar dan maar zo slapen.

Alles goed en wel dus, tot ongeveer half vier deze morgen. Ik schoot wakker van een klap direct gevolgd door heel hard gehuil. Naar boven en ja hoor: Anna was opnieuw uit haar bed gevallen, maar deze keer leek ze zich wel pijn gedaan te hebben. Kind op de schoot en zo goed mogelijk proberen troosten. Haar beddegoed zat nog steeds goed vast en dus was ze in haar slaap hoger gekropen en er zo kunnen uitvallen.

Nadat ze toch een beetje gekalmeerd was heb ik haar dan weer in bed gelegd maar er leek iets niet te kloppen: in het schijnsel van het licht op de gang leek haar gezicht nogal donker en toen ik naast haar bed had geknield had ik mijn knie ook in een natte plas gezet. Plots viel mijn euro: haar gezicht zat onder het bloed.

Kind terug uit bed en ermee naar de badkamer. Ondertussen was ze gestopt met huilen en kon ik zien wat er aan de hand was. Door te vallen was ze met haar neus tegen de zetel naast haar bed gevallen en had er een bloedneus aan over gehouden. En daar kan serieus wat bloed uitkomen: gans haar gezicht en haar handen zaten onder het bloed en haar pyjama én mijn pyjama vertoonden een hele hoop bloedvlekken.

De bloedneus werd gestopt, gezicht en handen gewassen en ze kreeg een verse pyjama aan. Haar lakens mocht ik niet verversen, maar aangezien het meeste bloed op het hoofdkussen zat kon ik dat gewoon omdraaien zodat ze er niets meer van merkte.

Waar ik haar deze keer wél van kon overtuigen, dat was om nu toch maar die leuning te installeren.