’t Is weer die tijd van het jaar: ons twee oudsten hebben ons voor een week verlaten: ze zijn op kamp naar zee. Snif.
Gisteren als een gek kleren gesorteerd en gestreken en gewassen om toch maar alles klaar te hebben dat ze mee wouden nemen. Deze voormiddag was het dus kleren klaarleggen, zoeken, sorteren, markeren, lijstjes aanleggen, afchecken, in valiezen steken.
Direct na de middag was het dan gelukkig ietsje kalmer: alles was klaar geraakt net na het eten. We gingen dan nog gauw Louis zijn nieuwe fiets ophalen terwijl Anna sliep en wat bleek: platte batterij (weeral). Stom vals contact ook. Verdorie. Volgende week nog eens dringend bellen naar de garage dus om te zien of dat stom reservestuk nu nog niet binnen is. Want het is dan nog de tweede keer deze week.
Woensdag had ik het ook al zitten. Ik stond gelukkig geparkeerd rechttegenover een gebouw waar ze aan het renoveren zijn en de ganse schilderploeg had het gesputter van mijn motor gehoord. Ze zijn met zijn allen naar buiten gekomen om de auto in gang te duwen. Hilariteit bij de kinderen verzekerd, behalve bij Anna die doodsbenauwd was toen er een wildvreemde man op de plaats van haar mama kwam zitten.
Vandaag heb ik de hulp ingeroepen van iemand die ik ken met startkabels. Gelukkig was ze thuis én was ze in de mogelijkheid om te komen, anders waren we nooit op tijd weggeraakt naar zee: als ge op de mannen van touring moet wachten, op een zaterdag … en we hadden maar een uur.
De auto hebben we weer in gang gekregen, maar die fiets, dat is niet meer gelukt. We zijn wel op tijd kunnen vertrekken en dus zijn we ook op tijd toegekomen. Michel heeft Zelie geïnstalleerd, ikke Louis en dan was het weer de bijeenkomst beneden waar we ingelicht werden over de activiteiten die gaan komen.
Het afscheid was zoals gewoonlijk: dikke kus en knuffel en dan zo rap mogelijk weg, zo rap dat ze vergeten waren Jan goededag te zeggen en het ventje bleef beteutert achter. Dus ben ik met hem nog rap achter Zelie en Louis gelopen om alsnog salut te zeggen en we hadden geluk: we hebben ze nog net kunnen tegenhouden vooraleer ze op de trap naar boven verdwenen.
Jan vindt het allemaal een beetje raar. Hij vroeg vanavond of Louis daar dan een bed had? En Zelie ook? En hij had een groot bed hier maar Zelie en Louis hadden er geen daar want ze hadden hun groot bed hier 🙂 Logica van een driejarige dus. Want hij had het bed van Zelie en van Louis wel gezien daar, dus eigenlijk wist hij wel dat er een groot bed was, maar toch.
Een weekje alleen dus met Jan en Anna. Het zal hier een beetje stiller zijn in huis. De eerste dagen zal ik er van genieten, maar vanaf dinsdag zal het mij wel te stil zijn en dan wordt het aftellen naar zaterdag (maar zeven keer slapen meer, maar zeven keer slapen meer, …).