Andere man

Als de kat van huis is dansen de muizen op tafel. Hier thuis dus ook. Den anderen ligt in het ziekenhuis en ik heb dan maar direct het bed gedeeld met een andere man.

Hij is nog niet mis ook hoor: blond, prachtige blauwe ogen. Alleen zijn lengte valt een beetje tegen: amper zo’n 110cm.

Jan had blijkbaar een nachtmerrie vorige nacht en aangezien het bed langs de andere kant toch leeg was heb ik het hem dan maar toegestaan om bij mij  te kruipen. En zo had ik direct ook een beetje gezelschap. Niet dat ik er veel aan had: binnen de halve minuut lag hij weer te slapen en ongelooflijk kort daarna ik ook want ik herinner mij nog dat ik dacht dat ik hem een aaike over zijn hoofd wou geven, maar dat is er niet meer van gekomen.

Met een beetje geluk is Michel vrijdag al weer thuis, alhoewel ik denk dat het eerder zaterdag zal zijn. We zien nog wel. Nu eerst de operatie afwachten en zien wat dat zal geven.

Oortjes

Lien is niet de enige met oorprobleempjes in de familie. Hier hebben de oortjes ook last.

Als kind had ik jaarlijks oorontstekingen. Elk jaar tussen mijn 6 en 12 jaar garantie één oorontsteking en één keelontsteking. Gemiddeld dus een maand per jaar thuis want twee weken voor elke ontsteking. Gelukkig kreeg ik ze niet opeenvolgend, maar verspreid over de winter, maar toch. Pijn. Dat herinner ik mij er vooral van. Enorm veel pijn. De keelontsteking een hel, de oorontsteking nog veel en veel meer. Huilend ineengedoken in een hoekje op de speelplaats omdat ik niet wist waar kruipen van de pijn.

Onze kinderen hebben daar (nog) geen last van. Zelie is ooit van een vakantiekamp thuisgekomen met een dubbele oorontsteking, maar ware het niet dat de we bij de dokter moesten zijn voor iets anders voor haar, we hadden het nooit echt gemerkt. Ze had er niet echt veel last van. Last, dat was eigenlijk het woord, pijn neen.

Voor zover ik weet is dat de enige keer dat één van ons kinderen een oorontsteking gehad hebben. Dus dat Zelie buisjes heeft is daar niet aan gelegen. Dat ze gewoon bijna niet meer hoorde, dat was wel de aanleiding.

Tijdens onze uitstap in de Paasvakantie merkten we dat Louis gelijk niet zo goed meer hoorde. Dat én het feit dat Zelie de laatste tijd af en toe klaagt van een serieuse gevoeligheid aan haar oren én dat Jan zijn oren er vorig jaar niet al te best uitzagen, maakten dat ik dus nog eens een afspraak maakte bij de NKO. Aangezien ik de indruk heb dat mijn gehoor ook niet opperbest is, heb ik dan maar direct een afspraak voor mijzelf bij gemaakt.

Vandaag was D-day. Zelie is uiteindelijk niet meegegaan, iets met toekomstige examens op de muziekschool, en dus ga ik met haar binnen twee weken gaan. Jan, Louis en ik, in gezelschap van Anna, zaten wel in de wachtzaal, of beter: wachtgang. Na één uur en 15 minuten wachten (leert u ook eens de betekenis van een ‘wacht’gang) konden we eindelijk bij de dokter.

Verdikt: Jan zijn oortjes hebben zichzelf ‘hersteld’. In pricipe had ik vorig jaar, twee maanden na de vorige controle, opnieuw moeten langsgaan omdat het er niet goed uitzag. Het leek dezelfde kant als Zelie op te gaan, maar ik was het een beetje uit het oog verloren om een nieuwe afspraak te maken. Gelukkig, bleek nu, want alles is in orde gekomen puur natuur.

Louis blijkt vocht te hebben in zijn oortjes met alleen een licht gehoorverlies in het rechteroor als gevolg. Voorlopig gaan we proberen dat op te lossen met een siroop. Verder in de gaten houden dus en als het niet verbetert, opnieuw een afspraak maken om nog eens te kijken.

Op mijn oren was uiterlijk niets aan te merken. Dus een gehoortest gedaan om te zien of het niet iets inwendig kon zijn. Blijkbaar ook een zeer miniem verlies aan beide oren, maar zo weinig dat het verwaarloosbaar is. Ik moet er dus mee leren leven dat ik niet hoor als er een groep is, maar aangezien ik dat al jaren doe, is dat geen probleem.

Vervolg binnen twee weken dus.

Moeilijk

Jan en Louis waren een spelletje aan het spelen op de computer. Of beter: Jan speelde en Louis stond er naast om te helpen waar hij kon.

Op een bepaald moment zegt Louis: ‘Jan, nu kan ik écht niet meer helpen hoor want het wordt mij te moeilijk’.

Broeder- en zusterliefde

Op zaterdag zijn Anna en Jan dan grotendeels alleen thuis. Niet in de zin van alleen in het huis te zijn. Daar zijn ze nog te jong voor. Wel in de zin dat grote broer en zus hier niet zijn.

Toen ik deze namiddag terugkwam van de twee oudsten naar de scouts te brengen waren Jan en Anna met de puzzel aan het spelen: Jan maakte de puzzel en Anna keek gefascineerd toe en probeerde te helpen waar kon/mocht. Maar of ze nu hielp of niet, Jan was de hele tijd tegen Anna aan het praten en omgekeerd. Ze waren zich zeer goed aan het amuseren.

En zo hebben ze zich samen geamuseerd gedurende de hele namiddag, ze waren onafscheidelijk. 

jan-en-anna-groot

Zelfs vanavond, toen grote broer en zus al terug waren, speelden ze mooi samen. Jan heeft ‘Wie is het?’ voor zijn verjaardag gekregen en hij probeerde dat met Anna te spelen. Keer op keer probeerde hij aan Anna uit te leggen hoe ze het moest en ondanks het feit dat het niet echt lukte (hij verstaat het zelf nog maar half) bleven ze maar volharden.

Soms kunnen zo toch zo ongelooflijk lief en schattig zijn.

Tranendal

Het was weer één van die dagen vandaag. Anna doodmoe waardoor ze serieus lastig was, zowel deze ochtend als vanavond. Tegendraads, niet mee willen werken, krijsen, wenen, … en dan begint dat op de duur zo op mijn zenuwen te werken dat ik met mijn kop tegen de muur zou lopen wat uiteraard ook niet bevorderlijk is om haar te kalmeren.

Michel is dan de persoon om haar te kalmeren en dus deze ochtend is dat gelukt. Maar vanavond had hij zijn trein gemist en was het moeder en dochter tegenover elkaar. Er zijn gemakkelijker gevechten.

Toen ik Louis van school haalde hoorde ik hem al krijsen tot op de speelplaats. Enorm groot drama dus. Wat het probleem juist was en wat de oorzaak was geweest, dat was tegen dan al helemaal niet meer te achterhalen: hij was teveel over zijn toeren om nog enige uitleg te kunnen geven. Maar dus was er een groot probleem want hij was niet meer voor rede vatbaar en weigerde nog te luisteren.

Een jongen van 8 ergens toe dwingen … niet gemakkelijk, zeker Louis niet als hij in zo’n bui is. De aanleiding was nochtans maar iets stoms geweest, zeker niets waar hij ‘normaal’ een toer voor zou krijgen: de leraar had hem gewoon gevraagd om een papier, dat Louis had gebruikt, in de vuilbak te smijten. Dus proberen kalmeren, maar hoe meer ik probeerde hoe erger het werd. Dan maar strenger en hem bijna fysiek gedwongen (neen, niet slaan, maar ik ging hem wel dragen naar het papier) en pas toen wou hij het eindelijk opruimen. Daarna hem gedragen naar de leraar om zijn excuus aan te bieden en hem dan gerust gelaten zodat hij op zijn eigen tempo kon afkoelen.

Hij is dan al wenend zijn fiets gaan halen en heeft bijna de ganse weg naar huis geweend. Pas toen we thuiskwamen was hij opgehouden en gekalmeerd.

Ook Zelie had haar dag blijkbaar niet. Net geen tranen, maar het scheelde ook niet veel. Blijkbaar denkt ze dat een vriendin boos is en ze weet niet waarom en natuurlijk heeft ze er niet naar gevraagd. Maar dat beteuterd gezichtje, mijn hart brak. Gelukkig is er morgen nog een schooldag en kan ze dan nog met haar vriendin praten zodat ze niet verdrietig het weekend moet beginnen.

De enige die vandaag dus geen problemen had was Jan. Vrolijk als altijd met veel blabla.

Oef! Weekend morgen. Ik ben duidelijk niet de enige die er nood aan heeft.

Elf

Dat is het magische nummer van de dag.

Elf kinderen liepen hier vandaag rond in huis met leeftijden van 2 tot 11 jaar. Vandaag kreeg Jan immers zijn verjaardagsfeestje voor de schoolvriendjes en dan blijven er algauw nog wat vriendjes/zusjes/broertjes ook plakken.

Het lijkt allemaal goed te lukken. We zijn even naar de speeltuin geweest, tot het gelijk begon te regenen (dikke druppels begonnen uit de lucht te vallen) maar tegen dat we goed en wel binnen waren was het eigenlijk al gestopt.

Tegen dat we terug waren was het al tijd voor pannenkoeken en we hebben niet gezongen, want Jan vindt dat helemaal niet leuk. Ze moeten gesmaakt hebben, want er is er geen één meer over. Daarna zijn ze boven gaan spelen en ik hoor ze niet meer (en het zal natuurlijk wel helpen dat de deuren dicht zijn).

Ondertussen zijn er al twee naar huis en binnen een kleine tien minuten zullen de andere ouders één voor één toekomen.

Een leuk einde van de vakantie, dat wel.

5

Dat is HET cijfer van vandaag: 5, vijf, cinq, sixfive, … want dat is de leeftijd die Jan vandaag bereikt heeft. Technisch gezien eigenlijk nog niet: hij is maar rond 22u geboren, maar dat zijn details.

En zo kreeg hij deze ochtend al:

  • een serenade van zijn moeder (ondergetekende dus) op zo’n luide én valse toon (ik ben namelijk verkouden, niet dat dat echt iets uitmaakt, daar niet van) dat heel de gebuurte ervan uit zijn bed is gekomen; heel de gebuurte behalve zijn grote zus natuurlijk
  • kussen van iedereen
  • een kadootje in de badkamer waar hij zeer content mee was (een monster)
  • een kadootje dat hij op de trap vond waar hij ook zeer content mee was (monster #2)
  • een kadootje aan de ontbijttafel waar hij ook zeer content mee was (monster #3)
  • een hele zak vol (zelfgebakken) cakejes om in school uit te delen aan de klasgenootjes
  • drie dikke kussen van zijn juf waar hij zogenaamd beschaamd over was maar ge moest hem zien weghuppelen achteraf 🙂

en dat was dus alleen al zijn ochtend. Deze namiddag is hij bij mamie en grandpère en ik vermoed dat hij daar ook serieus zal verwend worden. Deze avond zal er een doodgelukkig kind in bed kruipen, daar ben ik van overtuigd.

Mens, wat worden die gasten rap groot.

Vorderingen

We zijn al zover. Vandaag zijn drie van de vier kinderen terug naar school.

Na Michel zijn ontdekking maandagavond vond ik het gisteren dan maar opportuun om Jan ook thuis te houden, en bij uitbreiding Anna. Kwestie dat Anna toch nog niet schoolplichtig is en mijzelf een vroege ochtend te besparen. Zo heeft iedereen dan lekker lang geslapen tot 8u en bleek Jan, toen hij eindelijk opstond, geen graadje verhoging te hebben. Ook Louis had geen koorts meer toen hij opstond en toen bleek dat beiden ’s avonds ook geen koorts meer maakten, heb ik ze genezen verklaard.

Deze ochtend had Louis het moeilijk met opstaan: na bijna een week lekker mogen uitslapen en niets doen had hij het extra lastig om uit zijn bed te komen. Ik heb me zelfs serieus kwaad moeten maken en gedreigd dat ik hem desnoods in zijn pyjama op school zou afzetten. Eens uit bed verliep het uiteindelijk allemaal een pak vlotter.

Zelie lijkt vandaag al marginaal beter dan de laatste dagen en zeker in vergelijking met gisteren. Ik vermoed dat ze gisteren haar slechtste dag heeft gehad want tegen 18u30 was ze compleet kapot alhoewel ze dat niet wou toegeven. Rond tien voor zeven heeft ze dan toch haar koppigheid opzij gezet en is ze naar bed gegaan.

Ikzelf ben ook eindelijk aan de beterhand. Nog steeds hoofdpijn en watten in mijn hoofd, een rauwe keel en hoesten, maar ik draai tenminste niet meer op mijn benen als ik rechtsta en ik heb nog nauwelijks koorts.

Straks nog eens naar de dokter: Zelie laten nakijken en mijzelf en ook voor de nodige briefjes kijken. En nu maar hopen dat Anna en Jan niet alsnog ziek worden.

Soldaatje

Jan zingt: ‘Groot soldaatje, klein soldaatje, laat ons flink marcheren. En de trommels slaan en de fluiten gaan en mijn papa is soldaat, kameraad’. Terwijl Jan zingt, zingt Anna halvelings mee.

Het liedje is gedaan en Anna wil het nog eens zingen/horen. ‘Jan, ga jij dat liedje nog eens zingen want ik weet het niet’. Jan heeft duidelijk geen zin en zegt ‘ik weet dat ook niet meer’, waarop Anna alleen probeert:

‘Stom soldaatje’

Rust

Toen ik deze ochtend wakker werd daagde het dat Jan en Anna deze namiddag naar een verjaardagsfeestje mochten gaan. Eens dat gegeven verwerkt was dacht ik ‘Oef!’.

‘Oef’, een rustige namiddag. ‘Oef’ geen gejengel van of gekibbel met Anna omdat ze haar goesting niet (altijd) krijgt. ‘Oef’ want nu kan ik de was op mijn gemak en in alle rust doen.

Mijn tweede gedacht was eerder een gevoel. Een schuldgevoel, want wat voor slechte mama ben ik wel niet om dat te denken. Maar dat gevoel heeft niet lang geduurd. Zo’n twee seconden. Na bijna 17 jaar samen met den anderen heb ik al lang geleerd om zo’n gevoel rap van mij af te zetten 🙂