Zindelijkheid

Het moest er eens van komen en ik vond dat vandaag een even goede dag was als een andere: een poging ondernemen om Jan zindelijk te maken.

Het principe zou zijn: de kinderen geven het zelf aan wanneer ze beseffen dat ze naar het toilet moeten. Voordien zou het eigenlijk geen nut hebben.

En effectief, bij Zelie was dat het geval.

Het moet gezegd worden, Zelie had altijd al een ultra gevoelig velletje. Haar pamper diende na élke (en ik bedoel echt élke) plasbeurt ververst te worden of ze had rode billetjes. Na een nachtje slapen kon het heel goed zijn dat haar billetjes tot bloedens toe open lagen. Heel pijnlijk. Heel vroeg zei ze het dan ook al zelf als ze pipi of kaka gedaan had.

Aan ongeveer 2 jaar en 4 maand zei ze dat ze kaka moest doen (dus nog niet gedaan had). Ik trok mijn wenkbrauwen op, nam haar mee naar het toilet en ja hoor: ze deed kaka op het potje. De volgende dag bij de onthaalmoeder voortgedaan: geen pampers meer en op het potje. Ze heeft die week nog een ongelukje of drie gehad, maar in feite was ze dus zindelijk.

Louis was een ander verhaal. Het heeft hem nooit gestoord dat hij een volle pamper had. Geen (over)gevoeligheid van de huid en voor zover ik me kan herinneren ook nooit echt
rode billetjes gehad en zeker geen open wonden op zijn billetjes.

Hij was 2 jaar en 8 maanden toen hij voor zijn eerste longontsteking naar het ziekenhuis moest. Nog steeds toonde hij geen tekenen om zindelijk te worden. Eens hij een beetje “beter” was (zijnde dat hij niet meer voor bijna dood in zijn bedje aan een baxter lag) wou hij uit zijn bed, maar hij mocht niet met die baxter. Zijn oplossing: zeggen dat hij op het potje wou. En ja hoor, tegen dat hij naar huis mocht was hij zindelijk. Er was voor hem dus een serieuse aanleiding nodig om die inspanning te leveren.

Jan zegt nu al ongeveer een half jaar zelf wanneer hij kaka heeft gedaan. Ik had dus goede hoop op een (even) vroege zindelijkheid (als zijn zus dan). Maar neen hoor. Pas de laatste weken zei hij, telkens wij zijn pamper moeten verversen, “bèh, kaka vies” en dus zeiden/vroegen we hem dan telkens of hij op het potje zal gaan. Maar hij had maar één antwoord: nee! Categoriek.

Ik had dus de indruk dat hij eigenlijk wel wist wanneer hij naar het toilet moest maar gewoon te lui was om zelf een inspanning te leveren. Vandaag heb ik dus de knoop doorgehakt: pamper uit, onderbroekje aan en zien wat het gaf.

In de eerste twee onderbroekjes heeft hij een mini plasje gedaan: net genoeg om het broekje nat te maken maar te weinig zodat het op de grond zou lekken. Na het tweede broekje was ik even vergeten hem een vers broekje aan te doen (druk bezig met het middageten). Hij liep dus rond in zijn adamskostuum.

Plots zei hij dat hij geplast had. Apetrots toonde hij het potje en ja hoor, een grote plas in het potje. Zomaar zelf gedaan, zonder iets te zeggen op het potje gegaan. Geen ongelukje of niets.

Wij dus allemaal zeggen wat een flinke jongen hij was en zo, en maar lof geven. Hij glimmen van trots. Zelf zijn potje uitgegoten en gespoeld en teruggezet. Hij vond het blijkbaar zooo leuk, al die proficiats, dat hij er zich direct opnieuw op zette om nog een miniplasje te doen. Zelfde ritueel van proficiat wensen door iedereen, potje uitgieten en uitspoelen en terugplaatsen. Hij heeft nog zo’n 4 miniplasjes gedaan. Zo leuk vond hij het.

Deze namiddag op bezoek geweest bij mijn zus en daar de training voortgezet. Pamper uit, onderbroekje aan en afwachten. Na een tijdje had hij in zijn onderbroekje geplast. Geen drama van gemaakt en gewoon opgekuist maar toevallig opnieuw het broekje niet vervangen. En ja hoor, in zijn blote billen wist hij plots heel goed waar het potje stond en waarvoor het diende. Hij is twee maal op het potje geweest en heeft geen enkel accidentje meer gehad.

Blijkbaar is hij dus klaar voor zindelijkheidstraining, maar nog niet voor een onderbroekje. Maar de eerste stap is gezet en nu is het enkel een kwestie van voortdoen want volgende maand mag hij dan naar school.

Wie niet horen wil…

Onze kinderen doen niet liever dan in zetels springen, of de leuningen zitten, lopen en staan, op bedden springen, … Kortom, alles wat eigenlijk niet mag en gevaarlijk is of kan zijn. Niet anders dan wij vroeger zeker?

Ik herinner me mijn eigen toeren, of toch één ervan. Mijn zus moet een jaar of twee, maximaal drie, geweest zijn en sliep nog in een spijlenbedje. Ik dus twee jaar ouder en mijn broer nog een jaar ouder. Wij sliepen met ons gedrieën in dezelfde kamer. Ter amusement van mijn zus klommen mijn broer en ik de kamer rond zonder de grond te mogen aanraken.

Ik probeer een beeld te schetsen: een kamer van ongeveer 6m op 6m, twee bedden van 90cm/200cm, een kast of twee, mijn zus haar spijlenbedje, een schouw met tablet, twee vensters met vensterbanken. Hét probleem: de deur, want daar konden we niet over. Maar voor de rest, geen probleem: van bed naar bed, rap over de vloer langs de deur op de kleerkast, over mijn zus haar bedje, op de schouw, op de bureaukast, één vensterbank, grijpend langs de muur naar de volgende vensterbank en terug op een bed. Ik zie mijn ouders nog binnenkomen terwijl ik bovenop de bureaukast zat en mijn broer op een vensterbank zat. Niet goed 🙁 Maar ik moet zeggen: mijn zus was aan het gieren van het lachen, dus we waren geslaagd in dat departement.

Waarom ik hierover begin: wij herhalen ad nauseum dat de onze niet over de zetels mogen lopen, niet mogen in de zetels of op het bed springen, enz. want nu we zelf ouders zijn weten we uiteraard waarom het eigenlijk niet zo’n goed idee is. Maar luisteren ze? Absoluut niet.

Louis heeft deze namiddag evenwel de gevolgen ondervonden van zijn ongehoorzaamheid. Ze waren in de tuin aan het spelen en voor zover ik zag (ik stond aan de afwasbak voor het raam en stond te kijken) deden ze niets gevaarlijk. Op een bepaald moment zat Louis in de klapzetel en toen draaide ik me om om iets
anders te doen.

Plots een enorm hard gegil en direct erop volgend enorm gehuil. Dat gevolgd door een tweede gekrijs. Het eerste kwam van Louis. Jan volgde onmiddellijk. Ik in allerijl naar buiten om te kijken wat er gebeurd was.

Volgens een ooggetuige (Zelie dus) was Louis aan de stoel gaan hangen, deze was gekanteld en hij is op zeer rare wijze achteruit gevlogen en met zijn kuitbeen op de drempel van de deur van het achterhuisje terechtgekomen. Een kleine kap was het resultaat maar op een kuitbeen moet dat énorm zeer doen.

En Jan? Niets aan de hand. Gewoon enorm verschoten door het gekrijs van Louis zodat hij spontaan was mee beginnen huilen (ook sympathiehuilen genoemd).

Ik heb Louis dus maar binnen op een stoel gezet met een doek met ijs op zijn been. De kap toonde een beetje bloed maar bloedde niet. Later heb ik er dan een pleister op geplakt, alhoewel dat meer symbolisch is dan dat het wat uitmaakt.

Net zoals Jan die uit zijn bed gevallen was, vraag ik mij opnieuw af: hoe lang zal het duren vooraleer Louis dit incident vergeten is?

Of Jan het al vergeten is? Niet echt want als hij probeert uit zijn bedje te komen dan wijs ik er hem op dat hij nog wel eens zou kunnen vallen en zijn neusje pijndoen en dan trekt hij onmiddellijk zijn beentje weer binnen 🙂 Zelf refereert hij er wel niet meer naar.

De grote operatie

Het is gepasseerd en hij heeft het overleefd: Jan en zijn operatie, en uiteindelijk heeft hij er blijkbaar niet veel last van.

Ik mocht bij hem blijven terwijl ze hem in slaap deden en ze gingen mij komen halen als hij weer wakker werd.

Ander ziekenhuis dus andere gewoontes want bij Louis mocht dat niet: ik moest afscheid nemen van een klaarwakkere Louis die daarna naar de operatiekamer werd gerold al krijsend en ik zag hem pas terug toen hij al wakker was, ook al wenend.

Dus heb ik nu Jan zien ‘inslapen’ en ik was er niet goed van: dat wenen, die desoriëntatie als hij halfweg was, de dokter/verpleegster die mij probeerde buiten te krijgen (*kijk zijn ogen staan al wild, hij is al weg hoor mevrouw, hij weet van niets meer*) terwijl hij daar lag te krijsen en te spartelen, … brrrr. Vies.

Het wakkerworden was aangenamer: ik was de eerste die hij zag en hij is zeer rustig wakker geworden. Geen desoriëntatie, geen geween, … Gewoon lastig als hij ontdekte dat er nog overal draden aan hem vastzaten en hij wou die weg.

Na een klein uurtje op de recoverie werd hij terug naar de dagkliniek gebracht en een half uur later, toen eindelijk zijn infuus ook los was, liep hij vrolijk over en weer tussen zijn bedje en de wacht/speelruimte. De verpleegsters stonden doorverbaasd te kijken dat hij gelijk niets van last had.

En toen was het wachten tot de dokter zou langskomen om hem te controleren en te ontslaan. Ze hadden ons gewaarschuwd: het kon makkelijk half zes worden (zoals de dag daarvoor) want de dokter kwam pas als alle operaties voorbij waren.

We hadden geluk: uiteindelijk was de dokter er om half twee. Alles bleek in orde en we mochten naar huis … als Jan geplast had. En dat had hij nog niet.

Ik heb hem dus maar veel water proberen laten drinken want hoe rapper hij plaste, hoe rapper we daar weg konden. Uiteindelijk heeft het nog anderhalf uur geduurd en konden we pas om 15u naar huis.

Al bij al viel het dus nog mee. Gezien Jan totaal geen last had zijn we dan nog rap eens doorgegaan tot aan Bataclan (op de Feesten) en hebben we nog een wreed leuke namiddag gehad.

Vandaag ziet alles er nog steeds OK uit. Nu maar hopen dat alles in een mum van tijd geneest zodat hij weer in het water kan want dat mag nu niet.

Operatie

Morgenochtend is het zo ver: Jan wordt geöpereerd. Fimosis, net zoals zijn broer.

We moeten daar om 7u zijn, Jan moet nuchter zijn en normaal gezien is hij de eerste om geöpereerd te worden. Het is in dagkliniek dus later op de dag zullen we weer naar huis mogen: geen overnachtingen gelukkig.

Ben toch een beetje nerveus: het is onder algemene verdoving (je kan niet verwachten van een kind van 2 dag hij mooi blijft stilliggen) en elke operatie houdt nog altijd een risico in, hoe klein ook.

Ziekjes

Jantje is niet goed.

Gisterennamiddag moeten overgeven. Hij was er totaal van de kaart van. Doodmoe en dus vroeg in zijn bed, op eigen vraag.

Deze morgen nog een beetje neuterig, nog een beetje teruggeven (slijm) maar na anderhalf uur volledig zijn oude vrolijke en koppige zelve. En hij wou eten, dus een goed teken.

Niet te veel gegeven. Het leek hem goed te bevallen. Na het eten weer 100% … tot een uur later. Gans zijn ontbijt is er weer uitgekomen. Hij was weer volledig van de kaart. Zo erg zelfs dat hij zelf vroeg om te gaan slapen.

Hij ligt nu in zijn bedje. Te slapen.

Hopelijk doet het dutje hem deugd.

Update:

Het dutje deed hem min of meer deugd: hij had honger en ik heb dus maar iets klaargemaakt, zo licht mogelijk. Veel water gedronken, beetje gegeten … en nog geen 5 minuten erna lag alles eruit. Het was gelijk een fontein: het spoot eruit.

Eventjes een uur *zwakjes* geweest en plots kwam hij erdoor: weer volop actief, zot, koppig en grappig. Zijn normale zelf.

’s Namiddags een banaan gegeten en dan gaan spelen in het park. ’s Avonds een boterhammetje. Er is niets meer uitgekomen.
Op tijd in bed en alles lijkt nu volledig normaal. Fingers crossed 🙂

Tafelmanieren

Jan heeft het goed op de laatste tijd: hij wil met zijn handen eten.

Reeds een goede week nu, telkens hij thuis is, besluit hij halverwege zijn maaltijd dat vork, lepel en mes niet meer nodig zijn en schakelt hij over naar zijn handen en gezien dat niet mag is het telkens circus.

Verbieden. Hij luistert niet. Nog eens verbieden. Hij kijkt mij recht in de ogen alsof hij wil zeggen ‘en gij nu’ en neemt uitdagend eten uit zijn bord. Hand wegdoen, laatste waarschuwing, weer niet luisteren en kijken met een blik ‘wat gaat ge ertegen doen’ en … bord wordt weggenomen.

Wenen. Gaat ge braaf zijn? Neen. Verder huilen. Gaat ge braaf zijn? Al snikkend ‘Ja’. Mooi met je lepel en vork eten? ‘Ja’. Bord teruggeven … en dan schuift hij het weg. Weer wegnemen. Groot protest. Terugzetten. Wegschuiven. Dan niet meer teruggeven.
Enz. enz.

Ik vermoed dat tegen het einde van de hele cinema zijn eetlust volledig voorbij is. Of misschien was die al voorbij toen hij wou beginnen met zijn handen eten en is dat (nu) zijn manier van zeggen dat hij genoeg heeft.

Enfin. Meestal heeft hij ongeveer de helft al op vooraleer hij overschakelt en gezien hij absoluut niet mager is maak ik mij geen zorgen over een mogelijk tekort.

This too shall pass 😀

Kaka

Deze morgen kijkt Jan naar de kattenbak.

Met verwonderde, en beetje bezorgde, blik kijkt hij naar mij en zegt: “Oh, Cate kaka daan”

Ik kan niet anders dan bevestigend antwoorden dat Hecate kaka heeft gedaan.

Hij bekijkt mij nu met een bestraffende blik, vingertje omhoog en zegt: “Kuisen hé?”

Windpokken II

Ik begin mijn twijfels te krijgen of het nu echt wel windpokken waren.

Jan had veel rode vlekjes, maar maar 5 ervan hebben ooit (heel kleine) blaasjes gehad. Voor de rest is hij nooit ziek geweest en nu is alles al verdwenen.

Ofwel de kortste windpokken ooit, ofwel was het iets anders (misschien toch muggebeten?). Vrijdag wou ik de diagnose laten bevestigen door de huisarts maar die was in opleiding. Morgen kan ik dat niet meer laten doen want er is niets meer te zien.

Nu ja, Louis heeft ook windpokken gehad … denken we: hij had twee pokken boven zijn oor (in zijn haar) en één op zijn wang. Ook nooit ziek geweest, dus de broertjes zullen waarschijnlijk op elkaar lijken in dit geval.

Windpokken

Gisteren, toen ik Jan afzette aan de peutertuin, zei de kinderverzorgster dat het er naar uit zag dat hij de windpokken had.

Ik keek doodverbaasd: windpokken? Waar? Hoe? Ik had al rode vlekjes gezien op zijn vel, maar niet zo veel en ik dacht eerlijk gezegd dat het muggebeten waren. Er stonden nergens blaasjes op dus …

Nu, de kinderverzorgster was er toch goed van overtuigd maar gezien hij nog geen blaasjes had mocht hij blijven (kinderen met windpokken mogen namelijk niet in de peutertuin tot de blaasjes opgedroogd zijn).

En ja hoor. Tegen dat ik hem ’s namiddags ging ophalen waren er al een pak vlekjes meer en had hij zijn eerste echte windpok (met blaasje) op zijn rug. Direct bij de apotheker gestopt om een voorraad producten binnen te halen: uitdrogende lotion, anti-jeuk poeder, koortswerende middelen, …
Jan is nu thuis tot alle blaasjes opgedroogd zullen zijn. Gelukkig is hij (nog niet?) ziek in de zin dat hij koorts heeft of lastig is. Hopelijk blijft het dus zoals het nu is.
Windpokken betekent ook geen water en geen zon. Beiden niet zo goed. Dinsdag en vrijdag gaan we normaal gezien zwemmen, dus dat mogen we vergeten voor de komende (twee) weken. Geen zon zal ook een probleem zijn als het weer weer mooi wordt want Jan (en de anderen) doen niets liever dan buiten spelen.

Het grootse probleem is voor zaterdag: we hebben een feestje en er zullen veel kinderen zijn en we dachten om de zwembadjes buiten te zetten. Dat mogen we nu vergeten want hoe leg je uit aan een twee-jarige dat iedereen in het water mag spelen behalve hij?