Juich

… maar nog niet volmondig.

Zoals eerder geschreven krijg ik Jan niet meer in bed. Of beter, uiteraard krijg ik hem (letterlijk) in bed, maar eens hij daar is en ik hem slaapwel wens begint hij te krijsen dat het geen naam heeft.

Het resultaat is dat Michel dan maar naar boven gaat en hem onmiddellijk kalm en in slaap kan krijgen.

Eergisterennacht is Jan om 3u45 wakker geworden. Normaal zou ik dan Michel wakker schudden om Jan terug te kalmeren maar ik weigerde. Enerzijds omdat ik wist dat Michel nog maar pas in bed lag en anderzijds omdat ik het beu was.

Beu dat mijnen kleinen niet naar mij wou luisteren. Beu om afhankelijk te zijn van Michel om Jan op tijd in zijn bed te krijgen.

Dus ben ik zelf naar Jan toe gegaan en heb volgehouden tot hij eindelijk weer in slaap viel … een vol uur later.

Telkens binnen, getroost, gezegd dat hij flink moest zijn en moest gaan slapen, buiten gaan, tot 60 tellen en herbegonnen, tot hij eindelijk stil bleef toen ik buiten ging.

De eerste test kwam dan gisteren voor zijn middagdutje: zou het weer een uur duren? Jan in bed gestoken en het duurde uiteindelijk maar 20 minuten vooraleer hij stilviel.

Gisterenavond is hij dan weer beginnen wenen, maar gezien ik toen een verhaaltje aan het voorlezen was aan de twee oudsten is Michel erbij geweest.

Ik vreesde dus het ergste voor deze middag, maar neen hoor: geen enkel probleem. Toen hij er net in zat en ik buiten ging begon hij te wenen, tot 60 geteld, weer binnen gegaan, gevraagd of hij een flinke jongen zou zijn (‘jaa’ klonk het heel zwakjes), buiten gegaan en niets meer. Geen kik.

Op hoop van zege dat dit het begin van het einde is 🙂

Shiver

Zaterdagnamiddag gaan wandelen met de kinderen. Louis had nieuw ondergoed nodig en het weer was prachtig dus zijn we erop uit getrokken.

Eerst dus ondergoed gehaald en dan doorgewandeld tot bij Damass voor een ijsje.

Met de hoorntjes in de hand zijn we dan op ons gemak teruggekomen en zoals verwacht zat vooral Jan onder het ijs: mond, handen, kleertjes … een heel mooi zicht.

Dus voor het slapengaan was een bad niet overbodig.

Jan was zoals altijd zeer blij om in bad te mogen maar toen hij er een paar minuutjes inzat begon hij te klagen dat hij koud had, maar hij wou er nog niet uit. Ik wastte zijn haar en toen zat hij effectief te rillen dat het geen naam had. Het water was nochtans alles behalve koud.

Toen Louis uit bad ging wou hij er absoluut ook uit. Hij zat te beven gelijk een blad. Ik heb hem er dus maar rap uitgenomen en direct goed ingeduffeld. Eens droog heb ik hem aangekleed maar eerst zijn zijn temperatuur genomen en mijn vrees is uitgekomen: 39,4 °C.

Hopelijk is het oververmoeidheid en is het morgen voorbij, anders zal het geen leuk lang weekend worden 🙁

Update:

zondagmorgen en Jan lijkt weer volledig OK. Temperatuur: 37,2 °C 🙂

zondagmiddag: bergafwaarts met 39,1 °C

zondagavond: een jojo-effect: nu nog 37,4 °C

Gordel

Ik ben nogal fanatiek als het op het dragen van de gordel aankomt in de auto. Bij mij mag niemand meerijden als hij/zij z’n gordel niet wil aandoen en dit geldt dubbel en dik voor kinderen.

De reden: de beginscène uit Dead Calm, waarbij ze heel grafisch het effect tonen van een kind dat door de voorruit vliegt in een auto-ongeluk. Het zou trouwens verplicht moeten zijn dat alle (toekomstige) ouders die scène zien, er zou geen enkel kind meer loszitten in de auto en misschien geen enkele volwassene ook.

Bij Louis en Zelie zit dat er zo ingebakken dat ze, voor ze zichzelf konden vastmaken, zeiden dat ik niet mocht vertrekken als ik vergeten was hen vast te maken. Nu kunnen ze dat zelf en als ik al eens te rap vertrek wordt ik altijd terechtgewezen.

Momenteel ben ik dus bezig Jan gordelbewust te maken: geen gordel is niet meerijden.

Vorig weekend waren wij op bezoek bij Michel’s ouders en toen we naar huis gingen weigerde Jan zijn gordel te laten aandoen: roepen, tieren, huilen. Hij boog zijn lichaam in alle bochten zodat ik hem niet met kracht kon vastmaken. Dus zette ik hem maar uit de auto (bij grandpère die stond toe te kijken). Ik zei hem duidelijk dat als hij zijn riempjes niet wou aandoen, hij maar daar moest blijven. Jan zei koppig dat hij niet wou vastgemaakt worden en dus reden wij weg.

Toen hij besefte dat ik het meende (maar niet echt hoor) begon hij te wenen en liep achter de auto. Uiteraard bleef ik onmiddellijk staan en ging hem halen (we waren nog maar een meter of 5 verder hoor). Hij beloofde toen om braaf te zijn en we hadden geen problemen meer om hem vast te maken.

Bij Zelie heb ik dat maar één keer moeten doen. Of beter, ik heb haar één keer uit de auto gezet omdat ze haar gordel zelf had losgemaakt. Ik ben toen niet weggereden (zelfs niet alsof), maar ze was zo verschoten dat ik haar uit de auto zette dat ze het nooit meer gedaan heeft.

Louis heeft nooit problemen gemaakt, voor zover ik mij herinner (ik kan me vergissen natuurlijk).

Jan daarentegen is koppig. Gisteren was het weer hetzelfde liedje: hij weigerde zich te laten vastmaken. Opnieuw uit de auto gezet en (alsof) weggereden. Zolang hij mij zag bleef hij koppig kijken zonder een kik te geven. Eens de auto uit zijn zicht verdween begon hij natuurlijk te krijsen. Ik was al gestopt en ben hem dus onmiddellijk gaan halen en hij was weer zo mak als een lammetje.

Hopelijk heeft hij het nu door dat het mij menens is, maar hem kennende vrees ik ervoor. Nu, bij mijn kinderen is mijn motto ‘de aanhouder wint’ en waarbij ik de aanhouder ben, niet de kinderen 🙂

Spraak

Jan spreekt relatief (zeer) goed voor zijn leeftijd. Hij spreekt ook bijna constant en als hij niet babbelt is hij aan het zingen. Hij is zelfs wreed inventief: als hij ongeveer alle liedjes gezongen heeft zal hij een nieuw liedje maken met stukjes uit verschillende liedjes. Prachtig gewoon.
Op dat vlak zijn Zelie en hij zo een beetje hetzelfde: twee babbelaars dat het geen naam heeft. Bij Zelie was dat ook als ze zo klein was: een bijna non-stop geb(r)abbel en gezang.

Louis daarentegen was (en is meestal nog) een stille. Zo stil zelfs dat ik eens naar de supermarkt gereden was met Louis, uitstapte en toen ik wou binnengaan realiseerde ik mij dat ik iets vergeten was. Ik moest zo’n tweetal seconden denken om te weten wàt ik nu vergeten was toen het me daagde dat het Louis in de auto was. Iets dat dus onmogelijk was (en nog altijd is) bij Zelie en Jan.

Ondanks de spraakwaterval die Jan is én dat hij voor zijn leeftijd (nu 2j en 3m) goed spreekt, is het niet zo dat hij altijd verstaanbaar spreekt. Het meeste is verstaanbaar maar dus niet alles.

Gisteren kwam Jan boven en begon hij een heel verhaal af te steken, alternerend Michel en mij aankijkend om bevestiging te krijgen dat we wel aan het luisteren waren en dat we het al dan niet eens waren met zijn redenering. Hij keek heel geconcentreerd en serieus. Het onderwerp was blijkbaar heel zwaar … en noch Michel, noch ik begrepen er één woord van. We wisselden toen een blik van ‘weet gij waarover hij het heeft?’ en moesten ons dan inhouden om niet in schaterlachen uit te barsten. Kwestie van hem toch niet te fnuiken in zijn ontwikkeling.

Het ziet er toch naar uit dat tegen dat hij naar de kleuterschool gaat, hij volledig verstaanbaar zal praten.

Jaloezie

Vandaag is Jan voor het eerst jaloers geweest op Anna.

Anna en ik lagen deze namiddag te slapen in mijn bed toen Michel met een pas wakker geworden Jan in de kamer kwam. Toen Jan merkte dat ik niet alleen lag en dat Anna in de weg lag opdat hij bij mij zou kunnen kruipen keek hij heel boos. Hij probeerde langs alle kanten om toch bij mij te komen en ik moest hem telkens weghouden van bij Anna zodat hij toch niet op haar zou kruipen.

Uiteindelijk heeft Michel Anna bij hem gepakt en kroop Jan dicht bij mij, doodcontent.

Eigenlijk mag ik het hem niet aanrekenen: Jan worstelt een beetje met een ochtendhumeur als hij wakker wordt (ook al is het dan namiddag). Genen die worden doorgegeven … en het zijn niet de mijne 🙂

Herkenning

Weer iets bijgeleerd, wat altijd interessant is.

Vrijdag was ik op de markt met mijn vier kadeeën en we kwamen daar één van de kinderverzorgsters van Jan tegen: M.

Jan is dol op M. Als we naar de peutertuin gaan en zij is er is hij altijd zeer enthousiast. Hij is ook dol op de andere verzorgsters en gaat dus heel graag naar de peutertuin.

Maar toen we M. op de markt tegenkwamen stond hij doodverbaasd te kijken, zo van ‘wie is dat mens en hoe kan dat dat zij mijn naam kent?’ Totaal geen herkenning. Toen M. op hem toeliep om hem een kusje te geven liep hij zelfs weg.

M. wist beter dan ik wat er aan de hand was. Blijkbaar kunnen kleuters van de leeftijd van Jan nog niet de link leggen van personen in welbepaalde situaties naar andere situaties. Dus Jan herkende M. in het geheel niet toen hij haar zag buiten de peutertuin.

Dus geen reden voor mij om beschaamd te zijn over zijn gedrag: het bleek doodnormaal te zijn en M. was in het geheel niet geaffronteerd.

Oogst

De oogst op moederdag:

  • drie wenskaarten, volledig zelfgemaakt (Zelie)
  • drie (papieren!) theelichthouders in de vorm van waterlelies, inclusief theelichtjes (Zelie)
  • één schilderij (Louis)
  • één juwelendoosje (Louis)
  • één onderlegger (Jan)

Of met andere woorden: de kinderen hun kunstwerkjes. Adorable!

Niets van de wederhelft want ‘ik en zijn moeder niet’ …

Naweeën

Niet van de geboorte hoor. Dat zou een beetje heel laat zijn. Anna is ondertussen al 7 weken (de tijd vliegt, nietwaar).

Nee, naweeën voor de kinderen van het weekend: het waren lange dagen.
Voor Zelie was het het ergst maar zij heeft er het minste last van, heb ik zo de indruk.

Vrijdagavond was het scouts voor haar en toen zat ze maar om 21u45 in bed. ’t Was een leuke vergadering (wat het belangrijkst is uiteraard) en we zijn te voet naar huis gekomen. Eerst een eindje meegewandeld met haar vriendinnetje Yanthe (en haar zusje en oma bomma): langs de Ketelvest, Nederkouter, Koophandelsplein, Veldstraat, over de Korenmarkt en dan een kleine afslag genomen om langs het Vleeshuis te passeren. Daar hebben we ook afscheid genomen van het vriendinnetje. Aan het Vleeshuis een frietje gekocht en dan op het gemak doorgewandeld naar huis.

Met dat Zelie, Yanthe en Nimuë (het zusje dus) er in de Veldstraat niet beter op gevonden hadden dan om op handen en knieën een eindje af te leggen, mocht Zelie nog in bad voor het slapengaan. Het water zag donkergrijs, ongelooflijk, maar ze zat uiteindelijk proper en fris in bed.

Zaterdagvoormiddag was het turnen voor Zelie en Louis, zoals gewoonlijk. In de namiddag zijn we dan gaan kijken om een nieuwe relax te vinden voor Michel. Ik stond erop erbij te zijn, kwestie dat hij toch (hopelijk) met iets thuis zou komen dat niet alleen comfortabel was, maar ook een beetje mooi zou zijn.

We hebben dus iets gevonden dat aan beide eisen voldoet. We zullen volgend weekend waarschijnlijk een definitieve beslissing (en dus bestelling) nemen.

Na het zetelshoppen zijn we bij Michel’s mama langsgegaan met een kadootje om haar een (vervroegde) moederdag te wensen gezien we zondag niet thuiswaren. Het was nog mooi buiten en de kinderen hebben dus naar hartelust kunnen rondhotsen, wat blijkbaar nodig was na al het winkelen.

Maar zo’n bezoekje loopt altijd uit en uiteindelijk was het na 20u eer we thuis waren. De kinderen moesten nog eten (wij ook trouwens) dus tegen dat ze in bed zaten was het weer na 21u.

Zondag rustig begonnen: beetje eten gemaakt, kinderen in bad voor een zeer grondige wasbeurt, gegeten en na het eten dan onmiddellijk vertrokken richting Nederland (Oisterwijk, waar mijn broer woont) voor het verjaardagsfeestje van mijn broer’s jongste: Louis is 4 jaar geworden.

Drukke bedoening met heel veel kinderen (18 als ik mij niet vergis, gaande van bijna 7 weken tot 13 jaar) en een hoop volwassenen, bijna allemaal familie. Altijd wreed wijs en ik amuseer mij altijd rot op zo’n gelegenheden en de kinderen duidelijk ook. Pas rond 20u vertrokken helaas, dus het was na 22u dat de kinderen in bed zaten, en dat voor een schoolavond.

Het resultaat laat zich zien.

Nu eigenlijk valt het nog mee hoor. Zelie en Louis hebben alleen last om ’s ochtends op te staan. Jan heeft meer last: hij is nogal humeurig, weent heel rap en heel hard, krijst de hele peutertuin bijeen als ik hem ’s ochtends afzet…

These thins shall pass, hopelijk alleen vroeger dan later 🙂

Moe

Deze keer niet ik maar de kinderen.

Voor zover ik hoorde zaten ze er gisteren niet (te) laat in, maar vandaag zijn ze alle drie moe.

Nu, deze ochtend was Jan blijkbaar wel wakker om 5u45 en heeft zo ook Zelie wakker gemaakt, dus er is een verklaring voor zij tweeën. Van Louis kan niet hetzelfde gezegd worden.

Bij Zelie heb ik er zoveel niet van gemerkt. Haar leiding bij de scouts daarentegen wel: ze heeft blijkbaar een paar traantjes gelaten. Maar anders heeft ze zich zeer goed gehad. Het was vuile vergadering en dat hebben we geweten: ik heb haar haar vijf keer mogen wassen vooraleer het er maar een beetje op leek dat het proper was 🙂

Louis is deze namiddag in de zetel in slaap gevallen, dus zeer duidelijk hier. Nu, eigenlijk is het toch niet zo verwonderlijk: Louis, Zelie en ik hebben met Anna in de koets naar de scoutsvergadering gewandeld (een goed half uur gaan en dus ook terug), en Louis was afgepeigerd toen we terug thuis waren.

Jan was de hele dag enorm wenerig. Voor het minste waren er tranen en zelfs hysterische huilbuien. Hij is ’s middags zonder enig protest gaan slapen en zelfs vanavond is hij niet beginnen krijsen toen ik hem in bed stak. Dat spreekt boekdelen.

Morgen beter hopelijk 🙂