Kangoeroe

Enige tijd geleden schreef ik “one down, three to go”.

Gisteren was het oudercontact bij Louis op school.

Hij zit nog maar in de tweede kleuterklas dus eigenlijk is het nog niet zooo belangrijk (er wordt eigenlijk zo goed als alleen gespeeld) en bij Zelie zijn we nooit geweest (een grote babbelkont, dus we wisten alles wel), maar gezien Louis een nogal gesloten vat is en we in het geheel niet weten hoe hij het eigenlijk doet op school en of hij het zelf wel leuk vind (echt leuk, ook al zegt hij van wel), zijn we maar langsgeweest.

Zoals gedacht: geen probleem voor Louis op school (meer details hier) en het lijkt er dus meer dan goed op dat Louis ook onder de categorie van hoogbegaafden valt … wat ik tot mijn spijt al vermoedde.

Uiteraard vind ik dat niet erg op zich en ben ik wel trots dat ik slimme kindjes heb. Ik ben alleen wreed bang dat ik er niet juist op zal reageren of op tijd of zo en dat ze daardoor zullen “opgeven” en hun potentiëel niet zullen volledig kunnen ontplooien.

Goed in de gaten houden en gelukkig kan ik het uitleggen van een *normaal* standpunt. Ik heb al gemerkt bij Zelie dat dat soms wel helpt 🙂

Lezing

Vanavond werd er een lezing over hoogbegaafdheid gegeven door prof. dr. Tessa Kieboom van het Centrum voor Begaafdheidsonderzoek. Het was een lezing georganiseerd door het Departement Lerarenopleiding vooral voor leraren en leraren in opleiding (maar dus niet exclusief).

Gezien onze “situatie” met Zelie vonden wij het interessant om eens te horen wat een experte op het gebied erover te zeggen had en dus hebben we ons ingeschreven om erbij te kunnen zijn. En maar goed ook: de lezing was volgeboekt. Veel interesse dus. Uiteindelijk ben ik alleen gegaan want Michel had te veel rugpijn … T.t.z. alleen, tenzij je Anna meetelt natuurlijk.

Vorig jaar hebben we op de school van onze kinderen een avond bijgewoond over hun project van de kangoeroeklas, waarbij de school het onderwerp hoogbegaafdheid als inleiding gebruikte. Vanavond ging het vanavond uitsluitend over hoogbegaafdheid. Het was dus veel gedetailleerder en er waren veel voorbeelden bij uit de praktijk, wat alles eigenlijk veel duidelijker maakte voor mij.

Zie, Michel kan zich daar goed bij inleven hoe Zelie redeneert en iets aanvoelt en alles, zelf hoogbegaafd zijnde. Ikzelf heb daar meer problemen mee: ik weet niet goed hoe er geredeneerd wordt en ben eigenlijk bang dat ik verkeerd reageer en zo een averechts effect heb.

Het was voor mij dus een zeer leerrijke avond en ik heb er een (heel klein) beetje inzicht bij gekregen. En een beetje is beter dan niets, nietwaar. Tijdens de pauze heb ik dan een gesprek gehad met een koppel wiens oudste ook hoogbegaafd bleek en we hebben een beetje notities vergeleken. Altijd interessant en blijkbaar zijn mijn ervaringen met Zelie niet heel erg verschillend met die van hen. Misschien eens kijken op tinternet of er een zelfhulpgroep voor ouders van hoogbegaafden bestaat: tegewoordig zijn er toch zelfhulpgroepen voor alles, nietwaar 🙂

Les twee

De tweede les in de kangoeroeklas viel blijkbaar niet zo goed mee als de eerste.

Zelie heeft haar eerste initiatie in schaken gehad en dat viel tegen “want de meester deed haar altijd verliezen”. Ik heb haar proberen uitleggen dat het waarschijnlijk was dat dit een initiatie was en dus niet echt een wedstrijdje, maar Zelie houdt er niet van iets niet onmiddellijk én goed te kunnen. Enfin, het leven zal het haar wel leren (jammer genoeg).

Dat bleek trouwens ook deze morgen toen Michel haar (reken)huiswerk nakeek en haar erop wees dat ze een fout had gemaakt. Michel had effectief “gewezen” – met de vinger dus – naar de fout, maar niet op de fout zelf. Zelie had dus aangenomen dat een correcte som fout was en had die, zonder nadenken, “verbeterd”. Ik wees er haar op dat ze verkeerd bezig was en toen geraakte ze helemaal in de war: het rekenen lukte al helemaal niet meer en ze begon er op los te gokken.

Enfin, na een paar vijfen en zessen had ze toch door dat ze een correcte som nu fout had en vond ze de fout. Ze heeft ze uiteindelijk dus goed verbeterd. Die haast om iets te veranderen zonder al te veel nadenken zal ze toch een beetje moeten afleren.

Les één

Zelie heeft gisteren haar eerste les in de kangoeroeklas gehad.

Na de middag werden ze met twee uit de klas gehaald voor een uurtje kangoeroe. Er was iets met vragen (??) en ook iets te doen op de computer met blokken. Ze had al 4 blokken en is maar één keer in de knoop geraakt, wat goed is. Vanaf 7 blokken wordt het echt moeilijk.

En wat de andere kindjes van haar klas gedaan hebben terwijl ze weg was? Dictee en “blaadjes” (whatever that may be). Zelie zal nu die taken krijgen tijdens de grote speeltijd om dan op het einde van de dag ook af te hebben. Tenminste, zo heb ik haar uitleg verstaan.

Na een eerste les was ze dus zeer enthousiast. Houden zo, zou ik zeggen.

IQ

Mijn “vrees” is bevestigd: Zelie is nu ook officiëel “hoogbegaafd“.

Uiteraard ben ik apetrots. Ge moogt mij hier niet verkeerd verstaan. Maar ik ben vooral bang.

Persoonlijk heb ik daar geen last van (ik ben “Joe normal” weet ge nog :)), maar ik heb Michel meegemaakt tijdens zijn studies en ik kan u bevestigen: als buitenstaander is het enorm frustrerend als de motivatie/drive er niet is én ge weet dat ze het kunnnen.

Het is zoals de leraar zegt: er goed op letten dat ze gemotiveerd blijft en haar best blijft doen voor dingen. Maar hoe weet ge dat zeker? Hoe weet ge dat ze niet doet alsof?

Ik heb gepraat met een mama van een kindje in haar klas die ook naar de kangoeroeklas mag. Die zei dat ze het duidelijk zag dat haar kind zich (soms) verveelde. Maar bij Zelie heb ik dat nog nooit gezien, noch gehoord. Misschien een stuk van mijn karakter geërfd: ik kan mij moeilijk inbeelden dat ik mij ooit heb “verveeld”, zelfs als ik niet echt iets aan het dóen was. Ik kon mij altijd min of meer bezig houden. Maar is dat dan positief of negatief: gaan we dan niet minder rap merken dat ze zich eigenlijk te weinig inspant?

Vragen en zorgen.

One down, three to go. Als IQ erfelijk is belooft het voor de toekomst.