Griep

Er is griep in het land, en het lijkt er serieus op dat het ook al op school zit en meer specifiek in de klas van Zelie. Zeker drie kinderen zijn al gesneuveld en één ervan is het vriendinnetje waar Zelie altijd mee speelt.

Dat vriendinnetje is eergisteren op school gekomen en ze voelde zich al niet zeer goed. Gisteren is ze dan naar huis gegaan met koorts en vandaag was ze niet op school. Twee dagen ziek op school én met Zelie spelen, de conclusie is rap getrokken.

Toen ik Zelie vanavond afhaalde bij mamie zei ze dat ze koud had, terwijl het daar helemaal niet koud was en na de Franse les had ze het veel te warm, maar daar was het effectief zeer warm. Maar toch.

Ik was eigenlijk al zo ongelooflijk content dat de kinderen dit jaar, tot nu toe dus, nog helemaal niet ziek waren geweest. Als het echt griep is én Zelie is al besmet, dan kijk ik helemaal niet uit naar de volgende weken, want garantie dus dat de andere drie het ook krijgen. En Michel. En ik.

Moest ik gelovig zijn, ik zou waarschijnlijk bidden. Nu hoop ik gewoon heel hard.

Koop! Koop!

Normaal gezien wacht ik tot het einde van de solden om erop uit te gaan. Dat is om twee zeer belangrijke redenen: ten eerste zijn de kortingen dan serieus hoger en ten tweede heb ik meestal aan het einde van mijn loon nog een stukje maand over zodat zware uitgaven sowieso vermeden worden.

Uiteraard maak ik op die regel uitzonderingen. Of toch zeker één uitzondering: als de kinderen echt iets nodig hebben. Die gasten groeien als kool en als ik al weet dat ze een aantal dingen nodig hebben probeer ik er toch in het begin bij te zijn, kwestie van toch nog iets op de kop te kunnen tikken. Op het verlanglijstje stonden vandaag: pyjama’s voor Zelie en broeken voor de jongens.

Na het middagmaal heb ik de kinderen dus hun warme jassen, sjaals, mutsen en handschoenen laten aandoen om de soldenmassa te trotseren en hopelijk te vinden wat we nodig hadden. De buit kon beter, maar al bij al is hij toch geslaagd: één rokje voor Zelie, twee broeken voor Jan en twee voor Louis, twee truien voor Louis, één trui voor Jan en elk van de jongens nog een hemd. Oh ja, en uiteraard nog pyjama’s voor Zelie: twee pyjama’s en één slaapkleed.

Terwijl we buiten waren dan ook maar direct een paar cadeau’herstellingen’ gedaan. Aan de ijsbeerknuffel die Jan kreeg bleek een naad los te zitten en voor een gloednieuwe (dure) knuffel laat ik het liever aan de professionals over om het ook weer in orde te brengen. Een ander cadeau was iets dat ik moest kopen in mijn zus haar plaats (haar cadeau voor haar man want zij had geen tijd om erom te gaan). Bleek dat ik iets veel te klein had gekocht en dus ben ik het dan maar gaan wisselen.

En zo zijn we er weer van af voor een jaar. De stad zag zwart van het volk en we hebben ons er deftig door geworsteld, maar niet echt voor herhaling vatbaar. In de loop van de komende weken zal ik hier en daar nog wel eens een kinderwinkel binnenspringen op zoek naar een deftige broek, maar het aspect ‘noodzakelijk’ is al weg, dus nu kan het op het gemak. En wie weet heb ik deze maand toch nog een stukje loon over op het einde van de maand en dan kan er misschien nog iets van af voor mijzelf, maar aangezien ik niet echt iets nodig heb, ga ik mij daar alleszins niet op vastbijten.

Opluchting

Kerst- en nieuwjaarskadoos, dat is elk jaar serieus stress. Niet alleen omdat het een serieuse hap uit het budget is, maar ook: zoeken en doen en overwegen en afwegen van wie wat wel al dan niet leuk zou vinden en dan hopen op de avond zelf dat ‘men’ er ook effectief content mee is. En het gebeurde dus weleens dat ge de teleurstelling op de gezichten zag, hoe goed men ook dacht dat weg te steken.

Langs mijn kant van de familie hadden we het budget al een paar jaar geledens serieus beperkt, op twee vlakken. We zijn met drie koppels en elk koppel kocht iets voor één ander koppel voor een maximum budget. Ofwel werden er dus twee kado’s gekocht (één voor man, één voor vrouw) ofwel werd een kado voor het koppel gekocht, dat werd overgelaten aan de koper. De kinderen werden ook zo evenredig mogelijk verdeeld en vanaf dit jaar is dat nog makkelijker: elk koppel ‘krijgt’ drie kinderen toegewezen en zij krijgen elk een kadootje (of meer) ook voor een maximum bedrag. Tot slot kochten we dan één gezamenlijk kado voor mijn vader waarbij elk koppel rbijdroeg. Uiteindelijk viel het kadootjesgeld dan nog mee.

Langs den anderen zijnen kant werden er geen beperkingen gesteld: noch kwa prijs, noch kwa aantal. Wat er dus op neerkwam dat iedereen voor iedereen kadootjes kocht. Als je er dan rekening mee houdt dat we daar toch gemiddeld met 7 volwassenen zijn op oudejaar en dan nog eens 2 extra op nieuwjaarsdag, plus nog de kinderen (dit jaar voor het eerst 6 in totaal), én als je er rekening mee houdt dat den anderen nogal uit de bocht kan gaan als het op kado’s geven aankomt (hij doet niet liever), dan is dat een serieuse aderlating.

Een paar weken geleden belde mijn zus: of ik al iets gekocht had voor de volwassenen? Neen, nog geen tijd gehad. Ik had dat voorzien voor tijdens de vakantie, wegens dat de laatste werkweken ongelooflijk druk waren met zeer stricte deadlines. Of het dan geen goed ideen zou zijn om die volwassenkado’s gewoon over te slaan en alleen iets te kopen voor de kinderen? I couldn’t agree more. Weg stress van zoeken, kijken, vergelijken en afwegen. Winkel in- en uitlopen en uiteindelijk met iets buiten te komen in de hoop dat de anderen er even content mee zouden zijn. Als de weerga werd dan bij de schoonfamilie ook besloten om perk en paal te stellen aan het kadokopen dit jaar.

En zo waren er gisteren een bende gelukkige kinderen en een hoop opgeluchte volwassenen. We hadden één uitzondering gemaakt: wel nog een kado voor mijnen papa. Niet alleen omdat het onze papa is, maar eigenlijk ook omdat het op tweede Kerst zijnen verjaardag is.

Wij hebben een fantastische avond doorgebracht met heel veel babbelen en zeer lekker eten en eerlijk gezegd, ik heb het absoluut niet gemist om geen kadootje(s) te krijgen. We waren het zelfs zo erg uit het oog verloren dat we bijna vergeten waren om papa zijn kado te geven.

Zo gans de familie samen en genieten, meer moet dat niet zijn voor mij om een fantastische Kerst(avond of oudejaar) te hebben. Hopelijk hadden jullie een even aangename avond en sowieso: nog een heel zalig Kerst gewenst.

Wandeling in de kou

Toen we gisterenavond thuiskwamen waren onze tenen en vingers bevroren, ondanks de handschoenen en de kousen en de schoenen. Vandaag kwam mijn vriendin M. langs met haar kinderen. Het plan was om deze middag samen iets te eten en dan met de kinderen de stad in te gaan.

Toen ik de kinderen deze morgen naar de turnles bracht had ik niet de indruk dat het vandaag warmer was dan gisteren, dus toen we deze namiddag zouden vertrekken heb ik iedereen nog eens dubbel en dik ingeduffeld. Alle kinderen kregen een extra trui aan én een extra paar kousen. Anna, Zelie en Jan deden zelfs broekkousen of een extra broek aan (Louis wou niet) en eens iedereen ingeduffeld was met de nodige handschoenen, sjaals en mutsen vertrokken we.

En ja, het was relatief ijzig koud, maar ik heb geen kind horen klagen. Uiteraard lag dat niet alleen aan het ingeduffeld zijn. De voornaamste reden zal wel hun geloop en gespeel geweest zijn. Een bende uitgelaten zotten waren het, alsof ze nog nooit buiten geweest waren.

Het was zalig om zien en wreed leuk ook dat ze zo goed overeen kwamen. Want mijn kinderen hebben mijn vriendin haar kinderen al gezien voordien, maar er zit toch eigenlijk alweer een paar jaar tussen. Dus weet je maar nooit. Maar het klikte en bijna vanaf de moment dat ze hier toekwamen tot we afscheid namen hebben ze zich goed geamuseerd met elkaar, zonder ruzie.

Een zeer plezante wandeling in een drukke stad. Een nog plezanter weerzien en babbel met vriendin M. En straks zien we elkaar nog eens bij Comedy Casino. Hoogtijd dat ik mij klaarmaak en vertrek.

Oude doos

Gisteren vroeg den anderen mij wanneer de kinderen geboren waren. Niet gewoon de datum, maar het uur ook.

Zelie en Louis, dat wist ik zo. Zelie op de minuut, Louis op één of twee minuten verschil. Maar voor Jan en Anna moest ik even nadenken. De loop van de dag nagaan van wanneer ik naar het ziekenhuis ben gegaan en waneer die eerste wee er weer was en hoe lang het daarna nog geduurd had. Uiteindelijk kwam ik bij alle twee op een uur uit en ik dacht: give or take 15 minutes.

Maar dan is er uiteraard het internet en beide bevallingen staan ongeveer minuut per minuut op den anderen zijnen blog, en dus ben ik eens gaan kijken naar de exacte uren. En wat bleek: ik zat er bij alle twee op maar een paar minuten naast, veel minder dan ik gedacht had.

Wat nog leuker was dan het juiste uur te vinden was de foto’s terug zien van hun geboorte.  Hoe klein ze waren en hoe ongelooflijk veel veranderd dat ze zijn. Zelfs de foto waar Zelie en Louis en Jan komen kijken. Manmanman. Zijn de kinderen ondertussen al groot geworden (en het stopt hier nog niet).

Ik moet dat meer doen, zo naar foto’s kijken. Dat is zoooo wijs.

Fietsevaluatie

Drie weken en een half zijn we dus met de fiets naar school gegaan. Elke maandag, dinsdag, donderdag en vrijdag.

Ik moet toegeven dat ik er serieus tegenop zag. Zo elke ochtend de kou in. Fietsen met één kind op mijn fiets en drie kinderen die apart fietsen waar ik op moet letten. Zorgen dat alles goed gaat. Dat er niemand onder een auto rijdt. We deden het al sinds het begin van het schooljaar op vrijdag en dat verliep zeer goed, dus had ik er wel vertrouwen in, maar toch.

Al mijn vrees is ongegrond gebleken. In die drie en een halve week hebben we amper regen gehad en eens het (nog) kouder werd, merkte ik het eigenlijk alleen aan mijn handen en oren. Het fietsen maakte dat ik het voor de rest warm had. De kinderen hebben ook nooit geklaagd over koude. Voor zover ik weet hadden ze het zelfs nog warmer dan ik. Elk gezaag over jassen dicht doen en mutsen aan doen enzo werd altijd op diep gezucht onthaald.

De kinderen doen het voor de rest ook zeer goed. Jan krijgt complimenten langs alle kanten en Zelie en Louis luisteren zeer goed. Ze weten het eigenlijk ook wel, dat ze zeer goed moeten luisteren op straat. Zo met vier op een rij is uiteindelijk geen echt korte rij. Er wordt afwisselend voorop gereden door Zelie en Louis (afwisselend als in ‘de ene dag Louis en de andere dag Zelie’ niet afwisselend als in ‘100m door Zelie en 100m door Louis enz.’) en in het autoloze centrum rijdt Jan soms voorop om het tempo te bepalen: zijn fietsje is toch wel een pak kleiner dan die van Zelie en Louis en hij moet soms serieus trappen om bij te blijven.

Wat allemaal niet wil zeggen dat ik nu ’s ochtends graag op de fiets stap. Die eerste minuten blijf ik het hatelijk vinden want eigenlijk heb ik nooit graag gefietst. Maar dan draai ik de knop om in mijn hoofd en ga erdoor.

Tijdsgewijs zit het trouwens ook goed. ’s Morgens ben ik ongeveer even rap aan het station met de fiets als met de auto. Maar ’s avonds win ik met de fiets toch makkelijk 10 minuten.

Sinds de val met Anna hebben we niet meer gefietst. Dinsdagavond de kinderen met de auto afgehaald en woensdag en vandaag ook met de auto gegaan en morgen dus ook. Niet omdat we niet meer gaan fietsen naar school, maar omdat Anna haar helm kapot is en ze dus eerst een nieuwe helm nodig heeft voor ze weer op de fiets mag met mij. En ook: ik ben toch wel serieus geschrokken en ik wou mijzelf toch wat tijd geven om te bekomen. Maar als het goed zit wordt er morgen een nieuwe helm gekocht en vanaf maandag zitten we dan weer op de fiets.

Wat ik wel ga doen voor de rest van de winter, is beter kijken naar de weersvoorspellingen. Kwestie om toch wat beter voorbereid te zijn voor een volgende gladde ochtend.

Tapijt

Geen plannen voor deze namiddag en Zelie vroeg of we konden gaan zwemmen. Waarom niet, dacht ik zo en zocht de openingsuren van de zwembaden op. Liefst ga ik naar de Rooigem of het Strop, kwestie dat die gemakkelijker zijn met kleine kinderen. De Rooigem was open in de namiddag en rond half drie zijn we dan vertrokken.

Het was net beginnen sneeuwen toen we vertrokken, maar dat had nog geen effect op de staat van de wegen. Op een kleine tien minuten stonden we er dus. Kaartje laten afstempelen en we konden met ons vijfen in het water waar we een klein uurtje gespeeld hebben. Jan heeft al serieuse vooruitgang gemaakt in het water sinds hij zwemlessen volgt en iedereen vond het leuk.

Twee uur nadat we thuis vertrokken waren kwamen we het zwembad weer buiten en alles was inmiddels bedolven onder een sneeuwtapijt. Heel mooi om zien, maar niet zo aangenaam om daarin naar huis te moeten rijden. Iedereen reed aan maximaal 10km/h en als ik moest stilstaan en weer vertrekken voelde ik soms de banden van de auto wegslippen. Meer dan eens heb ik gevreesd dat de auto weg zou glijden, maar uiteindelijk is het gelukkig niet gebeurd. Geen accidenten meegemaakt en ook geen gezien. Oef.

Het resultaat was wel dat het ons een half uur gekost heeft om terug thuis te geraken. Een half uur van spanning en zenuwachtigheid, want in zo’n weer heb ik al eens geslipt met een perte totale als gevolg. Nu, dat ongeval was wel op de autostrade en niet in het centrum van de stad en ik reed ook iets rapper (en neen, ik reed niet té rap), maar toch, telkens ik nu in sneeuw/ijsweer moet rijden ben ik toch niet op mijn gemak.

Maar voor de rest: ’t is daarbuiten wreed schoon om zien, vooral toen ik langs het Groene Valleipark reed en het hele park onder een mooie laag sneeuw lag. Waren we iets beter aangekleed, ik had de auto toch wel even aan de kant gezet om een korte speelpartij in het park te doen.

Hondenweer

’t Is niet echt weer om een hond door te jagen. Nochtans zijn wij er door gegaan. Deze ochtend voor het turnlessen van de kinderen, maar we waren met de auto. Deze namiddag om jassen te halen. Ook met de auto.

Louis en Jan hadden beiden een nieuwe jas nodig. Jan omdat hij voorlopig met Louis zijn oude jas aanliep die bijna volledig versleten is: rits die niet meer gesloten bleef, de bovenlaag van de stof die meer en meer afgesleten geraakt. Niet goed dus met het weer dat volledig aan het verwinteren is. Louis zijn winterjas van vorig jaar is verdwenen: ofwel meegenomen op school, ofwel achtergelaten in het museum toen hij er met school naartoe ging. Hoedanook: genen winterjas meer. Tot nu toe redde hij het met zijn fleece en daarboven zijn regenjas. Goed winddicht, maar toch niet hetzelfde als een echte winterjas. We hadden geluk in de winkel: het was niet veel soeps voor jongens maar na een beetje zoeken hebben ze toch elk een jas gevonden.

Daarna even gestopt bij de schoonouders om naar de collectie wol van mamie te kijken. Anna heeft een prachtig jasje gekregen van mijn vriendin en daar wil ik nu een sjaal bij haken én, als ik een beetje een patroon uit mijn duim kan zuigen, ook een muts.

Terug thuis zijn Zelie en ik aan het koken geslaan: hopen oud brood die moesten omgezet worden in broodpudding. Ik zeg wel ‘Zelie en ik’ maar eigenlijk heeft Zelie hem gemaakt. Recept erbij gehaald en alles zelf afgewogen en gemengd en gedaan. Ik hielp alleen waar het echt nodig was: dingen uit de hoogste kasten halen, het vuur aansteken, alles in de oven steken en eruit halen. We hebben de pudding in muffinvormpjes gedaan en nu hebben we 16 mini broodpuddingskes. Ze zien er lekker en geslaagd uit. Morgen eens proeven.

De rest van de avond is het hier junior Eurosong kijken: Zelie heeft beslist vanavond. Ik ga eens mijn haaknaald bovenhalen en aan de sjaal beginnen want tot nu toe vind ik het genen vetten. Nu, het is dan ook niet voor ‘mijnen leeftijd’ bedoeld en zolang Zelie er plezier aan beleeft …

Als én als én als

Was het bij den Humo van vorige week of die ervoor, ik zou het niet weten. Ik lees dat namelijk niet, den Humo. Ik lees niet veel weekbladen. Ik ben geabonneerd op Libelle, maar dat lees ik ook eigenlijk niet echt. ‘k Zou wel willen, anders zou ik geen abonnement hebben, maar ik vind amper de tijd.

Ah ja, wat het juist was? Awel, er zat aan de omslag zo een bon om naar Plopsaland te gaan: alle kinderen van één gezin konden gratis binnen mits begeleid van (minstens) één betalende volwassene. Ik had dat dus niet gezien. De kinderen wel. Nochtans lezen zij ook den Humo niet. Maar ze hadden het wel gezien. Uiteraard natuurlijk. Hoe zouden ze dat kunnen gemist hebben.

Dé vraag natuurlijk hé: of we gingen? Het ticket gold maar voor twee weekends, vorig weekend en dit weekend. Gezien ze de bon maar vorige week gevonden hadden bleef alleen dit weekend over. Zaterdag zit al bomvol met allerlei activiteiten, dus bleef alleen zondag (vandaag) over.

Dus had ik gezegd misschien, heel misschien. Als het weer niet tegenzat, zijnde dat het dus droog bleef én niet te veel verkoudde. Want in nat, koud weer op attracties zitten, niet leutig dacht ik zo. Als het gisterenavond niet te laat werd. Want met oververmoeide kinderen een dag rondhotsen, niet leutig dacht ik zo.

En zo werd het gisterenavond wél laat, maar sliepen de kinderen toch uit. Enfin, om 8u was het eerste kind wakker, wat toch een half uur later is dan op een gewone zondagochtend. En zo hees ik mij om half negen uit mijn bed om de kinderen aan te moedigen voort te doen met het ochtendritueel als ze nog naar Plopsaland wouden gaan, want halfslapend had ik dus een besluit genomen. En zo konden we eindelijk om half elf de voordeur achter ons dichttrekken. En zo bleek het te miezeren en kouder te zijn dan gisteren en hoe langer we reden, hoe meer de miezerregen veranderde in gewone regen, maar tegen dat we daar toekwamen was het weer overgegaan in miezerregen.

Als dit en als dat. Het werkt niet altijd. En ondanks de kou en de miezerregen, die ergens gedurende de hele dag toch wel een half uur opgehouden heeft, hebben we ons wel goed geamuseerd. Het park was niet overbevolkt. Goed ingeduffelt valt die kou toch eigenlijk wel mee. De kinderen zien lachen van plezier en zich rotamuseren, dat doet ongeveer elk ongemak wel vergeten en meedoen met de zottigheid en gewoon genieten maakt er een fantastische dag van.

Eigenlijk wel jammer dat die parken zo pokkeduur zijn, of ik zou het meer doen.

Morgen

Morgen zullen de kinderen goed ingeduffeld naar school gaan: jas, sjaal, muts, handschoenen. You name it, they’ll have it.

Morgen gaan we namelijk allemaal met de fiets naar school. De eerste dag van een nieuwe gewoonte. Want vanaf morgen zal het elke dag met de fiets te doen zijn, behalve op woensdag. Tot nu toe deden we dat al op vrijdag. Nu komen daar dus maandag, dinsdag en donderdag bij.

Morgen gaat Anna ook naar school. Wat betekent dat er een halte minder is bij het kinderen afzetten. Wat betekent dat ik een kwartier win. Wat betekent dat ik geen omtoer meer moet maken om van thuis naar het station te rijden. De twee schoolgebouwen liggen namelijk op een rechte lijn tussen ons huis en het Sint-Pietersstation en dus kan ik vanaf morgen met de fiets naar het station en onderweg de kinderen afzetten.

Morgen zal ik op mijn tanden moeten bijten. Morgen en alle komende dagen. Het voornemen is er wel, maar ik weet dat ik af en toe wel serieus ga afzien. Eigenlijk is de timing niet al te goed: net als het kouder begint te worden en het zoveel aangenamer is om met de auto te gaan. Maar het zal ook wel wennen. Alles went.

Morgen is dus de eerste dag van een nieuwe periode. Ik denk dat ik de komende weken ook wel serieus ga investeren in deftige regenkledij voor mij en de kinderen. Maar dat nog net niet morgen.