Weekendje weg

Vorige vrijdag vertrokken wij dus voor drie dagen naar Zeeland. Juist, in Nederland. Drie dagen Center Parcs, Port Zélande, en god mag weten waarom de Nederlanders er een Frans-klinkende naam aan hebben willen geven. Misschien om de mensen te misleiden zodat ze denken naar Frankrijk te gaan? Enfin, dat toeteralnietoe.

Ik keek daar al een tijdje naar uit, naar dat weekend, om verschillende redenen.

Voor ik zwanger was van Anna heb ik mij al eens geïnformeerd om eens naar één of ander Center Parks/Sunparks ding te gaan. Het leek mij een goede vakantieplaats om met kinderen naartoe te gaan. Brochures opgevraagd, prijzen bekeken en ook locaties, maar uiteindelijk niets gedaan.

Uit schrik vooral. Zo’n vakantiedorp, wat houdt dat eigenlijk in? Want die reclames zijn altijd zo mooi. Het is alsof je in je bungalow zit met in de verste verte geen andere mensen te zien en als ik die reclames zag dan deed dat niets anders dan ongelooflijk veel ongeloof oproepen. Eerlijk gezegd kon ik dat idyllisch beeld niet geloven. Prijs/kwaliteit gezien klopte dat beeld niet en aangezien ik geen zin had in juist de tegenovergestelde situatie terecht te komen (iedereen op elkaars lip en alles super lawaaierig en druk) legde ik de brochures maar naast mij. Maar nieuwsgierig bleef ik wel.

Een andere reden was dat ik er ongelooflijk naar uitkeek om eens met gans ons gezin weg te gaan. Want dat was nog nooit gebeurd. Als ik mij niet vergis zijn wij nog nooit samen met de kinderen weg geweest. Niet met één kind en dus ook niet met vier.

Een derde reden was dat het een traktatie was: we werden uitgenodigd en moesten niets betalen. Op die manier dus een vakantiedorp uitproberen is ideaal want als het zou tegenvallen dan hebt ge niets verloren.

Een laatste reden zal wel het gezelschap geweest zijn. Het was met de mensen van Michel zijn werk en ik heb die mensen nog maar één keer ontmoet, tijdens de kerst/nieuwjaarsdiner op zijn werk, en het waren allemaal leuke mensen, velen van onze leeftijd, en bijna allemaal met kinderen, dus het beloofde een leuk weekend te worden.

En ik ben niet echt ontgoocheld geweest. Het huisje was gezellig en leuk. Het stond helemaal niet alleen, was een onderdeel van een hele rij huisjes, maar eigenlijk heb ik op geen enkel ogenblik ook maar één buur gehoord.

Toen we uitgepakt waren vrijdagavond konden we gaan eten en daar ontmoetten we de collega’s en hun partners en kinderen. Het was zeer gezellig en ik heb een aantal mensen beter leren kennen. Het eten was OK: we zaten in Nederland nietwaar 🙂 Neen serieus, er was een buffet en een aantal dingen waren lekker, een aantal andere dingen iets minder maar dat zal wel zo zijn in elk buffet.

’s Avonds vroeg in bed en uiteindelijk was dat maar goed ook. Want ook al heb ik die nacht niet goed geslapen (mijn eigen bed is nu eenmaal veel beter en telkens ik mij draaide schoot ik wakker van de pijn in mijn rug), ik heb bijna 12u geslapen en dat deed al bij al toch deugd.

De twee volgende dagen waren puur genieten: gewoon doen waar we zin in hadden en niets, maar dan ook niets moeten doen. De broodjes voor het ontbijt werden aan het huisje geleverd, het middag- en avondeten werd klaargezet of voor u klaargemaakt en het enige waar we moesten aan denken was: wat nu? Iets doen? Niets doen? Waar en met wie? Niets moest, alles kon.

Dus heeft Zelie paard gereden, zijn we tweemaal naar het subtropisch zwembad geweest, hebben we geluilekkerd aan het strand en aan het meer, hebben we fietsen gehuurd om overal makkelijk en rap naartoe te kunnen en ja: ook eentje voor Jan die dat heel alleen en heel flink gedaan heeft, hadden Zelie en Louis vanaf het eerste moment vriendjes gemaakt waar ze de rest van het weekend mee gespeeld hebben, hebben de andere kinderen ook genoeg keuze gehad om met de andere kinderen te spelen en heb ik zeer leuke gesprekken gehad met volwassenen.

Een ongelooflijk leuk weekend. Het is allemaal zo goed meegevallen, zeker in de zin van met ons zessen weg te gaan, dat ik al ben beginnen kijken naar plaatsen om nog eens zo een weekendje weg te gaan.

Hmm. Ik heb de smaak te pakken gekregen.

Girlpower

‘k Loop een beetje achter met het verspreiden van het goede nieuws, maar dit weekend is de meisjesbevolking weer aangegroeid met twee lieve schatjes.

In tegenstelling tot de tweede baby heeft zij niet al te lang op zich laten wachten. Vrijdag is Lily geboren en via deze weg wens ik haar fantastische ouders X. (mijn directe baas trouwens) en A. al het beste toe: congratulations! Enjoy the baby and your time together.

Na 10 extra dagen besloot Janne gisteren dan ook eindelijk om de warmte van de baarmoeder te verlaten en deze in te ruilen voor de fysieke warmte van haar ongeduldige ouders Lien en Peter. Via deze, nog eens van harte proficiat aan de ouders (ik had al een sms-je gestuurd, waar).

En aan de babys: lieve meisjes, wees ongelooflijk welgekomen.

Genieten

 Ik kan zo genieten van de avonden. Als de kinderen in bed liggen is het plots zo rustig en stil. Wreed aangenaam. En ergens in mijn (onbewuste) achterhoofd dacht ik waarschijnlijk dat het altijd zo zou zijn.

En vanavond kreeg ik dan een mailtje van een mede-mama-met-vier-kinderen (ook al zijn haar kinderen dan al wat ouder) dat mij terugbracht in het echte leven:

“Anderzijds ken ik het maar al te goed dat vakantie met vier kinderen leuk is, maar voor jezelf toch maar half vakantie is […], je blijft toch een groot deel van je tijd besteden in functie van de kinderen (en dat blijft zo als ze groter worden, ook al verandert de parktische invulling wel natuurlijk. Wat vooral verandert is dat je de avonden niet meer voor jezelf hebt, ze blijven soms langer op dan wij)”

Ieks! Lap! Tot daar mijn illusies 🙂 Dan maar dubbel genieten van de avonden die ik nog heb.

Live your life

Versta mij niet verkeerd: ik zie mijn kinderen doodgraag. Oh wee degene die er ooit een vinger naar zal uitsteken. Hij is hem garantie kwijt en dat zal niet alles zijn.

Maar uitspraken als ‘He’s our world. Everything we do, we do for him’ van ouders over hun kind, daar wordt ik toch fysiek misselijk van (Vitaya, ‘Huisje niet tevree’).

Get a life. Uw eigen leven bijvoorbeeld?

Familieuitbreiding

Langs mijnen kant van de familie zijn er eigenlijk alleen al jongens geboren: mijn broer en zus hebben alletwee twee zonen en mijn twee nichten hebben er respectievelijk drie (An) en één (Katrien). Wij zijn de uitzondering daarop met twee meisjes en twee jongens.

Toen ze langs de kant van Michel eraan begonnen was het ook niet veelbelovend. Het eerste kindje van zijn neef Alec (langs vaders zijde) was ook een jongen en ondertussen heeft die ook al een broertje erbij. Maar zijn andere neef Steven (langs moeders zijde) bracht daar als eerst verandering in: een meisje.

Diens broer heeft woensdag dan weer zijn eerste kindje gekregen én het is ook deze keer een meisje: Leonie. Een dotje. Zo’n schoontje!

Leonie Waegenaer

Het is eigenlijk wreed hoe rap je vergeet hoe klein ze wel zijn als ze geboren worden. Eerst ben ik gisterenmiddag alleen op blitzbezoek geweest om gewoon een paar spullen af te zetten. Ze was toen wakker en ik heb haar eventjes mogen vastnemen. Zo ongelooflijk licht dat dat is.

Toen we dan allemaal op bezoek gingen gisterennamiddag lag ze mooi te slapen en toen heeft Michel een paar foto’s genomen. Ge moet toegeven: ’t is een mooie aanwinst voor de familie.

Zijn momenteel nog zwanger: mijn nicht Katrien en de vrouw van Steven. Twee kansen op meisjes dus. Wij houden onze vingers gekruist.

Maar de toekomst biedt ook nog mogelijkheden: ik heb nog twee nichtjes en één neef die nog aan kindjes moeten beginnen (ze zijn pas midden de twintig) en Michel heeft ook nog een neef, de broer van Alec. De kans zit er dus nog in dat er een evenwicht komt tussen de jongens en meisjes 🙂

Trop is teveel

Een ganse week op kamp en dan nog eens Patersholfeesten? Geen goed idee.

Zaterdag met de twee oudsten dus nog een ijsje gaan eten en het was bijna tien uur vooraleer ze erin lagen. Gisterenvoormiddag/middag naar de rommelmarkt en dan ’s avonds met de schoonouders nog eens een toertje gedaan. Het was half tien tegen dat we thuis waren en iedereen was doodmoe. De kinderen oververmoeid en dus hyperactief en lastig, ik en Michel moe van de hyperactieve kinderen. Het moet niet gezegd worden dat de kinderen in bed steken in een niet zo ontspannen sfeer gebeurde.

Los daarvan, eens ze in bed lagen geen kik meer gehoord, behalve van Louis. Hij is een vijftal minuten na Jan gaan slapen en tegen dan lag Jan al in een diepe slaap. Toen Louis er een vijftal minuten inzat begon hij plots te roepen of ik naar boven kon komen.

‘Wat is er?’

‘Maar er ligt hier al de hele tijd zoiets te ronken’

Ik luister en hoor Jan snurken

‘Dat is geen ronken, dat is Jan die ligt te snurken’

‘Maar dat is net alsof hier een varkentje is’

😀

Ik heb Jan zijn hoofdje op de andere kant gedraaid en hij is gestopt met snurken zodat Louis een paar minuten later ook in dromenland lag.

Het begon allemaal…

Ergens vorig jaar na de geboorte van Anna. Ik hoorde van miserie, moeilijkheden, problemen en mensen die hulp nodig hadden. Ik besloot er ‘mijn projectje’ van te maken. Belangrijkste reden: ik had nooit die miserie, moeilijkheden en problemen gehad. Bij mij was alles altijd zo vanzelfsprekend geweest.

‘Over wat heeft ze het nu in godsnaam?’ hoor ik jullie nu denken. Over kinderen krijgen of beter: het niet kunnen krijgen van kinderen.

Al heel vroeg in mijn leven wist ik dat ik kinderen wou, liefst van al vier. Altijd al ben ik een realist geweest, maar een optimistische. Wat indien het niet mogelijk zou zijn? Vragen die we wel zouden beantwoorden als ze ooit aan de orde kwamen en gelukkig voor ons zijn ze nooit aan de orde geweest. Maar de gedachte alleen al dat ik misschien nooit kinderen zou kunnen krijgen was sowieso te angstwekkend om eigenlijk te overwegen.

Wij hebben vier prachtige kinderen gekregen en hebben er nooit moeite voor moeten doen om zwanger te geraken, en daar heeft Michel evenveel mee te maken als ikzelf: it takes two, dat weet ik ook. Na de geboorte van Anna begon de gedachte te groeien om misschien andere koppels te helpen. Ik was er relatief zeker van dat Anna ons laatste ging worden, dat mijn kinderwens vervuld was, en die eitjes, die waren er toch: waarom ze niet weggeven?

Na veel denken en erover gebabbeld te hebben met Michel nam ik in augustus het definitieve besluit: als het nog mogelijk was (ik was ondertussen toch al 35 en een half) zou ik eiceldonatie doen. Toen ik met Jan op controle moest ben ik dan ook binnengesprongen in de fertiliteitskliniek om meer inlichtingen te vragen.

Mijn leeftijd was geen probleem, bleek toen: ik had nog tijd tot mijn 37ste verjaardag. Een andere vraag die mij toen gesteld werd was of mijn kinderwens al vervuld was. Ja dus. Ze gaf me nog een grove uitleg wat de procedure inhield en indien ik het dus zag zitten moest ik maar eens bellen voor een afspraak, want vooraleer je eraan mag beginnen moet je drie gesprekken ondergaan: één met de psycholoog van de dienst, één met de vroedvrouw en één met de professor. Als je die gesprekken op één dag wou zou je dan beter een maand of twee op voorhand bellen, kwestie van de drie mensen beschikbaar te hebben.

Op dat moment gaf ik nog borstvoeding een één van de voorwaarden was ook dat ik daarmee zou gestopt zijn vooraleer de procedure aan te vangen. Gezien ik wou proberen om Anna tot haar eerste jaar de borst te geven, spraken we af dat ik in februari/maart 2007 zou bellen voor een afspraak … als ik het dan nog zou zien zitten.

De borstvoeding is uiteindelijk vroeger gestopt dan na één jaar, maar door omstandigheden kwam het er niet van om te bellen om vroeger een afspraak te maken. Maar in maart herinnerde ik mij mijn belofte en gezien ik er nog altijd achter stond belde ik voor een afspraak. Alles werd vastgelegd voor 15 mei: eerst een gesprek met de psychologe, daarna met de vroedvrouw en daarna met de professor.

De psychologe vroeg mij naar mijn motivatie en of ik het voor iemand bepaald wou doen of voor niemand specifiek. In mijn geval was het laatste dus van toepassing. Ze vroeg hoe ik erbij kwam, waar ik van eiceldonatie gehoord had, waarom ik het wou doen, of ik al uitleg gekregen had over de praktische/medische kant en het nog zag zitten met dat in het achterhoofd. Ze vroeg waarschijnlijk nog veel meer, gewoon om te achterhalen vermoed ik hoe erg gemotiveerd ik wel was en of ik niet met een blinddoek opliep. Of ik wel besefte waaraan ik begon.

De vroedvrouw ging deze keer in detail over de procedure, over wat ik allemaal moest doen ter voorbereiding en hoe de punctie gebeurde op het einde van alle voorbereidingen. Ze was eerlijk over eventuele bijwerkingen en wat er eventueel allemaal met je lichaam kon gebeuren. Tevens liet ze mij mijn hele medische geschiedenis opschrijven én een stamboom opstellen van mijn familie met de oorzaken van de sterfgevallen.

Daarna nog eens een gesprek de professor die nog eens alles overliep om zeker te zijn van mijn motivatie.

Eens alle gesprekken achter de rug zouden zij mij binnen een tweetal weken opnieuw contacteren. Tijdens die twee weken had ik dan nogmaals de tijd om over alles goed na te denken, zeker nu ik alle details kende, en alles goed te bespreken met Michel. Eventueel om bijkomende opinies te vragen indien ik dit zou nodig achten. Langs hun kant hadden zij op 30 mei een stafvergadering waarbij ze dan mijn kandidatuur zouden voorleggen. Op 31 mei zouden ze mij dan contacteren: om mij enerzijds mee te delen of ik nu al dan niet goedgekeurd was als donor en anderzijds om te weten of ik ermee wou doorgaan. Het antwoord was voor beiden positief.

Voor de volgende stap moest in de loop van de maand juni eens passeren om bloed te laten trekken. Het zou onderzocht worden op eventueel genetische problemen. Begin augustus zou ik daarvan de uitslag hebben. Daarna moest ik wachten op mijn regels: op de tweede dag moest ik beginnen met de pil te pakken en dit gedurende een twee à drie weken. Gezien ik ongesteld werd ongeveer in het begin van de maand werd dan direct een afspraak vastgelegd voor 19 juli om een echo te nemen en te zien of de pil zijn werk had gedaan.

De echo was goed: tussen de vijf en tien eitjes zaten klaar op elke eierstok. De volgende fase kon ingaan. De pil werd gestopt en een kleine week later, op 24 juli, begon ik met de stimulatoren … in spuitvorm. Het zouden twee soorten spuiten worden. Voor de eerste diende ik beroep te doen op een verpleger/verpleegster om ze te steken. Twee dagen nadien moest ik ook beginnen met een tweede soort inspuiting die ik evenwel aan mezelf kon geven … moest ik dat willen.

Persoonlijk ben ik niet zot op spuiten. Het is op het randje af van er schrik van hebben. Ik heb er dus geen schrik van maar voor mij doet een inspuiting altijd pijn. ‘Men’ heeft mij al verteld dat ik mij dat inbeeld, maar het is niet zo, en zelfs moest het zo zijn, so what: ik voel de pijn, ‘men’ niet, dus hebben ze geen recht van spreken. Het besluit om dus ook die tweede inspuiting door een verpleegster te laten zetten was dus gauw genomen: ik zag mij mezelf niet zo gauw een spuit in mijnen buik geven.

De eerste spuit moest ik een week doen, de andere, aanvang 26 juli, een tweetal weken, en ze moesten telkens tussen 18u en 21 ’s avonds gegeven worden. Op 2 augustus had ik dan opnieuw een echo om te zien hoe het rijpen van de eitjes verliep en kreeg ik ook de uitslag van het genetisch onderzoek.

De uitslag van het genetisch onderzoek was in orde, maar groot was mijn teleurstelling vorige week toen bleek dat nog geen enkel eitje gerijpt was. Meer nog: er was zelfs niets te zien. De dosis van de inspuiting werd verhoogd en een nieuwe afspraak voor een echo werd gemaakt voor gisteren. Bij de risico’s van de procedure hadden ze wel gewaarschuwd voor overstimulatie doch nergens was er ooit iets gezegd over ‘onder’stimulatie.

Gisteren was het dan opnieuw controle en deze keer ging de professor het zelf doen om te zien wat de resultaten nu waren en welke stappen er eventueel verder moesten ondernomen worden.

De klap was nog erger gisteren: nog steeds niets, nada, noppes. De professor begreep er niets van en ik nog minder. De eicellen hadden klaargezeten en nu was er niets meer. Het zag er dus naar uit dat alles voor niets was geweest. Er is nog bloed getrokken om toch te zien of ik het medicijn effectief had opgenomen in mijn lichaam want misschien was er daar iets, om één of andere zeer bizarre reden, misgegaan. Deze morgen kreeg ik dan het telefoontje met de uitslag: het medicijn was teruggevonden in mijn lichaam, maar om één of andere onverklaarbare reden heeft het geen enkel effect op mij.

Het project is ten einde, zonder enig resultaat. Momenteel voel ik mij relatief zeer slecht. Alle moeite voor niets, alle hoop aan diggelen. Ik ben ongelooflijk teleurgesteld. Om nog niet te spreken van de mensen in de fertiliteitskliniek en de vrouwen die hoopten op mijn eicellen. Niet dat er mij iemand iets kwalijk neemt en ik neem mijzelf ook niets kwalijk. Voor één keer heb ik mij gehouden aan de voorschriften en heb ik gedaan wat ik moest doen. Maar blijkbaar laat mijn lichaam mij in de steek deze keer en ik kan er niet mee lachen.

Sterke mannen

De laatste weken, en dan vooral de Gentse Feesten, zijn goed in de kinderen hun kleren geschoten.

Sinds ze afgelopen zijn loopt Jan doodmoe. Hij doet niet anders dan vallen en huilt om het minste. Hij is ook zeer hangerig en zaagt enorm en er is eigenlijk weinig huis mee te houden: de ene moment is hij zo actief en vrolijk als wat, het andere moment zit hij als een hoopje ellende op mijn schoot.

Louis is eigenlijk maar marginaal beter: hij weent sowieso al rap, maar nu nog veel rapper. Alles is moeilijker en lastiger.

En Anna is zo een beetje haar ritme kwijt. Alhoewel zij gelukkig altijd haar middagdutjes heeft kunnen doen, was het ’s avonds toch altijd later dan normaal. Als ik haar, de week na de Feesten, in bed stak hoorden wij haar een half uur tot een uur later nog babbelen en lawaai maken. Gisteren heb ik haar dan een beetje vroeger wakker gemaakt uit haar middagdutje en ’s avonds haar op tijd in bed gestoken en voor het eerst sinds twee weken heb ik haar niet meer gehoord.

De enige die gelijk nergens last van heeft is Zelie, maar zij is dan ook al een beetje ouder.

Gisteren dan maar besloten om er een eind aan te maken: vanaf vandaag gingen we het kalmer aan doen en vliegen ze allemaal vroeger in bed, tot ze uitgerust zijn. Aan Zelie en Louis heb ik het uitgelegd en ik denk dat ze het wel begrijpen. Niet dat ze ermee akkoord zijn, maar ze verstaan het toch … hoop ik. Vooral dat zij tweeën zaterdag op kamp vertrekken voor een week en dat het daar uitputtend genoeg zal zijn.

Jan is vanavond zonder veel protest gaan slapen, maar net als de vorige avonden zei hij, eenmaal in bed: maar ik ben niet moe! Duizend man sterk dus. Geen probleem, zei ik, rust dan alleen een beetje. Nog geen vijf minuten later lag hij wel al te ronken.

Louis en Zelie trekken het nog wel een beetje. Voor zover ik zie leest Zelie nog in bed en Louis horen we na een half uurtje nog eens naar het toilet gaan. Maar ze zijn tenminste gescheiden en al slapen ze niet, ze rusten toch.

Stilte

Nu. Hier in huis. Niets te horen behalve de geluiden op straat en het getokkel op mijn keyboard.

Michel is naar de cinema met de drie oudsten. Anna ligt boven in haar bedje te slapen. En ik ben babysit van dienst, volledig vrijwillig. Enerzijds omdat ik vond dat Michel eens iets met de kinderen moest doen. Na 10 dagen Gentse Feesten was hij een beetje uitgeput en moest hij recupereren (wij ook trouwens), maar inclusief vandaag blijven er uiteindelijk voor hem maar drie vakantiedagen over. Tijd voor de kindjes dus en ze waren zeer opgewonden bij het vooruitzicht om iets met papa te doen.

Anderzijds omdat ik uitkeek naar twee uur stilte en rust. Even leek het te mislukken. Anna was in de auto in slaap gevallen op terugweg naar huis en ik was bang dat ze, eens thuis, wakker zou worden en niet meer zou willen gaan slapen. Maar gelukkig geen probleem. Toen ik Anna uit de auto nam legde ze direct haar hoofdje op mijn schouder. Even heeft ze haar hoofdje opgeheven toen ik de voordeur open en dicht deed, maar toen ze zag waar we waren legde ze haar hoofd onmiddellijk weer neer en toen ik haar in bed legde sliep ze alweer zeer vast. Ondertussen heb ik nog geen kik gehoord.

Een mens kan toch genieten van de simpele dingen in het leven.

Mossels met friet

Deze middag mossels met frieten gegeten. De kinderen vinden het zalig lekker, het is gemakkelijk klaar te maken en zo lang duurt het niet en ik ben er ook helemaal voor te vinden. Het was voor Anna de eerste keer en zij was niet zo overtuigd van de mossels (ze heeft er maar twee gegeten), maar de frietjes hebben haar wel gesmaakt. Zelie, Louis en ik hebben onze buik meer dan rond gegeten, zo lekker waren ze. Jan was deze keer ook minder enthousiast, maar hij heeft toch deftig gegeten.

Tijdens het eten is vriendin E. toegekomen en na het eten heb ik eerst Anna in bed gestoken voor haar middagdutje (ze is trouwens weer 100% genezen hoor), waarna ik met mijn vriendin een kopje koffie heb gedronken en gezellig gekletst heb.

Nu is E. net vertrokken en de kinderen zijn nu al een tijdje boven aan het spelen in onze slaapkamer. Ik weet begod niet wat ze daar allemaal aan het doen zijn en in principe mag het niet, maar ik heb nu echt geen zin om de strenge mama uit te hangen. Ik amuseer mij momenteel te veel met na te genieten van de rest van mijn koffie en naar het kabaal te luisteren.

Soms zijn er zo van die zalige momenten in het leven … die je dan rap opschrijft om niet direct te vergeten.