Shopping gone wrong

Deze voormiddag was het tijd om de winkels te doen. Dringend tijd. Want Jan, die al toch drie jaar zaagt om naar de voetbalclub te mogen gaan, mocht deze namiddag eindelijk gaan. En om te voetballen, heb je minstens een paar voetbalschoenen nodig, niet iets dat we standaard in huis hebben.

Eerst richting Sint-Niklaasstraat, maar daar doen ze van uitverkoop-wegens-verbouwing en deden ze geen voetbalschoenen meer. Dus verder naar de Zonnestraat en daar konden we alles vinden wat we (voorlopig) nodig hadden: een paar schoenen, scheenbeschermers en kousen. De rest zou wel volgen als we wisten of er een uniform moest zijn of niet.

Terug via de Veldstraat en de H&M binnen om te kijken voor een training. Een paar leuke spullen gezien voor Zelie en die mocht ze gaan passen. Zelie vertrok en even later volgde ik met de drie anderen om te kijken hoe het stond.

Ik ging de gang van de kleedkamers binnen, Jan zag ik vanuit mijn ooghoek 2 seconden later ook binnenkomen. Ondertussen stond ik bij Zelie en vroeg haar om buiten te komen en op dat moment hoorden we een enorm luid gekrijs, in stereo. Het waren onmiskenbaar Louis en Anna die de hele winkel op stelten zetten en zo rap ik kon liep ik richting van het gekrijs.

Louis stond aan de roltrap volledig over zijn toeren te huilen en te roepen en te kijken naar Anna die op haar hurken bij de (ondertussen stilstaande) roltrap zat te krijsen … met haar handje verdwenen in de opening waar de rubberen band van de leuning in verdwijnt.

Ik ging er onmiddellijk naartoe en voelde hoe het juist zat, maar haar arm zat rotsvast. De hysterische dingen die ik toen geroepen heb zal ik jullie maar besparen, wees het gewoon gezegd dat er op een bepaald moment toch wel vier mensen aan alle kanten van de trap aan het trekken waren om toch maar te proberen dat open te trekken zonder extra druk op Anna haar arm uit te oefenen.

Ondertussen was de politie, de brandweer én de ziekenwagen gebeld, maar uiteindelijk hebben we haar armpje kunnen losmaken voordat één van hen was toegekomen. Er werd ijs gebracht en met Anna op mijn knieën en haar armpje tussen twee ijslagen bleef ik zo zitten tot de ambulance kwam. Terwijl we wachtten zag ik al dat Anna haar vingers nog kon bewegen, dus de hysterie verdween toch al een groot deel.

De drie hulpdiensten kwamen ongeveer gelijktijdig toe. Eén brandweerman in volledige uitrusting (brandwerend pak, help, handschoenen, bijl – I kid you not) en nog een viertal collega’s, twee politieagenten en drie ambulanciers. Alleen de ambulanciers konden dus nog effectief iets doen.

Ik mocht Anna zelf bijhouden en zat met haar in de ziekenwagen. Daarna in de spoed waar er de verpleging onmiddellijk keek en dan was het wachten tot er foto’s konden getrokken worden. Na ongeveer een uur eindelijk foto’s kunnen laten nemen en dan was het nog een half uur wachten vooraleer de dokter langskwam om zelf nog eens te kijken.

Anna heeft geluk gehad (en wij dus ook): geen breuk, alleen het vel/de huid heeft het hard te verduren gekregen en zag er niet al te gezond uit, maar tegen we uit het ziekenhuis ontslagen werden zag ze al grotendeels weer mooi roze.

anna-handje

Anderhalf uur heeft ze gehuild, of beter, gekrijst. Ontroostbaar was ze. Pas na de foto’s was ze eindelijk uitgehuild en ging het blijkbaar al iets beter: combinatie waarschijnlijk van de schok die aan het uitwerken was en de Junifen die aan het werken was. Tegen dat het verband rond haar hand ging was ze al aan het kleuren en gebruikte ze haar gekneusde handje zonder ‘ai’ te zeggen: de vingertjes konden niet al te goed plooien wegens gezwollen, maar echt pijn leek ze niet meer te hebben.

Vrijdagnamiddag controle bij de dokter en dan gaan we zien hoe het met haar huid gesteld is. Ondertussen zijn haar vingertopjes vrij gebleven zodat we kunnen zien of haar vingertjes wel mooi roze blijven.

Het ergste is (hopelijk) voorbij en met een beetje geluk zal ze vrijdag al geen verband meer rond haar hand moeten.

Onzichtbaar ijs

Deze ochtend naar school gefietst, net zoals we nu dus al drie weken doen. Straat uit, naar rechts, oversteken, naar rechts, rechtdoor de Vrijdagmarkt over en halverwege … lag Jan plots op de grond. Ik had het totaal niet zien gebeuren dus wou ik stoppen om te zien wat er gebeurd was en … pardoes lagen Anna en ik ook op de grond.

Dat vallen op zich, dat is niets. Schade aan de fiets of niet, dat heb ik eigenlijk nog steeds niet bekeken, maar hij rijdt nog. De klap daarentegen die het gaf toen Anna met haar hoofd op de grond belandde liet mijn hart stilstaan. Ik was ervan overtuigd dat de schade niet te schatten was.

Gekrijs was uiteraard het resultaat en toen ik de fiets wou rechtzetten merkte ik pas wat ons doen vallen had: een ijsplek in het midden van de markt. Want mijn fiets rechtkrijgen, mét kind er nog op was geen sinecure, om niet te zeggen zo goed als onmogelijk om alleen te doen. Een voorbijganger zag mij sukkelen (of had hij eerder Anna gehoord, het gehuil was oorverdovend genoeg) en vroeg ‘Gaat het mevrouw?’ ‘Neen, het gaat niet’ zei ik over mijn toeren en toen pas hielp hij om mijn fiets recht te krijgen.

Na eerste inspectie leek het al bij al mee te vallen. Jan had niets van schade. Op Anna haar linker jukbeen tekende zich een serieuse schaafwonde af en begon het blauw al boven te komen. Mijn kin en kaak voelden geschaafd, maar alleen mijn kin bleek een schaafwonde te hebben. Mijn kaak zal gewoon blauw worden. De ergste schok kreeg ik echter toen ik Anna haar helm zag: op de kant waarop ze gevallen was is hij gewoon kapotgebarsten. De luide klap kwam dus van het contact tussen helm en grond en (gelukkig) niet van het contact tussen hoofd en grond.

Het werk werd afgebeld, de dokter opgezocht en hij bevestigde gelukkig mijn vermoeden: de helm had Anna haar hoofd zeer goed beschermd. Behalve de schaafwonden lijkt er niets gebroken of geschud. De volgende 24u moet ik haar uiteraard in de gaten houden om zeker te zijn dat er geen verlate effecten zijn, maar voorlopig speelt ze weer alsof er niets gebeurd is.

Moet ik nog iemand overtuigen van het belang van een helm op de fiets?

Wreed accident

Zoals Michel “terloops” schreef waren wij gisterenavond in een verkeersongeval betrokken.

We waren niet in fout, noch de mensen waarbij we meereden, dus dat is nog een geluk.

Toen we terugkwamen van het optreden, wouden we nog iets drinken in Gent. Bij het binnenrijden van Gent, via de Keizer Karelstraat, moesten we even wachten omdat een auto voor ons richting “De Reep” wou inslaan en terwijl we stilstonden reed een auto ons achteraan aan.

Een enorme klap. Ik vermoed dus dat die mens ons niet gezien had en dus zelfs niet was beginnen remmen. Serieuze schok in mijnen rug en in Michel de zijnen en onze bestuurder klaagde over pijn in de nek, maar gelukkig was niemand gewond … ook de bestuurder van de andere wagen niet. De wagens daarentegen … de schade is niet mals heb ik zo de indruk.
Enfin, politie gebeld, een goed half uur mogen wachten, en ondertussen ontdekt dat de chauffeur van de ander wagen 1) op weg was zijn vrouw van haar werk te halen (die achteraf opdaagde en 5 maand zwanger blijkt te zijn) en 2) gedronken had.

Tijdens het wachten is mijn rug beginnen pijndoen, maar niet overdreven (doet nu nog pijn, maar niet meer dan gisteren en ben ondertussen bij de dokter geweest voor de zekerheid) en toen de politie eindelijk arriveerde waren we allemaal half bevroren van de kou, maar dat was het zowat.

Verklaringen opgenomen, schade vastgesteld, visitekaartjes gekregen en we mochten naar huis … ’t was ondertussen al middernacht voorbij, een goed uur later dus. Ik ben dan nog zo lief geweest om de vrouw van die zatte chauffeur naar het politiebureau te brengen waar haar man was heengebracht. Lief hé van mij 🙂
Geen gevolgen voor den kleinen zo te merken: hij beweegt nog steeds gelijk zot en is niet van plan om eruit te komen. Verd… Ge hoort zo af en toe dat zo’n ongelukken de bevalling kunnen uitlokken en ik zou niet liever willen, maar iemand denkt er duidelijk anders over.

Pff. We blijven dus verder wachten.