Genezing

’t Gaat de goede richting uit met Anna haar handje. Voor het eerst sinds het gebeurde is er verandering te zien aan de wonde: het vel komt los en is zich aan het vernieuwen. De huid gelukkig niet.

Dat is positief én negatief want daardoor voelt Anna sinds gisteren voor het eerst pijn. Pijn gecombineerd met jeuk, een afschuwelijke combinatie dus.

Voor de zekerheid vorige nacht nog eens gepasseerd op de spoed. Michel dacht etter te zien in de wond en aangezien we niet goed weten wat we onder ‘normale’ verloop moeten verstaan (het is nu niet alsof we ervaring hebben met zo’n ongevallen) heb ik haar handje laten nakijken.

Maar genen paniek dus. De wond ontwikkelt zich goed en normaal: er vormen zich nu blaren en die komen open en ondertussen wordt er nieuwe huid gemaakt. Niet leuk (om het zacht uit te drukken), maar allemaal deel van het genezingsproces.

We hebben een onrustige nacht achter de rug met Anna die tussen ons sliep en ik die haar goed handje tegenhield omdat ze niet zou krabben aan haar verband. Het zal de laatste nacht niet zijn. Ondertussen ligt ze hier op mijn schoot half te wenen, half te neuten en ja, ze heeft al pijnstillers gekregen, dus meer kunnen we niet doen, jammer genoeg.

Hopelijk verbetert het rap, zowel voor haar als voor mij, want er is weinig zo frustrerend als uw kind weten pijn hebben en er niets aan kunnen doen.

Na twee dagen

Deze namiddag controle bij de dokter voor Anna haar handje en er is nog niet veel van te zeggen. Toen ze klem kwam te zitten is door de wrijving (dat denk ik toch) haar opperhuid van haar onderhuid losgetrokken geworden en nu heeft ze zo’n hele plek waardoor het lijkt alsof ze een serieuse brandwond heeft: van op haar onderarm tot en met de linkerkant van de bovenkant van haar hand.

In eerste instantie ziet het er OK uit: het vel is roze en dus is er doorbloeding, maar dat kan nog altijd keren. Time will tell.

Om de twee dagen moet ik nu het verband verversen en vrijdag hebben we opnieuw afspraak. Tegen dan zou er zeker al verbetering zichtbaar moeten zijn. Als ik voordien twijfels heb, onmiddellijk teruggaan. Niet dat ik weet wat ze zouden kunnen doen als het begint af te sterven. Op zo’n vragen kom ik wel, maar dan eens ik de afspraak verlaten heb. Dus heb ik die niet gesteld op de consultatie.

Maar we concentreren ons op de positieve dingen: Anna heeft er geen pijn meer aan. Niet in de zin van dat ze er niets aan voelt: als je er aan komt, dan doet het wel pijn. Wel in de zin dat ze haar hand normaal gebruikt en niet zit te huilen telkens ze er mee beweegt of ergens tegen botst. Dus, ze gebruikt haar handje alsof er niets aan is en nu haar vijf vingers zo goed als volledig vrij zijn kan ze er nog veel meer.

Zondagavond wordt het verband nog eens gewisseld. Ik ben benieuwd.

Eureka!

’t Is waarschijnlijk niet de correcte kreet. Ik heb namelijk niets uitgevonden in de zin van iets nieuws ontworpen of zo. ‘k Heb wel ontdekt wat de hoogstwaarschijnlijke oorzaak was van mijn buikpijn.

Want die buikpijn heeft dus geduurd tot deze ochtend en toen kwam er beetje bij beetje lucht uit mijn lichaam en begonnen de steken te verminderen. Sinds vanavond ben ik eindelijk buikpijn vrij. Drie dagen heeft dat lolleke dus geduurd, of eigenlijk, bijna vier dagen.

Deze middag viel mijn briefke van een paar euro’s. Want wat heeft de deze hier gegeten donderdag? ’t Was heel lekker hoor, daar niet van. Het waren de Tsjechen die kookten op het werk. Als voorgerecht een slaatje met paprikas en feta en als hoofdgerecht was er gevulde … paprika. En wat is er nu juist moeilijk verteerbaar wanneer niet gepeld. Juist. Paprika.

Eentje dus om te onthouden, maar wel een beetje raar, want dit is niet de eerste keer dat ik paprika eet.

Auch

Als kind/jongere/altijd al ben ik allergisch geweest aan juwelen die niet van goud of zilver waren. Dure meid, jaja, maar als ik ‘valse’ juwelen droeg kreeg ik uitslag. Op mijn nek van ketting, op mijn armen bij een armband en dikke oorlellen als ik oorbellen droeg.

Nochtans deed ik dat veel, ‘valse’ oorbellen dragen. Zeker als tiener. Zo een plezant paar oorbellen in een rare vorm, lekker opvallend, liefst groot en iets anders. Dan droeg ik ze één avond en de volgende ochtend waren mijn oren wel lichtjes ontstoken maar tegen de volgende week was dat weer genezen en kon ik opnieuw een paar aandoen. Wie mooi wil zijn moet lijden en zo, weetwel.

Toen nikkel verboden werd in namaakjuwelen dacht ik dat het daaraan moest gelegen hebben. Want sindsdien draag ik regelmatig een namaakkettingetje of armband en had ik geen problemen meer.

Mijn schone oorbellen van gisteren spreken dat nu misschien tegen. Misschien, maar het is alleszins duidelijk dat ik een verkeerd ding/sluiting gekozen heb voor in mijn oor te steken. Gisterenavond aangedaan en vandaag de hele dag en mijn ene gaatje bloed gewoon. Vanavond mijn oor dan ontsmet en mijn zilveren ringetjes weer ingestoken en eens zien wat het morgen gaat geven. Want ofwel ben ik dus allergisch aan het materiaal, ofwel is de sluiting veel te fijn voor een te zware oorring en snijdt ze gewoon in mijn gaatje.

Hoedanook, er moet dus een nieuwe sluiting op. Blèh, want ik vond die die ik gekozen had net zo ideaal voor het model.

Rot

Deze ochtend de langverwachte afspraak met de tandarts. Langverwacht voor zowel Louis als mij. Van Louis hadden we het verdict vorige keer al gehoord, bij mij moest het nog vallen. Mijn tand(en) rechtsboven deden al een (kort) tijdje pijn als ik beet, dus ik was niet op mijn gemak.

Louis mocht als eerste in de stoel. Mondje open om spuitjes te krijgen met verdoving. Maar daar waar Louis stoïcijns was bij al zijn vorige behandelingen, was het deze morgen groot drama. Nu begrijp ik hem wel: die verdovingsspuiten zijn echte kl*tedingen en ongemeen venijnig. Hij kon zijn hoofd niet stilhouden omdat hij zich instinctief probeerde weg te trekken en dus in plaats van drie spuitjes voor drie tanden, heeft Louis er uiteindelijk maar twee gekregen.

Terwijl de verdoving inwerkte en Louis ondertussen een beetje kon kalmeren mocht ik in de stoel. Het verdict was niet zo erg als ik vreesde. Blijkbaar was er iets bizars gebeurd met de vulling van mijn ontzenuwde tand. De tandarts heeft de oude vulling er dan maar uit gehaald en een nieuwe gestoken. Een kwartiertje en ik was er vanaf.

Tegen dat ik van de stoel mocht was Louis aan de beurt. Hij voelde de verdoving werken en was dus alweer volledig ontspannen. Maar zijn ene tand was erger dan gedacht: er was niet alleen een gat in zijn tand, hij was gewoon volledig verrot. Groot probleem dus want telkens de tandarts een stuk tand vasthad, brak het af. Er is dus veel geklop, geduw, gesleur en getrek aan te pas gekomen en tijdens de behandeling bleek de verdoving niet genoeg geweest te zijn zodat hij nog een extra spuitje moest krijgen. Enfin, dat extra spuitje deed tenminste geen pijn. Maar na vele kleine stukjes kon de tandarts er eindelijk het laatste stuk uithalen, dat met het grootste deel van de wortel, en toen bleek daar nog een knoert van een absces op te zitten. Dat Louis de laatste weken niet heeft zitten janken van de pijn, het mag een wonder genoemd worden.

De tweede tand ging gelukkig zonder veel problemen: even draaien en trekken en hij was eruit. Maar met dat die spuitjes zoveel pijn hadden gedaan en die eerste tand zoveel problemen had gegeven én de verdoving blijkbaar toch niet volledig gedaan had wat ze had moeten doen heeft de tandarts dan maar besloten om niet aan die derde tand te komen. Tenminste voorlopig toch niet. Het plan is om af te wachten en hopen dat dat laatste stukje vanzelf gaat uitvallen.

Onze Louis heeft het niet getroffen met zijn tanden. Hopelijk zullen zijn definitieve tanden toch van een iets betere kwaliteit zijn of we gaan nog veel pijnlijke tandartsbezoeken tegemoet.

Steken

Deze ochtend kreeg ik lichte buikpijn. Echt in mijn buik, niet mijn maag. Zo van die stekende pijn, alsof er een mes in wordt gestoken. Of beter ‘messen’ want het is op een drietal plaatsen.

De pijn was er, maar draaglijk dus ging ik werken. Uiteraard. Ge blijft toch niet thuis met buikpijn. Allemaal zever.

Deze middag dan gaan eten. De buikpijn was al een beetje verergerd, maar ik had honger, dus dan ga ik eten. Het eten op zich verergerde de buikpijn niet echt, alhoewel het ook wel niet zal geholpen hebben, want tegen dat het half drie was lag ik dubbel van de pijn. Dus dan maar de dossiers afgesloten, mijn laatste dingen verdeeld, computer afgesloten en naar huis getrokken.

Op de trein viel het al bij al nog mee: ik zat neer en keek naar House. Een goed afleidingsmanoeuvre blijkbaar. Maar toen ik moest afstappen sloeg de pijn weer in alle hevigheid toe.

De kinderen afgehaald en naar huis gereden, de tafel helpen dekken en het dan aan Zelie overgelaten om toe te zien of haar broers en zus goed aten: ik kon niet meer. Boven in de zetel gaan liggen en dat helpt gelukkig wel wat.

Ondertussen heb ik weer honger. Vreselijk veel zelfs. Maar ik ben bang dat het nog meer pijn gaat doen. Twijfels, maar ik denk dat ik mij maar even ga vasten en zien wat het morgen geeft.

A sight for sore eyes

Weken geleden heeft mijn vriendin F. haar rug het begeven. Zo erg dat ze gewoon niet meer recht kon.

Dokters werden bezocht en scans genomen en er bestonden grote twijfels of ze nu al dan niet zou moeten geopereerd worden. Maar eerst werd het afwachten en vooral: rusten, rusten, rusten. Niets doen, niets oppakken, … Via via hoorde ik dat ze soms zoveel pijn had dat het zelfs beter was om niet te telefoneren en dus deed ik dat ook niet. Wel een sms-je gestuurd met een berichtje, dat kon ze dan lezen als het haar uitkwam, en veel informeren via de echtgenoot en de mama.

Ge kunt u mijn geluk dan misschien inbeelden toen ik haar deze ochtend zag. Op haar voeten. Buiten haar huis. Toch tekenen dat er een beetje beterschap inzit. Zitten zit er nog niet in, en dat staan, dat is ook maar zeer beperkt, maar toch.

Ik kon haar wel kuffelen van blijdschap en ik zei haar dat ook. Ik heb het wel niet gedaan: dat zou pas een slecht idee geweest zijn.

Hopelijk het begin van de genezing. Ik duim alleszins.

Auch

Typen met twee vingers (wijsvinger linkerhand en duim rechterhand) waarvan een schel(leke) vlees af is: niet aan te raden.

Oh ja, en als ge gewoon zijt om blind te typen: moeilijk typen zeg.

Oorzaak: koken voor mijn vader (konijn met dragon en basilicum uit Smakelijk 2 – zeer lekker trouwens) waarbij ik gebruik heb gemaakt van de mandoline en van een wreed goed groot mes. Nu ja, den dag dat ik ga koken zonder verwondingen, dan zal ik toch wel een groot feest moeten geven. Gelukkig zijn ze niet altijd zo pijnlijk, die verwondingen dus.

Schuldgevoel

Schuldgevoel, dat is iets dat ik niet zo gauw heb. Vraag maar aan den anderen: hij doet wel wreed zijn best om er mij af en toe een aan te praten, maar dat lukt hem niet zo goed. Ik kan nogal goed rationaliseren.

Maar kijk zie: nu heb ik er toch een. Eentje voor iets waar ik op zich niet echt iets aan kan doen. Maar het betreft één van mijn kinderen en dan is het toch moeilijker om dingen weg te rationaliseren. Nochtans, de ratio is er, maar het schuldgevoel blijft.

Het zit namelijk zo: ik ben ongeloofelijk gevoelig ‘in’ mijn mond. Net zoals Bruno regelmatig last heeft van aften, het ik last van ‘muilplaag’. Een schoon woord nietwaar? Wat het juist is, weet ik niet. De naam heb ik van mijn vader die er ook gevoelig aan was (is?). Maar het resultaat is dat mijn tong (en in zeer erge gevallen mijn kaken ook) vol komt te staan met kleine blaasjes. Pijnlijk, het heeft geen naam. Het brandt en prikt en voelt alsof uw tong uit rauw vlees bestaat. Eten is een marteling en als tiener was dit dé gelegenheid om af te vallen (niet dat ik dat toen nodig had: ik was zo’n graatmagere tiener) want het enige dat ik toen kon eten was yoghurt. Als het zeer erg is praat ik alsof ik teveel gedronken heb. Het extra nadeel aan de toestand is ook dat de helft van de smaak weg is, mede door het spoelen met ontsmettende mondwaters.

Tijdens mijn zwangerschappen was ik er blijkbaar extra gevoelig aan: weken aan een stuk liep ik ermee rond. Het moet één van de enige nadelen geweest zijn toen ik zwanger was. Gelukkig at ik toen sowieso veel yoghurt en met de nodige behandelingen (vooral spoelen) kon ik de pijn genoeg onderdrukken om normaal te functioneren en vooral: te eten.

In al die jaren dat ik samen ben met Michel heb ik hem nooit besmet en ook de kinderen hebben er nog nooit last van gehad, tot vorige vrijdag.

Een goede week geleden kreeg ik weer een opflakkering. Vrijdag kwam Jan thuis en toen we gingen eten begon hij te huilen: zijn tong deed heel veel pijn en hij kon niet eten. Mijn hart sloeg een paar slagen over en ik hoopte dat het iets anders zou zijn en dat het tegen zaterdag zou voorbij zijn. Geen geluk. Zaterdagnamiddag begon hij weer te klagen en tegen de avond was hij bijna onophoudelijk aan het wenen van de pijn. Toen we thuiskwamen heb ik hem laten spoelen en heb ik hem een zuigtabletje gegeven dat verdovend werkt. Zondag was het hetzelfde scenario: in het begin van de dag geen vuiltje aan de lucht, maar naarmate de dag vorderde begon hij meer en meer pijn te krijgen.

Ik dacht nog even om te wachten om naar de dokter te gaan tot vanavond, maar toen hij deze ochtend al begon te klagen over pijn, heb ik maar direct mijn baas gemaild dat ik later zou zijn: dat doktersbezoek was dringender.

De dokter heeft bij Jan gekeken en ook bij mij en bevestigd wat ik al wist: gans zijn mond is ontstoken. Geen blaasjes bij hem, maar rood rondom: tong, kaken, verhemelte. Bij mij is het alleen mijn tong, in verhouding dus niets. Voortdoen zoals ik bezig was met bijkomend advies: hem ook iets pijnstillends geven (en mijzelf ook). Stom kieken dat ik ben was ik dat kleine detail volledig uit het oog verloren.

Kwa schuldgevoel kan het dus tellen. Sowieso ben ik verantwoordelijk want die gevoeligheid heeft hij duidelijk van mij en misschien heb ik hem deze keer wel gewoon besmet. Ik probeer er altijd extra op te letten als ik een aanval heb dat de kinderen toch niet van iets eten of drinken dat ik eerder heb vastgehad. Misschien heb ik deze keer gewoon niet goed genoeg opgelet.

Bummer dus. Jan ziet af en wie weet hoe lang het nog zal duren en het is allemaal mijn fout.

Elk voordeel heb zijn nadeel

De keukenwerken zijn dus goed onderweg. We zien de keuken transformeren onder onze ogen. Het ziet er nu al fantastisch uit en de helft is nog niet eens gedaan. We hebben er lang op gewacht en het gaat vooruit en dat is dus een voordeel.

Het nadeel is dat we hier dus wonen en terwijl de keukenmakers alles installeren en maken en watnogallemaalhundingdoen, leven wij daartussen en moeten wij wat-daarvoor-moest-doorgaan-voor-keuken volledig leegmaken en verhuizen. Sinds donderdag wordt er dus nogal veel verhuisd: van oude kasten naar nieuwe kasten, naar plooiboxen, in de vuilbak, van de plooibox naar nieuwe kasten, … Eens alle kasten er eindelijk staan zal er dan nog eens verhuisd moeten worden om alles zijn definitieve plaats te geven.

Veel gesleur en gekuis, want onder die oude kasten zit uiteraard vuiligheid en dingen die niet veel gebruikt worden mogen ook wel eens een sopke ontmoeten. Het verhuizen gebeurd terwijl er iets afgewerkt is en ook ’s avonds als de kinderen in bed zitten, het kuisen ook en dan verder doen ’s morgens voor de keukenmakers weer op appèl zijn.

Vandaag kwam daar nog valiezen maken bij. Druk over en weer lopen tussen kamers, kasten, keuken en noem maar op en jammer genoeg heeft mijn rug het al een paar keer begeven vandaag. Leuk is anders en de timing kon ook beter maar zoals altijd doen we toch maar verder. Het is niet alsof er veel keuze is.

Maar het einde is in zicht, of beter: een onderbreking, want morgen in de vroege namiddag zijn we hier weg voor zeven dagen. We vertrekken dan op reis. Het leukste aan dat is, als wij een week later terugkomen zal de keuken zo goed als af zijn, toch wat kasten betreft, want de keukenmensen werken gewoon door. Ondertussen kan mijn rug ook rusten en kunnen we weer de volle 200% geven als we terugkomen.

Wij staan voor een leuke verassing als we thuis komen.