That time of the year again

’t Is weer die tijd van het jaar: die van de examens. Zelie en Louis hebben het weer vlaggen. Spannend altijd.

Voor Zelie valt het nog mee, alhoewel het er waarschijnlijk van af hangt wat je ‘meevallen’ noemt: drie examens maar wel wiskunde, Frans en Latijn, de zwaarste vakken dus. Langs de andere kant: drie vakken op drie dagen en vandaag is al haar laatste dag. Rap voorbij ook dus. Niet dat dat veel zegt, want ze mag dan wel geen examens voor de andere vakken hebben, ze heeft ook geen dagen vrij na de examens (morgen weer gewoon school) en de leerkrachten van de andere vakken geven dan maar een GO ofte ‘grote overhoring’. Komt een beetje op hetzelfde neer dus.

Louis heeft wel een volle examenperiode: begonnen dinsdag en volgende dinsdag zijn laatste examen. Hij legt ongeveer hetzelfde parcours af als als Zelie en heeft dus al een paar mindere (om het zacht te zeggen) rapporten achter de rug. Maar we hebben geleerd van Zelie en zijn hem al vroeger op zijn dak gaan zitten en zijn laatste rapport was al een pak beter. Hoopgevend. Die examens daarentegen, daar blijft de stress toch voor bestaan. Ik blijf hem opvragen, tips geven en hem op zijn huid zitten tot hij zin heeft om mij een mep te verkopen. Plezant is anders. Maar als het hem helpt om daardoor de klik te maken dat hij het effectief kan, op voorwaarde dat hij er dus ook het werk in steekt, dan is het het waard.

Uiteindelijk mag ik niet klagen: hij laat mij tenminste toe om hem te helpen, hoe gefrustreerd hij (en ik) er soms ook van wordt. Ik ken andere gevallen. En dan mag ik toch ergens nog van ‘geluk’ spreken dat ik dat ook kàn doen. Behind every dark cloud there is a silver lining en was ik nog aan het werk geweest, dan was dit niet mogelijk geweest.

Kijk zie, de eeuwige optimist, ikke 😉

Piep!

Via een Facebookgroep werd de vraag gesteld wie een blog had, dood of levend. Ikke dus, maar of hij dood of levend is kan ik niet goed zeggen. Het is hier heel stil, dat wel, maar ‘dood’ zou ik hem nog niet willen noemen. ‘Levend’ dan ook weer niet.

Waarom het stil is? Dat heeft vooral met persoonlijke zaken te maken. Niets geheim, daar niet van, maar daar kom ik straks wel op terug.

Met de kinderen gaat alles goed. Ze groeien en bloeien. Hiet is toch al dat.

Anna is in het vierde leerjaar begonnen. Een nieuwe juf en dus nieuwe regels en dus zal Anna zich moeten aanpassen en ook haar tempo. Louis was ook zo en dus weten we dat dat op termijn er wel zal uitgaan (Louis heeft het ook geleerd), maar dan wel op haar eigen tempo.

Daarnaast heeft ze nog haar hobby’s: turnen, muziekschool (AMV2 en klarinet), zwemmen en scouts. Muziekschool doet ze gelukkig alleen (het is naast de deur). Voor zwemmen en turnen is er taxi mama. Voor de scouts fietst ze met haar grote zus mee en ga ik haar halen.

Jan is in het vijfde leerjaar gestart. Frans erbij dit jaar en hij ziet dat helemaal zitten. Hij zoekt zelfs oefeningen op op websites. Hij voetbalt ook nog altijd. Bij Gent-Zeehaven. U11 al met drie trainingen per week dit jaar, plus een match, plus nog eens een technische training op zondag (bij Way to Play). Druk dus want voetbal, dat word met de taxidienst gedaan (die van mama dus). Daarnaast nog eens muziekschool (AMV2 en trompet; samen met Anna begonnen en dat is ook wel gemakkelijk want zo kunnen ze samen leren) en scouts (samen met zijn broer met de fiets). Hij weet dus ook wat gedaan.

Louis doet zijn 2e jaar humaniora. Geen latijn voor hem maar moderne talen en hij amuseert zich kostelijk. Hij is het jaar al begonnen met een paar waarschuwingskes (lees: zeer slechte toetsen) en hopelijk heeft hij het nu door 🙂 We volgen het op en zien wel. Hij weet dat zijn school belangrijker is dan zijn nevenactiviteiten en aangezien hij die veel te graag doet, denk ik wel dat hij dit in gedachte houdt. Nevenactiviteiten: animatietekenen, badminton en scouts. Hij springt voor alles gezwind en zonder morren op de fiets en we moeten hem er nooit op wijzen dat hij de tijd in de gaten moet houden om op tijd te vertrekken. Zelfstandige (oudere) kinders, het is een gemak.

En dan nog Zelie. 4e humaniora en sinds ze vorig jaar eindelijk de klik gemaakt heeft, een kind waar ge niet meer naar om moet kijken. Het voordeel is natuurlijk dat ze de richting waar ze zit (4LA4 -latijn met 4 uur wiskunde; een richting die meer de Moderne talen uitgaat) ongelooflijk graag doet. Ze studeert hard, niet omdat we dat vragen maar volledig uit vrije wil. Ze haalt mooie cijfers en is (zeer terecht) trots op zichzelf. Daarnaast nog een pak hobby’s, alhoewel ze deze dit jaar wel bewust verminderd heeft. Muziekschool is stopgezet, maar turnen doet ze nog steeds en scouts ook. Vanaf het 4e wordt het een pak zwaarder op school: veel meer taken en opdrachten, dus heeft ze daar voor gekozen. Slimme meid 🙂

En dan ikzelf en daar wringt het een beetje. Want binnen een kleine week ‘vier’ ik mijn tweejarige werkloosheid (die 5 weken lesgeven niet gerekend) en dat maakt mij redelijk depressief. Niet klinisch depressief: ik denk niet dat ik daar ook maar enige aanleg voor heb. Maar vrolijker wordt ik er niet van.

Het is niet alsof ik niet zoek. Ik zoek al naar vast werk van 2010. Ik wist dat mijn vorige job bij de Provincie tijdelijk was en afliep op 1 oktober 2012 en ik ben dus gewoon blijven zoeken, maar niets. Nada. Noppes. Ik vermoed dat ik op 80% van mijn sollicitaties niet eens antwoord krijg. Van de 20% die overblijft krijg ik van de helft direct het antwoord dat ik niet in aanmerking kom voor een gesprek. Als ik al een gesprek heb dan haal ik het niet. Solliciteren onder, op of boven mijn ‘niveau’: allemaal hetzelfde.

Het wordt psychisch zeer zwaar, maar financieel ook. Want voor de werkloosheid ben ik blijkbaar gewoon ‘lui’ en heb ik geen recht op een deftig inkomen. Naar het OCMW gaan denk ik niet dat dat erin zit, want den anderen werkt (gelukkig) wel. Met een deftig loon en mijn peuleschil is het soms moeilijk, maar alles went. Ge staat er voor en moet er door. Het is niet alsof er veel keuze is. Maar dan vraagt men zich af hoe mensen in de armoede komen en ik kan er mij iets bij voorstellen. Het vooruitzicht dat onze kinderbijslag ook nog eens een pak naar beneden zal gaan, maakt er mijn ook absoluut niet vrolijker op.

Dus het is hier stil, want veel heb ik niet te vertellen en ik vrees als ik veel schrijf, dat het gewoon zagen wordt en dat is voor niemand leuk.

Dus concentreer ik mij of hetgeen ik wel doe en kan doen en probeer positief te blijven en de goede dingen te zien. Zoals thuis zijn voor de kinders en hen elke avond vers eten te kunnen voorschotelen. Geen stress omdat ik oplossingen moet zoeken om de kinders ergens naartoe te brengen of af te halen. Kunnen blijven babbelen op de training omdat ik geen taken liggen wachten heb. Mij inzetten voor de oudervereniging en mijn taak als secretaris zo goed mogelijk uitvoeren. Een kersthappening helpen organiseren op de basisschool en volgende week, voor het jaarlijks eten in de school, achter de bar gaan staan en helpen. Gaan kijken naar de matchen van Jan en mijn keel heesroepen om hen aan te moedigen. Vrijdagochtenden met de vriendinnen koffie drinken en af en toe mijn hart daar kunnen luchten, en weten dat ik zeer goede vriendinnen heb want als het even niet gaat zien ze het direct en laten ze mij zagen.

En vooral: op donderdagavond gaan koken in de avondles (tweede jaar al en dit jaar doen we Dagschotels met vlees en gevogelte & Nagerechten). Zalig gewoon. Ik rij met een grote glimlach elke donderdag naar de les en bevind mij gedurende een paar uur in de hemel.

Het leven is dus niet al kommer en kwel. Gelukkig maar, maar het kan beter door opnieuw te kunnen werken. Want hoe leuk ik het soms ook vind om gewoon moeder te zijn, ik ben iemand die moet werken want heel dat ‘huismoeder’ ding is niet echt iets voor mij.

Duim dus eens mee dat het tij op werkvlak rap gaat keren of ik kom hier nog volledig zot 🙂

Klop! Boenk!

’t Is voorbij, gedaan. Ik kan weer even op adem komen.

Eigenlijk zijn er twee dingen voorbij.

1. De kersthappening. Alles is eindelijk opgeruimd, weggebracht, afgehaald. De dingen staan terug op zijn plaats. Alle geleend materiaal is terug bij de eigenaars. Alles wat wij zelf hadden van versiering en materiaal is weer veilig opgeborgen en stofvrij weggestoken voor volgend jaar.

Deze morgen nog een allerlaatste kink in de kabel. De stadsdiensten gingen het podium komen ophalen. Ze kwamen, zagen dat het er niet op dezelfde manier lag als het geleverd was geweest … en vertrokken weer zonder iets mee te nemen. Na drie dagen trekken en sleuren was dat een serieuze domper. Een podium verslepen, zelfs de onderdelen ervan apart, is serieus zwaar werk. Gelukkig mochten we op de hulp van de werkmannen van school rekenen en binnen de kortste keren lag alles op zijn plaats. Toen de stadsdiensten in de namiddag terugkwamen namen ze alles gelukkig mee.

2. De examens zitten er ook op. Twee kinders die het gisteren volledig gehad hadden. Ik ken het gevoel. Die laatste loodjes die niet meer te dragen lijken. Veel verwacht ik dus niet van deze laatste twee examens. Voor de rest, we zien wel want ik heb geen flauw idee of ze zichzelf nu kunnen inschatten of niet. Ik hoop dat Zelie dat ondertussen wel kan, want ze heeft ondertussen toch al wat ervaring, en zij heeft er een goed gevoel bij. Fingers crossed dus en vrijdag weten we het. Het zou leuk zijn om met twee goede rapporten de vakantie te kunnen starten. Of beter: 4 goede rapporten 🙂

Ondertussen zijn er twee extra kinders in huis (zowel Zelie als Louis hebben een vriend(in) mee), is iedereen gevoed, liggen de kleintjes te slapen en voel ik mij opeens ongelooflijk moe. ‘Boenk, klop’ zeker?

Het was druk

De laatste week kon tellen. We werkten gestaag door naar de tweede kersthappening op school. Hij zou groter worden dan vorig jaar, maar geen probleem: dit jaar waren we met vijf om het te organiseren i.p.v. met vier, dus dat ging toch veel vlotter (merkt ge de ironie hier?).

20131216-000150.jpg

Vrijdag en zaterdag was het alle hens aan dek, want dat hadden we wel geleerd uit vorig jaar: veel meer volk nodig voor de opbouw (deden we vorig jaar dus alleen met ons vieren. Geen goed idee, kan ik u meegeven). Met een vrijwilligersteam van in totaal toch zo’n 30 man is het ons gelukt om zaterdag op tijd te kunnen starten en dan nog eens hetzelfde aantal om het evenement te laten draaien. Joepie!

Het was groter dan vorig jaar= vaststelling. Het was ook beter= wat de commentaren waren.

Jammer genoeg kregen we niet hetzelfde aantal vrijwilligers op poten om te helpen opruimen, dus zaterdagnacht en deze voormiddag serieus hard mogen doorwerken om de school weer kindklaar te krijgen. Het is gelukt, op het nippertje. Wat niet wil zeggen dat het al allemaal opgeruimd is, maar voor de rest hebben we nog de komende twee dagen, en dat volstaat.

Ik denk dat ik woensdag toch wel eventjes ga crashen. Maar eerst nog even op de tanden bijten.

Vakantie!

How to start? ’t Is een tijdje geleden hé, daar niet van. Maar mijn hoofd stond er niet op. Zorgen, weetwel. Want het beterde niet echt, integendeel.

Opvolging werd hier ten huize gedaan (in de mate van het mogelijke), hulplijnen werden ingeschakeld en de nodige ‘straffen’ werden uitgedeeld waar en wanneer nodig. Alle hens aan dek dus.

En zo zaten we dan bijna op het einde van het jaar en was de situatie redelijk dramatisch, zo erg dat de leerkracht wiskunde al sprak van een B-attest en haar klastitularis sprak van een laatste kans.

De laatste examenperiode was er dus één van erop of eronder en we hielden ons hart vast. Telkens Zelie terug kwam van een ‘goed’ examen bleven we onze twijfels hebben: we hadden het nog gehoord.

Tot het deze ochtend was en ik met een bang hart op de speelplaats stond te wachten. Ik zag haar klasgenoten buitenkomen, maar geen Zelie. Mijn hart zonk, want dat was ook haar ’tactiek’ bij vorige, slechte, rapporten: op haar vriendinnen wachten voor steun en dan in groep, wenend, buitenkomen.

Maar ik had het mis: de dochter van mijn vriendin was er (met mijn vriendin) en had haar al gezien: een heel goed rapport, ik mocht gerust zijn. Een geluk dat mijn vriendin er was, want ik had een schouder nodig om op te huilen, van geluk deze keer, geen verdriet.

Zelie heeft een A-attest, met advies voor Latijnse, 5 uur wiskunde. Niet dat ze het advies gaat volgen (het worden 4 uur wiskunde, wel latijn), maar het wil wel zeggen dat ze voldoende indruk gemaakt heeft op zowel de leerkracht latijn als die van wiskunde dat zij weer vertrouwen in haar gekregen hebben voor volgend jaar.

Broers en zus hebben het ook zeer goed gedaan: ze mogen allemaal over. Anna vertrekt naar het derde leerjaar, Jan naar het vierde.

Louis heeft zijn carrière op de basisschool afgesloten en begint volgend jaar ook op de humaniora. Er was een mooie (iets te lange) dienst en daarna een receptie en het was een mooie afsluiter van 9 jaar basisschool. Het was ook een beetje een afscheid want een heel aantal van zjn vriend(inn)en gaan volgend jaar naar een andere school. Gelukkig is er mail en Facebook en whatnot, dus zal het wel lukken om contact te houden.

De vakantie is begonnen en we kunnen er nu met een gerust hart van genieten. Yiha!

Het is voorbij

Twee jaar hard werken werd gisteren beloond, want toen kreeg ik mijn diploma. Ik heb nu het diploma van leraar (zo staat het er toch op).

De afgelopen maanden waren dan ook ongelooflijk druk. Met stages en observaties, niet-lesactiviteiten en vooral ook nog ongelooflijk veel taken, verslagen, forumgesprekken en een examen. Maar kijk, het heeft opgeleverd en daar doe je dan uiteindelijk toch voor.

Vier vriendinnen zijn het gisterenavond gaan vieren met mij. Nu, die afspraak was al vastgelegd voordat ik wist of ik geslaagd was of niet: ofwel gingen ze mij helpen om mijn verdriet te verdrinken, ofwel ging het vieren worden. Gelukkig werd het het laatste.

Want van dat verdriet verdrinken, dat was helemaal niet zo onmogelijk. Integendeel. Het zag er toch even helemaal niet goed uit en dan spreek ik over iets zeer realistisch, niet iets dat ik zeg om medelijden te wekken.

Soit. Het is voorbij. Nu nog een kleine twee weken werken en dan heb ik ook vakantie.

Time to relax, yeah!

Het kan keren

Hoe slecht ik mij ook voelde na vorige week, deze week was het dan weer een heel pak beter.

De lessen vrijdag verliepen vlot, meewerkende leerlingen, goede commentaren, … meer moet dat niet zijn.

De stress van keihard werken gedurende weken en veel te weinig slapen (enerzijds wegens doorwerken, anderzijds omdat ik in het midden van de nacht wakkerkwam van de stress) viel zomaar van mij af. Het was zelfs zo erg dat, toen ik gisteren de wekker afzette en ‘nog juist even’ mijn ogen sloot, bleek dat ik 45minuten mijn ogen had gesloten: ik was als een blok terug in slaap gevallen.

De komende weken zullen, wat lesgeven betreft, toch iets kalmer zijn. Er moet nog serieus doorgewerkt worden aan de vele taken die moeten ingediend worden, maar dat is een ander soort stress. Dat zal wel lukken. Er moet ook nog andere school gevonden worden om extra uren te geven, maar daar maak ik mij ook geen zorgen over.

Positieve gedachten. Veel en veels leuker.

’t Is weer een tijdje geleden

maar de gewone excuses, die eigenlijk geen excuses zijn maar realiteit, gelden ook hier nog altijd: druk, druk, druk.

Ondertussen heb ik er 3 weken stage opzitten, oftewel 12 uur, en ik moet eerlijk zijn: het gaat niet goed. Niet heel slecht ook, maar voorlopig niet goed genoeg om te slagen. Ja, dat weet ik nu al. In principe zit ik over de helft (we moeten 20u stage lopen) en het volstaat niet. Mijn stagebegeleider ziet het nog altijd wel zitten, dat ik kan slagen, en dat toont ze door mij nu al 4 uur extra op te leggen. Er is geen mogelijkheid om die in mijn huidige stageschool te lopen, dus wordt het weer zoeken naar een oplossing.

Het gesprek heb ik vrijdag gehad en ik kan niet zeggen dat het mij verbaasde: ’t is niet alsof ik geen realist ben in hart en nieren. Het is een combinatie van factoren die het mij lappen en niet in het minst het soort school waarin ik sta. Mijn stagebegeleidster suggereerde dat het voor een (groot) deel daaraan kon liggen, dat dat gewoon geen school voor mij is, en ik was toen ook al bijna volledig tot die conclusie gekomen: ik begrijp die soort school niet (en neen, ge moet mij om niet meer details vragen, die komen niet). Ik weet niet hoe ik mij kan aanpassen en alles wat ik probeer lukt maar zo-zo, terwijl ik weet dat ik beter kan. Dat ik echt mensen dingen kan leren. Maar daar blijkbaar niet. Dus, moest het zelfs mogelijk zijn die extra uren daar te lopen, dan nog zou het beter zijn om die extra uren niet op die school te geven. Ik kan daar alleen maar mee akkoord gaan.

Het gesprek bevestigde ook nog eens wat ik in november/december eigenlijk al had besloten: hoe het ook afloopt met de stage, met de opleiding, al dan niet volledig gebuisd, sowieso is het afgelopen na juni. Ik werk dit semester af. Ik geef niet op. Ik ga mijn uiterste best doen om mijn stage zo goed mogelijk af te werken, maar als het niet lukt, dan is dat pech. Niet meer, niet minder. Falen is niet altijd slecht. Het zat er dan gewoon niet in. En om dat te weten te komen ben ik uiteindelijk met die opleiding begonnen.

Ik zit er namelijk ook door. Ik ben op. Bekaf. Het is genoeg geweest. De komende drie maanden ga ik mij nog (hopelijk) genoeg kunnen motiveren om dit semester af te werken, maar daarna is het gedaan. Fini. Schluss. The end. Is dat dan zonder diploma, het zij dan zo. Geen man overboord.

Het is ook een rustgevende gedachte, dat er licht is aan het einde van de tunnel, want het is al ongelooflijk zwaar geweest. Iedereen bewondert mij, maar ik ben niet ‘supervrouw’ die alles moeiteloos combineert. Ik ben de ‘ik-sta-ervoor-en-ik-moet-erdoor’ vrouw. Niet meer, niet minder. Ik ken mijn grenzen en ik heb die bereikt, en meer.

Dus gaat het hier nog een beetje stil blijven, misschien, want ik moet dit weekend nog minimum 2 taken, liefst 3 afkrijgen. En moet er daarnaast nog voor het gezin gezorgd worden, gekookt worden, naar een concert-met-de-oudste-dochter gegaan worden, van voetbalkennismaken gedaan worden, pannekoeken gebakken worden voor Jan’s verjaardagsfeestje, het verjaardagsfeestje zelf nog geven en begonnen worden aan de lesvoorbereidingen. Later op de week moet ik nog deelnemen op fora om ‘mijn standpunten uiteen te zetten’ voor dat andere vak dat ik dit semester nog moet afwerken, moet er gewerkt worden, moet ik nog taxi spelen voor de kinderen hier in huis en moet er nog gefuifd (ge moet maar eens afkomen, want het wordt een fuif voor volwassenen en de mannen van Snow Patrol komen een DJ-set draaien) worden.

Tot binnenkort, hopelijk, want ik principe doe ik mee aan Wijvenweek, dus zou hier vanaf maandag elke dag weer iets moeten verschijnen … als ik er de fut voor vind (sorry aan de andere wijven als het mij niet zou lukken, die fut vinden).

Blèh!

De vakantie is nu echt gedaan: ik ben weer uit de startblokken geschoten. Moet ook wel, want volgende vrijdag moet ik niet minder dan 5 uur les geven.

Vijf uur les, dat betekent vijf uur lesvoorbereiding en dan mag alles nog zo goed als volledig in uw hoofd zitten van wat ge gaat/wilt/zult doen, om dat op papier te krijgen gaat dat niet altijd zo vlot. Bovendien merkt ge dat, eens alles op papier begint te plakken, de ideeën in uw hoofd niet altijd zo ‘vlot’ en goed zijn als dat ge wel dacht. Herwerken geblazen dus.

Het was dus dringend tijd om er echt werk van te maken … wat ik nu ook gedaan heb.

Blèh! (maar gelukkig is het nu tijd om te gaan slapen, want net zoals de vakantie gedaan is wat de studies betreft, is de vakantie ook gedaan tout court: morgen werkendag).

Oef!

Vorige week was hard werken want vandaag moest ik voor de eerste keer les geven. Direct drie uur.

De lessen zaten al een tijdje in mijn hoofd. Ik wist wat ik wou doen, maar dat allemaal nog op papier krijgen is iets anders natuurlijk. Dus was het nadenken en opschrijven en herschrijven en opzoeken om toch maar op zoveel mogelijk voorzien te zijn op het onvoorziene.

Gisteren was ik toch wel zenuwachtig en lag ik nog even te woelen in bed, maar gelukkig niet te lang. Uiteindelijk heb ik nog een deftige nachtrust gehad.

En dan deze morgen. Afspraak om 9u met mijn vakmentor om nog de laatste kopies te pakken en dan was het tijd voor mijn eerste les. De les die ik wou geven was gedeeltelijk gebaseerd op een oefening waarmee ik begon en ik had toch wel schrik dat de leerlingen niet zouden meewerken of ook, dat ze te weinig gegevens zouden uit de oefening naar voor brengen. Maar niets van dat. De oefening was een succes, iedereen werkte goed mee en ik kreeg meer antwoorden dan dat ik ooit verwacht had. Zalig.

De volgende twee lessen verliepen ook vlot en goed en bij die derde (en laatste) les was mijn stagebegeleider ook al direct aanwezig. De laatste les werd dan besproken met mijn stagebegeleider en zij was ook wreed content.

De kop is eraf dus. Drie van de 20 lessen zijn gegeven. Het aftellen is begonnen.