Damn!

Kijk, ge moet daar eerlijk in zijn: ik had ergens gehoopt dat dat paardrijkamp toch een beetje zou tegengevallen zijn. Mis dus.

Vandaag gingen we Anna afhalen. Dit keer met een kleinere kolonne met enkel den anderen en A en Z en ik: er was namelijk beloofd aan A en Z dat ze nog eens in de speeltuin gingen mogen spelen.

Een mindere tocht er naartoe: als je om 17u in Limburg moet zijn op een vrijdagavond, dan is dat vragen om moeilijkheden, zelfs als je met een uur speling vertrekt. Gelukkig houden ze er daar rekening mee zodat we ons niet hoefden ongerust te maken dat we veel en veel te laat zouden zijn.

De verkeerschaos was zo erg dat onze GPS er zelfs van in de war geraakte: het ene bericht met de vraag of we de alternatieve weg wilden volgen, was nog niet goedgekeurd of er kwam al een ander. Soit. Uiteindelijk al bij al ‘maar’ een half uur later dan voorzien toegekomen, rond 17.30u.

Tijd genomen om de verhalen te horen en ja hoor, madam vond het heel leuk. Ze heeft veel geleerd, vond de paarden top, leidde ons rond op de manege om haar lievelingspaard te tonen en was heel enthousiast over zowel de inhoud van het kamp als over de monitoren. Voor herhaling vatbaar dus, maar ze is er mee akkoord dat we het zullen houden bij kampen en geen lessen tijdens het jaar.

We waren ook voorzien om daar te picknicken in de speeltuin en nog een beetje te spelen en dan was het alweer tijd om huiswaarts te keren. Gelukkig waren tegen dan alle files opgelost en ging de terugrit heel wat vlotter.

Pink

‘Touring maant de mensen aan om hun knipperlichten te gebruiken op ronde punten’. Euh ja. Uiteraard. En niet alleen op ronde punten, verdorie. Gewoon, als ge inslaat ook bijvoorbeeld.

Die knipperlichten staan niet op een auto voor versiering, of wat dacht je.

Arrogantie

Deze morgen, toen ik Anna afzette aan school, reed ook net een grote camionette de straat in. De hele straat was volgeparkeerd en om één of andere reden wou hij blijkbaar absoluut in die straat staan, dus vond die mens er blijkbaar niet beter op dan om zich verkeer te parkeren. In het midden van de straat is er immers een gebouw met een garage. De plaats voor die garage was veel te klein voor de wagen en dus reed hij schuin met zijn neus tegen de borduur, voor de garage waarbij hij tegelijkertijd een andere auto insloot met de achterkant van zijn wagen én dus ook de straat blokkeerde gezien de achterkant van zijn wagen tot over het midden van de straat kwam.

Vrolijk stapte de man en zijn compaan uit, sloten hun camionette af en begaven zich naar ‘hun werk’, een werf in de straat lager (en zo wisten we direct de reden waarom hij absoluut in die straat wou parkeren: ge kunt toch moeilijk 2 straten verder parkeren, of een plaats voor de werf reserveren. Ah ja, dat zou te gemakkelijk zijn want legaal en zo).

???? Ik stond er naar te kijken met mijn mond vol tanden.

De overbuurvrouw van de school stond er ook op te kijken en sprak er de mannen op aan. ‘Jamaar mevrouw, er is geen plaats en wij werken daar beneden, juist op den hoek’ en daarmee zou de kous moeten afgeweest zijn. Pech voor de eigenaars van de garage, pech voor de wagen die ingesloten was. Gelukkig nam de overbuurvrouw daar geen genoegen mee en heeft ze hen kunnen overtuigen om hun wagen te verzetten.

Net toen ze gingen instappen reed de auto, die net voor de voorkant van de camionette geparkeerd stond, weg en dus reden ze parallel met het voetpad in die plaats. Niet dat dat een goede oplossing was. Nu stond de straat wel niet meer geblokkeerd en werd de wagen erachter niet meer ingesloten, maar stonden ze nog steeds voor de garage (’t was een echt lange camionette).

Deze middag stonden ze er nog. Ik hoop dat de eigenaars van de garage vroeg thuiskomen, want zij kunnen niet weten van wie die wagen is (ah ja, ge moet uiteraard geen briefje nalaten hé. Gewoon eens zeggen tegen de overbuurvrouw moet toch volstaan. Zij zal zich wel bezighouden met de hele dag te staan wachten op haar buren om het hen te kunnen zeggen), en dat zij er flink werk van maken.

Morgen

Morgen zullen de kinderen goed ingeduffeld naar school gaan: jas, sjaal, muts, handschoenen. You name it, they’ll have it.

Morgen gaan we namelijk allemaal met de fiets naar school. De eerste dag van een nieuwe gewoonte. Want vanaf morgen zal het elke dag met de fiets te doen zijn, behalve op woensdag. Tot nu toe deden we dat al op vrijdag. Nu komen daar dus maandag, dinsdag en donderdag bij.

Morgen gaat Anna ook naar school. Wat betekent dat er een halte minder is bij het kinderen afzetten. Wat betekent dat ik een kwartier win. Wat betekent dat ik geen omtoer meer moet maken om van thuis naar het station te rijden. De twee schoolgebouwen liggen namelijk op een rechte lijn tussen ons huis en het Sint-Pietersstation en dus kan ik vanaf morgen met de fiets naar het station en onderweg de kinderen afzetten.

Morgen zal ik op mijn tanden moeten bijten. Morgen en alle komende dagen. Het voornemen is er wel, maar ik weet dat ik af en toe wel serieus ga afzien. Eigenlijk is de timing niet al te goed: net als het kouder begint te worden en het zoveel aangenamer is om met de auto te gaan. Maar het zal ook wel wennen. Alles went.

Morgen is dus de eerste dag van een nieuwe periode. Ik denk dat ik de komende weken ook wel serieus ga investeren in deftige regenkledij voor mij en de kinderen. Maar dat nog net niet morgen.

Verontwaardiging

Toen ik deze morgen mijn fiets, die gestald was in de fietsenstallingen aan het station in Brugge, wou losmaken bleek iemand het fantastische idee gehad te hebben om hem nog eens vast te maken: met zo’n plastic sluiting die je aantrekt om dan, zonder enige hulp van iets scherps, niet meer los te krijgen.

Ik stond daar toch even met mijn mond vol tanden naar te kijken. Bekeek dan de fietsen naast mijn fiets om te zien of het één of ander modeverschijnsel was (het vastmaken van fietsen die de uwe niet zijn), maar mijn fiets leek de enige.

Het fietsmeldpunt heeft er een container vlakbij staan maar uiteraard was daar om 9u ’s ochtends nog niemand aanwezig, net zoals de stadswachters die op andere dagen daar wel met twee rondwandelen om hun tijd te passeren.

Na deze vaststellingen was mijn verbazing ook uitgewerkt, heb ik mijn zakmes genomen en het spul doorgesneden. Wie denken ‘ze’ wel dat ze zijn en wie krijgt het nu in godsnaam in zijn hoofd om iemand anders zijn fiets vast te maken? Langs de andere kant: beter nog eens vastgemaakt dan gestolen.

Storm in de straat

Behalve deze ochtend ben ik vandaag nog niet buiten geweest. Het weer heb ik nog niet aan de lijve meegemaakt, maar horen doe ik het des te meer.

Het moet nogal hard waaien buiten. Ik hoor de wind langs ons huis suizen en de hekkens van de werf naast de deur zijn nu al zeker vijf keer omver gewaaid.

Zeer leuk want het zijn de hekkens langs de kant van de straat, dus is de straat telkens geblokkeerd: het zijn zo van die hoge ijzeren en ze hebben ongeveer de lengte van de breedte van de straat. Telkens er auto’s de straat moeten inrijden moeten ze stoppen om de hekkens terug te plaatsen.

Ergens hoop ik op de gewoonlijke snelheidsduivels die met gierende banden de hoek komen omrijden en dan KABOEM! op/in/door de hekkens rijden, maar ik denk dat ik pech heb vandaag 🙁

Beste fietser

Ik weet dat u wettelijk gezien zeer goed beschermd bent als ‘zwakke’ weggebruiker. Ongeveer gelijk wat ik doe als ik in mijn wagen zit en u komt in aanraking met mijn wagen, zal sowieso als ‘mijn fout’ geïnterpreteerd worden.

Dat u, halverwege mijn achterwaarts parkeermanoeuvre, alsnog probeert om u tussen de stoeprand en mijn wagen te wringen en ik dus jammerlijk genoeg uw fiets – en gelukkig niet U – meehad, daarvoor draai ik op, begrijpe wie begrijpen kan. Ik persoonlijk dénk er niet over om een wagen, die een manoeuvre uitvoert, te proberen passeren op de fiets: die persoon in de wagen is op dat moment immers met vele andere dingen bezig in plaats van NOGMAALS vijfhonderd keer naar links, rechts en achteruit te kijken om ook nog fietsers te proberen zien die ABSOLUUT die seconde willen winnen door er zich tussen te wringen, maar dat ben ik.

Want ja: ik rij ook per fiets. Tweemaal per dag. In Brugge: niet de meest gemakkelijke stad voor fietsers én automobilisten met al die touristen die denken dat een straat in Brugge eigenlijk toch hetzelfde is als een voetpad, maar soit.

Maar als ik nu stapvoets rij, niet zwalpend, mooi rechtdoor, zonder uit te wijken naar links of rechts, omdat ik een parkeerplaatsje zoek, waarom MOET u dan per se tegen mijn wagen fietsen terwijl u mij voorbijsteekt? En nog groffer: waar haalt u het lef vandaan om uw middenvinger naar mij op te steken? Voor de goed orde: ik reed NIET tegen u. U reed tegen MIJ én u fietse nadien rustig door zonder er zelfs maar aan te denken de schade aan mijn wagen te bekijken en (eventueel) te vergoeden.

Beste fietser: laat uw arrogantie aub thuis. Als zwakke weggebruiker bent u nog steeds dat: een zwakke weggebruiker, hoe goed u ook beschermd wordt door de wet. In geval van aanrijding met een wagen zal u nog steeds de meest zware (materiële én lichamelijke) schade hebben. Mijn wagen zal een zoveelste bluts bijhebben, maar uiteindelijk doet dat geen pijn. Maar vooral: volgens de wet zal IK mogen opdraaien voor uw onvoorzichtigheid, voor uw ongeduld en voor uw arrogantie, en dat doe ik liever niet.

Met vriendelijke groeten.

Blauw

Kijk zie, daar kan ik mij nu eens blauw aan ergeren: mensen die niet kunnen parkeren, die hun auto op twee plaatsen zetten of zo schots en scheef gaan staan dat ge er langs geen kanten bij kunt.

Gezien ik de trein neem naar mijn werk probeer ik ’s ochtends op het klein parkeerterreintje achteraan het station te staan: ’t is voor de ganse dag en daar is het de enige plaats waar het nog gratis is (niet dat ik veel illusies heb dat dat nog lang zal blijven, daar niet van), dus wel even de moeite waard.

Als ik op tijd ben kan ik gerust wachten tot er iemand wegrijdt, maar gisteren had ik geen tijd om te wachten en wat bleek: minstens 10 auto’s stonden op twee plaatsen geparkeerd. Op zo’n klein terreintje als dat achter het station is dat dus enorm veel hé.

De egoïsten. De klojo’s.

Vakantie

De herfstvakantie wordt blijkbaar door meer en meer mensen als volwaardige vakantie genomen.

Tijdens ‘normale’ schooldagen is het tegen 8u ’s ochtends bijna niet meer te doen van het verkeer als ik vertrek. En nu: een vlotte doorgang van thuis tot aan de onthaalmoeder, geen ‘files’ op de ring om dan naar het station te rijden en zelfs om van de ene kant (= voorkant) van het station naar de andere kant (= dus achterkant) te geraken ging het in minder dan één minuut, daar waar het anders gemakkelijk een kwartier kan duren (echt niet overdreven).

Voor mij mag het alle dagen zo zijn.

Maar wil dat eigenlijk zeggen dat veel meer mensen thuis blijven/op vakantie gaan, of wil dat zeggen dat ze gewoon later vertrekken?