Onze kinderen zijn zeer sociaal.
Zelie zal spontaan iedereen aanklampen op straat als ze denkt dat ze iets weet dat (wildvreemde) mensen toch ook moeten weten. Of gewoon om met iemand te praten. Gisteren ging ze op daguitstap met de scouts en toen ik haar vroeg of ze wel nog wou gaan nu haar vriendinnetje niet meeging, bekeek ze me alsof ik niet goed bij mijn hoofd was. Natuurlijk wou ze gaan. Ze ging met de scouts weg, niet met dat vriendinnetje…
Louis wacht over het algemeen iets langer af (toch zo’n 10 seconden). Ik zie hem zelf spontaan geen wildvreemden benaderen maar als Zelie naar iemand toestapt stapt hij gerust mee en begint ook honderduit te babbelen.
Jan is gewoon nog een beetje te jong om op iemand toe te stappen, laat staan een gesprek te beginnen. Ook een beetje moeilijk als ge eigenlijk nog niet spreekt 🙂 Maar als we ergens gaan, en hij is de situatie een beetje gewoon geworden, is zijn kieskeurigheid (lees “mama’s rokken”) ook verdwenen. Echt meegaan met mensen die hij niet kent doet hij niet geheel zonder protest, maar zwaar, gemeend protesteren doet hij dan ook weer niet.
Zoals gisteren dus op het verjaardagsfeestje van Felix, het petekindje van Michel. Louis kwam toe, zei beleefd goeiedag. Hij kent de mensen aanwezig wel, maar niet echt (ziet ze nl. maar een paar keer per jaar), maar van zodra tante Denise een kleurboekje gaf met kleurtjes waren alle grenzen direct doorbroken en heeft hij met iedereen (die wou) gebabbeld en gespeeld.
Jan was in een slechte bui wakker geworden: het leek er heel goed op dat het een aanleiding was om ziek te worden, dus toen we er toekwamen duurde de “ontdooiing” wel even, maar na een half uurtje kwam hij er eindelijk door en heb ik hem niet meer gezien of gehoord (in de zin van aan mij te hangen) tot we weggingen.
Zelie was dus op daguitstap met de scouts en kwam pas later, maar toen ze er eindelijk was, was het alsof ze de mensen dagelijks zag. Ze voelt zich overal direct thuis.
Wat me doet afvragen of “sociaal zijn” aangeboren is. Ik ben er een beetje van overtuigd van wel. Ik herinner me nl. dat ik als kind énorm sociaal was. Als we op reis gingen maakte ik gegarandeerd vriendjes in gelijk welke taal en ook al verstonden we elkaar niet (ik sprak uitsluitend Nederlands), de vriendschap was er niet minder gemeend om.
Nu ben ik allesbehalve sociaal, wat Michel ook mag beweren. In tegenstelling tot Michel ben ik evenwel niet verlegen, in tegendeel. Ik ben een nogal extravert persoon die zich niet gauw schaamt om het een of ander te proberen. Mensen die mij kennen kunnen zich trouwens in het geheel niet inbeelden dat ik enige sociale handicappen zou hebben. En toch is het zo.
Gepest worden zal daar wel voor iets tussen zitten, vooral als dat zo’n 7 jaar duurt. Sinds het humaniora is dat gedaan, maar het gevolg is wel dat ik nu in het geheel geen vertrouwen meer heb “in de mensen”. Volledig in de zin van “ze doen wel of ze me leuk vinden, maar eigenlijk is dat niet zo. Eigenlijk durven ze me niet zeggen dat ik een zaag ben en ze mij er liever niet bij hebben”. Geheel irrationeel en niet waar. In mijn hoofd weet ik dit ook wel, maar in mijn hart voel ik het zo aan.
Vandaar dat ik mezelf omschrijf als “sociaal gehandicapt”. Het feit is dat ik het besef en er iets aan wil doen. Dus forceer ik mezelf om sociaal te proberen doen: mensen aanspreken, vriendelijk doen, mij engageren in school… Ik ga immers zeer graag weg en ben graag tussen de mensen. Maar het valt mij niet gemakkelijk want ik moet mezelf telkens opnieuw overhalen om een stap te zetten en te overtuigen dat ik welkom ben. Komt daarbij dat ik er niet goed in ben … en dus kom ik over het algemeen nogal lomp over.
“Practice makes perfect” zeggen ze in het Engels, en dat zal wel zo zijn ook zeker? Na 4,5 jaar contact met een moeder op school, begint het erop te lijken dat er zoiets als een vriendschap zou kunnen groeien. Niet dat er enige problemen zijn van haar waren, ik daarentegen. En nu is er ook de mama van één van Zelie’s beste vriendinnetjes waar ik begin mee overeen te komen, dus wie weet, na 10 jaar zal ik misschien nog nieuwe vrienden maken 🙂
We leven in goede hoop.