Michel dacht verstaan te hebben dat Anna maandag naar huis mocht, maar toen ik aan de verpleegster vroeg om het (al dan niet) te bevestigen verschoot zij toch: ‘begin van de week werd ons gezegd, mevrouw’ en dus bleek maandag opeens niet meer zo zeker te zijn.
En toen moest Anna’s handje behandeld worden en op de plek op haar arm na en die op haar vingertjes, zag het er niet zo goed uit: bloed en etter. Tegenover de vorige keer dat ik het zag, eergisteren, geen verschil dat ik kon zien en de verpleegster bevestigde dat.
En zo is er dus opnieuw twijfel of Anna wel maandag naar huis kan/mag en hoe lang het nog zal duren. Niet van dat handje: gelijk welke behandeling er zal gedaan worden, dat wordt iets van relatief lange adem. Wel van, hoe lang het nog zal duren dat ze in het ziekenhuis moet blijven.
We hebben geïnformeerd of de behandeling niet ambulant zou kunnen, maar ik vermoed omdat Anna nog zo klein is en ze nog steeds niet weten welke kant het zal uitgaan, dat ze haar liever houden in plaats van haar te ontslaan en haar na een paar dagen opnieuw te moeten opnemen omdat ze dan toch moet geopereerd worden. Wat uiteindelijk wel goed is want ze is het daar de laatste dagen wel gewoon: ze gaat vrolijk mee met de juffrouw en de kinesisten, gaat alleen spelen in de speelzaal, eet flink en ze gaat over het algemeen zonder veel problemen gaan slapen deze laatste dagen.
Maar aangezien ze niet ziek is mogen we haar wel meenemen uit het ziekenhuis, zolang haar handje maar eerst verzorgd is geweest. En zo is ze deze namiddag meegegaan naar school om broers en zus af te halen. Ze had nogal veel bekijks, dat kunt ge u wel indenken. En morgen namiddag gaan we naar de cinema. En overmorgen is er een babyborrel waar ze mee naartoe gaat.
En dan is het weer maandag en komen de chirurgen van plastische nog eens langs voor een evaluatie. Hopelijk kunnen ze dan eindelijk eens een definitieve beslissing nemen en zijn we dan weer een stapje verder, al dan niet dichter bij huis.
Maar ondanks al het wachten mogen we niet klagen, want zoals Michel zegt: manmanman, hebben wij geluk gehad.