Toen ik vannamiddag in Brugge de gang onder het station doorliep om naar de trein te gaan, zag ik allemaal mensen met een meiklokje in hun handen. Naar wat ik kon afleiden stonden er dus aan de ingangen mensen bloemetjes uit te delen, maar niet aan de ingang waar ik binnen was gegaan. Typisch.
Ook op de trein zat het vol met mensen met een bloemetje en ik was toch wel een beetje jaloers. Ik was ook maar net op tijd aan het station aangekomen en had geen tijd gehad om nog eens terug (of door) te lopen naar een andere ingang. Snif dus. Maar mijn oren stonden open en ik hoorde de mensen het kaartje lezen dat bij de bloemetjes zat. Bleek dat het bloemetje werd uitgedeeld door de NMBS zelf en het had iets te maken met het net houden van het station.
De vraag die de medereizigers zich stelden, en ik dus met hen, was of het te maken had met Brugge specifiek (de verbouwingen zijn daar goed bezig), of of het iets nationaals was.
In Gent aangekomen zag ik weer kweetniehoeveel mensen met zo’n bloemetje rondlopen en dus ben ik eerst en vooral naar de ingang gegaan om te kijken waar de bloemetjes werden uitgedeeld. En ik had geluk: ook in Gent stonden ze meiklokjes uit te delen aan iedereen die eventjes wou blijven staan.
Ik ben dus eventjes blijven staan en ben nu ook de trotse bezitter van een meiklokje: een zalig mooi bloemetje, in mijn ogen toch.
Als je zin hebt om tot in Wondelgem te fietsen, mag je er hier een paar honderd komen plukken 🙂
En dat ruikt vooral zo heerlijk. Als we ooit iets hebben dat het woord tuin meer waardig is dan nu het geval is, wil ik dat ook planten