Ja ik weet het. Het was hier niet zo druk als anders, maar vermoeidheid zit daar voor veel tussen. ’t Is niet alsof er niets te vertellen valt. ’t Is gewoon dat ik ’s avond zo moe ben dat ik mij niet meer kan herinneren wat ik nu allemaal wou schrijven.
Zoals dat ik opgeroepen ben om als bijzitter te gaan meetellen bij de verkiezingen. In de namiddag dus. Om 14u of om 16u. Kwestie om u zo lang mogelijk in spanning te laten zodat ge geen al te vaste plannen kunt maken. Bij de vorige verkiezingen mocht ik ook opdagen om te tellen. Tot bleek, toen ik er aan kwam, dat ik eigenlijk pas derde reserve bijzitter was. Derde. Reserve. Toen de tweede reserve toekwam wist ik al dat ik mocht naar huis terugkeren, kwestie dat er toen al genoeg bijzitters aanwezig waren. Maar neen. De voorzitter volgde het boekje en liet ons blijven tot het uur er was. Tegen dat het 14u was (of was dat toen om 13u?) waren alle bijzitters én alle reservebijzitters aanwezig en mochten alle reserves dus beschikken.
Ik begrijp wel dat ze er niet opzetten of ge nu effectief of reservebijzitter zijt. Moesten ze dat doen, dan zouden de reservebijzitters waarschijnlijk systematisch te laat komen of niet komen opdagen. Maar moeten we nu echt blijven als blijkt dat het telbureau al voltallig is zonder u? Enfin. We zien dus wel wat het dit jaar zal geven. Ergens hoop ik dat ik effectieve bijzitter ben. Toen ik nog advocaat was, was ik eens voorzitter en ik heb dat wreed graag gedaan. Ik zou het dus niet erg vinden. Wachten om te horen dat ik niet moet blijven, dat vind ik wel erg.
Of zoals dat er vandaag bezinningsdag was voor de eerste communie. Bij de kinderen op school wordt de eerste communie in het tweede leerjaar gevierd en dus is het dit jaar Louis zijn beurt. Niet dat Louis zijn communie doet, maar ze zitten nu eenmaal op een katholieke school en alhoewel niemand verplicht wordt zijn communie te doen, moet elk kind wel verplicht alle voorbereidingen meemaken. En daar ga ik volledig mee akkoord hoor. Dus een bezinningsdag hoort daarbij.
De bezinningsdag is dus met alle kinderen van het tweede leerjaar én met hun ouders, of tenminste de ouders die zich hiervoor kunnen vrijmaken. Vorige keer waren wij er alletwee bij. Dit jaar moest Michel afblazen op het laatste moment en dus was het ik alleen met Louis … en 67 anderen. Een grote groep dus. We hebben een bezoek gebracht aan de luchthaven van Zaventem, een rondleiding en zo een beetje een blik achter de schermen gekregen. De gids deed zijn rondleiding op maat van de kinderen, maar ik (en nog een heel aantal ouders) vonden het even interessant. Een zeer leerijke, aangename, maar ook vermoeiende dag dus.
Of zoals dat er hier weer iets rondhangt. Vorig weekend is Anna op zondagochtend wakker geworden met lichte koorts. Tegen dat wij opstonden was zij voor de TV weer in slaap gevallen maar tegen de middag was er niets meer te merken. Diezelfde namiddag heeft Louis zijn volledige middagmaal weer uitgek*tst en daarna niets meer. Vandaag is Zelie met koorts thuisgekomen maar nu lijkt het erop dat het niet iets van korte duur zal zijn. Een dokterbezoek lonkt dus morgen.
Maar vanavond lonkt eerst een vroege nacht.
Toen ik mijn brief kreeg de vorige keer stond het erbij dat ik reserve teller was. Ik stapte stipt op tijd het lokaal binnen en was nog de eerste. De voorzitter liet ons wachten tot iedereen er was, de laatste was effectief teller. Ze stond in het onderwijs en had haar kinderen bij. De voorzitter heeft haar naar huis laten bellen om ze op te halen, haar argumenten dat ik dat nog nooit gedaan had en geen kinderen had haalden niks uit. Ik mocht naar huis, zij moest blijven. Ik veronderstel dat andere voorzitters daar misschien wel rekening mee houden.
Bij mij hetzelfde hoor. Niet dat er kinderen bij waren, maar toen een aantal bijzitters zagen dat de drie reserves er ook waren begonnen ze te vragen of ze toch niet konden wisselen omdat ze kinderen hadden of andere argumenten 🙂 De voorzitter was ook onverbiddellijk, terwijl er toch één reserve bereid zou zijn geweest om te wisselen. Ik vind dat maar een normale houding van de voorzitter.
Ik ben al dikwijls opgeroepen om te tellen. Eén keer ben ik als reserve zelfs gebleven om het vlugger te laten vooruitgaan. De voorzitter van het telbureau heeft me toen uit eigen zak betaald.
Nog een vraagje: wat heeft de luchthaven in godsnaam te maken met bezinning voor communicanten?
De bezinningsdag is eerst altijd een activiteit en in de namiddag dan de bezinning zelf. Dit jaar dus in de voormiddag een bezoek van de luchthaven, in de namiddag was er bezinning met de aalmoezenier van de luchthaven. Toffe mens trouwens.