Inzicht

Morgen heb ik een afspraak. Om mij te helpen inzicht te verschaffen in mijzelf. Te weten wat ik nu kan en wil. Want zelfkennis, dat is niet altijd gemakkelijk.

Ik heb er al een genereuse dosis. Met scha en schande opgedaan. Vooral veel schande. Maar al doende leert men, nietwaar. Maar dat heeft veeleer betrekking op mijn persoonlijkheid.

Nu krijg ik hulp in inzicht krijgen in mijn toekomst en wat ik wil, niet in mijn zijn. En het is niet makkelijk en zeer confronterend. Blèh!

Afspraakje Antwerpen

Deze middag was ik om 14u afgesproken in Antwerpen/Berchem. Ik had het adres, kende de route, Berchem ligt zo’n 35 minuten rijden (met de auto) van hier, dus vertrok ik mooi op tijd om 13u20 en stond ik een tweetal minuten voor afspraak ter plekke. Geen enkel probleem.

Een uur nadat ik via de Kennedytunnel de Antwerpse ring opreed, reed ik de ring ook weer af en raadt mijn verbazing toen ik het verkeer zag komende van de andere kant: het stuk dat over de E17 ging met het verkeer komende van Brugge stond vol stilstaand verkeer en ook de voertuigen komende van Gent stonden stil tot kilometers voor Antwerpen.

In plaats van 5 minuten chanse, 50 minuten chanse want voor hetzelfde geld was die file een uur eerder begonnen en stond ik daarin, in plaats van ernaar te kijken.

Omhoog?

Ik ken de stand van mijn rekening niet, of beter, de verloop ervan. Hoeveel er binnen en buiten gaat. Klinkt raar of misschien niet, maar ik hou dat niet bij.

Om de zoveel tijd doe ik via internet mijn betalingen, anderen zijn gedomicilieerd, er wordt gespaard en er is (of beter: er zijn) inkomen(s), maar een maandelijks optel- en aftreksommetje doe ik niet. Uiteindelijk is het enige wat mij interesseert is het saldo op een bepaald moment, zodat ik weet of ik boodschappen kan doen.

‘Er zijn inkomens’ schreef ik. Klinkt wel goed, maar dat is relatief hoor: loon, RVA (wegens tijdskrediet) en last but not least: kinderbijslag.

Vorige week deed ik mijn betalingen, en zelfs voor begin van de maand te zijn, stond er toch nogal veel op de rekening. Dat vond ik toch. Dus deed ik wat ik maar af en toe deed: mijn inkomens gaan bekijken om te zien waar er iets fout gegaan was, want die uitgaven, die verminderen nu eenmaal niet. En toen zag ik het: het kindergeld is vermeerderd. Met toch wel bijna € 160.

Dankuwel Kinderbijslag. Die gaan we goed kunnen gebruiken. ’t Is nu wel te hopen dat het geen fout is.

Terug?

Neen, ik heb mijn blog niet gesloten. Er was gewoon even een kleine zomerstop.

De laatste twee en een halve week had ik een seminarie georganiseerd voor het werk voor een groep uit Turkije. De voorbereidingen gingen absoluut niet vlot wegens dat we het contract maar relatief ‘last minute’ binnenkregen: één maand tijd om 10 sprekers te vinden in een zeer specifieke en gespecialiseerde materie. Dat dan nog in het begin van het seizoen van zomerseminaries wat als resultaat gaf dat 70% van de specialisten die ik aansprak al een verbintenis elders hadden.

Het is gelukkig allemaal in orde gekomen. De sprekers heb ik gevonden, de Turken waren content, de activiteiten zijn vlot verlopen en deze morgen zijn ze opnieuw richting Turkije vertrokken.

Het lastigste aan die afgelopen 2,5 weken was evenwel de uren waardoor ik vroeger moest opstaan dan gewoonlijk tijdens het jaar én langer moest werken. Resultaat: als ik ’s avonds thuis kwam geen fut meer om iets te doen, dus ook niet om te bloggen.

Oh, er staan wel posts in draft, daar niet van, maar ergens halverwege raakte ik de draad kwijt, kon ik mijn zinnen niet meer afmaken, merkte ik dat er dingen niet klopten en vond ik niet waar het probleem zat. Dus liet ik de boel maar de boel en ben ik uiteindelijk dus maar gestopt met proberen.

Of het nu weer als vanouds gaat zijn? Ik vrees ervoor. Toch nog eventjes niet.

Zaterdag beginnen de Gentse Feesten en daarvoor moet ik nog een aankondigingsartikel schrijven. En tijdens de Feesten zelf van hier naar daar lopen en dingen verslaan. Dus er zullen wel dingen verschijnen op Gentblogt, maar hier dus minder.

Maar ik kom terug, dat wel. Daar moogt ge op rekenen.

Electriciteitsperikelen

Gisteren waren er blijkbaar serieuse problemen met den electriciteit. Maar zelf heb ik daar maar weinig van gemerkt.

Niet dat ik blind ben of zo, maar ik was gewoon niet thuis en dat helpt. Eerst een zeer sumiere vergadering. Eerder een pro forma ding maar iets dat wettelijk moest gebeuren en kwestie dat we dan toch in orde waren. Daarna nog rap iets gaan drinken en nog wat gekletst.

Toen ik rond 22u thuiskwam kreeg ik dan de mededeling dat er electriciteitsproblemen waren. Net (even) opgelost toen ik toekwam maar ik zat nog niet goed en wel neer en den boel viel alweer uit. ‘Gelukkig’ voel ik mij nog steeds mottig en dus zat ik om 22u30 al mooi in mijn bed zodat ik van de rest van de saga niets meer gemerkt heb.

Niet zo leuk voor den anderen dus (enfin, kwestie van understatement kan dat ook tellen), maar anderzijds heb ik van deze keer wel een zalig lange nachtrust gehad en zo voel ik mij vandaag toch al marginaal beter.

Gelukkig, want vanavond is er weeral vergadering, nu een echte, mét receptie vooraf, en anders zou ik het niet zo erg goed zien zitten hebben.

Eigen leven

In het humaniora heb ik blind leren typen. ’t Was van moetes, daar niet van, maar ik ben daar eigentlijk, feitelijk ongelooflijk content van.

Want dan kunt ge zo uw gedachten opschrijven, zoals in een blog dus of in een mail, terwijl ge TV zit te kijken of een gesprek aan het voeren zijt, en OK, hier en daar staat dan wel een foutje, maar meestal weet ik zelfs dát en dan gaan mijn vingers automatisch naar de backspace toets om dat te verbeteren.

Soms lijkt het dan alsof mijn vingers een eigen leven aan het leiden zijn. Maar ik mag er dan wel niet naar kijken en er goed over nadenken, want dan is het om zeep. Dan vinden mijn vingers geen enkele toets weer en komt er alleen zever in pakskes tevoorschijn.

Het leutige aan mijn werk is dat dat veel in het Engels en Frans is en dat ik ondertussen ook al een aardig ‘mondje’ Frans en Engels blind kan typen. Want vergis u niet, het is niet omdat ge in één taal kunt blind typen, dat dat automatisch in een andere taal ook lukt … allez, bij mij ging dat toch niet automatisch 🙂

Even rust

Ja ik weet het. Het was hier niet zo druk als anders, maar vermoeidheid zit daar voor veel tussen. ’t Is niet alsof er niets te vertellen valt. ’t Is gewoon dat ik ’s avond zo moe ben dat ik mij niet meer kan herinneren wat ik nu allemaal wou schrijven.

Zoals dat ik opgeroepen ben om als bijzitter te gaan meetellen bij de verkiezingen. In de namiddag dus. Om 14u of om 16u. Kwestie om u zo lang mogelijk in spanning te laten zodat ge geen al te vaste plannen kunt maken. Bij de vorige verkiezingen mocht ik ook opdagen om te tellen. Tot bleek, toen ik er aan kwam, dat ik eigenlijk pas derde reserve bijzitter was. Derde. Reserve. Toen de tweede reserve toekwam wist ik al dat ik mocht naar huis terugkeren, kwestie dat er toen al genoeg bijzitters aanwezig waren. Maar neen. De voorzitter volgde het boekje en liet ons blijven tot het uur er was. Tegen dat het 14u was (of was dat toen om 13u?) waren alle bijzitters én alle reservebijzitters aanwezig en mochten alle reserves dus beschikken.

Ik begrijp wel dat ze er niet opzetten of ge nu effectief of reservebijzitter zijt. Moesten ze dat doen, dan zouden de reservebijzitters waarschijnlijk systematisch te laat komen of niet komen opdagen. Maar moeten we nu echt blijven als blijkt dat het telbureau al voltallig is zonder u? Enfin. We zien dus wel wat het dit jaar zal geven. Ergens hoop ik dat ik effectieve bijzitter ben. Toen ik nog advocaat was, was ik eens voorzitter en ik heb dat wreed graag gedaan. Ik zou het dus niet erg vinden. Wachten om te horen dat ik niet moet blijven, dat vind ik wel erg.

Of zoals dat er vandaag bezinningsdag was voor de eerste communie. Bij de kinderen op school wordt de eerste communie in het tweede leerjaar gevierd en dus is het dit jaar Louis zijn beurt. Niet dat Louis zijn communie doet, maar ze zitten nu eenmaal op een katholieke school en alhoewel niemand verplicht wordt zijn communie te doen, moet elk kind wel verplicht alle voorbereidingen meemaken. En daar ga ik volledig mee akkoord hoor. Dus een bezinningsdag hoort daarbij.

De bezinningsdag is dus met alle kinderen van het tweede leerjaar én met hun ouders, of tenminste de ouders die zich hiervoor kunnen vrijmaken. Vorige keer waren wij er alletwee bij. Dit jaar moest Michel afblazen op het laatste moment en dus was het ik alleen met Louis … en 67 anderen. Een grote groep dus. We hebben een bezoek gebracht aan de luchthaven van Zaventem, een rondleiding en zo een beetje een blik achter de schermen gekregen. De gids deed zijn rondleiding op maat van de kinderen, maar ik (en nog een heel aantal ouders) vonden het even interessant. Een zeer leerijke, aangename, maar ook vermoeiende dag dus.

Of zoals dat er hier weer iets rondhangt. Vorig weekend is Anna op zondagochtend wakker geworden met lichte koorts. Tegen dat wij opstonden was zij voor de TV weer in slaap gevallen maar tegen de middag was er niets meer te merken. Diezelfde namiddag heeft Louis zijn volledige middagmaal weer uitgek*tst en daarna niets meer. Vandaag is Zelie met koorts thuisgekomen maar nu lijkt het erop dat het niet iets van korte duur zal zijn. Een dokterbezoek lonkt dus morgen.

Maar vanavond lonkt eerst een vroege nacht.

Geen nieuws …

Die uitdrukking van ‘geen nieuws is goed nieuws’, die klopt dus niet altijd. Want ik heb nog steeds geen nieuws en in zo’n omstandigheden betekent dat alleen slecht nieuws.

Domper dus. Nu, de werkdag is uiteraard nog niet voorbij, maar toch zo goed als en waarom zouden ze tot het laatste momentje wachten?

Langs de andere kant, zo kan ik dus ook alweer de grote vakantie meer definitief plannen en dat is dan ook weer een zorg minder. Elk nadeel heb z’n voordeel, nietwaar.

2 x goed nieuws

Vandaag de kindjes aan school afgezet met de wagen. ‘Auto?’ hoor ik jullie denken. ‘Ge moet zot zijn met zo’n mooi weer’, maar dat ben ik écht niet hoor. Allez, eigenlijk wel een beetje, maar dat heeft niets te maken met dat ik daarom de kinderen met de auto afgezet heb deze ochtend.

Er waren twee redenen om dat te doen. De eerste, én belangrijkste, is Jan. Hij is deze nacht wakker geworden met ongelooflijk veel pijn in zijn knie. Hij kon zijn beentje niet meer strekken van de zeer en geplooid houden was blijkbaar ook niet echt een optie. Het heeft toch zeker twee uur geduurd eer we hem weer in slaap kregen … in ons bed. Deze ochtend leek het beter, maar af en toe kreeg hij nog een serieuse opstoot en dus maar besloten om zijn knie vandaag rust te gunnen en dus de kinderen met de auto te brengen.

De tweede reden heet ‘schouwing’. ’t Is weer die tijd van het jaar en een paar weken geleden vond ik dan de mooie groene kaart in de brievenbus om de auto te laten keuren en dat moest voor 8 april gebeuren. De weken sinds de uitnodiging heb ik afspraak gemaakt met de garage voor een onderhoud en nazicht (en herstel). Dat is dan uiteindelijk vorige week kunnen gebeuren. Volgende week is het Paasvakantie en ben ik ofwel aan het werk, ofwel zijn de kinderen thuis, dus vandaag was de ideale dag om dat te doen.

Gisteren was het plan nog om de kinderen met de fiets naar school te brengen, terug naar huis te rijden, wagen ophalen en laten keuren. Vandaag dus in één ruk doorgereden van kinderen afzetten naar de keuring.

Op (amper?) anderhalf uur stond ik weer buiten. De rij wachtenden viel dus mee en de controle ging vlot. Deze keer hebben ze zelfs een relatief grondig oog geworpen op de kinderzitjes. Bizar want ik weet niet of dat uit curiositeit was of of ze dat moeten doen. Maar dus alles in orde en ik heb weer een groene kaart voor het komende jaar. Eerste goed nieuws dus want ik maak mij daar toch altijd een beetje zenuwachtig in.

Voor mij was dat eigenlijk het tweede goede nieuws. Want tijdens de wachttijd kreeg ik telefoon met het leuke nieuws dat ik mag terugkomen. Joepie! Op zich wil dat dus nog altijd niets zeggen, maar het is toch weer een kansje meer. Nog twee weken wachten, dat wel, maar die gaan zo voorbij vliegen want de vakantie ligt ertussen en met de kinderen thuis zal ik (gelukkig) niet veel tijd hebben om mij op voorhand op te jagen.