Scoutskamp

Dit jaar zitten de vier kinders (eindelijk) weer bij dezelfde scouts. Het is een relatief kleine scouts en waar alle takken samen op kamp gaan (allemaal op hetzelfde terrein): eerst vertrekken de givers en de jonggivers, daarna de welpen en als laatste de kapoenen. Ze komen dan allemaal samen terug naar huis.

Een kamp zonder thema, dat kan natuurlijk niet, en uiteraard wil dat dan ook zeggen dat er aangepaste verkleedkledij moet zijn. Toen de kinders kleiner waren werd er nog wel eens verkleedkledij gekocht, maar dat begint allemaal toch wat te klein te worden. Dat niet alleen: het was nu niet alsof we kledij hadden die in de thema’s pasten. Jan en Anna bij de Welpen hadden als thema Space program, het thema van Louis bij de jonggivers was gebaseerd op Game of Thrones en Zelie als giver had Guardians of the Galaxy, Star Mars.

Ik heb mij dus maar achter mijn naaimachine gezet voor Louis en hem een outfit gemaakt: geen direwolf als sigil, maar een marter (zijn patrouille). Louis maakte de tekening zelf en dan was het enkel nog kwestie van die met textielstift op zijn kleren te tekenen. De mantel werd gemaakt van een fleecedeken 🙂

WP_20150626_20_33_53_Pro WP_20150626_20_34_28_Pro WP_20150626_20_35_02_Pro

Voor Anna heb ik naald en draad in de hand genomen en een beetje textiellijm en zo werd zij plots een alien. Leve de onesies.

WP_20150705_20_25_08_Pro WP_20150705_20_25_19_Pro WP_20150705_20_25_27_Pro

Best wel content van het resultaat.

En neen, slechte moeder die ik ben, had ik niets gemaakt voor de andere twee: Jan wou niet echt. Met Zelie ben ik bij de H&M gepasseerd en hebben we een zilvergrijs topje en short gekocht: spacey genoeg vond zij.

Tijd voor ontspanning

Vriendin A. belde: of we zondag niet mee zouden gaan naar Bellewaerde. Maar Zelie begint maandag met de examens en heeft heel veel stress, Louis begint kort erna … Ze stelde dan voor om Jan en Anna mee te nemen en zo kon ik hier thuis de schouder zijn indien nodig.

Wat bleek deze ochtend: prachtig mooi weer en ik doe dat wel graag, naar een pretpark gaan. Niet om op de attracties te zitten, maar ik vind dat gewoon een leuke sfeer. Ik besprak het met den anderen en hij zei: ga gewoon. De groten gingen het wel redden. Toen A. de kinderen kwam halen bleek ook nog dat ze geen andere volwassene had gevonden om haar gezelschap te houden, dus zij ook content dat ik toch mee ging. Er was namelijk nog een vriendinnetje mee, en anders ging zij alleen met 5 kinders op stap moeten gaan.

Zo een dagje pretpark tijdens de examenperiode is aan te raden: weinig volk zodat we vlot overal gemakkelijk en veel opkonden. Zalig.

WP_20150607_10_35_28_Pro WP_20150607_10_36_32_ProWP_20150607_15_01_54_Pro

WP_20150607_15_02_14_Pro

De dieren waren een groot succes, maar dat is altijd zo. Zeker als ze dan nog eens tot vlak bij jou komen.

WP_20150607_11_34_51_Pro WP_20150607_11_34_59_Pro WP_20150607_13_35_17_Pro
En dan zijn er uiteraard de attracties. Ik heb enkel foto’s genomen op de wildwaterbaan (daar zaten we allemaal op) en van de boot (hier stonden Jan, Anna en ik toch van een veilige afstand (van op de grond dus) te kijken), maar uiteraard waren dat niet de enige.

Het was een leuke afwisseling van de examensstress van de laatste tijd. We kunnen er weer even tegenaan.

 

 

Tranen

Lichte paniek. Dat was te zien in de ogen van Anna. Niet zo ongewoon, daar niet van. Faalangst is haar niet onbekend. Dus ging ze in de zetel liggen, met haar rug naar ons toe, en deed ze alsof we er niet waren. Alsof, als ze zo zou blijven liggen, het niet waar was. Het ging weggaan.

Aanleiding? Toets AMV, zichtles zang, een zangoefening die ze vandaag zelf nog kort inoefenen in de klas. Daarna zingen alle leerlingen individueel de les. ‘Want ik kan dat niet!’ klonk het.

Maar negeren en ontkennen maken niet dat het zal weggaan. Het enige wat ik kon doen was haar proberen geruststellen. Dat het wel ging gaan en dat, zelfs al zou het toch niet gaan, dat niet het einde van de wereld was. Dat dingen leren er nu eenmaal bijhoort. Dat sommige dingen gemakkelijk gaan en andere (veel) moeilijker en soms zelfs helemaal niet. Dat dat geen probleem is.

Ik moest toch mee naar de juf, om een andere reden, en heb het wel even laten vallen. En onmiddellijk waren daar de tranen weer. De paniek.

Hindernissen die overwonnen moeten worden. Hopelijk zie ik haar straks terug met een glimlach. Met een schaapachtige blik zeggend dat het toch niet zo moeilijk was.

Hopelijk.

Piep!

Via een Facebookgroep werd de vraag gesteld wie een blog had, dood of levend. Ikke dus, maar of hij dood of levend is kan ik niet goed zeggen. Het is hier heel stil, dat wel, maar ‘dood’ zou ik hem nog niet willen noemen. ‘Levend’ dan ook weer niet.

Waarom het stil is? Dat heeft vooral met persoonlijke zaken te maken. Niets geheim, daar niet van, maar daar kom ik straks wel op terug.

Met de kinderen gaat alles goed. Ze groeien en bloeien. Hiet is toch al dat.

Anna is in het vierde leerjaar begonnen. Een nieuwe juf en dus nieuwe regels en dus zal Anna zich moeten aanpassen en ook haar tempo. Louis was ook zo en dus weten we dat dat op termijn er wel zal uitgaan (Louis heeft het ook geleerd), maar dan wel op haar eigen tempo.

Daarnaast heeft ze nog haar hobby’s: turnen, muziekschool (AMV2 en klarinet), zwemmen en scouts. Muziekschool doet ze gelukkig alleen (het is naast de deur). Voor zwemmen en turnen is er taxi mama. Voor de scouts fietst ze met haar grote zus mee en ga ik haar halen.

Jan is in het vijfde leerjaar gestart. Frans erbij dit jaar en hij ziet dat helemaal zitten. Hij zoekt zelfs oefeningen op op websites. Hij voetbalt ook nog altijd. Bij Gent-Zeehaven. U11 al met drie trainingen per week dit jaar, plus een match, plus nog eens een technische training op zondag (bij Way to Play). Druk dus want voetbal, dat word met de taxidienst gedaan (die van mama dus). Daarnaast nog eens muziekschool (AMV2 en trompet; samen met Anna begonnen en dat is ook wel gemakkelijk want zo kunnen ze samen leren) en scouts (samen met zijn broer met de fiets). Hij weet dus ook wat gedaan.

Louis doet zijn 2e jaar humaniora. Geen latijn voor hem maar moderne talen en hij amuseert zich kostelijk. Hij is het jaar al begonnen met een paar waarschuwingskes (lees: zeer slechte toetsen) en hopelijk heeft hij het nu door 🙂 We volgen het op en zien wel. Hij weet dat zijn school belangrijker is dan zijn nevenactiviteiten en aangezien hij die veel te graag doet, denk ik wel dat hij dit in gedachte houdt. Nevenactiviteiten: animatietekenen, badminton en scouts. Hij springt voor alles gezwind en zonder morren op de fiets en we moeten hem er nooit op wijzen dat hij de tijd in de gaten moet houden om op tijd te vertrekken. Zelfstandige (oudere) kinders, het is een gemak.

En dan nog Zelie. 4e humaniora en sinds ze vorig jaar eindelijk de klik gemaakt heeft, een kind waar ge niet meer naar om moet kijken. Het voordeel is natuurlijk dat ze de richting waar ze zit (4LA4 -latijn met 4 uur wiskunde; een richting die meer de Moderne talen uitgaat) ongelooflijk graag doet. Ze studeert hard, niet omdat we dat vragen maar volledig uit vrije wil. Ze haalt mooie cijfers en is (zeer terecht) trots op zichzelf. Daarnaast nog een pak hobby’s, alhoewel ze deze dit jaar wel bewust verminderd heeft. Muziekschool is stopgezet, maar turnen doet ze nog steeds en scouts ook. Vanaf het 4e wordt het een pak zwaarder op school: veel meer taken en opdrachten, dus heeft ze daar voor gekozen. Slimme meid 🙂

En dan ikzelf en daar wringt het een beetje. Want binnen een kleine week ‘vier’ ik mijn tweejarige werkloosheid (die 5 weken lesgeven niet gerekend) en dat maakt mij redelijk depressief. Niet klinisch depressief: ik denk niet dat ik daar ook maar enige aanleg voor heb. Maar vrolijker wordt ik er niet van.

Het is niet alsof ik niet zoek. Ik zoek al naar vast werk van 2010. Ik wist dat mijn vorige job bij de Provincie tijdelijk was en afliep op 1 oktober 2012 en ik ben dus gewoon blijven zoeken, maar niets. Nada. Noppes. Ik vermoed dat ik op 80% van mijn sollicitaties niet eens antwoord krijg. Van de 20% die overblijft krijg ik van de helft direct het antwoord dat ik niet in aanmerking kom voor een gesprek. Als ik al een gesprek heb dan haal ik het niet. Solliciteren onder, op of boven mijn ‘niveau’: allemaal hetzelfde.

Het wordt psychisch zeer zwaar, maar financieel ook. Want voor de werkloosheid ben ik blijkbaar gewoon ‘lui’ en heb ik geen recht op een deftig inkomen. Naar het OCMW gaan denk ik niet dat dat erin zit, want den anderen werkt (gelukkig) wel. Met een deftig loon en mijn peuleschil is het soms moeilijk, maar alles went. Ge staat er voor en moet er door. Het is niet alsof er veel keuze is. Maar dan vraagt men zich af hoe mensen in de armoede komen en ik kan er mij iets bij voorstellen. Het vooruitzicht dat onze kinderbijslag ook nog eens een pak naar beneden zal gaan, maakt er mijn ook absoluut niet vrolijker op.

Dus het is hier stil, want veel heb ik niet te vertellen en ik vrees als ik veel schrijf, dat het gewoon zagen wordt en dat is voor niemand leuk.

Dus concentreer ik mij of hetgeen ik wel doe en kan doen en probeer positief te blijven en de goede dingen te zien. Zoals thuis zijn voor de kinders en hen elke avond vers eten te kunnen voorschotelen. Geen stress omdat ik oplossingen moet zoeken om de kinders ergens naartoe te brengen of af te halen. Kunnen blijven babbelen op de training omdat ik geen taken liggen wachten heb. Mij inzetten voor de oudervereniging en mijn taak als secretaris zo goed mogelijk uitvoeren. Een kersthappening helpen organiseren op de basisschool en volgende week, voor het jaarlijks eten in de school, achter de bar gaan staan en helpen. Gaan kijken naar de matchen van Jan en mijn keel heesroepen om hen aan te moedigen. Vrijdagochtenden met de vriendinnen koffie drinken en af en toe mijn hart daar kunnen luchten, en weten dat ik zeer goede vriendinnen heb want als het even niet gaat zien ze het direct en laten ze mij zagen.

En vooral: op donderdagavond gaan koken in de avondles (tweede jaar al en dit jaar doen we Dagschotels met vlees en gevogelte & Nagerechten). Zalig gewoon. Ik rij met een grote glimlach elke donderdag naar de les en bevind mij gedurende een paar uur in de hemel.

Het leven is dus niet al kommer en kwel. Gelukkig maar, maar het kan beter door opnieuw te kunnen werken. Want hoe leuk ik het soms ook vind om gewoon moeder te zijn, ik ben iemand die moet werken want heel dat ‘huismoeder’ ding is niet echt iets voor mij.

Duim dus eens mee dat het tij op werkvlak rap gaat keren of ik kom hier nog volledig zot 🙂

Nieuwe hobby

Anna is dit jaar beginnen turnen. Basis toestelturnen doet ze en ik heb er nog niet veel van gezien: meestal haalt mamie haar (drukte van de woensdagactiviteiten en dus verdeling van de taxishifts) en de weinige keren dat ik er zelf was waren ze al aan het opruimen. Maar ze doet het zo ongelooflijk graag, dus dat zat wel snor.

Tweejaarlijks is er een show, en vanavond moest ze optreden. Eerlijk gezegd had ik er niet zoveel van verwacht, want wat kan je zo leren op anderhalve maand tijd? Blijkbaar heb ik mij daar zeer aan mispakt en is het antwoord ‘veel’. Ik stond zeer verbaasd en trots te kijken naar de dochter. Echt niet verwacht.

Ze stond te blinken van contentement en amuseerde zich zeer goed. Niets verlegen voor het publiek, zelfzeker haar ding doend.

Zelie’s ding is ritmisch turnen, Louis tekent, Jan voetbalt. Ik denk dat ons madammeke ook haar ding heeft gevonden.

Zoef!

Vanavond op de voetbaltraining viel mijnen euro: vorige week, rond diezelfde tijd, zaten we op het vliegtuig naar Barcelona. Lekker relax en uitkijkend naar en paar ontspannen dagen. Enfin, toch bijna. Hoe snel dat een week voorbij vliegt.

En toen ik dacht dat ik alle stress in Spanje had achtergelaten, heeft dinsdagochtend mij laten weten dat die toch geniepig in de bagage gekropen was mee naar huis. Om het mij toch meer dan duidelijk te maken werd het een ochtend from hell: Anna had haar boekentas vergeten en Michel had de verkeerde boekentas nagebracht én tegelijk de oudste thuis opgesloten, zodat ondergetekende snelsnel terug naar huis moest om dat in orde te brengen.

Thuis gekomen stond ik op punt weer te vertrekken toen Zelie van achter de hoek terug kwam: platte band. Dan maar vlugvlug de auto in, want Zelie moest niet op school zijn maar in de Blaarmeersen. Gelukkig had ze een half uur extra gekregen om er ter geraken en waren we nog nét op tijd.

Daarna in vliegende vaart terug naar school om Anna haar boekentas af te zetten en eindelijk tijd om mijn eigen afspraken te beginnen. Nog goed dat mijn afspraak begrip had voor zo’n zaken, zelf mama zijnde.

De routine zat er dus direct weer in, moest ik er al ooit aan getwijfeld hebben 🙂

+ 2

Gisteren en vandaag zijn respectievelijk Anna en Jan teruggekomen van scoutskamp.

Ik weet dat ze zich op kamp niet (al te veel) wassen, maar Anna zag er écht niet uit. Haar T-shirt moet ooit wit geweest zijn, maar gisteren had hij een eerder onbepaald kleur. Haar haar klitte in strengen aaneen (het had veel weg van dreadlocks) en ze zag zo zwart gelijk dat ze net een schoorsteen gekuist had (een beetje overdreven, maar niet veel). Ik moet er geen tekening bij maken hoe het eerste douchewater eruit zag.

Daartegenover zag Jan er fris gewassen uit vandaag. Niet dat hij proper was, maar in vergelijking met zijn zusje … Zijn bagage daarentegen zag er een pak viezer uit, maar blijkbaar hebben de Wouters zich geamuseerd met het houden van een vuile dagvergadering en zelfs een soort worstelwedstrijd in de vuiligheid. De stank, de troep, jakkes!

Soit, ze zijn terug. Ze hebben zich ongelooflijk geamuseerd. Twee zeer gelukkige kinderen die een wreed goed kamp gehad hebben. Die tegelijk blij én triest zijn dat ze terug thuis zijn, en zo moet het ook.

De twee vuile valiezen zijn onmiddellijk geleegd en ondertussen al gewassen. Pluim voor mijzelf.

Nog vier dagen en dan komt Zelie ook terug. Aftellen maar.

– 2

Deze ochtend de wekker iets vroeger moeten zetten want om 8u45 werd deze keer Anna aan het station verwacht voor haar scoutskamp.

Ze keek er ongelooflijk naar uit. Vooral dat ze vorig jaar blijkbaar een fantastisch kamp hebben gehad. Hetzelfde zal het natuurlijk niet zijn: vorig jaar waren ze met minder kapoenen dan dat er leiding en fouriers waren. Ik denk dat ze met 8 waren. Dit jaar is het een grotere bende: 18, en vooral: een wildere bende. Het zal dus een heel andere sfeer geven. Ik kijk uit naar het verslag.

Dinsdag is ze al terug thuis. Een kort kamp dus.

En toen waren er nog maar 2.

Wie zei er ‘mietjes’

Vakantie is voor mietjes, en daar doen we dus niet aan mee. Enfin, voorlopig toch nog niet. Want op respectievelijk woensdag, donderdag en vrijdag vertrekken Jan, Anna en Zelie op scoutskamp.

Dat betekent dat er de afgelopen dagen al een ferme drukte geweest is, want de bagage moet gemaakt worden. Eigenlijk al ‘moest’ voor Jan en Anna. Zij zijn nog te jong om hun eigen bagage mee te sleuren en we mochten die zondag al afzetten in het scoutslokaal.

Goed voorbereid als wij hier altijd zijn (kuch, hoest, proest) wil dat eigenlijk zeggen dat we de valiezen gisteren afgezet hebben met 98% van hun spullen in en we vandaag nog gaan shoppen zijn voor de dingen die we niet in huis hadden. Een rugzakje bij het vertrek hebben ze toch mee, dus daar kan toch ook nog een beetje ‘handbagage’ in, of niet soms.

Maar ondertussen hebben we alles, kan Zelie haar rugzak pakken en valt de handbagage voor Jan en Anna zeer goed mee: goed dat Koodza spullen heeft die licht zijn voor op kampeertochten mee te nemen.

Ze zijn er klaar voor en ik, nu ik de vertrek- en aankomsturen eindelijk heb genoteerd, ben er ook klaar voor.

En na vrijdag, dan sluit ik mij met veel plezier aan bij de ‘mietjes’, dan begint de rust eindelijk echt.

Vakantie!

How to start? ’t Is een tijdje geleden hé, daar niet van. Maar mijn hoofd stond er niet op. Zorgen, weetwel. Want het beterde niet echt, integendeel.

Opvolging werd hier ten huize gedaan (in de mate van het mogelijke), hulplijnen werden ingeschakeld en de nodige ‘straffen’ werden uitgedeeld waar en wanneer nodig. Alle hens aan dek dus.

En zo zaten we dan bijna op het einde van het jaar en was de situatie redelijk dramatisch, zo erg dat de leerkracht wiskunde al sprak van een B-attest en haar klastitularis sprak van een laatste kans.

De laatste examenperiode was er dus één van erop of eronder en we hielden ons hart vast. Telkens Zelie terug kwam van een ‘goed’ examen bleven we onze twijfels hebben: we hadden het nog gehoord.

Tot het deze ochtend was en ik met een bang hart op de speelplaats stond te wachten. Ik zag haar klasgenoten buitenkomen, maar geen Zelie. Mijn hart zonk, want dat was ook haar ’tactiek’ bij vorige, slechte, rapporten: op haar vriendinnen wachten voor steun en dan in groep, wenend, buitenkomen.

Maar ik had het mis: de dochter van mijn vriendin was er (met mijn vriendin) en had haar al gezien: een heel goed rapport, ik mocht gerust zijn. Een geluk dat mijn vriendin er was, want ik had een schouder nodig om op te huilen, van geluk deze keer, geen verdriet.

Zelie heeft een A-attest, met advies voor Latijnse, 5 uur wiskunde. Niet dat ze het advies gaat volgen (het worden 4 uur wiskunde, wel latijn), maar het wil wel zeggen dat ze voldoende indruk gemaakt heeft op zowel de leerkracht latijn als die van wiskunde dat zij weer vertrouwen in haar gekregen hebben voor volgend jaar.

Broers en zus hebben het ook zeer goed gedaan: ze mogen allemaal over. Anna vertrekt naar het derde leerjaar, Jan naar het vierde.

Louis heeft zijn carrière op de basisschool afgesloten en begint volgend jaar ook op de humaniora. Er was een mooie (iets te lange) dienst en daarna een receptie en het was een mooie afsluiter van 9 jaar basisschool. Het was ook een beetje een afscheid want een heel aantal van zjn vriend(inn)en gaan volgend jaar naar een andere school. Gelukkig is er mail en Facebook en whatnot, dus zal het wel lukken om contact te houden.

De vakantie is begonnen en we kunnen er nu met een gerust hart van genieten. Yiha!